‘Complexe operatie kan nu drie keer sneller’

Kak Khee Yeung is vaatchirurg in het Amsterdam UMC en doet daarnaast onder meer onderzoek naar aorta aneurysma. In iedere editie van HPNLmagazine houdt ze ons op de hoogte van haar werk en de nieuwste ontwikkelingen binnen haar vakgebied. Dit keer vertelt ze over goed teamwork, samen met interventieradioloog Rutger Lely.

Wat doet een interventieradioloog precies?

Rutger: “Het is een vakgebied dat bij de goegemeente nog niet zo bekend is. Mensen denken bij een radioloog al snel aan iemand die ‘plaatjes kijkt’, maar ik doe ook ingrepen. In lekentaal: ik maak vaten open en ik maak ze dicht. Met minimaal invasieve technieken, oftewel via kleine gaatjes van slechts een paar millimeter, kunnen we tegenwoordig bijna overal in het lichaam komen. Daarbij gebruik ik beeldvorming: dat kan een echo zijn, een CT-scan, doorlichting met contrastvloeistof en MRI. Er zijn twee belangrijke deelgebieden: oncologie en vasculair. Als vasculair interventieradioloog houd ik me bezig met de bloedvaten. Als een vat verstopt zit, maak ik het open en als er een bloeding is, bijvoorbeeld na een ongeluk of een messteek, probeer ik het te dichten. En als een vat verwijd is, als gevolg van een aneurysma, kunnen we er stents in zetten. Er is dus een groot raakvlak met de vaatchirurgie, waardoor Kak Khee en ik regelmatig samen in de OK staan.”

Kak Khee: “Soms doet de vaatchirurg een operatie alleen, soms de interventieradioloog alleen. Dit verschilt per ziekenhuis. Het Amsterdam UMC is een academisch ziekenhuis, dus we behandelen veel complexe problemen. In die complexe gevallen is het fijn om samen te werken. Soms komt daar ook nog een technisch geneeskundige bij: Stefan Smorenburg, die ik in de vorige editie van het HPNLmagazine voorstelde.”

Kun je een voorbeeld geven van zo’n complexe operatie?

Kak Khee: “Wat Rutger en ik samen doen in onze hybride operatiekamer, zijn bijvoorbeeld complexe aorta aneurysma’s. Meestal is de lichaamsslagader slechts op één plek verbreed, maar soms loopt dit helemaal van het hart door tot in de benen. Dan heb je veel zijtakken die uit het aneurysma komen, zoals de nierslagaders en de darmslagaders. Soms ook de halsslagaders. In al die verschillende slagaderen moet je stents plaatsen. Bij zo’n complexe operatie maken Rutger en ik van tevoren een plan, aan de hand van beelden. Soms moet er ook alvast een slagader gestent worden alvorens we de grote operatie kunnen doen.”

Rutger: “Het is heel waardevol om expertise vanuit meerdere invalshoeken te bekijken, je leert van elkaar. We bespreken de verschillende opties, maken vooraf keuzes over hoe we de behandeling uitvoeren. Doordat we de taken verdelen, verloopt de operatie uiteindelijk beter en sneller.”

Hoe is dan de rolverdeling?

Kak Khee: “Dat verschilt. Meestal doet de vaatchirurg de aorta en, afwisselend met de interventieradioloog, de kleine zijtakjes. Dankzij de beeldvorming kunnen zij bijvoorbeeld sneller zien dat er een bloedinkje in een kleine slagader is. En soms is er een chirurgische snee nodig om bij het bloedvat te komen en dat doet in principe de vaatchirurg. Maar het mooie is dat je elkaar kunt afwisselen: de rolverdeling kan dus per keer verschillen.”

Rutger: “Een complexe operatie kan soms wel zes uur duren en dan is het best lastig om al die tijd in opperste concentratie te zijn. Het is dus heel handig dat de ene keer zij in charge is en de andere keer ik: dan kan de ander even ‘rusten’. Als de technisch geneeskundige bijvoorbeeld de software voor zijn rekening neemt, kunnen wij ons ondertussen volledig concentreren op de uitvoering.”

Hoe is de interventieradiologie in ontwikkeling?

Rutger: “Er is een explosie aan nieuwe tools en apparaten. De devices worden steeds kleiner, waardoor we steeds kleinere vaatjes kunnen bereiken. De kwaliteit van de beelden wordt steeds beter, de C-boog waarmee we kunnen doorlichten wordt steeds geavanceerder. Zowel de dokter als de patiënt worden steeds minder blootgesteld aan straling. Ook de software is constant in ontwikkeling: de computer kan tegenwoordig uitrekenen naar welk bloedvat de contrastvloeistof gaat. Vooral de steerable sheath, een katheter die je kunt sturen in het bloedvat, is een game changer. Hiermee kun je de katheter sturen. De darmslagader bereikten we vroeger bijvoorbeeld vooral via een snee in de arm, dit kan hiermee nu vrijwel altijd via de lies. Dat scheelt niet alleen tijd, maar ook een wond, en dus kans op infectie.”

