Ik zie mijn infarct als waarschuwing

Hij achtte zichzelf gezond en vitaal, maar toch kreeg Sven Handels (48) tweeënhalf jaar terug een hartinfarct en aansluitend een hartstilstand. Dagen lag hij vervolgens in coma. Dit alles had een grote impact op hem. “Ik was ontzettend bang dat het nog eens zou gebeuren.”

Hartklachten komen voor aan zijn vaders kant. Zelf had Sven altijd een licht verhoogde bloeddruk, maar verder geen last van klachten. Toch ging het in februari 2022 mis. Hij had die bewuste zondagavond net een uur redelijk fanatiek op de hometrainer gefietst. Dat deed hij twee tot drie keer in de week, vertelt hij. “Na het fietsen ben ik gaan douchen en daar vervolgens niet lekker geworden. Ik ben uit de douche gekomen, heb me afgedroogd en ben daarna naar boven gegaan. Dat kan ik me allemaal niet meer herinneren: mijn herinnering stopt op de zaterdagochtend. Ik vertelde mijn ex dat het niet goed ging en dat ik pijn op de borst had. Uiteindelijk ben ik op de bank gaan zitten. Ik had alle symptomen uit het boekje, maar was, ondanks de hevige pijn, nog wel in staat om de huisartsenpost te bellen. Zij stuurden een ambulance.”

Reanimatie

De symptomen werden steeds heviger. Hij had pijn op de borst en uitstraling naar zijn arm, kaak en gezicht. Ook transpireerde hij en was hij ontzettend misselijk en duizelig. Vervolgens ging het licht uit. “Ik kreeg op dat moment een hartstilstand en raakte buiten bewustzijn. Mijn ex heeft me op de grond gesleept, het alarmnummer gebeld en is begonnen met reanimeren. Zij had gelukkig een medische achtergrond. Dat heeft me echt gered. Drie minuten later waren de politie en ambulance al aanwezig en heeft het ambulancepersoneel het overgenomen. Ik kreeg medicatie toegediend om mijn bloedvaten te verwijden en omdat ik erg spartelde. Ook kreeg ik een hartmassage en hebben ze me gedefibrilleerd. Daarna had ik weer een hartfunctie en ben ik afgevoerd naar het ziekenhuis.”

In coma

Nog voordat de dag om was, had hij al een stent geplaatst gekregen. Vervolgens werd hij kunstmatig in slaap gehouden. “Ik had een volledige obstructie van mijn linker kransslagader. Daar heb ik de stent dan ook geplaatst gekregen. Om mijn hersenen en hart te laten herstellen van de impact, werd ik in slaap gehouden. De dinsdag erna probeerden ze de medicatie af te bouwen, maar weer begon ik te spartelen. De artsen vertelden mijn ex toen dat dat epileptische aanvallen konden zijn ten gevolgde van hersenletsel. De medicatie werd dan ook in een lager tempo afgebouwd. Het was tenslotte de vraag hoe ik eruit zou komen.” Een dag later, op woensdag, werd hij wakker. “Ik weet nog dat ik wit, geruit behang zag en een enorme dorst had. Dat is me bijgebleven. Ik had geen echte klachten, afgezien van een beurs gevoel. Nog twee dagen lag ik op de IC en een week op de verpleegafdeling. Toen mocht ik naar huis.”

Onzekerheid

Eenmaal thuis was hij erg onzeker en bang. “Ik vroeg me af waar het vandaan kwam en of het me nog eens zou overkomen. Of ik nog wel kon gaan werken, hoe het met mijn gezinsleven moest. Uit onderzoeken in het ziekenhuis was ook gebleken dat mijn pompfunctie nu niet meer vijfenzestig maar nog veertig procent was. Voor mijn gevoel ging ik dus met nog maar een deel van mijn hartcapaciteit door het leven. Er waren veel onzekerheden. Ik ben een denker en daardoor kwam ik in een neerwaartse spiraal terecht. Het was erg moeilijk voor me.”

