Als voorzitter van Hartpatiënten Nederland zet hij zich al vele jaren in voor hartpatiënten, maar afgelopen jaar werd hij onverwacht zélf geconfronteerd met hartproblemen. In maart onderging Jan van Overveld een openhartoperatie. “Zo’n operatie verandert je kijk op het leven.”
Jan is een mensenmens. Hij praat graag met mensen en krijgt als voorzitter van de stichting wekelijks heel wat hartverhalen te horen. Toch gaat het verhaal dit keer over Jan zelf. Acht jaar terug nam hij al het heft in eigen handen en koos hij voor een gezonde leefstijl: koolhydraatarm eten en veel bewegen. Dat zorgde ervoor dat hij kon stoppen met alle medicatie die hij slikte voor een hoog cholesterol, een hoge bloeddruk en diabetes type 2. “Ik voelde mijn conditie door alle medicatie enorm achteruitgaan, maar sinds ik mijn leefstijl heb aangepast, ben ik een ander mens. Het zorgde ervoor dat ik me tien jaar jonger voelde.”
Druk op de borst
Vanaf dat moment ging het met zijn gezondheid jaren goed, totdat hij vorig jaar november bij inspanning steeds vaker een lichte druk op de borst ervoer. “Ik ging ermee naar de dokter en kreeg een stoot prednison, maar de druk op de borst bleef aanhouden. Mijn huisarts wilde me naar de longarts sturen, maar doordat mijn vader vroeger meerdere keren een hartinfarct heeft gehad en ik de signalen herkende, dacht ik dat het weleens mijn hart zou kunnen zijn. Daarom ging ik liever naar mijn cardioloog in Roermond. De huisarts stemde daarmee in. Mijn cardioloog weet dat ik niet snel aan de bel trek, dus vond ook dat we moesten onderzoeken waar het vandaan kwam. Als het iets met mijn hart was, moesten we er tenslotte snel bij zijn.”
Ingewikkelde dotter
Uit onderzoek bleek dat er weleens sprake zou kunnen zijn van een vernauwing, omdat Jan aan de onderkant van zijn hart minder zuurstofrijk bloed had. “Ik werd onderzocht in het Maastricht UMC+, een van de ziekenhuizen waarin ik veel vertrouwen heb. Daar werd besloten dat ik zou worden gekatheteriseerd om te kijken wat er precies aan de hand was. Naar alle waarschijnlijkheid konden ze mij meteen dotteren, werd mij verteld, en kon ik daarna weer naar huis. Maar de cardioloog die mij katheteriseerde zei dat hij mij niet zou dotteren, omdat het probleem ingewikkelder bleek te zijn dan hij dacht. Eén van mijn kransslagaderen bleek over een grotere afstand helemaal dichtgeslibt te zijn. Hij kon dat wel met stents oplossen, maar dan moest hij er een aantal achter elkaar zetten en dat was een ingewikkelde dotter. Dit moest hij eerst voorleggen aan het team.”
Opereren
Jan wachtte thuis af en kreeg vervolgens een nieuwe oproep. Hij was er klaar voor om zich te laten dotteren, maar dat liep anders. “De artsen wilden me niet ongerust maken, maar ze hadden mijn gegevens nog eens onder de loep genomen en zagen ook verdachte plekjes in andere vaten. Ik hoopte dat ze na overleg alsnog tot de conclusie zouden komen dat ze me konden dotteren, maar het advies was opereren. Natuurlijk heb ik gelijk gezegd dat ik dat advies zou opvolgen. Deze mensen hebben jarenlang gestudeerd, dus daar vertrouw ik blindelings op. Weer ging ik naar huis, waar ik moest afwachten wanneer ik zou worden geopereerd.”
Complexe bypassoperatie
Eenmaal thuis kwam alles in een stroomversnelling terecht. Jan had gedacht een lang traject in te gaan, maar er bleek toch haast bij te zijn. “Eén van de drie kransslagaderen was voor een gedeelte helemaal verkalkt, de tweede zat verstopt en in de derde en meest belangrijke kransslagader zaten twee vernauwingen. Er was dus een vrij complexe bypassoperatie nodig.” Jan is rasoptimist, maar soms loopt dat optimisme een deuk op. Dit was zo’n moment. “Het was geen forse deuk, zoals wanneer je afscheid neemt van een dierbare, maar het tastte wel even mijn positiviteit aan. Ik zag mijn vader voor me, die op mijn veertiende ook een hartoperatie onderging. Dat was een hele andere tijd, maar ik weet nog dat het een heel proces was. Zes weken lag hij in het ziekenhuis en de operatie had een behoorlijke impact. Gelukkig heb ik mijn positiviteit snel kunnen terugvinden, mede door veel gesprekken te voeren met een goede vriend en tevens oud-cardioloog. Onbewust ben ik me gaan voorbereiden op het ergste.”
