On-Site Promotie Robert J. Holtackers

“VISUALISING THE INVISIBLE: Dark-blood late gadolinium enhancement MRI for improved detection of subendocardial scar”

Bij een verstopping van de kransslagaders, ook wel bekend als een hartaanval, sterven de hartspiercellen langzaam af door een gebrek aan zuurstof. Deze afgestorven spiercellen dragen niet langer bij aan de pompfunctie van het hart en worden uiteindelijk vervangen door fibreus littekenweefsel. Met behulp van een MRI techniek, genaamd ‘late gadolinium enhancement’ (LGE), kunnen deze regio’s van fibreus littekenweefsel worden afgebeeld. Echter, omdat fibreus littekenweefsel vrijwel even helder wordt weergegeven als het bloed, is het detecteren en beoordelen van kleine infarctjes die zich direct naast het bloed bevinden, zogenaamde subendocardiale infarcten, momenteel erg lastig. Omdat de aanwezigheid, grootte, en verspreiding van het littekenweefsel belangrijke parameters zijn voor het bepalen van de (vervolg)behandeling, is een nauwkeurige detectie en beoordeling hiervan cruciaal. Zogenaamde ‘donker-bloed’ LGE-methoden zijn in staat het beperkte contrast tussen het littekenweefsel en bloed te verhogen voor een betere visualisatie van dit littekenweefsel. De ontwikkeling en evaluatie van een nieuwe, direct beschikbare, donker-bloed LGE-methode staan centraal in dit proefschrift.

Studies in zowel proefdieren als in een groep van 300 patiënten lieten zien dat deze nieuwe methode in staat is subendocardiaal littekenweefsel beter af te beelden en te kwantificeren dan de huidige referentie standaard, en zelfs regio’s te detecteren die met de huidige methode onopgemerkt bleven. Deze nieuwe methode is daarnaast verder geoptimaliseerd zodat het littekenweefsel ook in 3D afgebeeld kan worden. Tenslotte zijn diverse nieuwe toepassingen voor deze nieuwe methode met succes onderzocht, alsook direct in de praktijk gebracht zoals beschreven in twee ‘case reports’. Dit proefschrift beschrijft daarom het volledige ‘bench to bedside’ traject van de ontwikkeling, evaluatie, en validatie van een nieuwe, verbeterde MRI-techniek die direct en wijdverspreid beschikbaar is, en reeds in diverse centra wereldwijd dagelijks gebruikt wordt.

Klik hier voor het volledige proefschrift.

Klik hier voor de live stream.

Bron: www.maastrichtuniversity.nl

On-Site Promotie Liliane Said

“Sahtak bi Sahnak: Your Health On Your Plate; The Development, Implementation, And Evaluation Of A Nutrition Programme For Lebanese Adolescents”

Goethe zei ooit: “Weten is niet genoeg, we moeten het toepassen. Willen is niet genoeg, we moeten het doen”. Met betrekking tot obesitas bij kinderen weten we dat dit een ernstig gezondheidsprobleem is dat wereldwijd meer dan 340 miljoen kinderen en adolescenten treft. Ook in de Arabische wereld is obesitas bij kinderen een probleem. Het doel van dit proefschrift was het ontwikkelen, implementeren en evalueren van de eerste voedingsinterventie gericht op Libanese adolescenten op middelbare scholen.

Sahtak bi Sahnak (wat ‘Je gezondheid op je bord’ betekent) is een op theorie gebaseerde, school-geïntegreerde, cultureel passende en goedkope voedingsinterventie. De primaire doelstellingen van deze interventie zijn het verbeteren van de kennis over en de naleving van voedingsgewoonten, en bijgevolg het voorkomen van obesitas onder 15-18-jarige adolescenten in Libanon. Zo hoopt dit proefschrift bij te dragen aan de verbetering van de gezondheid van Libanese adolescenten.

Klik hier voor het volledige proefschrift.

Klik hier voor de live stream.