Revalidatie

In maart begon hij met revalideren. Eén keer in de week kreeg hij fysiotherapie en daarnaast kon hij deelnemen aan een preventiemodule tegen stress. “Ik heb overal dankbaar gebruik van gemaakt. De fysiotherapie sloot naadloos op mij aan. Dat heb ik een week of twaalf gedaan. De preventiemodule paste net wat minder bij me. Toch heb ik er wel wat van geleerd. Omdat ik in Duitsland werk, mocht ik ook daar deelnemen aan een revalidatietraject. Dit traject had een veel professionelere en intensievere opzet. Vier weken zat ik, net over de grens bij Venlo, in een kliniek. Daar had je allerlei lezingen over hart- en vaatziekten, ingrepen en voeding. Ik heb er zelfs een kookcursus gevolgd. Ook werden er volop oefeningen gedaan: kracht- en groepstrainingen, spellen. Dit heeft me significant geholpen. Sterker nog, ik durf zelfs te beweren dat ik zonder dit traject niet zo in het leven had gestaan als ik nu sta.”

Halve marathon

Sven ging aan de slag met gezonde voeding, beweging en patronen in zijn leven. Zijn hartpompfunctie verbeterde en bereikte weer een gezond niveau. Dat gaf hem veel vertrouwen. “Ik had mezelf als doel gesteld om voor het einde van 2022 weer volledig aan het werk te zijn. Dat is gelukt. Ook kon ik, toen ik uit de kliniek kwam, vijf kilometer hardlopen. Fysiek ben ik nu echt in een goede conditie, wat ook psychisch veel doet. Klachten heb ik niet meer en hardlopen blijkt een ideale uitlaatklep voor me te zijn. Sterker nog, binnenkort neem ik deel aan een hardloopwedstrijd en ren ik de halve marathon. Daar kijk ik enorm naar uit. Voor mij heeft het veel geholpen om na te gaan wat ongezonde patronen waren. Ik ben van mening dat wanneer je doorgaat op de oude, vertrouwde voet, dit vraagt om herhalingen. Voor mij stond vast dat ik verder wilde. Ik zie mijn infarct als waarschuwing: je leven is niet op orde, doe er iets aan. Het was heel confronterend, maar als je je bewust bent van patronen, heb je de mogelijkheid om iets te veranderen. Die verantwoordelijkheid ligt bij jezelf.”

Sven weet dat je je als hartpatiënt lang niet altijd even goed voelt. Die momenten beleef je, door wat je hebt meegemaakt, misschien net wat intenser. Sven staat dan ook open voor contact met lotgenoten. Heb je behoefte aan praten of wil je meer weten over zijn verhaal, neem dan contact met ons voor zijn emailadres: info@hartpatienten.nl

Foto: Sven Handels
Tekst: Laura van Horik

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

 

Terugblik evenement Hartpatiënten Nederland

Afgelopen dinsdag, 11 februari 2025, vond het evenement van Hartpatiënten Nederland plaats, waarin een stap naar een veiligere samenleving werd gezet. De reanimatie-app ‘CPR You Ready’ werd officieel gelanceerd! Deze innovatieve app, een initiatief van Stichting Stilgezet en Hartpatiënten Nederland, is nu te downloaden!

Heeft u deze mooie avond gemist, of was u erbij en wilt u graag samen terugblikken? Bekijk dan nu de officiële aftermovie!

Tijdens dit bijzondere evenement in Utrecht waren vele professionals, ervaringsdeskundigen en belangstellenden aanwezig voor deze lancering. Onder hen vertegenwoordigers van de Nederlandse Reanimatie Raad en het Nederlands Heart Institute, die de noodzaak van meer bewustzijn rondom reanimatie ondersteunen. Ook werd deze avond de indrukwekkende documentaire ‘Afslag’ getoond, die een indruk geeft van de impact van een reanimatie.

De ‘CPR You Ready’-app speelt in op de grote vraag naar kennis over reanimatie. Elk jaar worden bijna 16.000 mensen buiten het ziekenhuis getroffen door een hartstilstand, terwijl slechts 21% van de Nederlanders boven de 12 jaar een geldig EHBO-certificaat bezit. Dit houdt in dat veel mensen niet weten hoe te handelen in kritieke situaties. “Met deze app hopen we mensen te motiveren om te leren reanimeren en hen bekend te maken met de benodigde stappen,” zegt Marly van Overveld, coördinator van Hartpatiënten Nederland.

Het doel van deze applicatie is om spelenderwijs meer bewustzijn te creëren van wat een reanimatie inhoudt, wat erbij komt kijken, en welke stappen hiervoor nodig zijn. Uiteraard is een volwaardige reanimatiecursus nodig om te leren reanimeren.

