default-header
HomeNieuwsBij Gezondheidscentrum Honné heeft de cliënt het voor het zeggen

Bij Gezondheidscentrum Honné heeft de cliënt het voor het zeggen

woensdag 25 mei 2011, door Hartpatiënten Nederland

HORN – Steeds meer mensen hebben behoefte aan zorg op allerlei gebied. Een cliënt wil vooral beter worden of op zijn minst zichzelf in het leven van alledag kunnen redden.

Hoe de cliënt beter wordt en wie hem of haar daarbij helpt, doet veel minder ter zake.

Met dat uitgangspunt voor ogen kochten Henry en Carolien Honné de oude bieb in het Limburgse plaatsje Horn, vlakbij Roermond. In de inmiddels grondig verbouwde ,bieb’ werken sinds de opening daags na Pasen allerlei specialisten in de zorg samen.

Voor de lezer van het Hartbrug Magazine is Henry Honné geen onbekende. Hij adviseert Hartpatiënten Nederland en beantwoordt vragen van lezers. In 1988 begon hij als fysiotherapeut in een verpleeghuis en  astmacentrum. Daar leerde hij onder meer omgaan met mensen die een beroerte hadden gehad. Hij besloot zich daarin te specialiseren en is na een grondige studie één van de acht  Nederlanders die met succes een Masterstudie Neurorevalidatie afgerond hebben. Met dat unieke diploma op zak kon de voormalige fysiotherapeut zich ontplooien als zorgmanager en eerstelijns-zorgspecialist.

Door zijn ervaring met mensen met chronische neurologische aandoening ontstond bij Honné een idealistische visie. Zijn motto is samenwerken, en daarbij veel van elkaar leren om zodoende de kwaliteit van de zorg te verbeteren. ,,De zorg is vaak verschrikkelijk versnipperd’’, weet Honné. ,,Dat is erg lastig voor de cliënt , maar ook voor de behandelaars. Door samen te werken in één gebouw kunnen de betrokken behandelaars de zorg beter op elkaar afstemmen. Bovendien krijgt de patiënt de gelegenheid bij één bezoek meerdere behandelaars te ontmoeten. Daardoor kunnen zowel patiënt als betrokken behandelaars onderlinge goede afspraken maken. Die afspraken worden tijdens dit speciaal gezámenlijk overleg (shared decision making) waaraan zorgvrager en zorgverlener op voet van gelijkheid deelnemen, vastgelegd in een voor het gezondheidscentrum ontwikkeld digitaal dossier. Dat verhoogt de kwaliteit van de geboden zorg.’’.

,,Voorop staat dat we luisteren naar de cliënt ’’, benadrukt Honné. ,,Als iemand komt revalideren na een hartinfarct heeft het weinig zin om hem de fiets op te krijgen en hem daar inspanningen te laten verrichten, als de patiënt in zijn dagelijkse doen nooit op de fiets stapt. We gaan dus eerst praten met de cliënt. Hoe doet hij zijn boodschappen bijvoorbeeld. Als blijkt dat hij die met de auto gaat halen, helpen we hem bewegingen te oefenen die het in- en uitstappen vergemakkelijken’’.

Zomaar een voorbeeld. Patiënten hebben vaak niet één probleem, maar een complex geheel aan fysieke of neurologische problemen. Voor elk van die zaken moeten cliënten  nu vaak naar afzonderlijke zorgverleners. Dat leidt tot steeds andere afspraken, steeds weer naar een wachtkamer, steeds weer reizen. In het nieuwe centrum van Honné is dit probleem aangepakt en opgelost. Alle dienstverleners en zorgverleners zitten bij elkaar in één gebouw. De zorgverleners wisselen informatie over cliënten uit via een soort van mini- elektronisch patiëntendossier, een mini-epd als het ware. Maar dan wel een epd waar de cliënt volledig mee kan bepalen wat daar wel of niet komt in te staan en wie wat mag inzien.

,,Het gebouw is zo gemaakt dat iedereen bij elkaar binnenloopt’’, legt Honné uit. ,,Centraal staat de vraag: wat heeft de patiënt nodig? Het team gaat dan samen met de cliënt  de overlegruimte in om te kijken welke zorg het beste voor hem of haar is. We behandelen de mensen thuis, of desnoods op straat’’.

In het gezondheidscentrum in Horn zijn zes kamers voor fysiotherapie. Daarnaast zijn er kamers voor een ergotherapeute, een logopedist, een podotherapeut, een pedicure, een haarspecialist voor mensen die bestraald zijn, een diëtist, iemand die verstand heeft van (elegante) steunkousen en modezorg (denk aan een prothese-beha’ of een badpak met een prothese), een psycholoog en een bedrijfsarts. Bovendien zijn de verwijzende huisartsen via de mini-epd betrokken bij de behandeling. Zij kunnen deelnemen aan het overleg of, op afstand, reageren in het digitaal dossier. De verwijzende arts blijft de spil in deze samenwerking, zoals dat hoort in de eerstelijnszorg.