Bron: www.maastrichtuniversity.nl

Het grijze gebied genaamd prediabetes

Prediabetes is de fase die voorafgaat aan diabetes type-2. In dit voorstadium merk je niks van de schade die er al aan je lichaam wordt toegebracht. Maastrichts onderzoek toonde recentelijk aan dat ook de schade aan zenuwen en bloedvaten al meetbaar is bij prediabetes. Prof. dr. Coen Stehouwer leidt de Maastricht Studie en de afdeling Interne Geneeskunde van MUMC+. Zijn werk en daarmee MUMC+ behoort tot de absolute wereldtop op dit gebied.

Zo’n vijftig jaar geleden werd de diagnose diabetes pas gesteld als je er als patiënt last van had, vertelt prof. dr. Stehouwer. De te hoge bloedsuikerwaardes leiden bijvoorbeeld tot veel plassen en dorst. “Maar als je daar last van hebt, is de waarde al verre van normaal. Daarom werden de diagnosecriteria naar beneden bijgesteld. De diagnose diabetes werd gekoppeld aan het risico op ziekte. Je kunt zeggen dat het grijze gebied tussen normaal, oftewel wit, en diabetes, oftewel zwart, kleiner werd met die nieuwe criteria. Dat grijze gebied noemen we ‘prediabetes’.”

Sterretje in de ruit

Doorgaans merk je zelf niks van licht verhoogde bloedsuikerwaardes en dus prediabetes. De organen worden al aangetast, maar nog niet zo erg dat je er last van hebt. “Vergelijk het met een sterretje in de voorruit van je auto. Het menselijk lichaam kan heel lang heel veel hebben. Zo wordt de lever  beschadigd door alcohol, maar duurt het een tijd voordat dat zo ernstig wordt dat je er klachten van krijgt.” Gemiddeld heeft iemand tien jaar prediabetes voordat het stadium diabetes type-2 bereikt wordt. “Het is een langzaam voortschrijdende ziekte die steeds ernstiger wordt. En uit ons onderzoek is gebleken dat ook de schade aan de zenuwen, in benen, hart, ogen en hersenen, meetbaar is. Hoe ‘donkerder grijs’ de prediabetes is, dus hoger de bloedsuikerwaarde, hoe groter die schade.”

Monnikenwerk

Wat de Maastrichtse studie bijzonder maakt is het grote aantal mensen dat onderzocht is: zo’n negenduizend. Met behulp van onderzoekstechnieken die deels pas tien jaar bestaan, konden de onderzoekers het monnikenwerk klaren. “Dankzij de omvang van de bestudeerde groep, kun je ook zeggen dat het representatief is voor de hele bevolking.” De bevindingen hebben impact op de manier waarop wereldwijd naar prediabetes wordt gekeken. Want is het niet verstandiger het ‘grijze gebied’ op te heffen en al bij de eerste verhoogde bloedsuikerwaardes te spreken van ‘diabetes type-2’? “In Amerika zijn de richtlijnen al aangepast in die zin dat actief opsporen en behandelen van prediabetes aanbevolen wordt. Dat heeft natuurlijk flinke consequenties, want waar 10% van de Nederlanders diabetes type-2 heeft, heeft 25% prediabetes. De groep patiënten die je moet gaan behandelen groeit dus in één klap enorm als je prediabetes actief wilt gaan opsporen en behandelen.”

Investeren in preventie

In Nederland is het dan ook nog niet zover en gebaseerd op de terughoudende aard hier verwacht Stehouwer dat het nog minstens vijf jaar duurt voor ‘die draai gemaakt is’. “Pas dan zullen patiënten er iets van gaan merken. Afhankelijk van de bereidheid van de overheid om te investeren in preventie kun je dan kiezen voor screening, waarbij een bepaalde groep wordt uitgenodigd, zoals het bevolkingsonderzoek darmkanker voor 55-plussers. Gemakkelijker in te voeren is ‘case finding’, wat betekent dat de huisarts je bloedsuikerwaarde meet als je voor iets anders komt en vervolgens behandeling start als je waardes verhoogd zijn. Op dit moment wordt in dat laatste geval nog niet of nauwelijks actie ondernomen.”
In de nabije toekomst gaat de Maastricht Studie verder onderzoek doen naar zenuw- en bloedvatschade door verhoogde suikerwaardes. Hoe snel verergert de schade bijvoorbeeld? En zijn er mensen aan te wijzen die een groter risico lopen op schade dan anderen, waardoor je gerichter kunt behandelen?

