Ruben van Geelen (14) is dertien jaar oud wanneer zijn vader Ron van Geelen (61) een hartstilstand krijgt. Een cursus die hij op de basisschool volgde, bleek plotseling veel nuttiger dan hij ooit had verwacht. Hij aarzelde geen moment en startte met reanimeren.
“We zaten naast elkaar op de bank toen mijn vaders hoofd ineens naar achter viel”, vertelt Ruben over het moment dat hij nooit zal vergeten. Hij en zijn vader waren even daarvoor nog druk in de weer met de treinbaan die ze op zolder hebben staan. Ze besloten naar beneden te gaan toen Rubens oom en tante op bezoek kwamen. Achteraf weet vader Ron nog dat hij ‘een warm gevoel’ kreeg toen hij naar beneden liep. Het leek niks om zich zorgen om te maken, maar toen hij zijn koffie pakte, werd hij ineens duizelig. “Ik hoop dat dit zo over gaat, dacht ik nog, kanónnen wat een naar gevoel.”
Het moet enkele momenten later zijn geweest dat zijn hoofd naar achter viel, en de koffie op de grond. Even dacht Ruben nog dat zijn vader een grapje maakte. “Mama, kijk eens naar papa”, zei hij twijfelend, waarna zijn moeder in actie kwam. “Ze sloeg een paar keer in mijn vaders gezicht, in de hoop dat hij bij zou komen, maar dat gebeurde niet. Daarna voelde ze dat hij geen polsslag meer had.” Hoewel Ruben naar eigen zeggen ‘even in paniek’ was, aarzelde hij geen moment en startte hij met reanimeren. Hij vertelt er rustig over en moet lachen als hem de eigenschap ‘nuchter’ toebedeeld wordt. “Ik hoor wel vaker dat ik nuchter ben, ja. Maar ik denk er gewoon niet zoveel over na. Ik deed het gewoon.”
Reanimatiecursus
Er waren drie volwassenen aanwezig, maar de toen dertienjarige nam het voortouw. In groep 8 had hij geleerd hoe het reanimeren in zijn werk ging. Wanneer Ruben over de meerdaagse cursus praat, klinkt het alsof hij er destijds niet zo van onder de indruk was. “Neuh, het was school”, antwoordt hij, bij wijze van uitleg. “Het was wel gezellig met vrienden en grappig om op zo’n pop te oefenen.” Aan het eind van de lessen moest de klas een toets maken en demonstreren wat ze geleerd hadden. “Ik denk dat dat geholpen heeft bij het onthouden.”
Na een paar minuten nam een burgerhulpverlener het reanimeren over en is Ruben met zijn tante naar buiten gegaan. Nadat ook de ambulance arriveerde, leek het voor Ruben en zijn familie nog erg lang te duren. De AED werd vier keer gebruikt, waarna ‘eindelijk’ iemand riep dat er weer weer een hartslag was. “Dat was een van de meest blije momenten in mijn leven. Echt een opluchting”, vertelt Ruben. Ron kan zich van de hele gebeurtenis alleen flarden herinneren. Wat hij wel nog goed weet is de eerste keer dat hij zijn zoon in het ziekenhuis zag, nadat hij had gehoord van de heldendaad. “Ik voelde ongekende blijdschap bij het weerzien. ‘Jongen, kom eens hier’, zei ik, waarna ik hem een dikke knuffel gaf. Ik hou van al mijn kinderen evenveel, maar we delen wel iets heel bijzonders nu.”
Held
Niet alleen door zijn vader, maar ook door zijn moeder, broertje, zussen – van wie er één in de zorg werkt – en artsen werd Ruben als held ontvangen. “Daar was ik wel trots op, maar het voelde ook gek”, zegt Ruben bescheiden. “Ik deed ook maar wat.” Daar denken veel mensen anders over. Hij kreeg zelfs een ‘loffelijk getuigschrift’ van Stichting Carnegie Heldenfonds. En dat allemaal door die cursus in groep 8. “Zonder die cursus dacht ik waarschijnlijk dat ik zo vaak moest drukken als ik kon, of zo. Elke seconde telt bij een reanimatie, dus dan is het wel belangrijk dat je het meteen goed doet.” Vader en zoon pleiten er dan ook voor om een reanimatiecursus te verplichten op scholen. Ruben: “Je denkt misschien: dat gaat mij nooit gebeuren, maar zo dacht ik ook. En het is niet zo’n nachtmerrie om te doen, hoor. Het is ook niet leuk of interessant, maar ook niet stom.” Het was wel ‘best heftig’ om mee te maken, geeft hij toe. “Maar ik doe dit veel liever dan dat ik mijn vader zie sterven.”
Ron kreeg een ICD en mocht na tien dagen het ziekenhuis uit. Na negen weken revalidatie die daarop volgden, voelt hij zich nu goed. “Ik slik al jaren medicatie voor mijn hoge bloeddruk en er is ook weleens een te lage pompfunctie geconstateerd. De dokter zegt echter dat deze hartstilstand daar niks mee te maken had. Het was stomme pech. Ik heb er buiten wat vergeetachtigheid niks aan overgehouden. En die vergeetachtigheid komt ook weleens van pas!” Het is duidelijk dat Ron zijn humor niet is kwijtgeraakt en hij nog vol van het leven geniet. “Ik hou me aan mijn medicatie en ben wat gezonder en bewuster gaan leven, maar verder gaat het leven gewoon door.” Ron vertelt dat zijn eerste vrouw op haar 39e aan borstkanker overleed. “Pas als je zoiets meemaakt, weet je echt hoe definitief de dood is. Het klinkt heel logisch, maar het verschil met er zijn en er níet meer zijn, is zo groot. Dat ik er anders niet meer was geweest, blijft een raar idee. Het is mooi dat ik de treinbaan van mijn leven nog wat langer kan maken.”
Tekst: Verena Verhoeven
Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.