Oftewel: de patiënt heeft baat bij deze nieuwe ontwikkelingen?

Kak Khee: “Jazeker! Over zo’n complexe aorta aneurysma operatie deden we zes jaar geleden bijvoorbeeld nog zes tot acht uur. Inmiddels kunnen we het al in tweeënhalf uur. Dat is drie keer sneller! Dat betekent minder kans op infecties, minder straling, minder contrastvloeistof, minder bloedverlies… Vroeger waren het meerdere liters bloedverlies, nu gemiddeld nog maar 200 cc. Dat is dankzij de betere apparatuur, maar ook omdat we zelf zijn gegroeid in handigheid en expertise. Waar we vroeger nog moeite hadden om in een darmslagader te komen, gaat dat nu veel makkelijker. Het slagingspercentage van deze operatie is daardoor ook enorm gestegen naar 95 tot 100 procent.”

Wat kan er in de toekomst nog verbeterd worden?

Kak Khee: “Er zijn complexe behandelingen waar nog winst te behalen valt, zoals dotterbehandelingen in de benen. Het slagingspercentage daarvan zit nu op 70%, maar met betere technieken en betere analyses vooraf moet dat naar 100% kunnen. Rutger en ik doen ook onderzoek samen, bijvoorbeeld naar het gebruik van AI (artificiële intelligence). We leren de computer te herkennen wanneer en waar een lekkage is. Zo zijn er veel dingen die verder geautomatiseerd kunnen worden, met tijdswinst tot gevolg. We gaan ervoor om patiënten beter en sneller te behandelen.”

Rutger: “Tijdswinst is een heel belangrijk voordeel: doordat we minder lang over operaties doen, kunnen we meer complexe ziektebeelden behandelen. En dat is zeker niet alleen te danken aan tools en trucjes, maar vooral aan samenwerking. Ik denk dat we binnen het Amsterdam UMC goed samenwerken, van de voorbespreking tot de operatie zelf. Team effort is wat ons betreft de basis voor goede patiëntenzorg.”

Tekst: Marion van Es
Beeld: Kak Khee Yeung & Rutger Lely

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Esmee verloor haar verloofde Angelo

Ze hadden eindelijk samen hun droombaan gevonden als vrachtwagenchauffeur en waren net verloofd, toen het noodlot toesloeg. De plotselinge druk op zijn borst die Angelo (25) begin oktober voelde, was slechts het begin van een snelle verslechtering van zijn gezondheid. Het werd hem fataal. Voor zijn vriendin Esmee Marsman (27), die erbij was, voelt dit nog altijd heel onwerkelijk.  

Vier jaar waren ze samen en in augustus had Angelo haar ten huwelijk gevraagd. Ze hadden hun leven op orde: leuk werk, een fijne groep vrienden en een mooi huis. Alles was perfect. Sinds een half jaar reden Esmee en Angelo samen op de vrachtwagen. Een langgekoesterde droom, vertelt ze. “Dit was al jaren het plan, maar we hadden onze perfecte baan nog niet gevonden. Uiteindelijk lukte dit: we vonden werk waar we het ook nog eens enorm naar ons zin hadden. Met de vrachtwagen reden we samen voornamelijk door Oostenrijk, Slovenië en Kroatië. Meestal gingen we op maandagavond weg en kwamen we vrijdag of zaterdag weer thuis. Dat was ook begin oktober, toen alles begon, het plan.”

Druk op zijn borst

Ze vertrokken zoals gewoonlijk op maandag. Angelo voelde die dag een lichte druk op zijn borst. Toch besloot hij gewoon te gaan werken, in de veronderstelling dat het wel over zou gaan. Maar op plaats van bestemming, in Oostenrijk, werd het erger en erger. “We belden de ambulance en Angelo kreeg verschillende testen, maar er werd niets gevonden. We mochten van het ambulancepersoneel mee naar het ziekenhuis om verder te kijken, of we konden doorgaan en opnieuw bellen als het niet ging. We besloten mee te gaan.” Eenmaal in het ziekenhuis werd duidelijk dat Angelo de dag ervoor een hartaanval had gehad. Hier had hij zelf niets van gevoeld. “Diezelfde dag nog werd Angelo overgevlogen naar een ander ziekenhuis, waar hij werd gedotterd. De rest van de week ging het matig. De druk op zijn borst bleef en hij was benauwd. Inmiddels hadden de artsen een klein vlekje bij zijn hart gevonden, maar ze wisten niet wat het was. Daar moest Angelo in Nederland maar naar laten kijken. We kregen akkoord voor zijn transport naar Nederland, maar dit liep allemaal niet zo’n vaart. Hij bleef dus in Oostenrijk.”

