Als de blaadjes vallen….

Als de zomer voorbij is, het schooljaar weer is begonnen, komt de herfst weer in zicht. Een seizoen waar de bomen de mooiste kleuren hebben en er nog meer genoten wordt van die ene mooie zonnige dag.

Het weer gaat veranderen. De luchtvochtigheid is hoger, de temperaturen wisselen en het kan opeens gaan regenen. Ik begin met mijn tussenjas, maar pak snel mijn winterjas. En ook zit er standaard een parapluutje in mijn werktas.

In de periode dat we langzaam gedag zeggen tegen de zomer en de herfst gaan verwelkomen, merk ik dat mijn lichaam harder moet werken. Of zou het moeite hebben met afscheid nemen? Aan het eind van de dag, plof ik op de bank neer. In de ochtend heb ik de hoop dat ik mijn wekker verkeerd heb gezet en ik nog een uurtje kan slapen of dat het weekend is en ik zelfs kan blijven liggen. Maar niets is minder waar. Een nieuwe dag is toch echt aangebroken. En omdat ik blij ben met elke dag die mij is gegeven, sta ik toch met een (neppe) glimlach onder de douche. Halverwege de dag krijg ik pijn in mijn lijf. Mijn bovenbenen, vanwege de zenuwbeschadiging na de operaties, mijn bovenlijf en dan vooral bij mijn schouders. Ook een signaal van mijn lijf ik dat ik op tijd in bed moet gaan liggen, om mijn lichaam echt te laten ontspannen.

Op het moment dat ik op bed lig en mijn lichaam rust geeft, gaat mijn hoofd aan het werk. Dit is namelijk ook de periode waarin de afgelopen jaren 3 van de 4 ablaties hebben plaatsgevonden. En vorig jaar september nog een cardioversie is uitgevoerd. En bij alle keren ging hier een verkoudheid, griep of ontstoken ogen aan vooraf. Mijn lichaam was op die momenten verzwakt en de hartklachten namen toe.

Bij het wakker worden met keelpijn, het eerste kuchje of twee keer niezen, ben ik toch een beetje bang dat we weer zo’n fase in gaan. En ik heb daar zo geen zin in. Maar…. Nu ik deze column typ, is het november en kan ik voor het eerst in jaren echt genieten van de herfst, de verkleurde en vallende blaadjes en kan ik het aantal keer niezen op één hand tellen!

Ashley Verkerk

Deze column verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Eindelijk een compleet en leesbaar handboek over het vrouwenhart


Huisartsen en cardiologen hebben vanaf nu geen argument meer om vrouwen met hartklachten ten onrechte weg te sturen. En vrouwen kunnen voortaan een boek meenemen om hun huisarts te overtuigen: eindelijk is er een echt handboek, dat een compleet overzicht geeft over vrouwen en hartklachten – en nog prima leesbaar ook!

Ook vrouwen krijgen een hartinfarct, heet dat boek, geschreven door cardioloog Jobst Winter, ervaringsdeskundige Caroline Verhage en journalist Petra van der Kwartel. Caroline werd jarenlang niet serieus genomen met haar klachten, waarna ze het initiatief nam voor de stichting Vrouwenhart.

Storm

Sinds de presentatie van het boek op 16 september in Nieuwspoort loopt het storm. “Dit boek is uniek in Nederland, zoiets is nooit eerder gedaan”, vertelt Caroline. Het boek vult een gat in de markt.

“Hartproblemen bij vrouwen worden vaak niet (h)erkend, veel vaker dan bij mannen, en vooral bij vrouwen tussen de 35 en 60 jaar. Het lijkt wel alsof het vrouwenhart nog steeds niet landt bij veel huisartsen, cardiologen en bij mensen zelf.”

“Komt dit omdat het over vrouwen gaat? Als mannen zoiets zou overkomen, was het al lang geregeld. Misschien zijn vrouwen te afwachtend. We hebben het hier wel over doodsoorzaak nummer één bij vrouwen!” Dagelijks overlijden er 54 vrouwen aan hart- en vaatziekten.

Opleiding

“De studie cardiologie duurt in totaal zo’n twaalf jaar, eerst de zes jaar durende geneeskundestudie en daarna een specialisatie opleiding cardiologie van nog eens zes jaar, waarvan twee jaar interne geneeskunde en vier jaar cardiologie en is hiermee een van de langste artsenopleiding die er is. Maar voor het vrouwenhart is er in de opleiding nog steeds veel te weinig aandacht. Voor de kennis over de vrouw is slechts drie maanden gereserveerd, als bijvak. En als je iets niet weet, kun je er ook niks mee.”

“We horen van veel vrouwen dat ze werden weggestuurd ondanks pijn tussen de schouders en kortademigheid, of kramp. Die vrouwen hebben lang moeten zoeken naar de juiste diagnose. Gelukkig is het boek er nu. Vrouwen kunnen dat voortaan meenemen naar hun huisarts of cardioloog. Dan leert die er bovendien ook wat van.”

Instinct

“Het is belangrijk dat vrouwen zichzelf goed informeren zodat ze goed beslagen ten ijs komen bij de huisarts. Ik zeg: vertrouw op je instinct, laat je niet met een kluitje in het riet sturen. Zorg dat je serieus genomen wordt en dat je goede uitleg krijgt. En laat je niet wegsturen!”

“Typische vrouwenkwalen als SCAD of coronaire vaatdysfunctie worden maar al te vaak niet herkend. In beide gevallen lijkt er vaak niks aan de hand, ook niet na katheterisatie. Een SCAD is een scheurtje in de binnenwand van de slagader. Daarvan kun je behoorlijk beroerd zijn, en een hartinfarct krijgen. Het komt veel voor tijdens de zwangerschap en in de menopauze, zeker als er ook een genetische aanleg is. Vraag om een second opinion als je je niet serieus genomen voelt. Een cardioloog moet immers weten waar hij of zij naar moet zoeken, anders vindt die niks.”

Gebroken hart

“Het gebroken hartsyndroom is ook iets waarover weinig bekend is. In het boek besteden we er aandacht aan. Als je vreselijke dingen meemaakt zoals een echtscheiding, een andere emotionele gebeurtenis, hevige schrik of het verlies van een geliefd persoon, kan je hart er zo erg onder lijden, dat je serieuze hartproblemen oploopt. Liefdesverdriet is berucht in deze. Maar weet je wat het is? Als een cardioloog een studie heeft gedaan en denkt dat hij alles over het hart weet, maar niks heeft geleerd over de verschillen tussen man en vrouw, gaat het mis. Veel cardiologen hebben een enorm hiaat in kennis. Dit soort dingen moet in hun opleiding worden meegenomen. Vergis je niet: dagelijks gaan 54 vrouwen dood aan hart- en vaatziekten tegenover 52 mannen. Vrouwen, dat is de helft van de bevolking – zo’nnegen miljoen mensen dus!”

Impact

“Vooral in de leeftijd van 35 tot 65 jaar worden problemen van het vrouwenhart vaak niet (tijdig) onderkend. Als vrouwen uitvallen, heeft dat een enorme impact op hun omgeving, zeker als ze meewerken in onze maatschappijen daarnaast een belangrijk taak in de huishouding hebben.”

