Voor het eerst in half jaar geen oversterfte meer

In de tweede week van januari (week 2, 10 tot en met 16 januari 2022) overleden naar schatting 3 250 mensen. Dat zijn er ruim 100 minder dan verwacht. In de week ervoor overleden iets meer mensen dan verwacht (3 392). De sterfte onder 80-plussers en Wlz-zorggebruikers bleef ongeveer gelijk, die onder mensen jonger dan 80 jaar en de overige bevolking nam verder af. Dat meldt het CBS op basis van de voorlopige sterftecijfers per week.

Sinds de laatste week van 2021 is er geen oversterfte meer. Daarvoor lag de sterfte sinds begin augustus 2021 boven de verwachte sterfte en ook bijna elke week buiten het interval van gewoonlijke fluctuaties, zodat er sprake was van oversterfte.

In week 2 van 2022 registreerde het RIVM 50 overleden COVID-19-patiënten (stand 18 januari).

Sterfte bij Wlz-zorggebruikers lager dan verwacht

De sterfte bij mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz), zoals bewoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen, bleef op basis van de schatting ongeveer gelijk in week 2. Er overleden ongeveer 1 200 Wlz-zorggebruikers, 100 minder dan verwacht. Sinds week 50 van 2021 (medio december) daalt de sterfte onder Wlz-zorggebruikers, sinds de laatste week van 2021 is er geen oversterfte meer.

De sterfte onder de overige bevolking nam op basis van de schatting verder af in week 2. Er overleden ongeveer 2 050 mensen van de overige bevolking, ongeveer gelijk aan het verwachte aantal overledenen voor week 2. Ook onder deze groep daalt de sterfte sinds week 50 van 2021. Sinds de eerste week van 2022 is er geen oversterfte meer.

Sterfte in alle leeftijdsgroepen rond verwachte niveau

De daling van de sterfte in de afgelopen weken is met name zichtbaar onder 80-plussers, maar in week 2 is de sterfte gelijk gebleven. Er overleden naar schatting 1 850 mensen van 80 jaar en ouder. Dat zijn er ruim 100 minder dan verwacht voor deze periode. Sinds week 49 daalt de sterfte in deze leeftijdsgroep. Sinds de laatste week van 2021 is er geen oversterfte meer.

Onder mensen van 65 tot 80 jaar overleden in week 2 naar schatting 1 000 mensen, ongeveer evenveel als verwacht. Ook in deze leeftijdsgroep daalde de sterfte sinds week 49, maar in de laatste weken van 2021 bleef de sterfte ongeveer gelijk. Begin 2022 daalde de sterfte in deze leeftijdsgroep weer verder. In week 2 is er geen oversterfte meer onder mensen van 65 tot 80 jaar.

Onder mensen jonger dan 65 jaar was de sterfte in week 2 naar schatting 400, ongeveer evenveel als verwacht. Ook in deze leeftijdsgroep is een daling te zien en is er in week 2 geen oversterfte meer.

Sterfte aan COVID-19 tot en met augustus bekend

De cijfers over de (over)sterfte zijn gebaseerd op de berichten over het aantal overledenen die het CBS dagelijks van gemeenten ontvangt. Deze berichten bevatten geen informatie over de doodsoorzaak. Die informatie ontvangt het CBS later via een doodsoorzakenverklaring. Voor alle overledenen tot en met augustus 2021 is de doodsoorzaak bekend. Volgens deze cijfers overleden 32 054 mensen aan COVID-19 van maart 2020 tot en met augustus 2021, zoals het CBS op 3 januari 2022 publiceerde.

Informatiebronnen RIVM

Het RIVM heeft tot nu toe 21 164 overleden COVID-19-patiënten geregistreerd, waarvan 18 047 tot en met augustus 2021 (stand 18 januari 2022). Het RIVM ontvangt dagelijks meldingen van overleden COVID-19-patiënten vanuit de GGD’s. Omdat mogelijk niet alle mensen met COVID-19 zich laten testen, er geen meldingsplicht geldt voor overlijden aan COVID-19 en de registratie soms wat langer duurt, zijn de werkelijke aantallen overleden COVID-19-patiënten in Nederland hoger.