Ups en downs

Hier begon het eigenlijk pas écht. Tegen het einde van de week ging het ineens heel slecht met Angelo. Hij werd overgeplaatst naar een ander ziekenhuis, waar hij aan de hart-longmachine werd gelegd. “Waarom zijn hart ineens zo slecht werd, wist niemand. De drie weken erna ging het op en af: de ene dag ging het goed en de volgende dag kon het weer slecht gaan en had hij bijvoorbeeld ineens last van nierfalen. Het waren pieken en dalen.” Angelo lag ondertussen in coma. Uiteindelijk leek het iets beter te gaan, maar op het moment dat de hart-longmachine werd weggehaald, kreeg hij twee hartaanvallen. “De dag erna heeft hij ook nog een hartstilstand gekregen en moest hij worden gereanimeerd. Ook heeft hij een externe pacemaker gekregen. Vervolgens werden zijn longen steeds slechter, dus moest hij aan de beademing. Nog steeds wisten de artsen niet wat ze moesten doen. Hij kreeg medicatie, maar reageerde nergens meer op. De machines draaiden ondertussen op volle toeren en het ene na het andere orgaan hield ermee op.”

Het is voorbij

Esmee hield lange tijd hoop. Zelfs toen de artsen op den duur zeiden dat hij het misschien niet zou overleven, hield ze daaraan vast. Ze hoopte simpelweg dat ze het bij het verkeerde eind hadden. Maar toen ook Angelo’s hartspier vervolgens nog eens minder goed ging werken, werd hoop houden steeds moeilijker. “Zijn hele hart begon op te geven. Steeds verder en verder, totdat het helemaal klaar was. Angelo’s leven was voorbij. Op achtentwintig oktober is hij overleden. De oorzaak is nog altijd onbekend. Angelo heeft nooit hartklachten gehad, nooit. En omdat hij nergens op papier had staan dat zijn familie inzage mocht hebben in zijn medisch dossier, krijgen we het vanwege de regels rondom persoonsgegevens in Oostenrijk ook niet te weten, ondanks dat er wel een autopsie is gedaan. We kunnen dit aanvechten, maar dat is een proces van twee jaar. Ergens zou ik het wel willen weten, maar aan de andere kant krijgen we hem er niet mee terug.”

Trauma

Als ze nu op alles terugkijkt, voelt het nog steeds heel bizar. “Wat wij in Oostenrijk hebben meegemaakt, is gerust een trauma te noemen. Ik werd op dat moment echt geleefd. Elke minuut van de dag kon ik worden gebeld, slapen deed ik nauwelijks. De ene dag hoor je dat het beter gaat en heb je weer hoop, de volgende dag gaat het slecht en moet je de realiteit onder ogen zien. Het is alles bij elkaar. Niet alleen het overlijden van Angelo zelf, maar ook alles wat daarnaast geregeld moet worden. En daarbij de toekomst. Ik weet niet of ik nog wel op de vrachtwagen wil rijden, en als ik thuiskom, is hij er niet meer. We deden alles samen. Dat valt dan ineens helemaal weg. Ik ben ongelofelijk blij dat we samen nog herinneringen hebben kunnen maken op de vrachtwagen, maar het was hoe dan ook veel te kort.”

Het afscheid

Esmee vindt het belangrijk om haar verhaal te vertellen. Mede om andere mensen te laten zien dat het leven plotseling voorbij kan zijn. “Ik zeg nu tegen iedereen om me heen: praat met elkaar. Wij wisten bijvoorbeeld niet eens of Angelo gecremeerd of begraven wilde worden, en zo waren er wel meer dingen die nooit zijn besproken. Wat ik misschien nog wel het ergst vind, is dat het ziekenhuis niet gezegd heeft dat ze Angelo in een coma zouden brengen. Ik heb hem de dag ervoor een goede nacht geweest en zei dat ik hem de dag erna zou zien, maar toen lag hij ineens in coma. Dat neem ik het ziekenhuis wel kwalijk: dat ik nooit echt afscheid heb kunnen nemen.” Samen met zijn familie en vrienden heeft ze hem uiteindelijk dan ook het best mogelijke afscheid geprobeerd te geven. “We hebben zijn kist achterop de vrachtwagen gezet en zo samen nog een laatste rit gereden, terwijl onderweg zijn familie en vrienden stonden opgesteld. Het was een rit die we niet hoorden te rijden, absoluut niet, maar het was wel een mooi eerbetoon. Ik zal hem altijd blijven herinneren als de vrolijke, sociale man die hij was. Een clown, lekker gek. Ondertussen probeer ik door te gaan. Hij zou niet hebben gewild dat ik alleen maar in een hoekje zit te huilen. Daarom probeer ik te genieten van het leven. Ook voor hem.”

Waarom interviewden wij Esmee?

We hebben allemaal onze verhalen. Over wat we hebben meegemaakt en hoe we de dingen die ons overkwamen, beleefden. Hoe we ons door deze situatie heen worstelden. Juist deze verhalen kunnen ook anderen helpen.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Esmee Marsman

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

“Mijn arts liet me de urgentie inzien van stoppen met roken”

Julio Vaarnold (51) rookt al sinds zijn elfde. Op de dag dat we hem spreken voor dit interview, heeft hij een introductieavond bij Sinefuma om te stoppen met roken. Zijn arts in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) gaf hem het laatste zetje om die stap te zetten. “Hij gaf mij een goede reden om te stoppen”, zegt Julio.