“Daarom is het goed dat er nu een boek is waar alle belangrijke problemen rond het vrouwenhart op een rijtje gezet zijn. Niet alleen goed voor vrouwen en voor artsen. Maar ook economisch is zo’n boek van belang: achterblijvende geneeskunde voor vrouwen kost de samenleving jaarlijks 7,6 miljard aan verzuim en zorg! Waar vrouwen uitvallen blijven betaalde en onbetaalde werkzaamheden ongedaan.”

Aanrader

Het eerste exemplaar van het boek werd op 16 september uitgereikt aan voormalig minister van Volksgezondheid Pia Dijkstra. Het boek is een aanrader, bijna een must voor iedere vrouw (en man) die wil voorkomen dat vrouwen van het kastje naar de muur worden gestuurd met hartproblemen. Een goed leesbare gids door de veelheid van hartproblemen. En het boek biedt wijze lessen aan huisartsen, cardiologen en niet te vergeten het algemene publiek.

Vrouwenhart

Het boek is een initiatief van Stichting VrouwenHart, allemaal vrijwilligers, waarvan Caroline naast initiatiefneemster ook voorzitter is. Via een website en facebookpagina geeft de stichting voorlichting en informatie over het anders ziek worden van een vrouwenhart. Ook zijn er diverse Facebook groepen voor lotgenotencontact. Een van de vrijwilligers van de stichting is ervaringsdeskundige Jacobien Koopmans. Zij vertelt haar verhaal elders in dit magazine.

Het boek “Ook vrouwen krijgen een hartinfarct” vind u hier

Tekst: Henri Haenen
Foto: Caroline Verhage

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

 

Rons hart stopte na foute diagnose huisarts: 8 minuten geen zuurstof

Een zonnesteek. Dat was de simpele diagnose van de waarnemend huisarts toen Ron van den Bosch zich ruim tien jaar geleden bij hem meldde met pijn, misselijkheid en vermoeidheid. Ron moest maar even rustig aan doen. Enkele weken later zakte Ron tijdens een voetbalwedstrijd in elkaar. Hartstilstand. Na acht minuten bewusteloos op de grond gelegen te hebben vond iemand hem. Ron was inmiddels helemaal blauw aangelopen.

“Als de waarnemend huisarts eind juli 2014 voor de zekerheid bloed laten prikken, dan was aan het licht gekomen dat ik een licht hartinfarct had en dat dit door drie vernauwingen was ontstaan. Dan had ik gedotterd kunnen worden en was ik klaar geweest met drie medicijnen. Dan had ik vervolgens op 11 oktober waarschijnlijk geen zwaar hartinfarct en hartstilstand hoeven krijgen; en zou op 26 november 2014 ook geen ICD hoeven te worden geïmplanteerd. Nu slik ik mijn hele leven lang negen soorten medicijnen en kreeg ik op 12 september al de 2e ICD. En doordat ik bij het reanimeren op het sportveld braaksel in mijn longen had gekregen, had ik een zogenoemde chemische longontsteking, en zat er vocht tussen mijn hart en de longen in.”

Desastreus

Ron vat op deze manier samen wat voor desastreuze gevolgen de handelwijze van de huisarts had, in juli, na een eerste hartinfarct, die als zonnesteek werd afgedaan. Drie maanden later, op 11 oktober, ging bij Ron tijdens een voetbalwedstrijd in Schinnen het licht uit.

Rons hart stond al acht minuten lang stil, toen iemand hem zag liggen bij de kleedkamers. Gelukkig voetbalde bij de tegenpartij IC-medewerker Rob Lardinois van Zuyderland in Heerlen, die samen met een fysiotherapeut van revalidatieoord Adelante in Heerlen begon met reanimeren. Beide reddende engelen voetbalden voor RKSV Bekkerveld uit Heerlen tegen de club waarin Ron speelde, FC Schinnen.

Maastricht

“Op weg naar Maastricht ben ik in de ambulance nog eens weggevallen. Ik had hoge hartritmestoornissen. De derde nacht in het ziekenhuis kreeg ik zevenmaal een elektrische schok toegediend. Ook had ik trombose in het rechteronderbeen waarvoor ik een jaar lang nog een extra bloedverdunner moest slikken en iedere vrijdagochtend bloed moest laten prikken. Ik moest opnieuw leren slikken. De eerste dagen dat ik weer bij was, kreeg ik alleen kleine stukjes boterham, bouillon of vla te eten. Ik heb zelfs opnieuw moeten leren lopen. Op twee dagen na lag ik zeven weken in het ziekenhuis, bijna vijf weken in Maastricht en daarna nog twee in Sittard.”

Litteken

“Dat ik eind juli waarschijnlijk al een licht hartinfarct heb gehad, bleek uit een klein litteken op mijn hart. Door de acht minuten die ik vervolgens van de wereld af ben geweest, zit er een groot litteken op mijn hart. Daardoor is de linkerboezemkamer beschadigd. Door de linkerboezemkamer wordt bij een gezond mens 55 tot 60 procent zuurstofrijk bloed door het lichaam gepompt. Bij mij is dat nog maar voor 30 procent. Actief voetballen kan niet meer. Ik slik nu dagelijks negen soorten medicijnen, moet om het half jaar op controle bij de cardioloog en de ICD laten uitlezen.“

Coma

“Het ziekenhuis hield me twee weken in slaapcoma vanwege mijn hartritmestoornissen. Ze hebben drie stents geplaatst. Mijn vader waakte vier nachten bij me en vertelde achteraf, dat ze me zeven keer elektrische shocks moesten geven al die tijd. Na het slaapcoma hebben ze me 2,5 week met medicijnen in slaap gehouden. Toen ik wakker werd was ik 8,5 kilo afgevallen en had ik een baard als een Arabier.

Ik kreeg tijdens mijn coma zuurstof via een buis die door een gaatje in mijn keel mijn longen in ging. Ik heb er nog een litteken van. Ik was heel kritiek, kreeg ook nog trombose in mijn been.”

Vogelnestje

“Eenmaal wakker kon ik nog geen pen vastpakken, laat staan lopen. Zo moest ik ’s nachts dringend naar het toilet en probeerde naar de wc te lopen. Maar ik zakte onmiddellijk door mijn benen en viel met mijn hoofd tegen het nachtkastje. De verpleging heeft toen een “vogelnestje” rond mijn bed gezet, stangen rondom, zodat ik er niet meer uit kon.”

Kasplantjes

“Na vijf weken werd ik overgeplaatst naar Zuyderland in Sittard, waar de dienstdoende cardioloog me vertelde dat ik veel geluk had gehad. Een hartstilstand van acht minuten is niet iets wat veel mensen kunnen navertellen, zei hij. De limiet ligt ergens rond de zes minuten, de meeste mensen die acht minuten zonder zuurstof overleven worden kasplantjes of raken verlamd. Van de tien komen er maar twee door bovendien, aldus die cardioloog. Het feit dat ik al vanaf mijn zesde voetbalde en zwaar werk deed in de groenvoorziening, had gezorgd voor een goede conditie. Dat was mijn redding geweest.”

ICD

Ron kreeg een ICD en begon met het opbouwen van zijn conditie. Tien jaar later sloeg die ICD meermaals alarm, hoewel hij nooit een schok kreeg al die tijd. “Waarschijnlijk zat er een breuk in de kabel”, vertelt Ron. “Ik moest dus een nieuwe ICD. Die werd op 12 september geïmplanteerd in Maastricht.”