Hoe verklein je het risico?

Om het risico op (pre)diabetes te verkleinen, komen de bekende leefstijladviezen weer om de hoek kijken. “Ook dit is een leefstijlziekte. Tachtig procent van de mensen met diabetes type-2 heeft overgewicht, maar de meeste mensen met overgewicht krijgen geen diabetes. Bij die laatste groep slaagt de alvleesklier erin voldoende insuline aan te blijven maken. Hoe goed dat lukt, is ook erfelijk bepaald. Dus de falende alvleesklier in combinatie met met overgewicht vormt de tweetrapsraket die leidt naar diabetes. Als je daarop tijdig ingrijpt, liefst zo vroeg mogelijk in het grijze stadium als je het mij vraagt, is er nog veel gezondheidswinst te behalen.”

Bron: www.mumc.nl

Denk eens na over vitamine K

Binnen de cardiologie wordt veel gebruikgemaakt van vitamine K antagonisten als geneesmiddel. Inmiddels maakt dit steeds meer plaats voor nieuwe medicijnen die op een andere plek in de bloedstolling werken. Cardioloog Remko Kuipers pleit hiervoor. Dit is waarom.  

Kuipers heeft het altijd frappant gevonden. Een vitamine is volgens hem niet voor niets een vitamine: iets dat je moet binnenkrijgen omdat je het zelf niet kunt aanmaken. Vitamines zijn essentieel om te overleven. Toch is er ooit een vitamine K antagonist ontwikkeld. “Dit geneesmiddel is al jaren op de markt. Misschien is dat ook wel de verklaring voor het feit dat bijna niemand zich erover verwondert. Is het niet heel gek dat je een vitamine in het lichaam met zo’n middel blokkeert?”

Blokkade

Allereerst is het belangrijk om te begrijpen wat vitamine K precies in het lichaam doet. De reden dat cardiologen graag vitamine K antagonisten als acenocoumarol en fenprocoumon voorschrijven, is dat vitamine K een rol speelt bij de bloedstolling. Vitamine K zorgt ervoor dat bloed kan stollen. Als je deze vitamine blokkeert, kan het bloed dus minder goed stollen. Vitamine K antagonisten zijn dan ook beter bekend als bloedverdunners. Vitamine K is daarnaast betrokken bij je calcium metabolisme en dirigeert calcium als het ware naar de juiste plek: naar je botten, maar ook naar je bloedvaten. “In 1997 is er een hele belangrijke studie geweest. Daarin werd onderzocht wat er bij proefdieren gebeurde als vitamine K in het lichaam werd geblokkeerd. Daar zag men dat sommige dieren niet eens levend werden geboren en andere dieren al op jonge leeftijd kwamen te overlijden door enorme bloedvatverkalking. De belangrijkste conclusie van die studie: als je vitamine K blokkeert, krijg je verkalking op de verkeerde plekken. Calcium komt dan onder andere in je bloedvaten terecht.”

Aderverkalking

Naar aanleiding van onder andere deze studie zijn er volgens Kuipers ook patiënten begonnen met het slikken van vitamine K. Zo zou je aderverkalking tegengaan. Kuipers ziet soms zelfs patiënten die een hartinfarct hebben gehad en geen cholesterolverlagers, maar wél vitamine K slikken met het idee dat ze dan geen aderverkalking meer kunnen krijgen. “Voor veel mensen is een bloedvat één buis waar bloed doorheen stroomt, maar zo simpel is het niet. Een bloedvat bestaat uit minstens drie lagen. Bij aderverkalking wordt een bloedvat stijf of hard en is het niet meer zo elastisch als het zou moeten zijn. Heb je een bloedprop, kan het dus niet meer uitrekken zodat het bloed verder kan stromen. Cholesterol speelt een rol bij de meest voorkomende vorm van aderverkalking: die aan de binnenste laag van het bloedvat. Bij een tekort aan vitamine K verkalkt de middelste laag van het bloedvat. Bij de meeste mensen voorkom je aderverkalking dus niet door extra vitamine K te slikken, maar bij gebruik van vitamine K antagonisten kan de mate van aderverkalking dus wél toenemen.”