Gezelligheidsmens

Julio is een gezelligheidsmens. Hij houdt van een biertje in de kroeg en daar hoort ook een peuk bij. Hij rookt er zo’n twintig per dag. Stoppen wilde hij al eerder, maar dat is moeilijk omdat de meeste mensen in zijn omgeving ook roken. Verleiding ligt continu op de loer. Diverse artsen adviseerden hem al te stoppen met roken. “Mijn huisarts zei het als eerste. Toen ik diabetes kreeg, wees mijn arts in het LUMC me ook op de gevaren van mijn rookgedrag. Eerlijk gezegd zag ik de urgentie niet zo. Nu is dat anders.”

Nieuwe nier

Sinds vier jaar is Julio niet alleen diabetespatiënt, maar ook nierpatiënt. Hij merkt het aan zijn dagelijks functioneren; hij is snel moe en houdt veel vocht vast. Sinds twee jaar werkt hij niet meer. “Ik wacht op een donornier, maar die zijn er weinig en dan moet er ook nog een match zijn. Mijn arts was heel eerlijk en zei: ‘Zolang jij niet stopt met roken, is de kans dat je een donornier krijgt klein.’ De kans dat een donororgaan overleeft in een lijf van iemand die rookt, is kleiner dan in het lijf van iemand die niet rookt. Ik wil nog minimaal twintig jaar leven en daar heb ik een transplantatie voor nodig.”

‘Leg het ‘waarom’ uit’

Julio liet de opmerking bezinken en besloot toen dat het genoeg was. Helemaal overtuigd van een succes is hij nog niet. “Ik ga het in elk geval proberen”, zegt hij. Gelukkig krijgt hij hulp van Sinefuma. “Vanavond heb ik een introductieavond van Sinefuma, die ook andere stoppende rokers volgen”, zegt hij. “Ik denk dat dat fijn is; dat je mensen leert kennen die ook willen stoppen.” De eerste stap is in elk geval gezet. Maar wat maakte nou dat hij nu wél gaat stoppen, terwijl eerder al twee andere artsen hem hetzelfde adviseerden? “Deze laatste arts legde goed uit waarom het zo belangrijk is om te stoppen: anders krijg ik geen nier. Die opmerking kwam binnen; de urgentie is nu heel helder. Mijn tip voor andere zorgprofessionals die een stoppen-met-roken-advies willen geven aan hun patiënt: leg duidelijk uit waarom het voor deze specifieke patiënt zo belangrijk is om te stoppen.”

Wil je ook stoppen met roken? Jouw arts kan je doorverwijzen naar een stoppen-met-roken-programma van Sinefuma.

Bron: Leids Universitair Medisch Centrum | LUMC

Baat het niet, dan schaadt het niet?

Consumenten gebruiken vaak kruidenpreparaten en vitamine- en/of mineralen supplementen om hun gezondheid te bevorderen. Van deze producten wordt vaak ten onrechte gedacht dat ze geen bijwerkingen geven.  

Afgelopen jaar ontving Bijwerkingencentrum Lareb bijvoorbeeld een melding van een pancreatitis bij gebruik van rode gist rijst. Dit is een ernstige aandoening waarbij de alvleesklier ontstoken is. De patiënt is overleden.
Het voorbeeld staat in het jaaroverzicht van de meldingen van bijwerkingen na gebruik van warenwetmiddelen die Lareb in 2022 heeft ontvangen.

Warenwetmiddelen

Warenwetmiddelen zijn niet geregistreerd als geneesmiddelen en vallen onder het Warenwetbesluit. Dit zijn kruidenpreparaten, vitaminen, en andere gezondheidsproducten. Ook deze producten, vaak gekocht bij drogist, supermarkt, via internet of de apotheek, kunnen bijwerkingen geven.

Meldingen

Bijna de helft van mensen gebruikt supplementen blijkt uit een onderzoek. Waarschijnlijk zijn de meldingen het topje van de ijsberg van het echte aantal bijwerkingen en wisselwerkingen met geneesmiddelen dat in de praktijk optreedt. Het blijft belangrijk dat consumenten en zorgverleners de mogelijke bijwerkingen van gezondheidsproducten herkennen en dat ze deze ook melden.

Lees hier meer informatie in het jaarrapport “Overzicht meldingen Warenwetproducten 2022”.

Bron: Lareb

Hartpatiënt fietst mee met zijn dokter

Maastrichtse cardiologen fietsen op 8 juni samen met hartpatiënten voor de eerste keer  ‘Fiets met je dokter’ rond het dorpje Geulle. De deelnemers halen geld op voor meer onderzoek naar hart- en vaatziekten. Een van hen is de 78-jarige Maastrichtse hartpatiënt Piet Claasen, schreef De Limburger op 30 mei.