Door alles wat hij heeft doorgemaakt inclusief een echtscheiding en meerdere vergeefse pogingen van zijn werkgever hem te lozen na zijn hartstilstand, kijkt Ron nu anders tegen het leven aan als vroeger. “Ik maak me niet meer zo druk over van alles zoals vroeger”, zegt hij. “Ik geniet van de kleine dingen in het leven!”

Tekst: Henri Haenen
Foto: Ron van den Bosch

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

 

 

Het belang van ongezonde keuzes

Dit lijkt op het eerste oog misschien een vreemde titel, ik heb al zoveel geschreven over waarom gezond en gezondheid belangrijk zijn. Waarom zou ik nu ineens op ongezonde keuzes gaan richten? En waarom zou jij ongezonde keuzes maken? Daar zijn hele duidelijke redenen voor die ik in dit artikel zal toelichten.

De wisselwerking van hormonen

Bij alle soorten eten vindt er een wisselwerking plaats van je hormonen. Op het moment dat we iets proeven dat lekker is, wordt er serotonine aangemaakt, als we koolhydraten eten insuline en ook een beetje dopamine, het hormoon ghreline vertelt je dat je honger hebt, en leptine geeft aan dat je vol zit. Onszelf voeden is dus een mooie dans van hormonen.

De rol van ons stresshormoon

Dan hebben we nog ons stresshormoon, cortisol, dat wordt geactiveerd door een stressrespons. Bij stressrespons denken we vaak aan een vervelende situatie op het werk, of een ruzie met je partner. Maar wist je dat voeding ook een stressrespons kan veroorzaken? Of eigenlijk de reactie die wij hebben op voeding.

Zo focussen we ons vaak op het maken van gezonde keuzes en we hebben de neiging hier wat te ver in door te slaan. De meeste mensen zullen de negatieve spiraal wel herkennen die samenhangt met het niet lukken van gezond eten, of teveel ongezond hebben gegeten. Deze negatieve spiraal veroorzaakt een stressrespons. Deze stressrespons verstoort vervolgens allerlei processen. Omdat cortisol vrij hoog op de hormoon-hiërarchie staat (deze krijgt dus voorrang op andere hormonen) zorgt het ervoor dat je vertering wordt verstoort, je voedingsstoffen minder goed worden opgenomen en belangrijke stofjes zoals serotonine en dopamine worden verstoord.

Het belang van genieten

Eigenlijk gaat dit artikel dus nog niet eens over ongezonde keuzes, maar over het belang van genieten. Daarmee ook het doorbreken van bovengenoemde negatieve spiraal. Dit artikel is eigenlijk een oproep om van eten, gezond of ongezond, maximaal te gaan genieten. Dit zet namelijk een positieve keten in gang van allerlei stoffen, er wordt dopamine aangemaakt, wat ons een tevreden gevoel geeft. Het lichaam geeft serotonine af, wat ons een geluksgevoel geeft. Er worden ook endorfinen aangemaakt, die onder andere stress verlagen maar ook pijn verminderen en een euforisch gevoel geven.

Deze heerlijke geluksgevoelens en het onderdrukken of verminderen van de stressrespons hebben dus ook een positief effect, ook al heb je misschien net een wijntje teveel op, of een reep chocolade weggewerkt. Want we onderschatten nog steeds het effect van stress op ons lichaam, ik zou zelfs durven stellen dat stress een slechtere invloed heeft op je systeem dan een ongezonde keuze maken met voeding.

De negatieve spiraal doorbreken

Het is daarom belangrijk om de negatieve spiraal te doorbreken, de oordelen die je hebt over je ongezonde keuzes én over zondigen in het algemeen los te laten. Makkelijker gezegd dan gedaan toch? Het begint bij de innerlijke dialoog, de dingen die jij tegen jezelf zegt over hetgeen je doet. Probeer je eerst bewust te worden van de dingen die je tegen jezelf zegt, dus eet je een frietje en gaat het gesprek met jezelf zo: “waar ben je nou mee bezig, je weet dat dit niet goed voor je is, waarom eet je dit nou weer”… etc. dan creëer je hiermee die negatieve spiraal. Zeg je tegen jezelf: wat een heerlijke traktatie is dit, daar ga ik eens enorm van genieten, dan komt dus bovengenoemde positieve reactie op gang.

Begin er dus eens mee om jezelf niet af te straffen en positief te zijn ongeacht welke keuze je maakt. Wil je een reep chocola opeten? Helemaal prima, maar ga vervolgens niet de negatieve spiraal ‘opstarten’. Ga er dan dus volledig achter staan, maak die keuze én geniet er intens van. Door het onbewuste bewust te maken kun je een positieve verandering teweeg brengen.

Heb je een beetje hulp nodig om de negatieve spiraal te doorbreken en op een positieve manier met je gezondheid aan de slag te gaan? Ga naar de gratis minicursus

Ik kan een artikel zoals dit niet afsluiten zonder een decadent geniet-dessert. Met dus een nadrukkelijke uitnodiging om hier écht intens van te gaan genieten.

Pure chocolade lavacake met karamelsaus

Aantal porties | 4 personen

Ingrediënten

• 150 gram pure chocolade
• 1 el glutenvrije bloem, amandel of boekweitmeel
• 2 eieren
• 2 el zoet (naar smaak, eventueel extra, ook afhankelijk van hoe puur je chocolade)
• 150 gram diepvries rood fruit
• ½ sinaasappel (rasp en sap)

Instructies

1. Laat de bessen ontdooien.
2. Smelt de chocolade au bain-marie.
3. Scheid de eieren, klop het eiwit op met zoet tot gladde stijve pieken.
4. Klopt apart de eidooiers op tot ze lichtgeel worden, voeg nu het eiwit toe en vermeng.
5. Laat alle ingrediënten op gelijke temperatuur komen.
6. Spatel nu de chocolade door het eimengsel, voeg de sinaasappel rasp en sap toe en de bloem.
7. Proef en voeg eventueel extra zoet toe
8. Heb je een mooi glad chocolade mengsel? Dan is het tijd voor de bessen, spatel de bessen erdoor en vul bakjes, muffinvormen of ovenbestendige glaasjes
9. Verwarm de oven voor op 210 graden
10. Gaar de lavacakes in circa 8 minuten en serveer met vers fruit

 

Foto: Iris Heuer | © Marijke Krekels fotografie

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

 

35% minder kans op ernstige complicaties na online begeleiding op maat

Dr. Peyman Sardari Nia is cardiothoracaal chirurg in het Maastricht UMC (MUMC) en in Hartbrug Magazine houdt hij de lezers op de hoogte van de interessante onderwerpen binnen de hartchirurgie. Dit keer vertelt hij over hoe patiënten hun tijd op de wachtlijst zelf optimaal kunnen benutten.

In een eerdere editie vertelde dr. Peyman Sardari Nia al over een grote studie naar prehabilitatie, oftewel begeleiding bij mentale en/of fysieke fitheid voorafgaande aan een operatie. Onlangs werden de resultaten van deze Digital Cardiac Counseling-studie, onder leiding van onderzoekers van de afdeling cardiothoracale chirurgie in het MUMC, gepresenteerd op het grootste internationaal congres van hartchirurgie, én gepubliceerd in het prestigieuze wetenschappelijke tijdschrift JACC.