,,De cliënt is de baas, waarbij de patiënt samen met anderen bepaalt wat de beste zorg is’’, benadrukt Honné. ,,Vroeger werden de witte jassen opgeleid om hun ”truc” te doen. Zij deden wat hun geleerd was, vanuit het zorgaanbod, dat hen geleerd is. Dat is nu allemaal anders. Het kan de cliënt immers niet schelen wie hem beter maakt, als hij maar beter wordt’’. De zorgvraag staat nu veel meer voorop!

Door de nieuwe ontwikkelingen in de zorg leven cliënten  met een chronische aandoening veel langer dan vroeger, soms wel twintig jaar langer. Al die tijd hebben deze mensen zorg nodig van allerlei aard. Dat eist een integrale aanpak, vindt Honné. Fysiotherapie kan bijvoorbeeld de motoriek bij iemand verbeteren die een beroerte heeft gehad. Maar de ergotherapeut kan de cliënt  leren zichzelf weer aan te kleden. De logopedist helpt hem of haar weer verstaanbaar te spreken, terwijl de diëtist voedingsadviezen kan geven om beter met slikproblemen om te gaan.

De zorg die Honné levert is ook voor zorgverzekeraars veel goedkoper dan mensen naar een revalidatiecentrum te sturen, waar ze ook moeten overnachten. ,,In principe moet je die zorg thuis kunnen krijgen’’, zegt Honné. ,,En dat kan meestal ook. Het belangrijkste wat we hier doen om dat te bereiken is samenwerken’’.  Uiteraard moet de cliënt wel in staat zijn om thuis te kúnnen blijven, via ondersteuning van familie, thuiszorg of andere (mantel)zorgers.

,,We moeten in de zorg leren luisteren naar cliënten. Om het wat duur uit te drukken: fysiotherapie werkt op de meeste plaatsen nog teveel op functieniveau en te weinig op activiteiten- en/of participatieniveau. Wat wij doen is het vertalen van de dagelijkse besognes naar de therapiesituatie. Als fysiotherapeuten iemand leren om honderd meter te lopen, heeft dat weinig zin als zo iemand in zijn dagelijkse leven zeshonderd meter moet kunnen lopen. Dat moet je vooraf onderzoeken. Welke afstanden moet iemand kunnen overbruggen voor zijn dagelijkse boodschappen, bezoek of pinnen. De buurvrouw wordt ook weleens bezocht. In de therapiesituatie kan de “winst”van de therapie, misschien wel in een toegenomen loopafstand uit te drukken zijn, maar het hoort te gaan bij therapie om leven en wat je dáár voor nodig hebt.

In Nederland zijn inmiddels 160 gezondheidscentra. Het centrum in Horn is echter uniek, juist omdat dit centrum het enige centrum is, waar de (huis)arts niet aanwezig is in het gebouw. ,,Ik wil aantonen dat dit centrum meerwaarde heeft. Ik wil laten zien dat de cliënt  beter geholpen is als hij zelf kan meebeslissen over de noodzakelijke zorg. En ik wil aantonen dat zowel cliënt en behandelende zorgverleners  ook meer tevreden zijn over deze wijze van samenwerken. Bovendien neemt door onze manier van werken de autonomie van de patiënt toe. Hij is zelfstandiger, kritischer en mondiger, heel anders dan wanneer hij als consumerend patiënt de oude molen in gaat. Hoe we dit willen aantonen? We stellen een gezamenlijk behandelplan op, dat gaande de rit kan worden bijgesteld. We evalueren volgens de laatste stand van de wetenschap en stellen zonodig de behandeling bij. We schakelen de cliënt in bij zijn/haar behandelproces bij het maken van beslissingen. Als overkoepelende maat voor de meerwaarde van deze behandeling willen we de toegenomen veranderingen van de autonomie(zelfstandigheid, zelfredzaamheid en zelfbeschikking) aantonen.

En datgene wat geldt voor een cliënt met een neurologische aandoening, geldt grotendeels ook voor een hartpatiënt, diabetespatiënt , longpatiënt en voor die steeds groter wordende groep van mensen, die met een chronische aandoening nog jaren zelfstandig willen leven’’.

Voor meer informatie:

Praktijk voor fysiotherapie Honné

Fysiohonnee.nl 0475-581536        

fysiotherapie- sportfysiotherapie- tapen en bandageren- manuele therapie- bedrijfs/arbeidsfysiotherapie- neurorevalidatie- oedeemtherapie-  oncologische fysiotherapie- hart- en longrevalidatie- McKenzie- valtraining- diverse beweegprogramma’s

Geschreven door onze Adviseurs.

Geef een reactie