De app is ontwikkeld door Goal043 en biedt een interactieve en speelse manier om de belangrijkste reanimatievaardigheden te leren. Gebruikers leren niet alleen hoe ze symptomen van een hartstilstand herkennen, maar ook hoe ze een AED (Automatische Externe Defibrillator) correct gebruiken en de juiste hartmassages en mond-op-mondbeademing geven. “Net zoals fietsen of zwemmen, moet reanimeren een vaardigheid worden die je nooit meer vergeet,” aldus initiatiefnemer Dr. Ehsan Natour, hartchirurg en oprichter van Stichting Stilgezet.

Met ‘CPR You Ready’ is het hopelijk een stuk gemakkelijker om levensreddende kennis te vergaren. Download de app vandaag nog en maak het verschil wanneer elke seconde telt! Ervaringen of feedback delen? Mail naar info@hartpatienten.nl

Download hier de app in de Google Play Store
Download hier de app in de Apple Store

Tot een volgende keer, en bedankt aan alle aanwezigen!

Foto: Studio Daan
Film: Le Vision Media

 

 

Wat gezond leven al niet met het zelfvertrouwen kan doen

Dat het gesprek over leefstijl een vaste plek verdient in spreekkamers en ziekenhuizen: daar lijken steeds meer (huis)artsen zich van bewust te zijn. De praktijk loopt daarentegen nog niet altijd synchroon. Voeding Leeft zet zich al jarenlang in om dit thema steeds beter op de kaart te zetten. Dankzij het ontwikkelen van leefstijlprogramma’s, onderzoek en publicaties hoopt de zorgorganisatie bij te dragen aan een gezonder Nederland.

Het was pionieren voor de medewerkers van Voeding Leeft, toen de organisatie net was opgericht in 2011. Het leefstijldebat stond nog in de kinderschoenen en de leefstijlprogramma’s die Voeding Leeft ontwikkelde voor mensen met een chronische ziekte, bestonden nog niet. Inmiddels zijn al meer dan 10.000 mensen begonnen aan één van de programma’s, waarvan ‘Keer Diabetes2 Om’ de bekendste is. Deelnemers aan de programma’s leren meer over hun ziekte en over de relatie met voeding, leefstijl, beweging, ontspanning en slaap. Ook krijgen ze handvatten om zelf aan de slag te gaan. Er zijn ook programma’s ontwikkeld voor mensen met MS, reuma, de darmaandoening IBD en voor mensen die aan het herstellen zijn van kanker. Deelnemers krijgen onder andere een boodschappenlijst en menu mee naar huis, oefeningen om voldoende te bewegen en tips om te slapen.

Onderzoek

“Het is heel waardevol om dit werk te doen”, vertelt Nathalie Wilmsen, onderzoekscoördinator bij Voeding Leeft. “Onderzoek is voor ons heel belangrijk. We kunnen wel met ons gezond verstand beredeneren dat gezond leven belangrijk is, maar kunnen we inzichtelijk maken wat de effecten daarvan zijn en het thema leefstijl zo steeds beter op de kaart zetten? Het is gebleken dat we dat inderdaad kunnen, en het tempo zit er goed in.” Mede door intensief onderzoek en daarop volgende wetenschappelijke publicaties van de resultaten, valt Keer Diabetes2 Om sinds dit jaar onder de basisverzekering. Hierdoor worden patiënten sneller en vaker doorverwezen door hun huisarts.

Regie terugpakken

Voor hartpatiënten is er op dit moment vooralsnog geen specifiek programma, maar Wilmsen ziet wel degelijk vele raakvlakken. Dat een gezonde leefstijl voor hartpatiënten van groot belang is, staat immers buiten kijf. “Wat voor hartpatiënten net zozeer geldt als voor diabetes- of MS-patiënten: Leefstijl doet er hoe dan ook toe. Het is belangrijk om weer genoeg vertrouwen te krijgen om het heft in eigen handen te kunnen nemen. Om de regie te pakken over de eigen gezondheid. Vaak gaan mensen van specialist naar specialist en horen van een arts wat er allemaal moet gebeuren. Het hartpatiënt-zijn overkomt je en je legt je lot in handen van iemand anders. Wanneer je deelneemt aan een leefstijlprogramma leer je de regie te nemen over je gezondheid. Wanneer dat eenmaal lukt – bijvoorbeeld wanneer iemand gezonde voedingskeuzes kan integreren in het dagelijks leven, of een nieuw beweegritme volhoudt, voelen mensen zich gesterkt. Het geeft heel veel zelfvertrouwen wanneer je als patiënt resultaten merkt van iets dat je zelf doet. Eén van onze verpleegkundigen noemt dat: ‘Je gaat van patiënt naar actiënt. Niet meer passief, maar actief. Je pakt zelf de controle terug op een moment dat je juist het gevoel had dat je die controle kwijt was.”