“We zijn met deze studie begonnen aan het begin van de covid-periode, toen we patiënten niet konden opereren en de wachtlijsten opliepen”, vertelt Peyman Sardari Nia. “We wilden in de eerste plaats weten of het veilig is voor de patiënt om te wachten. Daarnaast is bekend dat er een aantal risicofactoren zijn die de uitkomst van een operatie en de kans op complicaties kunnen beïnvloeden: roken, te weinig beweging, over- of ondergewicht, depressie en/of angstklachten en longkracht. We wisten al dat prehabilitatie, oftewel begeleiding vooraf, de fysieke en mentale fitheid van een patiënt kan verbeteren. Nooit eerder is echter onderzocht wat de impact is van die begeleiding op het ontstaan van ernstige complicaties.”

Het MUMC heeft dit als eerste ziekenhuis ter wereld onderzocht, op initiatief van Sardari Nia. “In de vorige editie vertelde ik al hoe belangrijk het is dat studies tot stand komen zonder inmenging van de industrie en dat gerandomiseerde studies de hoogste graad van evidentie hebben. Dat geldt ook voor dit onderzoek”, verduidelijkt hij. “Omdat we vanwege covid niet alle patiënten in het ziekenhuis konden ontvangen, hebben we een vijftal online programma’s ontwikkeld die mensen zelfstandig konden volgen, terwijl ze wachtten op een ingreep aan het hart”, legt Sardari Nia uit. “We hebben vooraf een grote groep patiënten gescreend en hen op basis van hun eventuele risicofactoren, een online programma op maat aangeboden. Daarbij hebben we gebruik gemaakt van shared decision making en goed gekeken wat haalbaar was voor de patiënt: wil hij of zij bijvoorbeeld graag aan de slag met verbetering van de conditie, met een dieet, of het leren omgaan met angst?

Online platform

Voor het onderzoek werden 394 patiënten verdeeld over twee groepen: de ene helft volgde een online prehabilitatieprogramma, de andere helft kreeg de standaardzorg, bestaande uit preoperatieve zorg en revalidatie na de hartoperatie. Het begeleidingsprogramma verliep via een online platform waar patiënten voorafgaand aan hun operatie – minstens zes weken lang – online programma konden volgen. Daarnaast bevatte het platform informatie en trainingsmodules over cardiovasculaire symptomen, stoppen met roken, omgaan met angst, fysieke oefeningen, longkrachtoefeningen en een dieetprogramma. Persoonlijke begeleiding was er ook, in de vorm van teleconsulten met experts, zoals een cardioloog of fysiotherapeut.

“We hebben deze patiënten gevolgd vanaf de eerste dag dat zij startten met het online programma tot een jaar na de ingreep”, aldus Sardari Nia. “Op die manier konden we goed zien of er verschillen waren tussen de groep die de standaard zorg kreeg en de groep die wekenlang had gewerkt aan hun mentale en/of fysieke fitheid. We wilden in de eerste plaats graag weten of het uitstellen van een operatie voor prehabilitatie veilig is. Dat bleek het inderdaad te zijn, wat goed nieuws is, aangezien de wachtlijsten ook na covid nog steeds lang kunnen zijn.”

Daarbij blijkt dat het aantal ernstige complicaties aanzienlijk verminderde bij de groep die een online programma had gevolgd. Er was sprake een daling van maar liefst 35% in het aantal ernstige complicaties. Daarnaast rapporteerden de patiënten in de prehabilitatiegroep een verbetering in longkracht, minder angst en depressies. Van de rokers was de helft met roken gestopt.

Alleen maar voordelen

Sardari Nia is heel blij met het resultaat van de studie en denkt dat dit grote gevolgen kan hebben voor de zorg, zowel nationaal als internationaal. “Medicatie en operaties hebben voor een deel van de patiënten altijd negatieve consequenties, zoals bijwerkingen en complicaties, maar mensen fitter maken heeft geen neveneffect – alleen maar voordelen. We willen dit in het MUMC graag verder gaan implementeren voor alle patiënte die een hartchirurgisch ingreep moet ondergaan. Aangezien er vaak een wachtlijst is voor operaties, kunnen we die tijd nu benutten door de prehabilitatiezorg te verplaatsen van het ziekenhuis naar het eigen huis. Patiënten kunnen op die manier zelfstandig werken aan hun eigen gezondheid en daarmee de kans op complicaties na een ingreep verminderen. Dat is groot nieuws.”

Hij benadrukt dat er vervolgstudies nodig zijn. “We gaan onder meer kijken naar de kost-effectiviteit van online prehabilitatie, want de verwachting is dat er door de implementatie van dergelijke programma’s in de toekomst minder zorg nodig is en dus ook minder zorgkosten nodig zijn. Daarnaast zijn we ook benieuwd naar de langetermijn-effecten. We hebben de patiënten nu één jaar opgevolgd, maar mensen die de positieve effecten merken van de programma’s, zullen wellicht doorgaan met hun nieuwe gewoontes: iemand die is gestopt met roken voor de operatie, zal wellicht niet opnieuw beginnen. We hopen dat deze vorm van prehabilitatie dus een blijvend effect heeft op de gezondheid en kwaliteit van leven van de patiënt.”

Tekst: Marion van Es
Foto: Peyman Sardari Nia | © Fotografie Lêon Geraedts

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Wetenschappers concluderen: plantaardige vleesvervangers zijn gezonder voor je hart

 

Recent onderzoek van Canadese gezondheidswetenschappers heeft aangetoond dat de consumptie van plantaardige vleesvervangers in plaats van dierlijk vlees significant gunstiger kan zijn voor je hartconditie. Hoe komt dat? We vroegen het aan Voedingswetenschapper Ingeborg Brouwer van de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij legt uit: “Plantaardige vleesvervangers bevatten doorgaans minder verzadigde vetten dan vlees.”

Vleesvervangers

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek eet momenteel 5 procent van de Nederlanders geen vlees. Ingeborg: “De meeste mensen willen graag dierenleed verminderen of hebben de wens om bij te dragen aan een beter klimaat. Voor degenen die overwegen om vlees uit hun dieet te schrappen, zijn vleesvervangers een aantrekkelijke optie omdat ze zo hun voedingspatroon niet drastisch hoeven te veranderen. Deze producten bieden een gemakkelijke en toegankelijke manier om de overstap te maken.” Volgens Canadese wetenschappers is het mijden van vlees naast ethisch en ecologisch verantwoord, ook gezonder voor je hart. Uit een uitgebreide analyse van studies van de afgelopen decennia blijkt dat het vervangen van vlees door plantaardige alternatieven gemiddeld genomen bijdraagt aan het verlagen van risicofactoren voor hartziekten, zoals hoge bloeddruk en verhoogd cholesterol. Wat dacht Ingeborg toen ze dit nieuws las? Ingeborg Brouwer was niet verrast door deze bevindingen, zegt ze: “We weten al langer dat plantaardige voeding gunstiger is voor de gezondheid. Mensen die plantaardig eten, hebben doorgaans een langere levensverwachting en een betere algehele gezondheid. Het is gunstig dat in dit onderzoek alle studies unaniem dezelfde kant op wijzen, er is geen enkele studie waarin het tegenovergestelde geconstateerd werd.”