Hogere calciumscore

Verscheidene studies tonen aan dat mensen die een vitamine K antagonist gebruikten, een hogere calciumscore hebben. Hoe langer dit medicijn wordt gebruikt, hoe hoger de calciumscore. Dat betekent dat de bloedvaten van deze groep mensen meer verkalkt zijn. “Enerzijds beschermen vitamine K antagonisten tegen een beroerte, anderzijds stimuleren ze aderverkalking. Bovendien blijken mensen met een vitamine K antagonist behalve snellere verkalking van de bloedvaten, ook een snellere verkalking van de hartkleppen te hebben. Daardoor kan bijvoorbeeld een aortaklepstenose ontstaan.”

Negatieve effecten

Eén ding staat voorop: vitamine K en alles daaromheen is ontzettend complex. Ook voor Kuipers zelf. De negatieve effecten van het blokkeren van vitamine K zijn bij veel artsen ook nauwelijks bekend. “Denk eraan dat vitamines niet voor niks vitamines zijn. Er zijn patiënten die dat heel goed begrijpen, maar die vervolgens geen gehoor krijgen bij de cardioloog. Die te horen krijgen dat het onzin is om vitamine K bij te slikken. Dat is te begrijpen. Bijscholing over de functies van vitamine K krijgen cardiologen namelijk niet, maar wél over de zoveelste cholesterolverlager. Aan de andere kant: als je vitamine K antagonisten gebruikt, is het ook levensgevaarlijk om tegelijkertijd vitamine K te gaan slikken. Eigenlijk is het zonde dat in de reguliere cardiologie weinig kennis bestaat over het ontstaan van aderverkalking in verschillende bloedvatlagen. En dat terwijl cardiologen notabene over bloedvaten gáán.”

Nieuwe antistollingsmiddelen

Nu er nieuwere bloedverdunners op de markt zijn die vitamine K niet blokkeren, zou Kuipers patiënten willen adviseren om van vitamine K antagonisten te switchen naar deze nieuwe antistollingsmiddelen. “Ook artsen moeten hierin hun verantwoordelijkheid nemen en medicijnen voor deze groep mensen – ook voor ouderen – omzetten naar pillen die vitamine K níet meer remmen. Als patiënt mag je ook best aangeven dat je hebt gehoord dat er nieuwe bloedverdunners zijn die je graag zou willen hebben. Elke arts hoort daar gehoor aan te geven.”

Waarom brengt HPNL dit onder de aandacht?

Wij willen onze lezers zo breed mogelijk van nuttig informatie voorzien en op die manier de samenleving transparanter maken. Dat behoort tot onze doelstelling. Wij helpen daarbij. Onafhankelijk en objectief. Helpt u ons? Wij helpen u.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Remko Kuipers

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.

Betere behandeling voor hartpatiënten beschikbaar in Catharina Ziekenhuis

Er is een nieuwe, betere behandeling beschikbaar voor patiënten met hartfalen en een niet-synchroon samenknijpend hart. Cardiologen plaatsen nog maar één pacemakerdraad, in het tussenschot van de hartkamers, exact in het elektrische geleidingssysteem van het hart. “Vanuit die centrale plek wordt normaal het hart aangestuurd om een pompbeweging te maken. Nu krijgt de patiënt vanuit dezelfde plek een elektrische prikkel van de pacemaker, zodat het hart zo natuurlijk mogelijk samentrekt,” aldus cardioloog Nard Rademakers van het Catharina Hart- en Vaatcentrum.

Het hart bevat een elektrisch geleidingssysteem dat ervoor zorgt dat alle delen van de hartspier gelijktijdig en gecoördineerd samentrekken. Dit zorgt voor een optimale pompfunctie van het hart. Bij sommige mensen met hartfalen trekt het hart niet meer gelijkmatig samen, er is dan een probleem in het elektrische geleidingssysteem. Rademakers: “De synchronie probeerden we tot voor kort te herstellen door in beide hartkamers een pacemakerdraad te plaatsen en het hart gelijktijdig te stimuleren.” De gouden standaard was om één van die pacemakerdraden via een klein bloedvat aan de buitenkant van het hart te leggen. Maar bij één op de vijf patiënten werkte die behandeling niet goed genoeg. De pompfunctie van het hart verbeterde niet of onvoldoende en patiënten bleven last houden van hartfalen.