Claasen fietst met zijn zwager door het Limburgse heuvelland. Hij is blij dat hij dat weer kan. Vijf jaar geleden kreeg Claasen last van hartritmestoornissen en werd naar het academisch ziekenhuis (MUMC+) in Maastricht doorverwezen. Hij kreeg er medicijnen die de hartslag in evenwicht moesten brengen. Maar dat lukte niet helemaal. Vorig jaar werd hij geopereerd. Nu zijn de problemen voorbij. Hij is minder moe en kan naar eigen zeggen weer alles.

Cardioloog Martijn Smulders van het ziekenhuis in Maastricht is een van de initiatiefnemers van Fiets met je dokter. Cardiologen fietsen dan met patiënten en andere geïnteresseerden om geld in te zamelen. Het fietsen gaat op het gemak, een rondje van 20 kilometer. Wie wil kan nog een rondje extra fietsen. “Belangrijk is: in beweging blijven. Van vitaal belang om het risico op hart- en vaatziekten te verminderen”, zegt Smulders in de krant.

Claasen fietst mee uit dankbaarheid voor de geslaagde operatie en om geld in te zamelen. „Ik fiets weer één tot twee keer per week zo’n 50 kilometer”, vertelt Claasen in De Limburger. “Voorheen was 70 kilometer een peulenschil, maar ik word ook een dagje ouder.”

Wil je nog meedoen? Schrijf je dan hier in: www.fietsmetjedokter.nl.

Tour door Noord-Limburg voor een rookvrije generatie

In 2040 rookt in Noord-Limburg geen enkele jongere meer. Tenminste, dat is de droom van Limburg-Noord Rookvrij; een samenwerking van zorgorganisaties en gemeenten in onze regio.

Vandaag is het de ‘Wereld Niet Roken dag’. Longarts Harry Pouwels van VieCuri Medisch Centrum gaat voorop om op deze dag een tour door Noord-Limburg maken. Er wordt gesproken met beleidsmakers, bestuurders, rokers en niet-rokers. De longarts benadrukt dat het niet de bedoeling is om roken te verbieden. “We zetten in op een duurzame gedragsverandering. Zien roken, doet roken. Of andersom: als opgroeiende kinderen in hun omgeving niemand zien die rookt, steken ze hoogstwaarschijnlijk zelf ook geen sigaret op. Dat is hoe we kunnen komen tot een rookvrije generatie.”

‘Het is geen slechte gewoonte, maar pure verslaving’

Als rookvrij ziekenhuis wil VieCuri een gezonde levensstijl stimuleren voor medewerkers, patiënten en bezoekers. “We willen het goede voorbeeld geven. Maar we weten dat dit moeilijk is dus helpen we mensen daarbij. Vandaar onze Stoppen met roken-poli.” Harry Pouwels is al 32 jaar longarts en de grote aanjager van de poli. Als oud-roker, heeft hij recht van spreken: “Ik was 11 toen ik in de fietsenstalling mijn eerste sigaret opstak. Na 5 à 10 sigaretten ben je al verslaafd, zo snel gaat het. Op m’n 28e ben ik gestopt. Als dokter kun je het gewoon niet maken, punt uit. Maar eerlijk, stoppen met roken is één van de lastigste dingen die ik ooit heb ervaren. Het is geen slechte gewoonte, maar een pure verslavingsziekte.”

Hulp om te stoppen

Wekelijks melden zich zo’n 6 nieuwe personen bij de Stoppen met roken-poli. Deelnemers kiezen voor een individueel of een groepstraject. Debbie Hendriks van Sinefuma is begeleider van de trainingen. “Heel vaak hebben deze mensen al van alles geprobeerd. Na afloop van onze training is 80% van de deelnemers gestopt met roken. Een jaar later is dit percentage 40%, nog steeds een hoge score vergeleken met andere methodes. We bieden veel ruimte aan ieders persoonlijke verhalen. Interactie en het delen van ervaringen, daar draait alles om.” Harry Pouwels sluit zich daarbij aan: “Als arts moet je goed luisteren naar het levensverhaal van de patiënt; snappen dat die sigaret voor veel mensen ook een stukje ontsnapping is uit hun dagelijkse ritme, een soort ventiel dat even rust geeft. Maar het is schijn, het maakt je longen en je leven totaal kapot. Om ervan af te komen, moet je uiteindelijk zelf die knop omzetten. De Stoppen met roken-poli kan daarin een belangrijke steun zijn.”

Meer info en/of je aanmelden: www.rookvrijookjij.nl.

Hoe herstel je een beschadigd hart: nieuw mechanisme achter hartregeneratie in zebravissen ontdekt

Hart- en vaatziekten, zoals hartaanvallen, zijn wereldwijd een belangrijke doodsoorzaak doordat het hart een beperkte capaciteit heeft zichzelf te herstellen. Anders dan mensen kunnen zebravissen hun hart wel herstellen na schade.