Betere hartconditie

Hoe komt het dat vleesvervangers beter zijn voor je hart? Ingeborg: “Plantaardige vleesvervangers bevatten doorgaans minder verzadigde vetten dan dierlijk vlees. Verzadigde vetten verhogen het LDL-cholesterolgehalte in het bloed, wat op zijn beurt het risico op hart- en vaatziekten vergroot.” Al is het wel zo dat veel vleesvervangers een hoger zoutgehalte hebben dan vlees. Hoewel een hoge inname van zout kan leiden tot een hogere bloeddruk, bleek uit de bestudeerde onderzoeken dat dit hoge zoutgehalte geen directe invloed op de bloeddruk had. Ingeborg legt uit: “Veel mensen voegen tijdens het koken zelf zout toe aan hun vlees, waardoor het moeilijk is om een eerlijke vergelijking te maken tussen vlees en vleesvervangers. Eet je verder weinig zout? Dan zal het hogere zoutgehalte in vleesvervangers waarschijnlijk geen groot probleem vormen. Wat wel opvalt, is dat mensen die kiezen voor vleesvervangers vaak bewuster omgaan met hun complete voedingspatroon. Zo eten ze vaak meer groente en fruit, wat ook bijdraagt aan een betere hartgezondheid.”

Dierlijk vlees

Ondanks de groeiende populariteit van vleesvervangers, eet nog steeds 95 procent van de Nederlanders dierlijk vlees. Ingeborg: “Vlees is een rijke bron van essentiële voedingsstoffen, denk hierbij aan vitamine B12. Deze vitamine is cruciaal voor je (hart)gezondheid. De meeste vleesvervangers bevatten B12 niet van nature, maar het wordt later aan het product toegevoegd. Eiwitten en andere voedingsstoffen die in vlees voorkomen, zijn ook te vinden in plantaardige voedingsmiddelen.” Wil je dierlijk blijven eten? Dan is het volgens Ingeborg belangrijk om de richtlijnen voor hartpatiënten van het eten van vlees te volgen. Hierin staat onder andere dat je de inname van rood en verwerkt vlees moet beperken, omdat deze soorten vlees vaak rijk zijn aan verzadigde vetten en daarmee hartrisico’s met zich meebrengen. “Je kunt in plaats van een karbonaadje beter kiezen voor een magere vleessoort, zoals kip.”

Gezond alternatief

Er is een groot scala aan vleesvervangers. Welke kun je het beste kiezen? Ingeborg: “De basis verschilt: sommige vinden hun basis in peulvruchten en andere in soja. Het is belangrijk om te beseffen dat een vleesvervanger op zichzelf niet gezond is. Het draait om je totale voedingspatroon. Je kunt bijvoorbeeld ook een voedzame maaltijd bereiden met peulvruchten en rijst, zonder dat daar per se een vleesvervanger of vlees aan toegevoegd hoeft te worden.” Er ontbreekt nog een onderzoek over de hartconditie bij het langdurig eten van vleesvervangers. Ook is er nog geen onderzoek dat uitwijst of vleesvervangers het risico op een hartaanval concreet kunnen beïnvloeden. “Ik verwacht ook niet dat we daar achter zullen komen”, vertelt Ingeborg. “Onderzoek daarnaar is zeer complex, je hebt te maken met veel factoren.” Daarnaast geven de Canadese onderzoekers aan dat er nog weinig onderzoek is gedaan naar de gezondheidseffecten van een aantal veelgebruikte bestanddelen in vleesvervangers, zoals tarwegluten. Of vleesvervangers daadwerkelijk gezond zijn, is dus nog niet vast te stellen. Ingeborg benadrukt: “De bestudeerde onderzoeken laten slechts zien dat vleesvervangers een gezonder alternatief zijn voor vlees. Uiteindelijk gaat het om je complete voedingsstijl.”

 

Tekst: Julia Kroonen
Foto: Ingeborg Brouwer

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Revalideren vóór een hartoperatie. Nieuw onderzoek toont positieve resultaten

Hartpatiënten die in afwachting zijn van een openhartoperatie zijn erbij gebaat al vóór hun ziekenhuisopname aan hun (p)revalidatie te beginnen. Dat bepleit bewegingswetenschapper Johanneke Hartog. Met de Heart-ROCQ-studie onderzoekt ze de effecten van training en voedingsadvies vóór en direct na een operatie.

De aanloop naar een openhartoperatie kenmerkt zich voor de meeste patiënten door grote onzekerheid. Het hartpatiënt-zijn brengt natuurlijk al stress en angsten met zich mee, en dan moeten patiënten ook nog eens wekenlang afwachten totdat ze eindelijk te horen krijgen wanneer ze geopereerd kunnen worden. Het is voor velen een beetje een niemandsland waarin ze zich dan begeven. Want wat doe je? Zet je zo goed en zo kwaad als het kan je normale dagelijks leven voort? Eet je alleen nog maar verschrikkelijk gezond? Probeer je op korte termijn een nieuwe wandelroutine op te zetten of houd je je juist uit voorzichtigheid even rustig?

Multidisciplinair

Het beste advies is volgens Johanneke Hartog: aan de slag. Binnen het UMCG doet zij onderzoek naar revalidatie vóór en na een hartoperatie. Voor deze Heart-ROCQ-studie monitort ze 350 patiënten van wie de helft een standaard revalidatietraject volgt en de andere helft het programma ‘revalideren voor en na de hartoperatie’ volgt. Die laatste groep start minimaal drie weken vóór de operatie met een intensief programma. De wachttijd tot de operatie is hiermee niet langer passief, maar wordt gebruikt als onderdeel van de behandeling. “We willen mensen alvast fysiek en mentaal voorbereiden op de operatie en op het traject daarna”, vertelt Hartog. “Het programma bevat drie componenten: fysieke training met een fysiotherapeut, voedingsadviezen van een diëtist en gesprekken met een psycholoog of maatschappelijk werker.”

Groepstrainingen

Voordat het traject begint vindt eerst een intake plaats met de fysiotherapeut, diëtist en psycholoog of maatschappelijk werker. Hierbij worden ook allerlei fysieke tests uitgevoerd om de fysieke gesteldheid van de patiënt in kaart te brengen, maar ook om een soort nulmeting uit te voeren op mentaal vlak en van het voedingspatroon. Op basis daarvan wordt een programma samengesteld dat individueel is toegespitst op de patiënt. De fysieke trainingen – fietsen en krachtoefeningen – vinden grotendeels in groepsverband plaats, de gesprekken met de diëtist en psycholoog zijn individueel. Eventueel wordt wel, waar mogelijk, de partner betrokken bij gesprekken. Na hun uiteindelijke ziekenhuisopname beginnen patiënten al na één week weer met hun revalidatieprogramma, waar een standaardrevalidatie pas vier tot zes weken na de operatie start.

Effecten

Met dit programma willen onderzoeker Hartog en haar collega’s analyseren of ze de kans op complicaties na de operatie verkleinen, of er minder her-operaties uitgevoerd worden dan bij patiënten met een standaardrevalidatie en of het programma ervoor zorgt dat patiënten een betere conditie en kwaliteit van leven krijgen. De resultaten van een pilotstudie, die Hartog uitvoerde om te toetsen of het programma veilig is, zijn positief. “We houden continu de hartslag in de gaten met ECG-plakkers en hebben aangetoond dat het volledig veilig is om een week na de operatie al te beginnen met de revalidatie. Voorafgaand aan de operatie zagen we ook goede resultaten: mensen met een lagere conditie bouwden die heel snel op en alle patiënten uitten zich enorm dankbaar dat ze aan de pilot mochten deelnemen. De ervaringen waren heel positief.”

