Den Bosch helpt inwoners bij verbeteren leefstijl

DEN BOSCH – Den Bosch helpt inwoners met het verbeteren van hun leefstijl door het openen van een nieuw leefstijlloket. Dat gebeurde deze week in het Gezondheidscentrum Noord (Rompertcentrum). Eerder al werd een nieuw Leefstijlloket geopend in Gezondheidscentrum Samen Beter aan de Palmboomstraat. “Deze twee nieuwe Leefstijlloketten zijn een belangrijke stap in het verkleinen van gezondheidsverschillen in de gemeente ’s-Hertogenbosch”, aldus de gemeente donderdag in een persbericht. De loketten in de huisartsenpraktijken zijn tot stand gekomen in samenwerking met de GGD, het Jeroen Bosch Ziekenhuis en de Jeroen Bosch Huisartsen.

Succesvol

Beide loketten zijn een uitbreiding van het loket van het Jeroen Bosch Ziekenhuis in de Brabantse hoofdstad, dat succesvol blijkt. Wethouder Rick Vermin is in zijn nopjes met de ontwikkeling. “Als wethouder positieve gezondheid maak ik me grote zorgen over de gezondheid van onze inwoners”, laat hij weten. “Los van de maatschappelijke kosten, staat ook het levensgeluk van mensen op het spel. Ik vind het onverteerbaar dat er mensen zijn die jaren korter leven of jaren eerder een slechte gezondheid hebben en daardoor inleveren op kwaliteit van leven. Met deze leefstijlloketten in de wijken komen we naar onze inwoners toe om ze zo te helpen gezonder te leven.”

Verbeteren van levensstijl

Het Leefstijlloket helpt om gezondheidsverschillen te verkleinen en preventieve zorg toegankelijker te maken. Bij dit loket kunnen inwoners terecht voor het verbeteren van hun levensstijl, van stoppen met roken tot gezonder eten en meer bewegen.

Het belang van de context

Het blijft een heikel onderwerp: praten over iemands gewicht. Toch heb ik vandaag weer eens ervaren hoe belangrijk dat is. Een mevrouw met flinke klachten van atriumfibrilleren had van mijn collega niet het advies gekregen om meer pillen of een ablatie te krijgen, maar het advies om ‘elke maand een kilo af te vallen’ en dan zou hij haar weer zien. Nu, 12 maanden later, zat ze tegenover mij. En warempel: ze was 10 kg afgevallen. Toen ik haar daarmee complimenteerde zei ze: “ik heb het niet alleen gedaan, m’n man doet ook mee en hij is ook 10 kg afgevallen.”

Haar man zat naast haar. Nog steeds iets te zwaar en breed lachend. Toen ik hem aankeek zei hij: “vorige keer heb ik tegen de dokter gezegd dat ik 80 jaar oud wil worden (hij was destijds 65). Daarop had mijn collega blijkbaar geantwoord: ‘nou dan weegt u tegen die tijd nog ongeveer 1 kg.’ Hierbij schateren ze het beiden uit en vertellen ze tegelijk: ‘maar we hebben het wel direct ter harte genomen, als iemand met een witte jas dat zegt.’ En of ze nog last heeft van boezemfibrilleren: ‘ook niet’ antwoordt de vrouw.

Deze casus illustreert wat mij betreft heel mooi hoe geneeskunde (ook) bedreven kan worden. Mijn collega heeft geen paternalistische opdrachten gegeven, maar heeft met een vrolijke draai aan het verhaal zijn patiënt zeer kosten-efficiënt en patiëntvriendelijk van haar boezemfibrilleren afgeholpen, door haar (dure) pillen en een operatie te besparen. Maar bovendien, het afvallen heeft in tegenstelling tot pillen en een operatie alleen maar gunstige bijwerkingen: ook zijn haar triglyceriden gedaald, is haar HDL gestegen, heeft ze minder medicatie voor haar suikerziekte nodig, minder medicatie voor haar hypertensie, en heeft ze geen klachten van jicht meer gehad, nadat ze in overleg met de diëtist van de huisarts gestopt was met het drinken van frisdrank.

En dat niet alleen: ook haar man, helemaal geen patiënt bij mijn collega, had niet alleen ‘gratis’ meegelift op zijn advies (eigenbelang), maar -veel belangrijker- had door ‘mee te doen’ voor zijn vrouw de ‘context’ gecreëerd waardoor het voor hen beide mogelijk werd om in een jaar elk 10 kg af te vallen: zonder hulp van dure pillen of prikjes!

Remko Kuipers

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Kinderhartchirurgie is echt een teamsport

Hart-longchirurg Hanna Talacua deed iets wat nog niet veel jonge artsen haar nadeden. Zij rondde de specialisatie Kinderhartchirurgie af. Dat betekent dat zij nu kinderen én volwassenen mag opereren die geboren zijn met hart- of longproblemen. “Wat dit werk voor mij zo bijzonder maakt, is de kans om kinderen te helpen. In het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) kan ik in een team werken dat met alle liefde elke dag weer klaar staat voor kinderen en hun familie.”
“Vaak hangt de levensverwachting en kwaliteit van leven af van de hartafwijking van het kind. Door deze kinderen te opereren, kunnen we een positief verschil maken in hun leven en dat van hun familie. Het is een eer om hieraan bij te dragen”, vertelt Hanna, die na haar basisopleiding tot hart-longchirurg een speciale driejarige opleiding volgde om zich te kunnen registreren als kinderhartchirurg.