Onderzoekers uit de groep van Jeroen Bakkers (Hubrecht Instituut) hebben zebravissen gebruikt om hun regeneratieve succes te verklaren. Ze ontdekten een nieuw mechanisme dat werkt als een schakelaar om hartspiercellen te matureren tijdens regeneratie. Onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) hebben vervolgens laten zien dat dit mechanisme een zeer vergelijkbaar effect op hartspiercellen van mensen had en dus evolutionair geconserveerd is. De resultaten van de studie, gepubliceerd in Science op 18 mei, laten zien dat bestuderen van natuurlijke hartregeneratie in zebravissen en het toepassen van deze kennis op humane hartspiercellen kan bijdragen aan de ontwikkelingen van nieuwe therapieën tegen hart- en vaatziekten.

Naar schatting sterven jaarlijks 18 miljoen mensen aan hart- en vaatziekten. Veel van deze sterfgevallen zijn gerelateerd aan hartaanvallen. Tijdens zo’n aanval belemmert een broedprop de toevoer van voedingsstoffen en zuurstof naar het hart. Hartspiercellen in het geblokkeerde deel van het hart gaan als gevolg hiervan dood, wat leidt tot hartfalen. Hoewel therapieën bestaan die symptomen bestrijden, is er een gebrek aan behandelingen die het verloren weefsel vervangen met functionele, volwassen cellen en daarmee patiënten kunnen genezen.

Zebravis als rolmodel

In tegenstelling tot mensen kunnen sommige dieren zoals zebravissen hun hart regenereren. Binnen 90 dagen na schade herstellen zij hun hartfunctie. Overlevende hartspiercellen slagen erin zich tijdens dit proces te delen en produceren zo nieuwe cellen. Dit unieke mechanisme is voor zebravissen een bron van nieuw weefsel om verloren hartspiercellen te vervangen. Eerdere studies hebben factoren geïdentificeerd die deze hartspierceldeling kunnen stimuleren. Wat er daarna gebeurt met de nieuwgevormde hartspiercellen is echter nog niet bestudeerd. Phong Nguyen, eerste auteur van de studie, legt uit: “Het is onduidelijk hoe deze cellen stoppen met delen en matureren zodat ze bij kunnen dragen aan normale hartfunctie. Het intrigeerde ons dat het nieuwe weefsel in het zebravis hart zonder problemen matureerde en in het bestaande hartweefsel integreerde”.

LRRC10 stimuleert maturatie

Om de maturatie van het nieuwe weefsel in detail te bestuderen, ontwikkelden de onderzoekers een techniek waarbij dikke plakjes van beschadigde zebravisharten buiten het lichaam in kweek werden gebracht. Hierdoor konden ze de dynamiek van calcium in de hartspiercellen live in beeld brengen. De beweging van calcium in en uit hartspiercellen is belangrijk voor de samentrekking van het hart en is een graadmeter van hun maturatie. Ze vonden dat, na deling, de snelheid waarmee calcium de hartspiercel in en uit ging veranderde. “De manier waarop calcium bewoog in de pas gedeelde cellen leek veel op de manier waarop dit in embryonale hartspiercellen gebeurt, maar over tijd vertoonden de cellen meer volwassen dynamiek van calcium. We ontdekten dat de dyad, een structuur die calcium reguleert in hartspiercellen, en één component in het bijzonder, genaamd LRRC10, bepaalde of hartspiercellen bleven delen of begonnen te matureren. Hartspiercellen zonder LRRC10 bleven immatuur en bleven delen,” vertelt Nguyen.

Van vis naar mens

Nadat Nguyen en zijn collega’s het belang van LRRC10 voor celdeling en maturatie in het zebravishart hadden vastgesteld, testten ze in samenwerking met andere instituten of hun vindingen ook vertaald konden worden naar zoogdieren zoals de mens. In het LUMC werd hiervoor  LRRC10 tot expressie gebracht in gekweekte hartspiercellen van mensen. De menselijke hartspiercellen waren afkomstig van humane pluripotent stamcellen gemaakt in het hiPSC hotel van het LUMC. Het bewijs dat LRRC10 ook belangrijk is in maturatie van menselijke hartcellen was geleverd door LUMC- onderzoekers: postdoc Giulia Campostrini onder leiding van Milena Bellin en Christine Mummery. Bellin: “Dit werk bouwt voort op onze eerder studies aan maturatie van cardiomyocyten: het was het fantastisch te zien dat de rol van LRRC10 geconserveerd is tussen mens en zebravis”.   LRRC10 veranderde de calciumhuishouding, verminderde celdeling en bevorderde maturatie van deze cellen op een vergelijkbare wijze als de onderzoekers zagen in zebravisharten. Nguyen: “Het was mooi om te zien dat de lessen die we geleerd hadden in de zebravis goed vertaald konden worden naar de mens. Dit biedt mogelijkheden voor het gebruik van LRRC10 in de context van nieuwe therapieën voor patiënten”.