Gemotiveerd

Gedurende het Heart-ROCQ-programma leren patiënten ook alvast over het hersteltraject na de operatie, legt Hartog uit. “Doordat de wond en het borstbeen na een operatie pijnlijk zijn, is het voor patiënten vaak pijnlijk om te hoesten, niezen en diep adem te halen. Je ziet daardoor dat patiënten oppervlakkig ademhalen en hoesten en niezen vermijden, wat de kans op longcomplicaties weer groter maakt. Door ze vooraf te informeren, de ademhalingsspieren te trainen en hen verschillende ademhalingstechnieken te leren, hopen we dat te voorkomen.” Hartog ziet dat patiënten vóór een operatie veel gemotiveerder zijn om hun leefstijl aan te passen dan erna. “Een operatie komt toch vaak als een klap, waarna het lastiger is om veranderingen door te voeren. Vóór een operatie zijn mensen gemotiveerd om goed de operatiekamer uit te komen. Bovendien is het prettig om handvatten te krijgen en iets van de controle te kunnen terugpakken in een onzekere situatie waar je vaak weinig grip op hebt.”

Minder druk op zorg

Het post-operatieve revalidatietraject duurt minimaal zeven weken. “De eerste drie weken zijn heel intensief; patiënten zijn dan opgenomen in revalidatiecentrum Beatrixoord. We zien dat de deelnemers aan de studie zich heel veilig voelen en veel meer doen dan wanneer ze thuis zouden zitten. Ook is het heel goed dat ze dus al na één week rust na de operatie de draad weer oppakken. De oude opvatting over patiënten met een hartaandoening die het vooral rustig aan moeten doen, klopt in de meeste gevallen echt niet meer. De patiënten die deelnemen aan onze studie volgen we intensief, we meten hun fysieke conditie en monitoren hun mentale status tot een jaar na de operatie. Daarin nemen we ook hun kwaliteit van leven mee en gegevens over eventuele heropnames. We verwachten dat de resultaten van de studie uiteindelijk zullen aantonen dat mensen meer vertrouwen in het eigen lichaam hebben na een hartoperatie en daardoor minder snel zullen aankloppen bij de spoedeisende hulp. We verwachten ook dat dat ook minder vaak daadwerkelijk nodig zal zijn. Op de langere termijn kan revalidatie voor en na een hartoperatie dan ook resulteren in minder zorg.” En dat zou financieel weer interessant zijn voor dit programma, want waar artsen steeds enthousiaster raken over prevalidatie, is het nog de vraag hoe een dergelijk traject bekostigd kan worden. Voor Hartog is het duidelijk: “Een hartrevalidatietraject is hoe dan ook nodig, dus als je dat efficiënter inricht en zorg achteraf kunt verminderen, lijkt het me logisch daarin te investeren.”

Tekst: Yara Hooglugt
Foto: Johanneke Hartog

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

De switch

Waarom lijkt alles beter te gaan als je op vakantie bent? Het is een vraag die mijn man regelmatig hardop stelt als we weg zijn. Eenmaal terug van onze reis door Zuid-Afrika deed ik mijn best in de vakantiebubble te blijven. En dat lukt mij aardig goed. Ik houd de buitenwereld buiten de deur en laat mijn zakelijke mailbox met rust. Ik doe nog even alsof ik op vakantie ben.

Maar mijn man merkte al snel dat zijn energielevel daalde. Het lijkt alsof het omslaat zodra we ons huis binnenstappen. Het valt mij ook gelijk op. Alsof het idee van dagelijkse routine en verplichtingen de energie uit hem zuigt. Nu we alweer een tijdje thuis zijn, verbaast hij zich nog steeds dat hij zich zo goed voelde tijdens onze intensieve reis.

Komt het omdat hij op vakantie minder stress en meer vrijheid ervaart? In ons dagelijks leven heeft hij eigenlijk weinig stress en genoeg tijd om uit te rusten. We kiezen vaak voor ontspanning en leuke dingen. Ook waken we voor een overvolle agenda. Zo is in ons weekend meestal één dag leeg voor spontane acties.

Heeft het met het klimaat te maken? Niet per se. Zelfs een mini-vakantie aan de andere kant van ons land geeft hem een boost. Terwijl de laptop dan ook meegaat en hij in de ochtend trouw werkt. En ja, hij wordt blijer van een zonnetje dan van een dalende temperatuur. Een vakantie naar een ijskoud land doet hem geen goed. En we weten dat we rekening moeten houden met zijn conditie in landen met een hoge luchtvochtigheid.

Voelt hij zich beter als hij weg is, omdat zijn hoofd de kans krijgt om tot rust te komen? Want dan ontbreken routine, deadlines en verplichtingen. Een rondje Google laat zien dat we ons dan meer richten op plezier. Daardoor denken we helderder, zijn we creatiever en ervaren we meer energie. En dat leidt tot het gevoel dat “alles beter gaat”. Zou het zo simpel zijn?

Misschien is het dan niet zo vreemd dat we onbewust alweer wat uitstapjes op de planning hebben. Gewoon even lekker weg. Dan hebben we weer iets om naar uit te kijken en grijpen we dat vakantiegevoel met beide handen aan.

Cilla Schot

Deze column verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Ik kreeg binnen 24 uur meer dan 300 shocks

Nog maar 22 was Falco Clay (52) toen hij zijn eerste hartstilstand kreeg. Dat dat nog maar het begin was van alles wat hem de volgende dertig jaar stond te gebeuren, had hij nooit kunnen denken. Sinds maart dit jaar weet hij dat er een oorzaak is voor zijn vele hartproblemen: hij heeft het DPP6-gen.

In december 1994 woonde Falco op zichzelf in Gouda. Op die bewuste dag stond hij op van de bank om koffie in te schenken, maar op het moment dat hij de pot in zijn hand had, werd hij licht in zijn hoofd. “Ik zal wel te snel zijn opgestaan, dacht ik”, vertelt Falco. “Ik zette de pot terug en het volgende dat ik me kan herinneren is dat ik in het ziekenhuis lag. Op wonderlijke wijze ben ik na de val tóch bijgekomen. Het hoe, wat en waar weet ik niet meer, maar waarschijnlijk ben ik heel hard gevallen en is mijn hart daardoor op één of andere manier toch weer op gang gekomen.”

Een ICD

Hij wist op dat moment de huisarts te bellen en toen die arriveerde, kreeg Falco opnieuw een hartstilstand. “Hij heeft de ambulance gebeld en mij gereanimeerd. Ik ben afgevoerd naar het ziekenhuis, waar ik eerst vier weken in Gouda lag en vervolgens naar Leiden ben verplaatst. Daar hadden ze nog geen toestemming om ICD’s te implementeren, dus heb ik deze in Nieuwegein geplaatst gekregen. Het was nog een ouderwetse: een ICD in mijn buik, zo groot als een walkman. Voor mijn gevoel mankeerde ik niets, dat was het vreemde. Ik deed vanaf mijn zesde judo, vanaf mijn negende wedstrijdzwemmen, op mijn twaalfde kreeg ik mijn eerste racefiets, ik deed kwart triatlons en plotseling was ik hartpatiënt. Dat was een raar besef.”