Bron: www.cbs.nl

“Werken met magneetstralen is gezonder” 

Kak Khee Yeung is vaatchirurg in het Amsterdam UMC en doet daarnaast onder meer onderzoek naar aorta aneurysma. In iedere editie van HPNLmagazine houdt ze ons op de hoogte over haar werk en de nieuwste ontwikkelingen binnen haar vakgebied. Dit keer vertelt ze over magneetstralen.

Op welke manier wordt straling nu gebruikt bij hartpatiënten?

“Momenteel worden veel behandelingen, zoals hartkatheterisaties en aneurysma-operaties, gedaan onder röntgenstraling. Die vorm van straling is helaas kankerverwekkend. Voor een patiënt die hier incidenteel een keer aan wordt blootgesteld is het waarschijnlijk niet zo schadelijk, maar bij meerdere behandelingen kan het alles bij elkaar opgeteld toch veel zijn. Dat willen we natuurlijk niet: want je behandelt niet de ene ziekte om er een ander voor terug te krijgen. Om te voorkomen dat dokters kanker krijgen, dragen we tijdens de behandelingen loodschorten die de straling tegenhouden, maar die zijn extreem zwaar. Soms ben je wel twaalf uur aan het opereren met een schort van een paar kilo. Niet voor niets hebben veel cardiologen, vaatchirurgen en radiologen last van doorgezakte wervels. En aangezien je je hoofd niet goed kunt beschermen, krijgen veel dokters hersentumoren of oogkanker.”

(meer…)

Niet de overgang, maar ernstig hartfalen

Je hebt nog vijf jaar te leven, kreeg Norma Pothof (48) drie jaar terug te horen. In het ziekenhuis ontdekten artsen dat ze ernstig hartfalen en maar twintig procent pompkracht heeft. Norma is geboren met een genetische afwijking aan haar hart, maar daar wist ze tot haar vijfenveertigste niks van.

Rond haar drieënveertigste kreeg Norma vage klachten. Hiermee ging ze meerdere keren naar de huisarts. Stress, een burn-out of de overgang: daar kwamen de klachten volgens hem vandaan. Hoewel Norma de symptomen zelf maar raar vond, vertrouwde ze op haar huisarts. Toch werden haar klachten alleen maar erger. “Het kwam steeds vaker voor dat ik ineens duizelig werd en echt even moest gaan zitten. Als ik opstond van mijn bureau om koffie te halen bijvoorbeeld. Dan liep ik haast over de gang te zwalken. Het was een raar soort duizeligheid. Op een gegeven moment ging ik met collega’s een stuk lopen en voelde ik me echt helemaal niet goed. Ik begon heel erg te zweten, had last van mijn nek, was duizelig… Toen ik de volgende dag op de fiets zat en halverwege moest afstappen omdat het niet meer ging, gingen er nog meer belletjes rinkelen.”

Hartfalen

Nog steeds klonken in Norma’s hoofd echter de woorden van haar huisarts door, namelijk dat het met de overgang te maken had. Ze wachtte af. Tot ze op een dag wakker werd en het écht niet meer ging. “Ik had een veel te hoge hartslag en mijn hart ging als een gek tekeer. Ik zweette en had onderin mijn nek veel pijn. Ik belde 112, want ik vertrouwde het niet meer. In het ziekenhuis kreeg ik, na meerdere onderzoeken, te horen: is dat je gezin op de gang? Ik knikte. Vervolgens wilden de artsen eerst met mij praten en later met mij en mijn gezin. O, en of ik iets wilde drinken. Toen ik bevestigde, zei de verpleegster tegen me: één glaasje dan, want met hartfalen moet je niet teveel drinken. Dat was hoe ik hoorde dat ik hartfalen had.”

Vijf jaar

Vanaf dat moment heerste er pure paniek. Norma dacht dat ze dood zou gaan. Ze was ontzettend bang. Boos ook. Ze dacht aan hoe ze altijd zo hard gewerkt had en zo weinig genoten. En dan zou dit ineens het einde van haar leven zijn? “Ik kreeg een familiegesprek en de mededeling was dat ik nog maar vijf jaar had. Dat betekende dat ik mijn vijftigste nog niet eens zou halen. De ene week zit je nog leuk op je werk en ineens is je hele leven anders. Dat was totaal niet de planning. Ik ben uiteindelijk overgeplaatst naar het Erasmus MC. Vanaf daar ging het beter. Ik kreeg een ICD en heb veel geleerd over wat ik nu precies heb en wat dat betekende voor hoe ik mijn leven kende. Hoe dan ook was het allemaal echt wel heel heftig. Ik dacht ook regelmatig: wat als ik ergens loop en ineens een hartstilstand krijg?”