Tempo erin

Om tot hun leefstijlprogramma’s en nieuwe onderzoeksresultaten te komen, werken de onderzoekers van Voeding Leeft heel praktijkgericht. “We onderzoeken wat er in de literatuur bekend is over de relatie tussen leefstijl en een ziekte, betrekken stakeholders en gaan daarna zo snel mogelijk over tot een eerste pilot met zo’n twintig patiënten, die wij deelnemers noemen. Wanneer we daaraan de eerste resultaten en leerpunten hebben kunnen onttrekken, bouwen we verder uit met nog meer stakeholders en publicaties. Om te beoordelen of een programma voldoet aan de criteria om vergoed te worden, heeft het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) een speciaal proces ingericht waarin dit getoetst wordt. Wanneer we daardoorheen komen. Wij hopen natuurlijk, door onderzoek te doen en resultaten te publiceren, zoveel mogelijk leefstijlgerelateerde programma’s vergoed te krijgen, zodat ze meer mensen met een bestaande diagnose toegang krijgen tot een leefstijlprogramma.”

Meer aandacht

Gelukkig ziet Wilmsen dat er in Nederland steeds meer aandacht komt voor leefstijl, mede doordat de wetenschappelijke grond daarvoor steeds steviger wordt. “Maar er is nog heel veel winst te behalen. Zo mogen artsen bijvoorbeeld nog veel meer uitdragen dat leefstijl er hoe dan ook toe doet als je ziek bent. Zij moeten ambassadeurs zijn van een gezonde leefstijl. Daarom doen wij ook veel aan voorlichting en nascholing voor medisch professionals. Door de samenwerking op te zoeken met de zorg, hopen onze missie te verspreiden.”

Tekst: Yara Hooglugt
Foto: Nathalie Wilemsen | © fotografie Anouk de Kleermaeker

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

 

Gewichtstoename door medicatie: wat nu?

Als je hartmedicatie gebruikt, kun je te maken krijgen met gewichtstoename. In de praktijk blijkt dat het lastig kan zijn om die extra kilo’s kwijt te raken. Wat kun je hieraan doen? Apotheker Anne-Margreeth Krijger geeft je in dit artikel advies.

Gewichtstoename bij medicatie

Bètablokkers verlichten de belasting van het hart. Artsen schrijven ze voor bij verschillende hart- en vaatziekten. Bijvoorbeeld na een hartinfarct, bij angina pectoris (pijn op de borst), hoge bloeddruk of bepaalde hartritmestoornissen. Het doel van deze medicijnen is om de hartslag en bloeddruk te verlagen. Volgens apotheker Anne-Margreeth zijn er veel verschillende soorten bètablokkers, maar moet je bij sommige extra alert zijn. Ze legt uit: “Van bètablokkers met de werkzame stof metoprolol, propranolol of atenolol is bekend dat deze gewichtstoename kunnen veroorzaken.” Hoe komt dat? “Ze kunnen de stofwisseling vertragen en de vetverbranding verminderen. Andere veel gebruikte bloeddrukverlagende middelen, zoals ‘plastabletten’ (bijvoorbeeld hydrochloorthiazide of chloortalidon), ACE-remmers (zoals enalapril en lisinopril) of calciumantagonisten (bijvoorbeeld amlodipine) zorgen niet voor gewichtstoename.” Volgens de apotheker verschilt het per persoon of je last krijgt van gewichtstoename bij bepaalde bètablokkers. “Leeftijd, hormonale schommelingen en dosering spelen een rol. In het algemeen geldt: hoe hoger de dosis, hoe groter het risico.” Maar het blijft niet alleen bij bètablokkers: Anne-Margreeth wijst ook op andere ‘beruchte’ medicijnen die gewichtstoename kunnen veroorzaken.