Veel shocks

Falco verliet na tien weken het ziekenhuis en kreeg na anderhalf jaar een nieuwe ICD, omdat deze aan vervanging toe was. Vier jaar na zijn hartstilstand viel hij vervolgens van zijn fiets, op zijn linkerschouder. “Er was voor mijn ICD bij mij onderhuids een tunnel gemaakt vanuit mijn buik naar mijn linker sleutelbeen. Daar maakte de lead een draai en was het via een ader in mijn hart vastgemaakt. De lead was door de val onder spanning komen te staan en mijn hart was zo geïrriteerd, dat ik spontaan shocks kreeg. Daarom kreeg ik een nieuwe ICD: één die niet meer in mijn buik zat, maar ter hoogte van mijn linker sleutelbeen.” Tijdens die operatie brak het topje van de lead af. Dit kwam vast te zitten in zijn hart. De artsen zijn lang bezig geweest om het eruit te krijgen. “Uiteindelijk is dit gelukkig goed gekomen. Toen ik de volgende ochtend wakker werd, kreeg ik direct een shock. Dat bleek de eerste maar zeker niet de laatste te zijn: in de 24 uur daarna kreeg ik meer dan 300 shocks. Allemaal van de AED en niet van de ICD.”

Diverse ablaties

Falco wist er goed uit te komen, maar een jaar later belandde hij opnieuw in het ziekenhuis. Weer kreeg hij shocks. Vanaf daar begon de ellende volgens hem pas écht. Om het jaar lag hij in het ziekenhuis, vertelt hij. “In 1999 ben ik in een paar weken tijd drie tot vier keer opgenomen. Ik heb toen de ene na de andere ablatie gehad. Op een gegeven moment kwam ik het ziekenhuis uit met 265 shocks. Eén arts in het bijzonder was echt mijn reddende engel. Hij heeft me keer op keer geprobeerd te helpen door middel van ablaties. Hij ontdekte ook dat mijn ritmestoornis begint met één bepaalde overslag. Die wilde hij verhelpen, maar zat op een plek waar je bijna niet bij kunt komen. Toch heeft hij zijn uiterste best gedaan. Vervolgens werd ik naar mijn kamer gereden, kwam ik bij en ging het opnieuw mis. Weer ging hij aan de slag. Keer op keer viel ik weg. Ik kwam bij, het ging mis en ik werd wéér behandeld. Ik heb het gedeeltelijk meegemaakt, maar op den duur kan je dat geestelijk niet meer aan en word je als het ware platgespoten.”

Hierna mocht hij naar huis. Falco bleef aanmodderen. In 2002 en 2003 ging het opnieuw mis, net als in 2011 en 2016. Vervolgens werd hij vorig jaar juni opnieuw opgenomen. “Ik kwam ’s nachts van het toilet en kreeg een hartstilstand. Daarna ben ik weer naar bed gegaan. Ik had het tenslotte al zo vaak meegemaakt. De volgende ochtend probeerde ik op te staan, maar ging het wéér twee keer mis. Ik werd opgehaald door de ambulance en onderweg zei ik al tegen de broeder: het ligt aan de medicijnen. Dat gevoel had ik heel sterk.”

Verkeerde medicijnen

In het ziekenhuis kreeg hij de volgende nacht en de nacht daarna opnieuw een shock. “De ochtend na die laatste shock zei ik dat ik wilde stoppen met de medicijnen. Ik slikte kinidine en had van de verpleegster gehoord dat die waarde in mijn bloed heel laag was. Maar ik slikte zes pillen per dag, dus hoe kon dat? Ik had zelf nog een paar kinidine pillen bij me en ben die toen gaan slikken. Vanaf dat moment ging het langzaamaan beter en kon ik het ziekenhuis een dag later weer verlaten.” Eenmaal thuis bevestigde een telefoontje van zijn arts zijn vermoeden: in plaats van kinidine had het ziekenhuis hem kinine gegeven, oftewel het verkeerde medicijn. “Kinine is het tegenovergestelde van kinidine. Daar krijg je juíst een hartstilstand van en daarnaast is het een medicijn voor malaria. Ik heb dus de compleet verkeerde medicijnen gekregen. Als ik mijn ICD niet had gehad, was ik er niet meer geweest.”

DPP6-gen

Sindsdien is het gelukkig opnieuw rustig. Wonder boven wonder heeft Falco aan al die shocks niets overgehouden. Ook weet hij sinds maart dat hij het DPP6-gen heeft, wat een plotselinge hartstilstand kan veroorzaken. “Ik heb in 1998 mijn bloed al laten testen, om te kijken of er iets in mijn DNA zat. Daar kwam toen niets uit. Vorig jaar juni, toen ik was opgenomen vanwege de verkeerde medicijnen, kwam er een arts naar me toe die toch nog eens wilde kijken naar mijn DNA. Zo werd ontdekt dat ik het DPP6-gen heb. Dat had ik echt niet verwacht. Ik heb altijd mezelf de schuld gegeven. Ik had zoveel gesport in mijn leven, dat dat het enige was wat ik kon bedenken als oorzaak: dat ik op jonge leeftijd te veel van mijn hart had gevraagd. Dat bleek dus niet zo te zijn. Ook mijn kinderen hebben zich inmiddels laten testen. Gelukkig hebben ze het gen allebei niet. Dat zij niet zomaar uit het niets een hartstilstand kunnen krijgen en dit bij mij stopt, is een enorme opluchting.”

Weer fietsen

Falco doet inmiddels weer alles. Hij werkt veertig uur in de week, fietst en lééft. “Ja, ik heb veel doorgemaakt, maar wil het zeker niet te zwaar maken. Ik laat me niet uit het veld slaan en bekijk het positief. Niemand weet of en wanneer het weer misgaat, maar ik zie wel wanneer dat weer gebeurt. Ik blijf doorgaan en pas dan is het vroeg genoeg om me er druk om te maken. Constant denken dat het mis kan gaan, daar heeft niemand iets aan. Sinds een paar weken heb ik een elektrische racefiets. Het eerste wat ik deed, was de Holterberg op fietsen. Daar waren meerdere wielrenners aan het fietsen en dacht ik: já, ik hoor er weer bij. Vanaf mijn twaalfde heb ik altijd veel gefietst, maar door alles wat ik heb meegemaakt ging het op een gegeven moment niet meer. Nu kan ik weer fietsen. Dat voelt als een overwinning. Ik wil met mijn verhaal dan ook graag de positieve kant belichten. Kijk vooral naar wat je nog wél kan, dat is heel belangrijk.”

Waarom dit interview met Falco?
We hebben allemaal onze verhalen met betrekking tot wat we hebben meegemaakt. Zo ook Falco. Zijn ervaringen kunnen ook anderen herkenning en steun bieden.

 

Tekst: Laura van Horik
Foto: Falco Clay

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

 

Meld je aan als reanimatie vrijwilliger!