Angst

Het eerste halfjaar regeerde de angst. Norma ging niet meer alleen naar buiten. Ze was te bang dat er iets zou gebeuren. Terug naar haar werk ging ook niet. Ze werkte in een bedrijf met veel magneten en daarnaast was het een erg stressvolle baan; dat lukte niet meer. Ze was honderd procent afgekeurd. Autorijden in haar eentje vond ze doodeng. Net als zoveel dingen. Maar op een gegeven moment ging de knop om. Zo kon ze niet leven. “Ik zei tegen mezelf: we gaan niet meer in een hoekje op de bank zitten kniezen, hoe lang ik dan ook nog mag hebben. Dat is me gelukt, mede door de enorme steun van een vriendin van mij. Samen zijn we gaan sporten, wandelen, afvallen en heel gezond gaan eten. Ik doe nu, ondanks dat ik maar twintig procent pompkracht heb, vrijwel alles wat ik hiervoor ook deed.”

Relativeren

Norma knokt om zo gezond mogelijk te blijven. Ze beseft dat ze nooit meer helemaal gezond zal worden, maar ze doet alles wat binnen haar macht ligt. “Mijn pompkracht zal volgens de cardioloog niet meer verbeteren. Toch heeft hij me laatst wel verteld dat ze proberen me tien jaar stabiel te houden. Dat was eerst vijf, dus ik heb al vijf jaar gewonnen. Natuurlijk is het horen van zo’n perspectief een klap in je gezicht. Over tien jaar ben ik tenslotte alsnog maar achtenvijftig. Ik heb door de jaren heen echter wel geleerd om te relativeren. Ik probeer me niet meer zo te focussen op de cijfertjes, want dat leidt af van hoe ik mijn leven leid.”

Openheid

Desondanks denkt Norma iedere dag aan de dood. Daar is ze eerlijk in. Is ze aan het wandelen met haar hond in het bos, kiest ze bewust routes waar meer mensen lopen. “Eerder was ik door het bos gaan wandelen, maar nu ben ik bang dat er iets gebeurt en ze me pas over twee dagen vinden. Ja, dat houdt me bezig. Maar ik vind dat die gedachten er ook mogen zijn; ik word er niet depressief van en sta nog steeds positief in het leven. Er zijn door dit alles juist ook mooie dingen ontstaan. Ik ben veel meer gaan genieten van het kleine. Ook laat ik mensen vaker weten dat ik ze waardeer en van ze hou. Ik ben opener geworden in het uiten van mijn emoties. Met mijn man en twee kinderen kan ik nu hele fijne en veel diepere gesprekken voeren. We zijn heel open tegen elkaar en maken extra tijd voor elkaar vrij. Dat vind ik heel bijzonder.”

Waarom het interview met Norma?

Wij bieden de ruimte om bijzondere verhalen te delen. Ieder van ons kent de angst die je misschien hebt doorgemaakt. De moeite die het soms kost om het te accepteren. Stuur je eigen verhaal in en wij publiceren het op onze website of nodigen je uit voor een interview.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Norma Pothof

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.

“Door het hart van mijn vader ben ik ook voor mijn lijf gaan zorgen”

De gezondheid van haar vader was voor Brenda van Graefschepe (37) een echte eyeopener. Doordat het slecht met zijn hart ging, besefte Brenda dat er ook bij haarzelf iets moest veranderen. In een paar jaar tijd transformeerde zij van een niet sportief persoon in een hardloopcoach voor anderen.

Toen Brenda nog maar een jaar of vier was, kon haar vader weinig meer. Hij had geen puf om te spelen met zijn kinderen en alles was al snel te zwaar. Hij moest een bypassoperatie ondergaan. Deze ging gelukkig goed en hoewel hij daardoor dagelijks medicijnen slikte, kon hij weer doen en laten wat hij wilde. Tot drieënhalf jaar geleden. “Ineens was mijn vader weer heel snel moe en was zijn werk te zwaar. Eenmaal bij de dokter bleek dat de aderen rond zijn hart opnieuw waren dichtgeslibd. Daar had hij veel last van. Hij moest geopereerd worden, maar dat lukte niet. Zijn aderen waren dertig jaar geleden tenslotte al hartstikke broos en dat was er door de jaren heen niet beter op geworden.”