Leren over hart- en longproblemen bij de geboorte

In tegenstelling tot hartchirurgie bij volwassenen, waar het vooral gaat over hartproblemen die later in het leven ontstaan, richt kinderhartchirurgie zich op hartproblemen die bij de geboorte aanwezig zijn. Hanna: “Tijdens deze opleiding kom je in aanraking met allerlei nieuwe ziektebeelden. Het hart kan op allerlei manieren anders gevormd zijn. Soms zitten bloedvaten op een andere plek aangesloten op het hart, of werken hartkleppen niet zoals het hoort. Vaak gaat het om een combinatie van verschillende afwijkingen. Het is belangrijk om al deze situaties te leren herkennen en te begrijpen wanneer een operatie nodig is, inclusief de bijbehorende strategieën en mogelijke complicaties.”
Naast alle theoretische kennis is het ook nodig om praktische vaardigheden te ontwikkelen. Naast het opereren van de verschillende ziektebeelden leer je omgaan met ‘grootte’. Patiënten variëren in grootte, van kinderen van slechts drie kilogram tot volwassenen van 100 kilogram. Het aanpassen van de operatietechniek aan deze verschillende groottes is een belangrijk onderdeel van de opleiding.

Als Paul aan het opereren is, lijkt dat op dansen met zijn handen

Na de opleiding Geneeskunde startte Hanna met promotieonderzoek bij de hartchirurgie in het UMC Utrecht. Tijdens deze periode vroeg zij of ze eens mocht meekijken bij een operatie in het WKZ, en daar zag ze voor het eerst kinderhartchirurg Paul Schoof aan het werk. “Als Paul aan het opereren is, lijkt dat op dansen met zijn handen. Het zette iets in beweging bij mij, sindsdien koesterde ik de gedachte dat als ik ooit van Paul zou kunnen leren, ik die kans met beide handen zou grijpen. Het is echt een eer dat ik het vak mag leren van de beste chirurg die ik ken.”

Zeer getalenteerde chirurg aan het werk

Na haar promotieonderzoek ging Hanna voor de opleiding tot hartchirurg naar Amsterdam. Tijdens deze periode leerde zij kinderhartchirurg Bram van Wijk kennen. “Toen ik net begon met mijn opleiding, rondde Bram juist de zijne af. Ik kreeg de kans om bij een operatie van Bram mee te kijken en zag een zeer getalenteerde chirurg aan het werk. Daarnaast had ik een persoonlijke klik met hem. Dus toen Bram naar Utrecht ging om te werken in de kinderhartchirurgie, groeide mijn wens om daar ook te werken.”

Chirurgen vond ik intimiderend

Dat Hanna kinderhartchirurg zou worden, was zeker niet vanzelfsprekend. “Tijdens mijn coschappen vond ik chirurgen nogal intimiderend. In die tijd heerste er een sterke hiërarchie in het ziekenhuis, en dat maakte me niet comfortabel. Er zijn momenten geweest in mijn geneeskundeopleiding waarop ik serieus overwoog om te stoppen om wiskundeleraar te worden. Maar toen bedacht ik me dat ik waarschijnlijk de enige zou zijn in het klaslokaal die wiskunde echt leuk zou vinden, dus dat was ook niet echt aantrekkelijk.”

De liefde voor het opereren ontdekt

Uiteindelijk werd Hanna voor een coschap geplaatst bij de volwassen hartchirurgie. “Daar ontmoette ik hele leuke mensen en ontdekte ik mijn liefde voor het hart en voor opereren. Het was een keerpunt. Ik wilde graag met mijn handen werken en leren opereren en dan nog het allerliefst het allermooiste en liefdevolle orgaan, het hart. Zo ontstond mijn wens om hartchirurg te worden, en nadat ik Paul zag opereren was het voor mij duidelijk; ik wil kinderhartchirurg worden.”
Met alle liefde elke dag klaarstaan voor kinderen met een hartafwijking
Tijdens een stage in het WKZ leerde Hanna het team kennen en hoe met de kinderen en met de familie wordt meegeleefd. “Daarmee viel alles voor mij samen. Hier kan ik in een team werken wat met alle liefde elke dag weer klaar staat voor kinderen en hun familie met een hartafwijking. Hier kan ik op een zo veilig mogelijke manier in een liefdevolle omgeving met heel mijn hart dit vak uitoefenen.”

Team kinderharten is compleet

Met het afronden van Hanna’s opleiding zijn er nu drie kinderhartchirurgen in het WKZ. Daarmee is team kinderharten compleet, en kan het een nieuwe hartchirurg gaan opleiden. “Ons team is divers en heeft een goede leeftijdsopbouw. Paul is onze senior-chirurg die over een paar jaar met pensioen gaat. Bram zal tegen die tijd meer dan tien jaar in het vak zitten en de rol van senior kunnen vervullen. En ikzelf kan nu beginnen als junior-chirurg en verder doorgroeien.”

Kinderhartchirurgie is echt een teamsport

“Kinderhartchirurgie is echt een teamsport. Bram en Paul voelen als familie voor mij. We steunen elkaar door dik en dun, ik denk dat we op die manier dit vak het beste kunnen uitoefenen. Het is jammer dat ik niet langer met Felix Haas heb kunnen opereren. Hij was een zeer ervaren kinderhartchirurg die veel te jong is overleden. Ik heb de eerste stapjes met hem gezet.
Ons team bestaat ook uit perfusionisten, anesthesiologen, anesthesiemedewerkers, operatieassistenten, IC-artsen, kindercardiologen, verpleegkundigen en paramedici. In het WKZ werken we nauw samen als een hecht team, en het is heel fijn om daar deel van uit te maken. De kracht van dit team is niet te onderschatten. Iedere schakel is nodig om deze zorg te kunnen leveren.”

Samenwerken met Leiden en andere centra

“Tijdens een fellowship is het van groot belang om zoveel mogelijk in andere medische centra mee te kijken of mee te opereren. Dan zie je meer patiënten en meer ziektebeelden. Laatst zijn we een samenwerking aangegaan met Leiden, wat waardevol is omdat ik nu ook kan leren van mijn collega’s daar. Tijdens mijn opleiding tot kinderhartchirurg heb ik verschillende ziekenhuizen bezocht. Ik ben in Groningen en Rotterdam geweest en ik heb ziekenhuizen in het buitenland bezocht. Ik heb mogen meekijken in Keulen, Dallas, New York en Dar es Salaam. Elke kliniek heeft zijn eigen unieke kenmerken. In Dar es Salaam presenteren kinderen zich vooral na de geboorte terwijl wij in Nederland vaak al bij de 20 weken echo weten wat er aan de hand is. Dan opereer je kinderen in een andere conditie. En in New York, Dallas en Keulen worden minder zwangerschappen afgebroken dan in Nederland waardoor je meer ernstige hartafwijkingen ziet. Het is ontzettend leerzaam om in andere klinieken mee te werken!”