Bij een hartstilstand is snel schakelen dringend noodzakelijk. Wachten tot de ambulance er is, kan net iets te lang duren. Dat maakt de snelle komst van bijvoorbeeld buren of mensen die vlakbij wonen, levensreddend. “Burgerhulpverleners maken de kans op overleven van een hartstilstand twee keer zo groot!”, vertelt cardioloog in opleiding Jerremy Weerts van het academisch ziekenhuis in Maastricht, het Maastricht UMC+.

Wekelijks krijgen zo’n driehonderd mensen buiten het ziekenhuis een hartstilstand. Een op vier overleven dit. Zonder reanimatie overlijd je binnen tien minuten. Weerts is reanimatie-instructeur en ambassadeur voor reanimatieonderwijs. Alle reden om hem te spreken, kortom. “Het enige wat je fout kunt doen, is niets doen.”

Netwerk

Er bestaat een landelijk netwerk, HartslagNu, met een eigen website en een app die vrijwilligers op het kritieke moment alarmeert om snel hulp te verlenen in hun directe omgeving. “HartslagNu maakt direct duidelijk wie zich waar kan aanmelden als de nood aan de man is”, legt Weerts uit. “HartslagNu is een landelijk netwerk van vrijwilligers die snel kunnen reanimeren wanneer iemand in de buurt een hartstilstand krijgt. Zodra iemand 112 belt, dan krijgen vrijwilligers in de buurt een oproep om naar een bepaald adres te gaan, waar gereanimeerd moet worden. Je kunt ervoor kiezen via de app of per sms gealarmeerd te worden. Je kunt instellen, wanneer je niet wilt worden opgeroepen, bijvoorbeeld ’s nachts. Ook kun je je AED aanmelden, zodat deze snel gevonden kan worden als dat nodig is.”

Hartstilstand

“Een hartstilstand kan zich voordoen zowel binnen als buiten het ziekenhuis”, legt hij uit. “Gebeurt het binnen het ziekenhuis, dan ken ik de patiënt in de meeste gevallen en zijn we snel met een heel team van professionele hulpverleners paraat. Buiten het ziekenhuis ligt dat anders. Van die patiënt is nagenoeg niets bekend. Het enige wat je dan als hulpverlener hebt zijn je handen, je mond en de telefoon. Het is dan belangrijk om met anderen goed te communiceren om het slachtoffer zo goed mogelijk te helpen.”

Indrukwekkend

“Juist dat maakt het indrukwekkend om mee te maken, juist bij anderen, bij mensen thuis. Dan voel ik ook geen arts – patiënt relatie. Ik probeer dan gewoon iemand te helpen. Ik ervaar het als binnentreden in iemands persoonlijke ruimte, maar dat vormt geen drempel. De context voelt wel echt anders dan wanneer je als team bezig bent in een ziekenhuis.”

“Als je in een woning iemand reanimeert, heb je denk ik ook meer verwerkingstijd achteraf nodig. Het gebeuren laat een diepe indruk na. Het ligt er ook aan wat voor iemand je helpt. Het gebeurt allemaal snel. Je krijgt een alarm via je telefoon, trekt je schoenen aan en gaat zo snel als mogelijk naar de locatie. Daar zie je pas wat de situatie is, en ga je snel over op actie. Naderhand blijven indrukken achter. Voor mijzelf vergelijk ik dan toch een jong slachtoffer met mij en mijn partner, waarbij ik bij oudere slachtoffers achteraf ook denk aan mijn eigen ouders of andere familieleden. Dat grijpt me door de context bij iemand thuis dan nog meer aan dan wanneer ik in het ziekenhuis iemand moet helpen.”

Cursus

“Gelukkig zijn er steeds meer mensen die zich opgeven als burgerhulpverlener (reanimatievrijwilliger). Zij hebben eerst een cursus reanimeren gevolgd . Dat is nodig, want dan weet je beter wat je moet doen. Mensen die niet kunnen reanimeren, weten zich doorgaans geen raad, en raken sneller in paniek. Maar ook zij kunnen nuttige dingen doen, zoals anderen alarmeren, of de deuren opendoen voor de ambulance, de weg voor de ambulancemedewerkers vrij maken, dat soort dingen. Overigens is het tegenwoordig zo, dat de meldkamer mensen telefonisch helpt met reanimeren. Ook als je het nog nooit hebt geleerd. Je moet dan de telefoon op luidspreker zetten, en de instructies van de meldkamer volgen.”

Verwerking

Het is altijd beter om de cursus gevolgd te hebben. “Als je weet wat te doen, en je kunt snel bij de patiënt zijn, dan verdubbelt de kans op overleven. Reanimatie lukt zeker niet altijd, maar als we niks doen lukt het zeker niet. Via HartslagNu kunnen burgerhulpverleners hulp krijgen bij het verwerken van een reanimatie, ongeacht de uitkomst. Mensen zullen je dan bellen zodat je je hart kunt luchten. We willen de drempel zo laag mogelijk houden, zowel voor als na een reanimatie. Dat maakt training dus ook zo belangrijk, zodat je snel kunt handelen en niet hoeft te twijfelen, direct weet wat te doen.”

Penning

Soms willen mensen niet gereanimeerd worden. Weerts raadt hulpverleners echter aan altijd met reanimeren te beginnen. Zodra de AED eraan te pas komt en er schokken moeten worden gegeven, wordt het bovenlijf ontkleed. “Dan zie je of iemand een niet-reanimeren penning heeft en kun je nog altijd beslissen wat te doen. Maar ga niet eerst naar zo’n penning zoeken, dat kost teveel tijd.”

“Je hoeft als burger niet te stoppen”, benadrukt Weerts. “Je moet ook rekening houden met de familieleden van het slachtoffer om je heen. Stoppen kan betekenen dat je de schuld ervaart dat iemand overleden is. Dat kan zwaar aanvoelen en hoef je jezelf niet aan te doen, ook als iemand een niet-reanimeren penning draagt. Door het ambulance personeel zal dan waarschijnlijk wel beslist worden om te stoppen met reanimeren. Bovendien: het merendeel van de mensen wil wél gereanimeerd worden.

Schaamte

Er heerst de vraag of borstschaamte een rol speelt bij reanimatie: bij het gebruik van een AED moet de borstkas ontbloot worden, ook bij vrouwen. “In mijn ervaring ervaren de meeste mensen geen drempel om AED-plakkers op de borstkas van vrouwen te bevestigen. Je begint immers met hartmassage als de patiënt de kleren nog aan heeft. Tegen de tijd dat een AED nodig is, ben je al bezig en denk je niet te veel na over het ontkleden van iemands bovenlijf. Je bent dan vooral bezig om iemands leven te redden. De meest belangrijke uitzondering hierop is als je eigen veiligheid in gevaar komt. Je eigen veiligheid komt eerst, dan de veiligheid van het slachtoffer.”

Beademen

Weerts wijst er verder op dat beademen nog steeds voorschrift is. “Dat was tijdens corona niet langer verplicht om te voorkomen dat iemand de adem van de ander binnen kreeg en besmet kon raken. Een borstcompressie zorgt dat de bloedsomloop op gang blijft, maar dan wordt te weinig zuurstof gecirculeerd. Daarvoor is echt ook beademen nodig.”

Hartpatiënten Nederland vindt het belangrijk dat meer mensen zich bij de burgerhulpverlening aansluiten. Elke seconde telt bij een reanimatie!
Cursus volgen? Klik hier

 

Tekst: Henri Haenen
Foto: Jeremy Weerts

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.