(meer…)

Amerikaanse chirurgen transplanteren voor het eerst varkenshart bij mens

Voor het eerst in de geschiedenis is succesvol een hart van een genetisch aangepast varken getransplanteerd naar een mens. De operatie vond plaats in een ziekenhuis in de Amerikaanse stad Baltimore, meldt The New York Times maandag.

De krant spreekt over een medische primeur die hoop biedt voor honderdduizenden patiënten met falende organen. De doorbraak kan leiden tot voorraden dierlijke organen voor transplantatie bij menselijke patiënten.

Lees hier verder: www.nu.nl

CAHAL ontvangt erkenning ERN voor behandeling zeldzame aangeboren hartafwijkingen

Het Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen (CAHAL) van het Amsterdam UMC en het LUMC, heeft de erkenning ontvangen om toe te treden tot het European Reference Network (ERN) GUARD-Heart als expertisecentrum voor aangeboren hartafwijkingen. Dit Europese virtuele netwerk richt zich op de diagnose en behandeling van zeldzame hartziekten, waaronder erfelijke hartziekten en congenitale hartafwijkingen. Doel is door Europese samenwerking patiënten met aangeboren hartafwijkingen toegang te geven tot de best beschikbare behandeling en advies die in Europa beschikbaar is.

Het CAHAL is met de toetreding één van de twee erkende Nederlandse centra voor aangeboren hartafwijkingen binnen het ERN GUARD-Heart voor zeldzame hartziekten. De erkenning houdt in dat het CAHAL volledig voldoet aan alle strenge volume- en kwaliteitseisen van het ERN. Voor kinderhartinterventies, die in het LUMC worden uitgevoerd, geldt bijvoorbeeld de eis dat het centrum minimaal 300 kinderhartoperaties per jaar uitvoert. Daarnaast moet het centrum beschikken over ECMO-faciliteiten (extracorporele membraan oxygenatie) voor kinderen, een speciaal toegewijde kinderhart-IC en kinderelektrofysiologen. De vaak levenslange zorg voor patiënten met aangeboren hartafwijkingen, zoals deze binnen het CAHAL wordt aangeboden, is tevens essentieel. De zorg voor volwassenen met een aangeboren hartafwijking vindt zowel het LUMC als in het Amsterdam UMC plaats.

Krachten bundelen

Nico Blom, kindercardioloog en aankomend voorzitter van de Association for European Paediatric and Congenital Cardiology (AEPC): “Aangeboren hartafwijkingen bestaan uit meer dan 1800 verschillende typen afwijkingen die afzonderlijk allemaal zeldzaam zijn en ook nog veel variaties kunnen hebben. Dit maakt de diagnostiek en de behandeling van iedere afzonderlijke afwijking zeer uitdagend. Soms zijn meerdere hartinterventies noodzakelijk gedurende de loop van het leven van een patiënt. Voor een beter inzicht in de optimale behandeling voor patiënten met zeldzame aangeboren hartafwijkingen is samenwerking en het bundelen van alle beschikbare Europese deskundigheid van groot belang.”

Deze samenwerking is eveneens nodig om hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek naar zeldzame aangeboren hartafwijkingen mogelijk te maken. In één land zijn vaak onvoldoende patiënten met dezelfde aandoening om betrouwbare wetenschappelijke uitspraken te kunnen doen. En die onderzoeksresultaten zijn nodig om de kwaliteit van zorg, inzicht in de aandoening en onderzoek naar nieuwe behandelingen verder te verbeteren.

Bron: LUMC

Onuitputtelijke bron menselijke hartspiercellen kan proefdiergebruik sterk verminderen

Het is onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) gelukt om menselijke hartspiercellen massaal te kweken. Dat is een bijzondere prestatie omdat hartspiercellen zich zeer moeilijk laten vermenigvuldigen buiten het lichaam. Door een speciale techniek hebben de onderzoekers nu een vrijwel onuitputtelijke bron van menselijke hartspiercellen gemaakt met veel nieuwe mogelijkheden voor onderzoek naar hartaandoeningen. De resultaten zijn gepubliceerd in Nature Biomedical Engineering.