Prikkel volgt de oorspronkelijke route

Uit onderzoek van de cardiologen van het Catharina Ziekenhuis blijkt dat de nieuwe behandeling veilig kan worden uitgevoerd. “De elektrische prikkel die de pacemaker in de centrale plek in het hart afgeeft, volgt als het ware de oorspronkelijke route. Bovendien is de gebruikte pacemaker kleiner, goedkoper en gaat ie veel langer mee, tot wel 12 jaar! Dat is een belangrijk voordeel voor onze patiënten, want de oude moest elke zes tot zeven jaar worden vervangen. Met alle risico’s van dien”, verduidelijkt Rademakers.

Zinnige Zorg VGZ

Naast de voordelen voor de patiënt heeft VGZ berekend dat deze nieuwe werkwijze 1700 euro per patiënt goedkoper is. Landelijk zou volgens de zorgverzekeraar 1 miljoen euro per jaar aan zorgkosten kunnen worden bespaard. VGZ heeft de nieuwe werkwijze dan ook opgenomen in het Zinnige Zorg-programma, zodat andere ziekenhuizen laagdrempelig deze werkwijze kunnen overnemen.

Ook voor bredere groep hartpatiënten

Deze nieuwe ingreep kan ook voor een andere, veel grotere groep hartpatiënten worden ingezet. “Patiënten met een te langzaam werkend hart, die daarvoor een pacemaker moeten krijgen, bieden we deze nieuwe behandeling aan. We zien dat ook deze patiëntengroep voordeel heeft bij deze nieuwe techniek. We lopen daar in Nederland nu wel in voorop”, aldus Rademakers.

Bron: www.catharinaziekenhuis.nl

Statines verhogen risico diabetes met 38 procent

Statines verhogen het risico op het krijgen van diabetes met maar liefst 38 procent. Dat blijkt uit recent Duits onderzoek. Het NDR-programma Visite wijdde er onlangs een uitzending aan.

Daarin zei cardioloog Stephan Brune dat je altijd een afweging moet maken tussen risico en noodzaak. “Bij iedereen die een hartinfarct heeft gehad of een stent kreeg, is het nut groter dan het risico”, lichtte de cardioloog toe. Hij bevestigde dat statines het gevaar van een hartinfarct weliswaar laten dalen, maar het risico op diabetes fors doen toenemen: met 38 procent, blijkt volgens hem uit onderzoek.

Endocrinoloog prof. Jens Aberle van de Universiteitskliniek in Hamburg zei tijdens de uitzending van Visite dat statines de insulineresistentie bevorderen. Tijdens de uitzending bleek dat spiercellen daardoor te weinig suiker opnemen. Die suiker komt in het bloed terecht, waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt. De energie wordt dan niet in de spieren opgeslagen, maar komt met name in het buikvet terecht.

Niet iedereen die statines neemt, krijgt overigens diabetes. Aberle waarschuwde wel voor het lukraak voorschrijven van statines. “Bij patiënten met een gering risico op een hartinfarct kunnen we beter wachten met het voorschrijven van statines”, zei hij. “Deze mensen moeten wel regelmatig gecontroleerd worden.”

Aberle beantwoordde kijkersvragen over de invloed van gezonde voeding op het verlagen van het slechte cholesterol (LDL) in het bloed. “Een gezond voedingspatroon doet het LDL-gehalte in het bloed maximaal 10 tot 15 procent dalen”, zei hij. “Wij streven een daling van minstens 50 procent na. Gezonde voeding is dus niet zo effectief als statines.”

De kracht van vitaminen

In een tijd waarin een nieuwe lockdown continu op de loer ligt en de leefwereld soms lange tijd beperkt wordt tot de woonkamer, kan de aandacht voor een gezonde leefstijl naar de achtergrond verdwijnen. En dat terwijl een gebalanceerd eetpatroon en voldoende beweging voor hartpatiënten juist doorslaggevend kunnen zijn. Toch hoeft het helemaal niet zo moeilijk te zijn om thuis gezond te blijven leven, vertelt ziekenhuisapotheker Marieke Aalbers.