Ons kinderhartcentrum

In het UMC Utrecht is de zorg optimaal ingericht voor patiënten met een aangeboren hartafwijking. De patiënt staat centraal. Eén team op één plek zorgt voor moeders en hun ongeboren baby’s, pasgeborenen, kinderen, adolescenten en volwassenen. Alle kennis en expertise is hier gebundeld. Wij bieden onze patiënten levensloopzorg: in elke levensfase richten we ons op het hart maar ook op de bredere ontwikkeling, zodat patiënten zo gezond mogelijk opgroeien en oud worden. Samen met het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie vormen we een kwalitatief hoogstaand ecosysteem.

Bron UMC Utrecht

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Hoe kunt u ons steunen?

Onze trouwe achterban weet het al jaren: Hartpatiënten Nederland laat zich niet subsidiëren door de overheid of het bedrijfsleven. Daardoor zijn wij dus afhankelijk van onze donateurs. Maar als donateur krijg je, als je het slim aanpakt, een aardig belastingvoordeel cadeau!
Alleen met voldoende donaties kunnen wij ons werk goed en onafhankelijk blijven uitvoeren. Elke bijdrage, groot of klein, helpt ons hierbij. Doneren kan op allerlei manieren. Enkele opties:

1 Een eenmalige (extra) gift

Hartpatiënten Nederland is een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Hierdoor betalen wij geen schenkbelasting over donaties. Die kunnen wij dus volledig inzetten voor hartpatiënten en andere betrokkenen. Maar ook voor de schenker zelf biedt de ANBI-status voordelen, want de giften zijn hierdoor aftrekbaar van de inkomstenbelasting. Daarvoor geldt wel een drempel: over de eerste 1% van je jaarinkomen, met een minimum van € 60, zijn de opgetelde giften aan ANBI’s niet aftrekbaar. Partners moeten hun inkomsten bij elkaar optellen. Ook geldt er een maximum: de giften zijn aftrekbaar tot 10% van het inkomen.
Tip: kies bij een donatie voor een (eenmalige) automatische incasso of iDeal. Een overboeking kan ook: NL35 INGB 0000 594 000

2. Een periodieke gift

Fiscaal gezien is het voordeliger om ons voor langere tijd te ondersteunen. Door te kiezen voor een zogenoemde periodieke gift, zijn de volledige giften aftrekbaar, van de eerste tot de laatste euro. Zonder drempel en maximum dus. Maar dit geldt alleen als je tenminste vijf jaar lang een vast bedrag per jaar doneert en dit vastlegt in een periodieke schenkingsovereenkomst.
Het benodigde formulier vind u hier.

Desgewenst kan HPNL dit ook per post of mail toesturen.

Het invullen van het formulier is hooguit een kwartiertje werk maar daar krijgt u dus direct een fiscale aftrek voor terug! Afhankelijk van uw inkomen heeft u tot maximaal 37% (2023) voordeel door deze werkwijze.

3. Jubileum of ander feestje? Vraag een donatie als cadeau!

Een tafel vol bloemen, flessen wijn en cadeaubonnen is leuk, maar het kan ook een heel goed gevoel geven om een bijdrage te vragen voor een goed doel. En natuurlijk zijn wij heel blij als de keuze daarbij valt op Hartpatiënten Nederland. Er zijn allerlei mogelijkheden om dit te organiseren. Bel ons gerust op 085 – 081 1000, dan maken we samen een plan. Lees hier een mooi voorbeeld hiervan.

4. Nalaten aan Hartpatiënten Nederland

Wilt u mee helpen in de toekomst, ook als u er niet meer bent? Neem Hartpatiënten Nederland op in uw testament! Hiermee helpt u toekomstige hartpatiënten in nood. Veel Nederlanders kiezen ervoor om een goed doel in hun testament op te nemen. Net als over schenkingen, is ook over erfenissen aan een ANBI-doel geen belasting verschuldigd. Onze stichting opnemen in het testament is dus niet alleen een mooie manier om ons te ondersteunen, maar zorgt er ook voor dat het geld voor 100% kan worden ingezet voor ons werk. Geld nalaten kan door onze stichting te benoemen
tot (mede-)erfgenaam, of door een vooraf bepaald geldbedrag – een legaat – in het testament op te nemen.

Meer informatie? Bekijk hier onze video.

5. Loterij

Doe mee aan onze loterij en maak kans op leuke prijzen. Klik hier voor meer informatie.

 

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

De rode draad door mijn leven

Op zijn vijftiende onderging Evert-Jan van Veen (53) zijn eerste hartoperatie en werd er een kunstklep bij hem geplaatst. Hoewel het tussendoor steeds jaren goed ging, is hij inmiddels al vier keer aan zijn hart geopereerd. “Mijn hart vormt een rode draad door mijn leven.”

Evert-Jan werd geboren met een hartafwijking. Toen hij een paar dagen later plotseling blauw aanliep, gingen zijn ouders direct met hem naar het ziekenhuis. Daar bleek dat zijn hart tijdens de zwangerschap niet goed ontwikkeld was. “De echte oorzaak hebben ze nooit hard kunnen maken, maar waarschijnlijk heeft mijn moeder tijdens de zwangerschap een virusje gehad. Daardoor ontwikkelde mijn aortaklep zich niet goed. Daarnaast is de anatomie van mijn aortaboog niet gelijk aan die van andere mensen: bij mij loopt die andersom.”