Op de afdeling Hartziekten in het LUMC doen Twan de Vries en collega’s onderzoek naar de hartaandoening boezemfibrilleren. Hiervoor gebruiken ze onder andere proefdieren. “Dit heeft allerlei nadelen”, vertelt De Vries. “Het gebruik van proefdieren is maatschappelijk beladen, de verzorging is kostbaar en de hartspiercellen van dieren gedragen zich in veel opzichten anders dan menselijke hartspiercellen.” Het liefst zouden de onderzoekers daarom gebruik maken van menselijke hartspiercellen, maar omdat deze cellen zich nauwelijks vermenigvuldigen in het lichaam, laat staan in een laboratorium, kunnen ze simpelweg niet genoeg hartspiercellen krijgen voor hun onderzoek.

Schakelaar

Door een oude truc toe te passen, namelijk het inbouwen van een kankergen in het DNA van hartspiercellen, hoopten de onderzoekers dat de cellen zich sterk zouden vermenigvuldigen. Dat werkte uitstekend, alleen raakten de cellen hun specifieke eigenschappen, zoals het vermogen om samen te trekken, kwijt waardoor het eigenlijk geen hartspiercellen meer waren. “Toen dacht ik: wat als we het kankergen weer uit konden zetten?”, vertelt De Vries. En zo geschiedde. De eerste proef met dit kankergen dat ‘aan’ en ‘uit’ gezet kon worden, was een groot succes.
De Vries: “Door een stofje toe te voegen aan de cellen wordt het kankergen ‘actief’. De hartspiercellen verliezen dan hun eigenschappen en gaan als een gek delen. Door het stofje weg te halen gaat het kankergen ‘uit’ en worden de cellen weer kloppende hartspiercellen.” Dit heeft een vrijwel onuitputtelijke bron van menselijke hartspiercellen opgeleverd.

Minder proefdieren

Door deze vondst kan beter onderzoek gedaan worden naar potentiële nieuwe medicijnen voor hartziekten, omdat ze nu daadwerkelijk op echte menselijke cellen getest kunnen worden. Dit kan een belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van proefdiergebruik. Om deze reden is het onderzoek gefinancierd door Stichting Proefdiervrij.

Meer inzicht hartziekten

De nieuwe techniek stelt de onderzoekers bovendien in staat om heel nauwkeurig uit te zoeken welke genen verantwoordelijk zijn voor de specifieke eigenschappen van hartspiercellen en voor het vermenigvuldigen van deze cellen. Hierdoor kunnen onderzoekers in de toekomst veel beter begrijpen hoe hartspiercellen precies werken en hoe hartziekten, zoals boezemfibrilleren, ontstaan. Deze kennis kan ook gebruikt worden voor de ontwikkeling van nieuwe methoden om beschadigde harten te repareren.

Meer weten? Bekijk de animatie hierboven of lees het artikel ‘Conditional immortalization of human atrial myocytes for the generation of in vitro models of atrial fibrillation’ van Niels Harlaar, Daniël Pijnappels, Antoine de Vries en collega’s in Nature Biomedical Engineering.

Bron: LUMC

AstraZeneca en Janssen maken booster extra hard nodig

Mensen die geprikt zijn met (tweemaal) AstraZeneca en (éénmaal) Janssen zijn minder goed tegen de deltavariant van het coronavirus beschermd dan mensen die Pfizer of Moderna kregen. Dat blijkt uit onderzoek van de afdeling medische microbiologie van het academisch ziekenhuis in Maastricht, het MUMC+. Mensen met deze twee vaccins hebben meer nog dan andere gevaccineerden een booster nodig, aldus onderzoeksleider Jozef Dingeman van het ziekenhuis.

Doorbraakinfecties

“In juli zagen we dat mensen geïnfecteerd raakten, ofschoon ze voldoende gevaccineerd waren”, legt Dingemans uit. “Dat gebeurde toen de horeca weer openging. Het aantal besmette mensen nam toe, waarop we besloten dat te onderzoeken.” De onderzoekers bestudeerden 378 van deze wat genoemd wordt “doorbraakinfecties”. Dat zijn infecties waarmee mensen getroffen werden ondanks dat ze gevaccineerd waren.

Onderzocht werd om welke variant het ging, hoe oud de patiënt was, van welke symptomen sprake was en welk vaccin de geïnfecteerde persoon had ontvangen. Zo konden verschillen en verbanden tussen deze onderdelen in kaart worden gebracht. De belangrijkste conclusie is dat dat mensen die Janssen of AstraZeneca hadden ontvangen, sneller te maken kunnen krijgen met zo’n doorbraakinfectie.