Clinical impact

De resultaten van de studie, gepubliceerd in Science, laten zien dat LRRC10 door zijn rol in calciumhuishouding gebruikt kan worden om maturatie van hartspiercellen te bevorderen. Dit zou wetenschappers kunnen helpen die schade aan het hart proberen te verbeteren door gekweekte hartspiercellen in het hart te transplanteren. Hoewel deze potentiële therapie veelbelovend is, laten resultaten zien dat de cellen nog immatuur zijn en niet kunnen communiceren met de rest van het orgaan. Dit leidt tot hartritmestoornissen na transplantatie. “Er is nog meer onderzoek nodig om precies te definiëren hoe volwassen gekweekte hartspiercellen zijn na behandeling met LRRC10, maar het is mogelijk dat een toename in maturatie de integratie van getransplanteerde cellen bevordert,” vertelt Jeroen Bakkers, laatste auteur van de studie. Bakkers vervolgt: “Hiernaast zijn huidige modellen van hartziekten vaak gebaseerd op immature gekweekte hartspiercellen. Dit zou mogelijk een oorzaak kunnen zijn waarom 90% van de veelbelovende medicijnen uiteindelijk de kliniek niet bereikt. Onze resultaten wijzen erop dat LRRC10 ook deze modellen kan verbeteren”. LRRC10 zou dus een belangrijke bijdrage kunnen leveren om hartspiercellen te kweken die meer lijken op hun evenknie in het volwassen mensenhart en daarmee de ontwikkeling van nieuwe succesvolle therapieën tegen hart- en vaatziekten te bevorderen.

De studie is het resultaat van een samenwerking tussen het Hubrecht Instituut, LUMC, AMC, UMC Utrecht en Weizmann Instituut. De studie is gefinancierd met behulp van de Hartstichting, Dutch CardioVascular Alliance, Stichting Hartekind, de Novo Nordisk Foundation Center for Stem Cell Medicine (reNEW) en de European Research Counsil (CoG Mini-Heart).

Bron: Leids Universitair Medisch Centrum | LUMC

Het nieuwe HPNLmagazine ligt op de deurmat!

Inmiddels ligt de nieuwe uitgave van het HPNLmagazine op de deurmat bij onze donateurs.
Ook dit keer, zoals u van ons gewend bent, weer boordevol interessante en informatieve artikelen en interviews.

Zo deelt voormalig profvoetballer Paul Bosvelt, die in juni 2021 een hartinfarct kreeg, zijn persoonlijke verhaal. Personal trainer en coach Radmilo Soda zet de hardnekkigste mythes over afvallen op een rij voor u. Ook is er aandacht voor ICD’s, met betrekking tot autorijden en straling. Onlangs is Hartpatiënten Nederland netwerkpartner geworden van Lifestyle4 Health, Marjan van Erk (programmamanager bij TNO) vertelt hoe we samen impact willen maken. Esmee deelt haar tragische verhaal over het plotselinge verlies van haar 25-jarige verloofde, Margriet vertelt over haar pompfunctie van vijf procent en muzikant Hans Vos beschouwt het leven alsof het uit twee delen bestaat: vóór en na zijn hartaanval.

Uiteraard is er wederom meer te lezen over diverse medische interessante onderwerpen. Zo vertelt cardiothoracaal chirurg Peyman Sardari Nia over prehabilitatie en het nuttig besteden van de tijd op de wachtlijst. Ehsan Natour gaat in op het belang van goed voorbereid de operatie ingaan en Hans & Marion belichten de beleving van de patiënt. Prof. Dr. Majon Muller is aan het woord over de eerste hart-breinkliniek, die is geopend in Amsterdam UMC.

Dit is nog maar een kleine greep, dus lees snel verder. Wij wensen u veel leesplezier!

Vraag hier een proefexemplaar van het HPNLmagazine aan.

Internationale primeur voor Roermond winkelen voor je gezondheid

Roermond – De stad Roermond kent een internationale primeur met een winkel waarin alles draait om je gezondheid. Midden in de Roermondse binnenstad veranderde een pand aan de Steenweg 25 sinds vrijdag 12 mei in een center genaamd ‘Roermond Gezond 2030’ waarbij het winkelend publiek zijn mening mag geven over gezondheid en wat daarbij hoort. De ruimte wordt gebruikt om te bestuderen hoe je de gezondheidszorg kunt “delokaliseren”. Een moeilijk woord voor: ook op andere plekken dan alleen in dokterspraktijken of ziekenhuizen uit kunt oefenen.

Het gaat vooralsnog om een test waarbij onderzoekers van onder meer de Universiteit en het academisch ziekenhuis van Maastricht betrokken zijn, evenals de Hogeschool Zuyd. Die gaan zich buigen over vraagstukken als: kan de lokale horeca ondernemer een gezondere menukaart aanbieden? En kan de apotheek ook andere zorg verlenen?