Beruchte medicatie

Heb je naast hartproblemen bijvoorbeeld last van depressieve gevoelens? Dan gebruik je mogelijk medicijnen om deze klachten te verminderen. Anne-Margreeth: “Bepaalde medicijnen bij depressie staan bekend om de bijwerking gewichtstoename, zoals citalopram. Hetzelfde geldt voor bepaalde antipsychotica (bijvoorbeeld quetiapine), diverse bloedglucose verlagende middelen (denk aan insuline of gliclazide), anti-epileptica (zoals valproïnezuur) en corticosteroïden die door het hele lichaam werken (bijvoorbeeld prednison). Gebruik je een van deze werkzame stoffen in combinatie met jouw hartmedicatie? Dan kan het zomaar zijn dat deze medicijnen bijdragen aan de gewichtstoename.”

Oorzaak van gewichtstoename

De gewichtstoename die je ervaart kan volgens de Anne-Margreeth veroorzaakt worden door meerdere factoren. “Neem bijvoorbeeld levensstijl: een ongezond eetpatroon, alcoholgebruik, stress, een slechte nachtrust en te weinig beweging zijn veelvoorkomende oorzaken.” Hoe kom je erachter waar de gewichtstoename vandaan komt? “Je moet altijd een brede blik houden”, vertelt Anne-Margreeth. “De gedachte: ‘het zal wel door het nieuwe medicijn komen’, kan erg gevaarlijk zijn. Natuurlijk kan dat zo zijn, maar laat je er niet door verblinden. Het is verstandig om alle factoren te analyseren. De vragenlijst op www.checkoorzakenovergewicht.nl kan hierbij helpen.” Een andere tip is om de BATM-formule te gebruiken. Hierbij beantwoord je de vragen: is gewichtstoename een Bekende bijwerking van dit medicijn? Zijn er andere verklaringen voor mijn gewichtstoename? Is mijn gewichtstoename net na de start van de nieuwe medicatie begonnen (Tijdsrelatie)? Gebruik ik andere Medicatie die gewichtstoename kan veroorzaken? “Het kan lastig zijn om deze vragen zelf te beantwoorden”, erkent Anne-Margreeth. “Vraag je apotheker om hulp als je er niet uitkomt. Deze helpt je een overzicht te maken en te ontdekken waar het probleem kan liggen.”

Aangekomen van medicatie

Blijkt uit de analyse dat de nieuwe medicatie de oorzaak is van je gewichtstoename? “Overleg dan met de voorschrijvende arts of het medicijn afgebouwd kan worden en of er een ander medicijn gegeven kan worden”, aldus Anne-Margreeth. “Gewichtstoename, met name toename van de buikomvang, verhoogt de kans op het ontwikkelen van allerlei ziekten. Denk hierbij aan hart- en vaatziekten en diabetes, maar ook leververvetting, longaandoeningen, artrose en nierproblemen.” Maar wat als je afhankelijk bent van het medicijn en er geen geschikte alternatieven zijn? “Helaas is het niet altijd mogelijk om te stoppen. Bij hartritmestoornissen, bijvoorbeeld, zijn bètablokkers vaak onmisbaar. Heb je veel last van gewichtstoename door het medicijn? Neem dan altijd contact op met je cardioloog. Die kan het beste beoordelen of stoppen of overstappen op een ander middel toch mogelijk is.”

Afvallen

Blijf je het medicijn gebruiken dat gewichtstoename veroorzaakt? Dan kan het volgens Anne-Margreeth lastig zijn om af te vallen. Hoe kun je toch die extra kilo’s kwijtraken? De apotheker waarschuwt: “Tegenwoordig willen veel mensen afslankmedicatie gebruiken, maar dat is lang niet voor iedereen geschikt en vaak geen langetermijnoplossing. Hoewel het kan helpen om vet te verliezen, verlies je hierbij ook vaak spiermassa. Spiermassa is een belangrijke factor in je gezondheid. De spieren spelen een hoofdrol bij het regelen van de bloedglucose en zijn een belangrijke bron van bouwstoffen bij herstel van infecties. Mensen die stoppen met deze afslankmedicatie komen in verhouding dan meestal meer in vet aan dan in spiermassa. Met name voor oudere mensen is dit een risico, omdat met het ouder worden de spiermassa steeds verder afneemt.” Verstandiger is volgens de apotheker om je levensstijl te verbeteren. “Focus op gezonde voeding, voldoende slaap, regelmatige beweging en verminder stress. Werken aan een gezonde(re) levensstijl helpt altijd bij een betere gezondheid. Het is zeker slim om deze te optimaliseren, ook als je geen gewicht verliest.”