Vermoeidheid

Vanaf dat moment ging Evert-Jan jaarlijks op controle. De artsen wisten dat er vroeg of laat iets moest gebeuren, maar ze wilden een operatie zo lang mogelijk uitstellen. “Ze wilden wachten tot mijn hart groot genoeg was, zodat ik in één keer kon worden geopereerd en niet als kind een keer en als volwassene nóg eens.” Tot een jaar of twaalf deed hij als kind alles. Hij speelde, sportte en was vrij. Hij had geen last van vermoeidheid of andere beperkingen. Toch veranderde dat. “Vanaf mijn twaalfde begon mijn hartklep meer te lekken. Ik heb toen een aantal jaar rustiger aan moeten doen. Ik kon nog wel sporten, maar werd sneller moe en mijn conditie ging achteruit. Een paar jaar later, toen mijn hart groot genoeg was, vonden de artsen het tijd voor een ingreep.”

Kunstklep

Op zijn vijftiende werd hij voor het eerst geopereerd. Een Italiaanse chirurg heeft geprobeerd zijn aortaklep te reconstrueren. “In eerste instantie leek dit te lukken, en na een week of twee mocht ik naar huis. Maar toen ik een paar weken later op controle moest, stonden er ineens zes artsen rond het echo apparaat. Toen wist ik al genoeg. De reconstructie bleek niet stabiel genoeg te zijn en had losgelaten. Daardoor moest er een kunstklep worden geplaatst. Die wilden ze liever niet al op mijn vijftiende plaatsen, omdat ik dan de rest van mijn leven bloedverdunners moest slikken. Toch was er geen alternatief. Gelukkig ging de operatie goed. Ik was vervolgens een half jaar uit de roulatie en kon niet naar school, maar daarna ging het gelukkig snel beter.”

Verwijde aorta

Na zijn operatie was er een jaar of twintig niets aan de hand, totdat hij in 2004 zijn jaarlijkse controle had. “Daar bleek dat mijn aorta bijna drie keer zo wijd was als een normale. Die van mij kon gaan scheuren. Daarom moest ik zo snel mogelijk worden geopereerd.” Ditmaal ging het om een Bentall-operatie, waarbij zijn kunstklep is vervangen en het eerste deel van zijn aorta is vervangen door een kunststof buisje. Hij heeft dus eigenlijk een hartprothese gekregen, vertelt hij. “Ik ben geopereerd door dr. Morshuis: een fantastische chirurg die mij altijd is bijgebleven. Veel chirurgen en cardiologen benaderen het vooral technisch, maar hij zat heel erg aan de mensenkant, de verbinding. Hij liet echt merken dat ik niet de zoveelste patiënt was. Ik heb veel geluk met hem gehad.”

Ernstige vernauwing

Opnieuw had hij een half jaar nodig om te herstellen. Wel was hij na de operatie binnen een week thuis en na een aantal weken onderdeel van het hartrevalidatieprogramma. “Na een maand of vier ging ik weer aan het werk en binnen een half jaar werkte ik weer op volle kracht. Mijn herstel is gelukkig heel voorspoedig verlopen.” Na zijn derde operatie leefde hij opnieuw vele jaren zonder klachten, totdat er in 2019 op een uitgebreide echo in zijn rechter hartkamer een ernstige vernauwing werd geconstateerd. “Er was weefsel van beide kanten naar elkaar toe gegroeid, waardoor er nog maar een kleine opening was van de rechter- naar de linkerkamer. Dat bleek er achteraf gezien twintig jaar eerder ook al te zitten, maar was nooit ontdekt.”

Heftige tijd

Weer moest hij worden geopereerd. In eerste instantie in januari 2020, maar dit werd uitgesteld vanwege spoedgevallen. Vervolgens kwam er in maart dat jaar corona, waardoor het al helemaal niet kon. “Ondertussen moest ik wel oppassen, omdat ik bij een risicogroep hoorde. Ik kan het me nog heel goed herinneren. Ik werkte toen al niet meer en zat thuis, want mijn conditie was verminderd. Ook de coronatijd zelf was mentaal heel heftig. Als ik ging wandelen en iemand in de buurt hoestte, sloeg ik al op tilt. Ik dacht: als ik corona krijg, lig ik straks op de IC aan de beademing. Maandenlang heb ik ook op anderhalve meter afstand van mijn kinderen geleefd. Die periode was voor mij echt wel traumatisch.”

Op controle

In juni dat jaar kwam uiteindelijk het verlossende woord: hij kon worden geopereerd. “Het was eigenlijk een hele eenvoudige operatie, namelijk weefsel weghalen. Binnen vijf dagen was ik gelukkig al thuis, zo snel herstelde ik. Een paar maanden later ben ik rustig mijn werk weer gaan opbouwen. De afgelopen jaren zijn mijn controles steeds goed geweest. Wel zeggen de artsen dat er waarschijnlijk vroeg of laat weer iets gaat gebeuren. Dat is onvermijdelijk. Gelukkig kan ik dat meestal wel parkeren, totdat ik weer een jaarlijkse controle krijg. Dan ben ik toch weer zenuwachtig. Zegt de cardioloog vervolgens dat alles goed is, dan kan ik het weer loslaten.”

Gezond blijven

Momenteel heeft Evert-Jan geen klachten. “Ik denk weleens: wat een wonder. Ze hebben me al vier keer kunnen oplappen. Wat naar mijn idee helpt en heel belangrijk is, is dat ik de operatie altijd fit probeer in te gaan. Ik let op mijn voeding, heb geen overgewicht en sport al mijn hele leven. Ik wandel veel en speel padel. Ik drink amper alcohol en rook niet. Een hoog cholesterol zit bij mij wel in de familie. Daarvoor neem ik een supplement met rode gistrijst. Mijn cholesterol is hierdoor in korte tijd enorm omlaag gegaan. Ik kies liever supplementen. Medicatie heeft altijd impact op je organen, dus die slik ik zo min mogelijk. Ik ben ervan overtuigd dat mijn leefstijl zeker bijdraagt aan mijn snelle herstel na de operaties. Wel houd ik er altijd een beetje de handrem op, want ik wil niet dat mijn gezondheid achteruitgaat. Ik ben er zuinig op. Ook heb ik in therapie geleerd hoe ik mezelf gerust kan stellen op het moment dat ik iets voel en angstig word. Hierdoor kan ik vrijer leven.”

Waarom dit interview met Evert-Jan?