Aalbers zag het bij haar eigen kinderen gebeuren. De lockdown hield hen lange tijd aan huis gekluisterd en liet hun vaste sportroutine als sneeuw voor de zon verdwijnen. “Ineens was daar geen atletiekles meer, geen free running… Nu ze dankzij de versoepelingen van de maatregelen weer mogen, blijkt het lastig om ze het huis uit te krijgen. Het vergt echt moeite om een routine opnieuw op te pakken.” Dat geldt natuurlijk voor velen met hen. Door de sluiting van sportscholen en het verdwijnen van mogelijkheden om in kleinere clubjes samen te bewegen, is ook voor veel hartpatiënten tijdens de lockdown een belangrijke drijfveer verdwenen. Zonde, zo vindt Aalbers, want volgens de ziekenhuisapotheker en orthomoleculair therapeut is een gezonde leefstijl – boven medicatie – essentieel voor een goede gezondheid.
(meer…)

Hartbewaakt Nederland

Op 6 december jongstleden werd in Den Haag een feestje gevierd, vanwege het behalen van een mijlpaal op reanimatiegebied. Koning Willem-Alexander was er zelfs bij, want het blijkt dat overal in Nederland een reanimatie binnen zes minuten wordt uitgevoerd. Dat komt door een landelijk netwerk van mensen die kunnen reanimeren. Dat zijn mensen zoals u en ik.

Ik neem u even mee in de geschiedenis. Beginjaren 70 spande Hartpatiënten Nederland zich tot het uiterste in om mensen te leren reanimeren. Dit tegen de overtuiging van vele medici en onze Haagse collega’s in. Wij kregen ontzettend veel tegenwerking, want in diens ogen was reanimeren uitsluitend voorbehouden aan medici. Vaak werd vanuit deze hoek geroepen “Het is een schande dat de Nederlandse Hartpatiënten Vereniging leken medische handelingen leert. Dat kan en mag niet.”

Alle tegenwerking ten spijt, ging Hartpatiënten Nederland door met het streven om te komen tot een door ons genoemd ‘Hartbewaakt Nederland’. Kosten noch moeite werden gespaard om dit doel na te streven. Er werden landelijk reanimatie-avonden georganiseerd. Artiesten als Ramses Shaffy en Liesbeth List waren regelmatig van de partij om deze evenementen een boost te geven. Maar ook lokale bekendheden werden ingeschakeld. Op alle mogelijke manieren probeerden wij zoveel mogelijk mensen aan te spreken om reanimatie onder de aandacht te brengen.

Zo kan ik mij nog goed herinneren dat ik regelmatig samen met mijn vader ’s ochtends vroeg in de auto stapte en op pad ging. We reden dan naar de steden waar ’s avonds de reanimatie-avond gehouden werd. Met open ramen reden wij door het centrum, terwijl mijn vader aandacht vroeg voor het leren reanimeren. Dit deed hij via een voor mij indrukwekkende megafoon, waarmee hij dit luid en duidelijk onder de aandacht bracht bij het publiek. Bij gewone mensen dus. Mensen zoals u en ik!

Ook hadden wij de beschikking over een tot de verbeelding sprekende 16MM Amerikaanse reanimatiefilm. Ik studeerde destijds en had een bijbaantje in het in Roermond gelegen Royal theater. Door mijn werk in deze prachtige bioscoop was ik bekend met de techniek van ‘films draaien’. Ik huurde voor de reanimatie-avonden een mobiele filmprojector en vertoonde de indrukwekkende film tijdens de voorlichtingsavond. Na afloop waren vele van de bezoekers dusdanig onder de indruk dat ze ook wilden leren reanimeren. En dat was juist onze bedoeling.

Op die manier werden reanimatiecursussen uitgerold in het hele land en was er veel belangstelling voor onze cursussen. Hierdoor werden dan ook mensenlevens gered. Nogmaals, door mensen zoals u en ik. Door leken.