Tekst: Julia Kroonen
Foto: Anne-Margreeth Krijger

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Lancering reanimatie-app CPR You Ready

Utrecht, 11 februari 2025 – Een stap naar een veiligere samenleving: de reanimatie-app ‘CPR You Ready’ is officieel gelanceerd! Deze innovatieve app, een initiatief van Stichting Stilgezet en Hartpatiënten Nederland, is nu te downloaden!

Tijdens een bijzonder evenement in Utrecht (bekijk hier de aftermovie!) waren vele professionals, ervaringsdeskundigen en belangstellenden aanwezig voor deze lancering. Onder hen vertegenwoordigers van de Nederlandse Reanimatie Raad en het Nederlands Heart Institute, die de noodzaak van meer bewustzijn rondom reanimatie ondersteunen.

De ‘CPR You Ready’-app speelt in op de grote vraag naar kennis over reanimatie. Elk jaar worden bijna 16.000 mensen buiten het ziekenhuis getroffen door een hartstilstand, terwijl slechts 21% van de Nederlanders boven de 12 jaar een geldig EHBO-certificaat bezit. Dit houdt in dat veel mensen niet weten hoe te handelen in kritieke situaties. “Met deze app hopen we mensen te motiveren om te leren reanimeren en hen bekend te maken met de benodigde stappen,” zegt Marly van Overveld, coördinator van Hartpatiënten Nederland.

Het doel van deze applicatie is om spelenderwijs meer bewustzijn te creëren van wat een reanimatie inhoudt, wat erbij komt kijken, en welke stappen hiervoor nodig zijn. Uiteraard is een volwaardige reanimatiecursus nodig om te leren reanimeren.

De app is ontwikkeld door Goal043 en biedt een interactieve en speelse manier om de belangrijkste reanimatievaardigheden te leren. Gebruikers leren niet alleen hoe ze symptomen van een hartstilstand herkennen, maar ook hoe ze een AED (Automatische Externe Defibrillator) correct gebruiken en de juiste hartmassages en mond-op-mondbeademing geven. “Net zoals fietsen of zwemmen, moet reanimeren een vaardigheid worden die je nooit meer vergeet,” aldus initiatiefnemer Dr. Ehsan Natour, hartchirurg en oprichter van Stichting Stilgezet.

Met ‘CPR You Ready’ is het hopelijk een stuk gemakkelijker om levensreddende kennis te vergaren. Download de app vandaag nog en maak het verschil wanneer elke seconde telt! Ervaringen of feedback delen? Mail naar info@hartpatienten.nl

Download hier de app in de Google Play Store
Download hier de app in de Apple Store

Hoe werkt de CPR you ready app?

 

Mij mag je wakker bellen voor een operatie

Na haar studie geneeskunde deed Shokoufeh Cheheili Sobbi zes jaar lang de opleiding tot cardiothoracaal chirurg. Onlangs werd haar diploma ondertekend: ze mag zich in januari cardiothoracaal chirurg in het Maastricht UMC+ noemen. “Ik zie opereren niet als werk, maar als mijn passie.”

Toen Shokoufeh een jaar of vier was, zag ze op televisie een documentaire over een arts die gratis patiënten behandelde tijdens een oorlog. De documentaire maakte veel indruk op haar. “Ik weet nog dat ik naar mijn moeder in de keuken ging en zei: ik weet wat ik wil worden, ik word een dokter”, zegt ze lachend. “Daar ontstond de droom en ik ben eraan gaan werken om deze te realiseren.”

Techniek en precisie

Shokoufeh deed de opleiding geneeskunde, waar ze in het tweede jaar een dag mocht kennismaken met specialismen. Zo mocht ze met een cardiothoracaal chirurg meekijken bij een hartoperatie. “Die nacht ervoor kon ik niet slapen, zo enthousiast was ik. Om zeven uur ’s ochtends stond ik vervolgens met een kop koffie bij de kamer, wachtend op de hoogleraar. Sinds die dag ben ik niet meer weg te slaan bij de hartchirurgie. Het is een heel technisch vak en ik heb naast mijn studie geneeskunde aan de Technische Universiteit Delft gestudeerd, dus ook een technische achtergrond. De combinatie van techniek en precisie maakte veel indruk op me. Het is echt millimeterwerk. Ook dacht ik: er valt nog best veel te optimaliseren voor patiënten. Dat is ook waarom ik voor dit vak heb gekozen en me ben gaan specialiseren tot cardiothoracaal chirurg.”