We hebben allemaal onze verhalen met betrekking tot wat we hebben meegemaakt. Zo ook Evert-Jan. Zijn ervaring kan ook anderen herkenning en steun bieden.

Er is meer dan alleen hartpatiënt zijn

Elles Poiesz (50) was pas 26 jaar toen ze een herseninfarct kreeg. Vervolgens bleek uit onderzoeken dat ze een verstijfde hartspier heeft: restrictieve cardiomyopathie. Hoewel haar hartaandoening invloed heeft op haar leven, laat ze zich er niet door leiden. “Ik probeer altijd alles uit het leven te halen.”

Elles: “Het leven wordt heel donker en serieus als je alleen maar kijkt naar wat je niet hebt of moet laten. Het helpt om positief te zijn, te genieten van de kleine dingen als je bepaalde grote dingen misschien niet meer kunt. Even een wandeling maken of met de fiets of auto ergens naartoe gaan. De focus leggen op wat je wél kan. Dat maakt het leven leuk. Positief in het leven staan heeft veel invloed op je lichaam.”

Herseninfarct en hartaandoening

“Op mijn zesentwintigste kreeg ik een herseninfarct. Ik was dat weekend gewoon nog met vrienden gaan stappen en de dag erna raakte ik plotseling verlamd aan mijn rechterkant. Ik dacht dat ik misschien een nachtje goed moest slapen, maar de volgende ochtend gebeurde het opnieuw. Het bleek een herseninfarct te zijn. Heel gek, want ik was nog hartstikke jong. Ik dacht: dat kan helemaal niet. Dit lijf heeft getennist, gebokst, van alles gedaan, en ineens had ik een infarct. Dat was een heel raar besef. Naar aanleiding van mijn herseninfarct kreeg ik onderzoeken. Zo werd ontdekt dat ik een hartaandoening heb: een verstijfde hartspier. Daardoor heb ik ook een vergroot hart. Een oorzaak is nooit gevonden. Twee weken lag ik in het ziekenhuis. De prop in mijn hersenen is door middel van bloedverdunners verdwenen. Een operatie was niet nodig. Eenmaal thuis ben ik gelukkig redelijk snel hersteld. Natuurlijk was het heftig om mee te maken, maar ik voelde me binnen een paar weken weer goed. Ik ben kort daarna gaan trainen om aan te sterken. Mijn rechterhand was namelijk niet meer zo sterk. Verder had ik geen symptomen. Ik ging voor een nieuwe baan, maakte alweer reisplannen. Ik dacht: stel dat mijn leven heel kort is, dan wil ik er wel van hebben genoten.”

Hart uit het ritme

“Tot 2014 ging het goed met me, maar in dat jaar schoot mijn hart voor het eerst uit het ritme. Ik heb een hele lage bloeddruk en hartslag en de medicatie die ik kreeg, vertraagde alles. Dat was geen prettige periode. De medicatie hielp ook nog eens niet, dus daar ben ik mee gestopt. Vervolgens verhuisde ik voor mijn werk naar Londen. Binnen twee weken sprong mijn hart terug in het juiste ritme. Misschien kwam dat doordat ik heel gezond ging leven. Het was voor mij een omslagmoment. Ik stopte bijvoorbeeld met alcohol drinken. Dat is natuurlijk niet goed voor je hart. Ik doe nu af en toe nog eens een drankje, maar niet meer zoals daarvoor. Ook ben ik gezonder gaan eten en in plaats van boksen meer gaan wandelen en yoga gaan doen.”

Ablatiebehandeling

“Vervolgens kwam de coronatijd. Dat was heel stressvol, omdat niemand er in het begin nog iets van wist. Door de stress raakte mijn hart wéér uit het ritme. Ik heb dan ook een cardioversie gehad, een behandeling bij een onregelmatig hartritme. Die behandeling is bij de derde keer gelukt. Daarna ging mijn hart nog twee keer uit het ritme en heb ik een ablatie laten doen. Sindsdien gaat het eigenlijk heel goed. Natuurlijk heb ik soms last van mijn hartaandoening: dat ligt aan de dag. De ene dag ben ik benauwd, de andere dag voel ik me heel fit. Dat hangt ook af van mijn slaap, het drinken van alcohol en stress. Maar over het algemeen gaat het goed.”

In oplossingen denken

“De eerste keer dat mijn hart uit het ritme was, vond ik het eng. Nu heb ik het een keer of zeven gehad. Telkens word ik dan weer met mijn neus op de feiten gedrukt, maar angst voel ik niet. Helaas kan ik op dat soort momenten niet veel. Dan ben ik kortademig, voel ik me net een negentigjarige. De hele dag word ik er dan aan herinnerd dat ik iets aan mijn hart heb. Dan kan ik er ook echt van balen dat ik dit heb. Toch weet ik dat ik er niet acuut aan zal overlijden en dat er nog oplossingen zijn. Ik woon nu in Spanje, waar ik bijvoorbeeld een stepje heb om op mijn slechte dagen tóch even naar het strand te kunnen. Daarnaast blijft gezond leven het belangrijkste ingrediënt om je goed te voelen, zeker als je een chronische ziekte hebt. Plantaardig eten helpt mij bijvoorbeeld enorm. Daar krijg ik heel veel energie van. Voel ik me een tijdje niet goed, eet ik weer even volledig plantaardig. Dat werkt.”

Steuntje in de rug

“In het verleden las ik weleens verhalen over hartaandoeningen, maar vaak waren deze heel heftig. Zelf had ik behoefte aan een positiever geluid. Daarom ben ik een paar jaar terug begonnen met het schrijven van een boek. Eerst anoniem, omdat ik niet wilde dat iedereen wist dat ik iets aan mijn hart had. Maar nu ik ouder ben, denk ik: als ik er maar een paar mensen mee kan helpen, ga ik het gewoon doen. Dit is Fifty beats geworden. Hiermee wil ik andere hartpatiënten laten weten dat ze niet alleen zijn. Ook heb ik er wat humor in gestopt, om mensen te vermaken of gewoon even een steuntje in de rug te geven. Een hartaandoening is heftig, maar het is maar een onderdeel van je. Er is meer dan alleen de rest van je leven hartpatiënt zijn. Blijf genieten van het leven, want je weet niet hoe lang het duurt. Probeer dingen te doen. Lukt hardlopen niet, ga dan wandelen. Lukt het niet om een uur te wandelen, ga dan een kwartier. Probeer die knop om te zetten en zorg goed voor jezelf. Dat kan iedereen.”