Maar deze leken bleken in staat om echte levensredders te zijn. Reanimaties kregen, zeker in de begintijd, veel publiciteit. Mede hierdoor stelden vele medici en onze Haagse collega stichting hun zienswijze noodgedwongen bij. En zo ontstonden meerdere organisaties die reanimatie onder de aandacht brachten en landelijk cursussen gingen aanbieden. Ondanks dat er bij hen vaak commerciële belangen speelden, werden steeds meer mensen opgeleid tot reanimator. En dat was ons doel.

In de loop van de jaren werd de AED (automatische externe defibrillator) geïntroduceerd. Het bleek dat de inzet van dit apparaat tijdens een reanimatie de kans op succes enorm vergrootte. In de loop der jaren werd dit levensreddende apparaat dan ook geïntroduceerd tijdens de reanimatielessen. De laatste jaren zijn op steeds meer voor iedereen toegankelijke locaties AED’s beschikbaar om in te zetten bij reanimaties.

Nu pas, na 50 jaar, realiseer ik mij hoe trots ik op mijn vader mag zijn! Dat hij, ondanks alle tegenwerking en de daarmee gepaard gaande negatieve publiciteit, vastberaden doorging met zijn streven om tot een Hartbewaakt Nederland te komen. En ik ben er stiekem ook een beetje trots op dat ik daar getuige van mocht zijn en er zelfs destijds een steentje aan heb kunnen bijdragen.

Maar het meest dankbaar en trots ben ik op u. Want zonder u zou het Nederlands reanimatielandschap er nu heel anders uitzien. U mag ook trots op uzelf zijn, uiteindelijk droeg u bij aan Hartbewaakt Nederland.

Ondanks dat Hartpatiënten Nederland zich met trots de grondlegger van Hartbewaakt Nederland mag noemen, zijn wij niet uitgenodigd voor het Haags reanimatiefeestje. Was u er wel bij of was u ooit bij één van onze reanimatie infoavonden? Graag komen wij met u in contact. Mail, bel of schrijf ons.

Hartelijke groeten,

Jan van Overveld

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.

Cholesterolremmer heeft niet altijd zin

Geneesmiddel Cholesterolverlagende medicijnen zijn niet voor iedereen effectief. Soms verlagen ze het risico op hartziekte maar weinig.

Cholesterolverlagende medicijnen, statines, verlagen het risico van een individuele patiënt op hart- en vaatziekte soms maar weinig. Dat constateert een groep Europese en Amerikaanse wetenschappers nadat ze de gegevens van 21 eerdere studies naar het effect van de medicijnen op hart- en vaatziekten samen opnieuw hebben geanalyseerd. Ze gebruikten daarvoor een andere manier dan vergelijkbare studies. Hun meta-analyse verscheen vorige week in het medisch-wetenschappelijke tijdschrift JAMA Internal Medicine.

Verhit debat

Over cholesterolverlagers woedt al jaren een verhit debat: voorstanders zouden de middelen liefst breed voorschrijven om zoveel mogelijk hart- en vaatziekte te voorkomen, tegenstanders wijzen erop dat er dan veel mensen de middelen waarschijnlijk voor niets gebruiken.

Lees hier verder: www.nrc.nl

Reanimatiepop, nu ook met borsten

Leken durven vrouwen met een hartstilstand niet goed te reanimeren, zo merkt onder meer Marjolijn Rodenburg, die reanimatiecursussen geeft. Omstanders voelen zich onzeker door de aanwezigheid van borsten. ‘Ze twijfelen: waar moet ik precies drukken op het borstbeen?’ Tot voor kort waren de meeste reanimatiepoppen gemodelleerd naar het mannenlichaam. Zonder borsten dus. Maar nu zijn er borsten op de markt, eigenlijk een gevulde beha, waarmee de standaardreanimatiepop van Prestan omgevormd wordt tot een vrouwentorso. Importeur AED Solutions merkt dat de belangstelling groot is. Het borstenaccessoire is overigens ook verkrijgbaar in een donkere huidskleur. Rodenburg, die toevallig nu in een Gambiaanse kliniek een reanimatiecursus geeft, zegt dat de cursisten enthousiast reageren. ‘Hiermee kunnen we barrières doorbreken en aarzelingen overwinnen. Het is belangrijk, daarmee verbeteren we de overlevingskans van reanimatie bij vrouwen.’

Bron: www.medischcontact.nl