Tien kilometer per dag
Jan wilde zo fit mogelijk de operatie in. Daarom is hij vanaf dat moment volop aan zijn conditie gaan werken en nóg beter op zijn voeding gaan letten. “Ik besloot tien kilometer per dag te gaan lopen en ben daar heel serieus mee aan de slag gegaan. Negen accepteer ik niet van mezelf. Uit onderzoek is gebleken dat het goed is om al vóór de operatie te starten met de revalidatie en dit de eerste week na de operatie meteen weer op te pakken. Zelfs op de dag dat ik werd opgenomen, 13 maart, heb ik nog gelopen. Ik ging samen met mijn vrouw en kinderen van tevoren lunchen in het restaurant tegenover het ziekenhuis en ben vanaf daar naar het ziekenhuis gelopen. Zo kon ik tóch nog wat stappen maken.”
Plotseling patiënt
De dag erna, 14 maart, is Jan vervolgens door Peyman Sardari Nia en zijn team geopereerd. De operatie ging gelukkig heel goed. “Toen ik wakker werd, was mijn eerste gedachte: gelukkig, ik ben er nog. Maar ik was ook ineens patiënt. Eerder voelde het alsof ik alles aankon, maar op dat moment realiseerde ik me hoe kwetsbaar we als mens eigenlijk zijn. Ineens was ik afhankelijk. Ik moest uit bed worden geholpen, er moest me een spuugbakje worden aangereikt… Daar had ik moeite mee. Alles moet je uit handen geven. Je kunt helemaal niets als je net na de operatie op de IC ligt. Daarnaast deed de wond ontzettend veel pijn en zag ik op de zaal van alles gebeuren, maar door de tube in mijn mond kon ik me niet uiten. Het is een ingrijpende gebeurtenis.”
Naar huis
De volgende ochtend werd Jan al van de IC naar de gewone afdeling gebracht. Hij was er heilig van overtuigd dat hij in het ziekenhuis niet kon aansterken en dat het echte herstel thuis pas begon. Daarom wilde hij zo snel mogelijk zijn bed uit. “Ik dacht: hoe langer ik blijf liggen, hoe langer het duurt voordat ik weer kan lopen. Ik wilde stappen gaan zetten. Waar een wil is, is een weg, denk ik altijd. Meestal heb ik ook een sterke eigen wil. Als ik ergens voor ga, ga ik er volledig voor.” De eerste dagen probeerde Jan dan ook al wat te lopen en te oefenen. Wonderbaarlijk genoeg mocht hij het ziekenhuis uiteindelijk al na drie dagen verlaten. “Het was voor het ziekenhuis geen makkelijk besluit, want ik was, naar verluidt, de eerste patiënt die na een vergelijkbare forse ingreep zo snel is ontslagen. Mijn vrouw en kinderen geloofden me niet eens toen ik vertelde dat ik al naar huis mocht. Ik zei: kom me nu maar halen, want anders kom ik met de taxi.”
Wandelroutes
Jan kon nog niet lang lopen en was door de operatie erg verzwakt. Daarom had hij allerlei routes voor zichzelf uitgestippeld om in de omgeving te kunnen lopen. “De dag nadat ik het ziekenhuis had verlaten, ben ik ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds naar buiten gegaan om te lopen, ook al waren het kleine stukjes. De eerste week liep mijn vrouw met me mee, vanaf de tweede week liep ik zelf. Natuurlijk lette ik goed op signalen van mijn lichaam, want dat is tenslotte de grootste graadmeter. Zo ben ik langzaamaan mijn conditie weer gaan opbouwen. Mij was verteld dat ik blij mocht zijn als ik tachtig procent terug zou krijgen, maar waarom zou ik niet voor de honderd procent gaan?”