Elles schreef een boek over haar hartaandoening: Fifty beats. Dit boek bestaat uit 50 optimistische en grappige verhalen om het leven met een hartaandoening nét een tikkeltje lichter te maken. Het boek is online te bestellen: paperback via Amazon en het E-book via Amazon, Kobo en Bol.

Tekst: Laura van Horik

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

 

Gouden huwelijk met cadeautje voor Hartpatiënten Nederland

Lambert en Anita Rooijakkers vierden hun vijftigjarig huwelijksfeest op een heel bijzondere manier. Ze vroegen hun gasten om donaties voor Hartpatiënten Nederland. Waarom deden ze dat en hoe pakten ze het aan?

“We hebben goede ervaringen met Hartpatiënten Nederland en HartbrugReizen. Het plezier dat we van de organisatie hebben gunnen we anderen ook.” Lambert (79) vat het verhaal kort samen, maar we horen graag meer. “We zijn beiden hartpatiënten. Ik al sinds mijn vijfenveertigste, toen werd ik gedotterd. Hoe we bij Hartpatiënten Nederland kwamen? Dat kan Anita beter vertellen.”

“Ja”, knikt Anita (76) bevestigend, “in 2010 is Lambert aan zijn hart geopereerd. Ik vond het blad van Hartpatiënten Nederland in de wachtkamer van zijn cardioloog en vond het direct heel interessant. De vereniging wordt niet gesubsidieerd. Anders dan de Hartstichting is de overheid geen sponsor. Zo kunnen ze ook over minder leuke zaken vertellen en schrijven. Ziekenhuizen waar problemen spelen bijvoorbeeld. Een onafhankelijke stem is belangrijk. We werden al snel vaste donateurs. We gingen trouwens niet direct met HartbrugReizen op pad. Dat duurde nog even. We hadden toentertijd een boot. We hebben veel gevaren. Toen mijn man in 2017 een hartstilstand kreeg moesten we stoppen met varen en iets anders gaan doen.”

Brioche

Lambert vertelt verder: “Met HartbrugReizen hebben we inmiddels al drie reizen gemaakt. Een vierde zat begin dit jaar in de planning, maar die moesten we afzeggen. Anita zou een operatie krijgen om haar hartklep te herstellen. Uiteindelijk is er een nieuwe hartklep gezet. We hebben nu nog twee reizen tegoed, de eerste in oktober richting de Adriatische kust, de tweede in december. Die laatste reis gaat per boot, over de Rijn, naar de kerstmarkten in Keulen en elders in Duitsland. Mijn broer en zijn partner gaan ook mee op die bootreis. Zij hadden die vierde reis – een bootreis van Rotterdam naar Antwerpen – van ons overgenomen en dat was goed bevallen. Het wordt kortom weer gezellig.”

“Bij HartbrugReizen is alles is zo mooi verzorgd”, vult Anita aan. “De eerste reis voerde naar Frankrijk, de tweede reis naar Spanje. Geweldig! Wat er op de terugreis gebeurde, maakte ook indruk. We waren net vertrokken van onze overnachtings-
plaats in Frankrijk toen de bus kapotging. Reisbegeleidster Marly kwam meteen in actie. We waren nabij een Hilton Hotel en ze regelde dat we daar tijdens de busreparatie mochten zitten. We werden met zijn allen opgevangen in een zaaltje met koffie en thee. Later kregen we er nog een brioche erbij. Een medepassagier had een gitaar van het hotel mogen lenen en ging voor ons spelen. Zo grappig! Uiteindelijk moest er een nieuwe bus uit Nederland komen. We gingen eerst met een andere bus naar Tulle en stapten daar over. Mensen die bij aankomst in Nederland niet meer met het openbaar vervoer verder konden reizen, werden met de taxibus naar huis gebracht. Dat was allemaal fantastisch geregeld en opgelost. Van de derde reis naar Noorwegen, inclusief boottocht, zijn we net terug.”

Envelopjes

“Meer over het feest! Nadat ik half april een nieuwe hartklep had gekregen, moest ik nog tien dagen in het ziekenhuis blijven. De zaal voor het feest was onder voorbehoud gereserveerd voor 5 juli, onze trouwdag. Toen de uitnodigingen verstuurd konden worden, moesten we nadenken over cadeauwensen. We wilden eigenlijk geen cadeautjes. Met ons beiden gaat het nu goed. Dat we na vijftig jaar nog bij elkaar zijn is het grootste cadeau. Lambert kwam toen met het idee om envelopjes met donaties voor Hartpatiënten Nederland te vragen. Dat vond ik meteen een goed plan. Marly vond het fantastisch. Ze had doneren op deze manier niet eerder meegemaakt. In de familiekring is onze wens goed ontvangen. Sterker, ze hebben het er nog over. We zorgden dat er boekjes en folders van Hartpatiënten Nederland op het feest aanwezig waren. Veel mensen denken dat het om de Hartstichting gaat. Het is jammer dat die verwarring bestaat. We hebben over het verschil tussen beide organisaties verteld.”

“Marly hield op het feest een praatje en Marja en Maria, de medische begeleidsters op reis, waren ook van de partij. Dat was zo leuk allemaal. Marly was met een kistje voor de enveloppen gekomen, want een collectebus wilden we niet. Na het diner ging het slot van de kist eraf. Wat iedereen gegeven heeft, hoefden we niet te weten. De kaarten met felicitaties bleven bij ons en er ging een leuk bedrag mee voor Hartpatiënten Nederland.”