Deltavariant

“Janssen of AstraZeneca werkten prima tegen de oorspronkelijke Alpha-variant van het virus”, aldus Dingemans. “Maar toen kwam de Deltavariant, en daartegen bleken deze vaccins minder goed te beschermen.” Dingemans raadt met name de mensen die gevaccineerd zijn met AstraZeneca of Janssen aan zeker een booster te gaan halen.

Dingemans heeft niet onderzocht hoe het zit met de nieuwe Omikron-variant. Wel zegt hij uit de literatuur te hebben begrepen dat alle vaccins een opwaardering nodig hebben om deze variant goed te kunnen weerstaan. “Ga dus in elk geval boosteren”, zei hij.

 Vaccinatie werkt, maar booster is nodig

De onderzoeksresultaten bewijzen dat boosteren nodig is, aldus hoofdonderzoeker Jozef Dingemans. ‘’Vaccinatie werkt heel erg goed om ziekenhuisopnames en ernstig ziek worden te voorkomen. Tegelijk is het waardevol dat we nu weten dat de deltavariant in staat lijkt te zijn om makkelijker door de vaccins van AstraZeneca en Janssen te breken en gevaccineerde personen te besmetten. Deze personen kunnen het virus dan weer doorgeven aan de kwetsbare groepen, met name ouderen. Ons onderzoek laat dus zien hoe belangrijk het is dat mensen, zeker zij die deze vaccins kregen, snel een booster krijgen.’’

Het verhaal achter hartkloppingen


Grote kans dat ook jij weleens jouw hart net wat harder of sneller hebt voelen kloppen! Gelukkig zijn deze zogeheten hartkloppingen over het algemeen onschuldig en worden ze aangewakkerd door bepaalde prikkels. Stress is een hele grote boosdoener. Maar wat wakkert het gebons nog meer aan en hoe ga je hiermee om? HPNLmagazine vertelt het verhaal achter hartkloppingen en deelt ook nog tips.

Zit je rustig op de bank of lig je lekker op je linkerzij en denk je plots “He, wat voel ik toch!”? Waarschijnlijk is het je hartslag. Juist doordat je in rust weinig afleiding ervaart, valt jouw hartslag op en kan jij die ook voelen. Een hartslag voelt voor iedereen anders. Hetzelfde geldt voor hartkloppingen – je hartslag kan harder of juist sneller kloppen. En waar de één hartkloppingen in de keel of hals voelt, ervaart de ander een onaangenaam gevoel in de borst. Maar het kan ook zomaar zijn dat je helemaal niets voelt!

Waardoor ontstaan mijn hartkloppingen?

Hartkloppingen zijn een reactie van het lichaam op bepaalde prikkels en ontstaan door verschillende, alledaagse factoren. Stress is zo’n veelvoorkomende factor. Maar ook andere emoties kunnen het hart op hol brengen, net zoals sommige hormonen. Vooral bij vrouwen in de overgang waarbij er een verandering in de hormoonhuishouding plaatsvindt, zijn hartkloppingen een veelvoorkomend symptoom.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Ziekenhuisopname door corona meestal gevolg van slecht voedingspatroon

Zo’n 95 procent van de mensen met Covid-19 die in het ziekenhuis belanden, heeft al langer een chronische ziekte. Deze ziekten hadden bijna altijd te maken met een slecht voedingspatroon. Denk daarbij onder meer aan obesitas, diabetes en lipide-gerelateerde aandoeningen. Dat blijkt uit een recente, helaas onderbelichte publicatie van de US-CDC na onderzoek van 540.000 coronapatiënten die in het ziekenhuis belandden. Onderzoeker Ir. Ben van Ommen van TNO in Zeist vraagt zich daarom hardop af: “Is ons voedingspatroon niet de belangrijkste onderliggende oorzaak bij deze ziekenhuisopnames en sterfte, en zo ja, waarom is het bestrijden van deze leefstijlziekten door gezonde voeding geen topprioriteit?”

Van Ommen (63, systeembioloog) is al sinds 1988 verbonden aan TNO. Hij is samen met prof. Hanno Pijl oprichter van het nationaal innovatiecentrum voor leefstijlgeneeskunde “Lifestyle4Health” waaraan nu zo’n 20 academische instellingen en bedrijven meedoen.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.