Osteopathie
Hij focuste zich volledig op zijn herstel en liep na vier weken alweer acht kilometer per dag. Toen hij na zes weken op controle kwam bij zijn cardioloog, vroeg deze hem of hij nog steeds niet was geopereerd, vertelt Jan lachend. “Hij was ronduit verbaasd en vond dat ik naar binnen liep alsof er niets aan de hand was. Vóór de operatie ben ik bewust onder behandeling gegaan bij een osteopaat, omdat osteopathie in Frankrijk en Duitsland heel hoog staat aangeschreven. Die behandelingen hebben zeker bijgedragen aan hoe ik de operatie in ging en uit kwam. Ook nu ga ik nog eens in de zes weken naar mijn osteopaat en sport ik. Dat gaat soms nog moeizaam, maar komt naar mijn idee deels door bijwerkingen van de medicijnen. Daar heb ik wel last van, maar ik zie ook het belang van medicatie. Ik heb tegen de artsen gezegd dat ik een jaar lang medicijnen slik zonderte zeuren, daarna praten we verder. Als zij zeggen dat het nu nodig is, vertrouw ik daarop.”
Wilskracht
Jan doet inmiddels weer alles en is volop aan het werk. Af en toe laat zijn geheugen hem nog in de steek en is hij sneller moe. Ook heeft hij soms last van een opgejaagd gevoel, maar daarbuiten maakt hij het goed. “Ik ben altijd bezig. Een dag mag van mij wel zesendertig uur hebben. Ik vind het vaak vervelend en lastig om naar bed te gaan en heb wel drie levens nodig met alles wat ik wil en doe. Eerder kon ik dingen wat makkelijker uitstellen, maar nu heb ik daar meer moeite mee en krijg ik er eerder stress van. Dat is sinds de operatie wel anders.” Niet alleen dat is veranderd, maar ook zijn kijk op het leven en de zorg voor hartpatiënten. “Juist door deze persoonlijke ervaring besef ik alleen maar meer hoe belangrijk het is dat gezondheidszorg voor iedereen beschikbaar is. Ik ben dankbaar dat ik door een heel goed team ben behandeld en een effectieve operatie heb gehad. Ik ben ervan overtuigd dat ik het leven niet voor niks heb gekregen. Ik heb het niet gekregen om verbitterd te raken en thuis achter de geraniums te zitten. Met wilskracht kom je gelukkig een heel eind. Dat heeft me tot nu toe ver gebracht.”
De stichting
Buiten zijn wilskracht hebben ook zijn naasten hem door alles heen geholpen. “Omringd zijn door mensen die om je geven en je steunen is heel fijn, ook als het emotioneel even wat minder gaat. Alle berichtjes die ik heb gekregen, waren hartverwarmend. Het is heel prettig als mensen met je meeleven. De verantwoordelijkheid die ik voelde richting mijn familie, maar ook de stichting, zorgde ervoor dat ik snel weer aan de slag ging. Ik ben hier nog steeds hard nodig en het blijft me veel voldoening geven. In 1988 begon ik bij de stichting met het organiseren van reizen onder medische begeleiding. Mijn vader was dat jaar ervoor na een lang ziekbed overleden. Ik ben nog altijd blij dat ik me vanaf dat moment ben gaan inzetten voor de stichting en nu nog steeds betrokken ben bij de wereld van het hart. Dat voelde ik al zo, maar nu alleen nog maar meer.”
Cardiothoracaal chirurg Peyman Sardari Nia: “Ik heb Jan geopereerd aan zijn hart, een bypassoperatie. Deze operatie wordt meestal uitgevoerd met aderen uit het been en een borstslagader. Maar bij deze operatie kon ik beide borstslagaderen gebruiken. Dat geeft op de langere termijn betere resultaten, maar is technisch uitdagender. In Europa wordt dit slechts in ongeveer tien procent van de gevallen uitgevoerd. Jan heeft een bijzonder herstel gehad. Dit snelle herstel is te danken aan de succesvolle ingreep, maar ook aan zijn uitstekende conditie vóór de operatie. Ik zeg altijd tegen mijn patiënten: als je een diepe wond op je hand hebt die hechtingen nodig heeft, zijn de hechtingen belangrijk voor het herstel, maar de daadwerkelijke genezing komt van het lichaam zelf. Daarom is het van groot belang om goed voor je lichaam te zorgen, zodat het in staat is om te herstellen wanneer dat nodig is.”
Tekst: Laura van Horik
© Fotografie Jeroen Kuit
© Fotografie Léon Geraedts
Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.