“Wat Lambert en ik hopen is dat deze gezamenlijke donatie anderen op ideeën brengt. Hartpatiënten Nederland is landelijk nog niet genoeg bekend. Het blad van de organisatie zou overal moeten liggen, bij apotheken en cardiologen. Mond-tot-mond-reclame werkt evenwel het best. Bij deze.”

Tekst: Mariëtte van Beek

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Webinar Aankondiging: Een Hart voor Hartpatiënten

Met veel plezier nodigen wij je uit voor een inspirerend webinar Jan van Overveld, voorzitter van Hartpatiënten Nederland. Laura van Horik -wellicht bij u bekend als schrijfster van artikelen in ons Hartbrug Magazine- gaat met hem in gesprek. Jan zet zich al jaren in voor hartpatiënten, maar opeens kreeg hij zélf te maken met hartproblemen. Afgelopen maart onderging hij een openhartoperatie. Zijn verhaal is niet alleen aangrijpend, maar ook motiverend.

Jan deelt zijn persoonlijke reis van een gezonde leefstijl naar een onverwachte diagnose en zijn snelle herstel na de complexe bypassoperatie. Hij vertelt hoe zijn ervaringen zijn kijk op het leven hebben veranderd en hoe belangrijk het is om omringd te zijn door steunende mensen.

Mis deze kans niet om van Jan’s waardevolle inzichten en ervaringen te leren. Of je nu zelf met hartproblemen te maken hebt of gewoon geïnteresseerd bent in gezondheid en welzijn, dit webinar is voor iedereen.

Donderdag 12 december om 19.30 uur

We hopen je daar te zien!

Aanmelden? Klik hier.

Een nieuw hart, een nieuw begin

Na vier jaar met een steunhart te hebben geleefd, viert Gertie dat zij inmiddels al 10 jaar geleden een donorhart heeft mogen ontvangen. “Ik kwam in aanmerking op erg jonge leeftijd, omdat mijn situatie levensbedreigend was.”

Toen Gertie net 17 jaar oud was begon zij met haar studie, een spannende en drukke periode, maar al snel merkte ze dat er iets niet klopte. “Ik was erg vermoeid, snel buiten adem en kortademig,” herinnert Gertie zich. Aanvankelijk dacht Gertie dat het stress of oververmoeidheid was van de drukke tijd, maar toen ze ook begon flauw te vallen, drong haar moeder erop aan een arts te bezoeken. Haar moeder kende de symptomen van hartfalen; een voorgevoel dat al snel werkelijkheid werd. “Binnen drie weken na het bezoek aan de huisarts, en snel doorgestuurd te zijn naar een cardioloog, werd bij mij hartfalen vastgesteld.”

Hartfalen op jonge leeftijd

Gertie was opvallend jong voor deze diagnose, wat leidde tot een snel en intensief onderzoekstraject bij een klinisch geneticus. “Er werd een gemuteerd gen gevonden dat duidde op een erfelijke aanleg voor hartfalen, alhoewel niemand anders in mijn familie dezelfde aandoening had,” legt ze uit. “Dus daarin staan we nog steeds voor een raadsel.”
Gertie is in een heel korte tijd heel snel ziek geworden, te ziek om te kunnen wachten op een harttransplantatie. Hierom kreeg zij een steunhart ter overbrugging. “Ondanks de beperkingen die dit steunhart met zich meebracht, kon ik bijna alles blijven doen: studeren, werken, uitgaan en tijd doorbrengen met vrienden en familie. Ik mocht echter niet op vakantie, omdat ik elk moment opgeroepen kon worden voor en transplantatie, en dan moest ik zo snel mogelijk in het UMC Utrecht zijn.” Door dit steunhart heeft Gertie uiteindelijk 4 jaar kunnen wachten op een harttransplantatie.

Tiende jaar met een donorhart

Dit jaar viert Gertie haar tiende jaar met een donorhart. De transplantatie was toendertijd de enige optie. “Het nieuwe hart betekende voor mij niet alleen een voortzetting van het leven, maar het heeft mij ook veel wijze lessen en ervaring opgeleverd,” deelt Gertie. “Ik heb mezelf beter leren kennen en het heeft me zeker gemaakt tot wie ik nu ben.”
Het donorhart was letterlijk de optie tussen leven en dood. “Ik ben heel erg dankbaar voor de tweede kans die ik heb gekregen,” zegt ze. Vandaag de dag voelt Gertie zich goed en is bijna net zo actief als iemand zonder haar medische geschiedenis, hoewel ze levenslang medicatie moet blijven gebruiken. “Dit neem ik voor lief, maar ik heb hierdoor wel een lagere weerstand waardoor ik iets sneller vatbaar ben voor ziektes en meer moet uitkijken in het griepseizoen en met bepaald soort eten.”

Vooruitzichten met een donorhart

Gertie kijkt uit naar een toekomst vol gezondheid en geluk, waarin ze hoopt nog vele mooie herinneringen te maken. Ze hoopt door haar verhaal te delen anderen te inspireren en meer bewustzijn voor hartfalen te creëren. “Hartfalen kan iedereen overkomen, ongeacht de leeftijd,” benadrukt ze en voegt toe: “Zorg daarom goed voor jezelf en wees zuinig op jezelf.”

Het UMC Utrecht, Erasmus MC en UMC Groningen voeren transplantaties van het hart uit. In 2023 zijn er 74 harttransplantaties uitgevoerd. Dit is een stijging van 45 procent ten opzichte van 2022 (51 transplantaties). Deze grote stijging is met dank aan de nieuwe ‘heart-in-a-box-methode’, wat ervoor zorgt dat ook de harten na overlijden door stilstand van de bloedsomloop (DCD) gebruikt kunnen worden voor donatie.

 

Foto: Gertie Graas | © Fotografie UMC Utrecht
Bron: UMC Utrecht

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

De eeuwige discussies over Cholesterol – LDL – HDL – TG – en meer

In mijn dagelijks werk kom ik over weinig onderwerpen zoveel meningen tegen als over het cholesterol. Alleen over vaccinaties herinner ik me nóg vinniger discussies in de spreekkamer. Toch is er, en laat ik me daarbij vooral beperken tot cholesterol, in de praktijk best wel heel veel duidelijk over dit onderwerp, waardoor in veel gevallen het kind met badwater wordt weggegooid door mensen die ‘geen statines willen’ om allerlei redenen.