Zelfstandig opereren

Shokoufeh opereert veel en zelfstandig, op complexe casussen na. Daarin krijgt ze als jonge specialist begeleiding van haar ervaren collega’s. “Elke keer kom je een stapje verder, zowel tijdens de opleiding als daarna. In het begin van de opleiding mogen we al beginnen met opereren en op een gegeven moment opereren we zelfstandig, samen met onze eigen assistent. Ik denk dat we één van de weinige specialismen zijn die zoveel één op één begeleiding hebben. Vanaf de eerste steek wordt al uitgelegd waarom en hoe je iets doet, wat de theorie erachter is en hoe je met calamiteiten omgaat. Er is een heel leger aan mensen dat je opleidt. Dankzij hen ben ik wie ik ben en doe ik wat ik doe. Daarvoor ben ik heel dankbaar.”

Kijkoperatie

De laatste tweeënhalf jaar is Shokoufeh zich gaan verdiepen in endoscopische mitraalklepreparaties, een techniek waarbij niet het borstbeen wordt opengemaakt, maar waar via een kleine opening in de rechterborst een kijkoperatie wordt gedaan. “Om bij het hart te komen kun je het borstbeen openzagen, maar er zijn ook technieken als de kijkoperatie. Daarbij maken we in de rechterborst een kleine opening van twee tot drie centimeter en vanuit die opening kunnen we dezelfde operatie uitvoeren. We gebruiken daarbij lange instrumenten en een camera. Alles wordt bij deze techniek uitvergroot en we hebben beeldschermen met 3D-camera’s. Het vereist een hele goede ooghandcoördinatie en de reparatie van de klep is echt precisiewerk. Dat vind ik heel interessant.”

Eén hart

Opereren is en blijft iets intiems volgens Shokoufeh, omdat ze dicht bij de patiënt staat. Een hartoperatie is tenslotte ingrijpend, zegt ze. “Als ik patiënten de dag voor de operatie zie en in de ogen kijk, gaan we een soort afspraak met elkaar aan. Ik zet me voor iedere patiënt tweehonderd procent in. Zodra ik op de operatiekamer ben, is het enige doel het veilig en succesvol afronden van de operatie. Jij gaat op dat moment over het leven van de patiënt en achter dat individu staat een hele familie. Het is iemands vader, moeder, zoon, dochter of partner. We zijn dan ook heel kritisch op wat we doen en streven echt naar perfectie. Al hebben we de operatie al honderden keren gedaan, je moet blijven beseffen dat het voor de patiënt en naasten hopelijk maar één keer is. Hij of zij heeft maar één hart.”

Complexe ingrepen

Haar werk geeft haar veel voldoening. Na een dag of nacht opereren is ze nog steeds energiek. “Als het goed is gegaan, ben ik heel blij. Dan kan mijn dag niet meer stuk. Het maakt niet uit hoeveel uur ik heb gedraaid, ik ga altijd energiek naar huis. Ik kan dag en nacht op de operatiekamer staan. Mij mag je wakker bellen voor een interessante operatie.” Toch zijn er ook moeilijke momenten in haar vak. “Soms weten we van tevoren al dat iets een complexe ingreep gaat zijn en de kans bestaat dat het niet goed afloopt. Als je dan met je team alles geeft en een patiënt alsnog komt te overlijden, kan ik dat wel mee naar huis nemen. Het moment dat een familie afscheid neemt voordat we naar de operatiekamer gaan, blijft voor mij emotioneel. Of als we slecht nieuws moeten brengen. Dat maakt indruk. Dan leef ik echt met de patiënt en de familie mee. Op zulke momenten heb ik ook veel aan mijn team. We staan voor elkaar klaar en kunnen er altijd over praten. Gelukkig zijn er heel veel ingrepen die wél lukken en goed gaan. We gaan altijd tot het uiterste.”