De urgentie voor dit soort activiteiten is groot. De druk op de gezondheidszorg neemt immers toe, en tegenover een verwachte verdubbeling van de zorgvraag staat een afnemend aantal mensen dat nog in de zorg wil werken. Een zorginfarct voorkomen heeft uiterste prioriteit. Er dreigt er een benauwende situatie. Daarom moet er meer worden ingezet op het laagdrempelig aanbieden van zorg. Door bijvoorbeeld de eenvoudige gezondheidsdiensten zoals het meten van de bloeddruk bij meer aanbieders zoals in winkels beschikbaar te maken, kan de druk op de huisartsen en de ziekenhuizen verminderd worden. In Roermond wordt er nu onderzoek gedaan naar de mogelijke rol van de binnenstadondernemer hierin.

Strategiemedewerker Lucien Engelen van het Laurentius Ziekenhuis in Roermond slaagde erin de medewerking te krijgen van mensen uit de wereld van onderwijs, zorgverzekeraars, overheidsinstanties, zorgaanbieders en het bedrijfsleven. Samen werken zij aan een plan dat een blijvende, positieve impact kan hebben op de middenstand en gemeenschap.

Amsterdam UMC leidt AI-zoektocht naar hoog-risicovaatpatiënt

ACS; AMC, Kak Khee Yeung
Hart- en vaatziekten staan wereldwijd op nummer 1 als doodsoorzaak. Naar schatting overlijden er jaarlijks 17,9 miljoen mensen aan hart- en vaatziekten. VASCUL-AID, het grote Europese onderzoek onder leiding van Amsterdam UMC, focust zich op het voorspellen van het verergeren van vaatziekten bij mensen met een aorta aneurysma in de buik of slagaderverkalking in de benen (etalagebenen). Artificiële intelligentie (AI) speelt daarin een grote rol. VASCUL-AID krijgt voor het onderzoek een Horizon beurs van 6,4 miljoen euro.

Bij lopende onderzoeken is er veel aandacht voor het hart, maar de invloed van vaataandoeningen op deze grote aantallen sterfgevallen blijft vaak onderbelicht. Dit terwijl vaataandoeningen een sterke indicator zijn voor later overlijden aan hart- en vaatziekte. Kak Khee Yeung, vaatchirurg bij Amsterdam UMC en leider van het Europese onderzoek: “Onze vaten vormen een belangrijk onderdeel van het hart- en vaatsysteem dat mensen in leven houdt. Als je eenmaal een vaataandoening als aneurysma of etalagebenen hebt dan zien we dat verergering van deze ziektes ook de kans vergroot dat je uiteindelijk aan een andere hart- of vaatziekte overlijdt. Dat geeft ons aan dat we ook goed moeten onderzoeken hoe we deze aandoeningen die zich ogenschijnlijk buiten het hart afspelen, maar wel invloed hebben op de werking van het hart- en vaatsysteem, moeten stoppen.”

Specifieker behandelplan

Yeung: “Op dit moment is het nog niet mogelijk om het verloop van aneurysma of etalagebenen te voorspellen. Mensen leven in onzekerheid over het ziekteverloop waarbij er veel ziekenhuisbezoeken en behandelingen nodig zijn. Daarnaast zien we in de praktijk dat bij een kwart van de mensen met een aneurysma of etalagebenen op termijn problemen in het hart of een beroerte krijgen. De mensen met een hoog risico op verergering van hun vaataandoening en daarbij ook hoog risico op hartinfarct of beroerte wil je graag uit de grote groep halen om een specifieker behandelplan op te ontwikkelen. VASCUL-AID moet dit mogelijk maken.”

Hoog-risicovaatpatiënt identificeren met AI

Binnen VASCUL-AID wordt op Europese schaal samengewerkt aan de ontwikkeling van een data-infrastructuur waarin gegevens van patiënten met aneurysma of etalagebenen kunnen worden gemonitord. Zes klinieken in Europa zullen actief data van deze patiënten verzamelen uit genetische data en beeldvormende onderzoeken en er wordt gekeken naar eiwitprofielen in bloed en medicijngebruik. Daarnaast worden ook bestaande databases en biobanken gebruikt.

Data die de patiënten zelf bijhouden met hun telefoon of wearables spelen een belangrijke rol in het onderzoek. Hiervoor is een speciale app ontwikkeld. Denk daarbij aan het bijhouden van gegevens over dagelijkse activiteiten, kwaliteit van leven en hartslag. Yeung: “Uit al die data moeten dé markers worden ontdekt die alleen de hoogrisicogroep kenmerkt. Door de inzet van artificiële intelligentietechnieken gaan we al deze data analyseren om vervolgens de patiënten die een hoog risico lopen op verergering van de hart- en vaatziekte te identificeren. Zij kunnen dan eerder geholpen worden door bijvoorbeeld medicijnaanpassingen of eerdere chirurgische behandeling.”

VASCUL-AID wordt een van de grootste Europese prospectieve en validatiestudies waarbij artificiële intelligentie gebruikt wordt in hart- en vaatziekten om een persoonlijk behandelplan te ontwikkelen. Speciale aandacht binnen het onderzoek gaat uit naar het ontwikkelen van betrouwbare AI-tools die daadwerkelijk op de werkvloer kan worden gebruikt. VASCUL-AID krijgt voor het onderzoek een Horizon beurs van 6,4 miljoen