Na bijna 25 jaar verdieping in het onderwerp denk ik dat ik de meest voorkomende argumenten inmiddels wel gehoord heb – en wie nog iets extra wil inbrengen, stuur vooral een reactie.

Cholesterol-cholesterol: In de eerste plaats is er de mogelijke relatie tussen cholesterol in de voeding en cholesterol in je bloed, waarvoor sinds ongeveer 1950 al gesproken wordt en ongeveer sindsdien ook gewaarschuwd. In een notendop is de redenering dat als je meer cholesterol zou eten, de hoeveelheid ervan in het bloed ook wel zou stijgen (you are what you eat – je bent wat je eet). Helaas, of gelukkig, werkt ons lichaam niet zo simpel. Cholesterol komt namelijk niet alleen uit onze voeding (een minderheid zelfs), maar vooral uit onze lever – die het maakt. Door die twee processen op elkaar af te stemmen ‘reguleert’ ons lichaam de hoeveelheid cholesterol in ons bloed heel nauwkeurig, waardoor een hogere inname nauwelijks effect heeft op de hoeveelheid cholesterol in ons bloed. Dit regulatieproces is al sinds tenminste 1970 wetenschappelijk (en daarmee onder de meeste de artsen) bekend.

Vet – Cholesterol. In de tweede helft van de vorige eeuw werden een aantal grote studies gedaan waarin twee dingen werden aangetoond. In de eerste plaats werd aangetoond dat een hogere inname van vet resulteerde in een hoger cholesterol. In de tweede plaats werd gezien dat een hogere inname van vet resulteerde in een grotere kans op hart- en vaatziekten (HVZ), met name op aderverkalking (de onderliggende oorzaak van hart- en herseninfarcten). Door deze grote onderzoeken ontstond niet alleen de zogenaamde ‘dieet-hart’ hypothese: de gedachte dat vet uit de voeding een belangrijke oorzaak is van HVZ, maar ook de gedachte dat cholesterol hierbij ‘de boosdoener’ is.

In de navolgende jaren volgden allerlei studies, waarbij bijvoorbeeld de invloed van verschillende soorten vet werd bestudeerd. Zo bleken niet alle soorten vet ‘ongezond.’ Vooral ‘verzadigd vet’ was zowel geassocieerd met een hogere kans op HVZ als met een hoger cholesterol. Enkelvoudig onverzadigd vet, denk aan olijfolie, bleek juist een gunstig effect te hebben. Tenslotte zijn er nog de meervoudig onverzadigde vetten: aanvankelijk werden die over één kam geschoren, waardoor verschillende studies ‘gemixte’ resultaten opleverden. Pas toen men een duidelijker onderscheid ging maken tussen omega-6 vetten (vnl linolzuur: uit zonnebloemolie, arachide-olie, sla-olie, etc) en omega-3 vetten (uit lijnzaad, walnoten en vette vis) ontdekte men dat die twee meervoudig onverzadigde vetten eigenlijk tegengestelde effecten hebben: waarbij omega-3 vetten een duidelijk beschermend effect hebben en inmiddels zelfs als medicijn op de markt zijn, voor een lagere kans op HVZ. Inmiddels weten we bovendien dat elk van deze soorten vet op haar beurt weer uit vele verschillende ‘ondersoorten’ bestaat (de zogenaamde vetzuren).

In dezelfde periode waarin werd ontdekt dat vet kan (en moet) worden onderverdeeld in verzadigd, enkelvoudig en meervoudig verzadigd vet, werd ook ontdekt dat cholesterol geen eenheidsworst is. Zo ontdekte men dat het cholesterol dat wordt gemeten in het bloed in feite onderdeel is van ‘balletjes’ vet, die vastgeplakt aan een bepaald eiwit door het bloed stromen. Deze balletjes heten ook wel ‘lipoproteïnen’ (lipo = vet, proteïne = eiwit). In de praktijk zijn er hierbij balletjes die als het ware vanuit onze maag-darm-lever in het bloed naar andere organen stromen om daar cholesterol af te leveren én zijn er balletjes die juist vanaf onze organen terugstromen naar de lever, om daar cholesterol af te leveren. Omdat de gedachte was dat cholesterol ‘ongezond’ is, werden de balletjes (de lipoproteïnen) die uit de lever komen het ‘slechte’ (of LDL-cholesterol) genoemd en de balletjes die cholesterol naar de lever terugbrachten het ‘goede’ (of HDL-cholesterol) genoemd. Daarbij werd bovendien ontdekt dat die balletjes naast cholesterol ook een andere vorm van vet transporteerden: de triglyceriden (wat we allemaal kennen als bijvoorbeeld mayonaise).

Helaas bleek ook bovenstaande mechanisme ook iets te versimpeld. Cholesterol bestond niet uit enkel LDL- en HDL-deeltjes. Ook hier bleek, net als bij vet, dat ook LDL-cholesterol niet één deeltje betreft, maar dat er allerlei soorten en maten van zijn: hele grote en hele kleine LDL-deeltjes. En die grootte wordt bepaald door de hoeveelheden cholesterol en triglyceriden in elk ‘balletje.’ Hierbij geldt in principe: hoe meer triglyceride het balletje bevat, hoe groter het is. Of andersom, hoe kleiner het LDL-deeltje, des te groter de (relatieve) hoeveelheid cholesterol. En de wetenschap wijst uit dat vooral die kleine deeltjes voor HVZ zorgen. Hoe dat zit, en of er nóg weer verdere ontdekkingen zijn gedaan, dat zal vanwege de ruimte in een volgende column volgen. Spoileralert: ja, ik zal het de volgende column ook nog over geoxideerd-LDL, Lp(a) en iets uitgebreider over triglyceriden en HDL-hebben…

Tekst: Remko Kuipers
Foto: Remko Kuipers

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.