Meer technieken

Shokoufeh hoopt zich voor nu verder te kunnen ontwikkelen binnen een leuk team en de ruimte te krijgen om verder te leren en te laten zien wat ze kan. “Ik hoop dat ik de minimaal invasieve operaties en in het bijzonder de endoscopische procedure verder kan leren en toepassen. Het lijkt me heel gaaf om steeds meer technieken te ontwikkelen als vervanging voor ons werk. Dat klinkt dubbel, want aan de ene kant opereren we graag, maar aan de andere kant proberen we ook methodes te ontwikkelen die net zo efficiënt zijn en een operatie overbodig maken voor onze patiënten. Mijn collega’s en ik zijn naast ons klinische werk ook bezig met onderzoeken of er nieuwe technieken zijn die onze huidige methodes kunnen verbeteren of vervangen. Ik vind het geweldig om nieuwe technieken te bedenken. Mijn uiteindelijke doel is om me verder te laten opleiden en specialiseren in minimaal invasieve cardiothorocale chirurgie. In Maastricht doen we nu de mitraal- en aortakleppen, thymus en omleidingsoperaties endoscopisch of met robot, maar dit hopen we ook uit te kunnen breiden naar andere operaties.”

Waarom geeft Hartpatiënten Nederland Cheheili Sobbi een podium?
Wij bieden jonge, veelbelovende vrouwelijke artsen in de hartwereld een podium om diversiteit en innovatie te bevorderen. Dit versterkt de rol van vrouwen in de cardiologie, inspireert toekomstige generaties en draagt bij aan baanbrekend onderzoek, wat uiteindelijk de patiëntenzorg ten goede komt.

 

Tekst: Laura van Horik
Foto: Shokoufeh Cheheili Sobbi

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

‘Dankzij alerte clubgenoten leef ik nog’

Jochem* was pas 22 toen hij tijdens een voetbaltraining werd getroffen door een hartstilstand. Dankzij een clubgenoot die razendsnel alert was op de signalen, kon hij op tijd gereanimeerd worden op het veld. “Ik heb heel veel geluk gehad, maar het kost veel tijd om dit mentaal een plek te kunnen geven.”

Jochem heeft haast op die oktoberavond in 2022. Hij heeft een conditietraining op zijn voetbalclub RODA ’23 voor de boeg, maar komt pas kort van tevoren van zijn werk. Hij eet snel nog even een bord curry, hijst zich in zijn trainingskleren en gaat snel naar het veld. “Toen ik pijn in mijn maag kreeg tijdens de training, ging ik dus door. Dat zal wel door dat late eten komen, dacht ik. Niet lang daarna kreeg ik ook een flinke steek rondom mijn hart en werd benauwd, maar ook daar trainde ik doorheen. Pas later heb ik me gerealiseerd dat dat al voortekenen waren.”

Mentale schade

Wat daarna gebeurt, is uit Jochems geheugen verdwenen. Hij krijgt een hartstilstand op het veld en wordt gereanimeerd door een clubgenoot die dankzij zijn werk als boa veel kennis heeft over het verlenen van eerste hulp. Na zo’n drie minuten kwam er iemand aan met een AED om de reanimatie over te nemen. “Toen ik van het veld naar de ambulance werd verplaatst, was ik alweer half bij bewustzijn. Ik was een tand verloren door mijn val, en blijk toen te hebben gezegd dat ik met zo’n uiterlijk al klaar was voor Halloween.” Inmiddels kan Jochem al wel weer een beetje om dat detail lachen, maar hij realiseert zich ook goed dat hij er zonder zijn alerte clubgenoten en de aanwezigheid van een AED op de club misschien wel niet meer was geweest. “Dat is heel confronterend. De mentale schade die ik hierdoor heb opgelopen, is groot.”

Dankbaar

In het ziekenhuis bleek dat een niet goed functionerende hartklep de hartstilstand heeft veroorzaakt. Jochem werd succesvol geopereerd en is daarna een langdurig revalidatietraject ingegaan. “Maar op dat moment boeide me dat niet zoveel; ik was dankbaar dat ik nog leefde.”

Tijdens zijn revalidatietraject voerde Jochem gesprekken met een maatschappelijk werker en met zijn familie. Praten was, en is nog steeds, belangrijk voor hem. “Ik leef sinds mijn hartstilstand van dag tot dag en kan het soms nog steeds niet geloven dat ik er nog ben. Onbewust krijg ik er toch nog regelmatig een klap van.”

Kennis van AED

Sinds zijn hartstilstand wil Jochem zoveel mogelijk mensen wijzen op het belang van tijdige herkenning van signalen, de juiste hulp en de aanwezigheid van een AED. “Ik heb het geluk gehad dat die jongen, die ook boa is, direct wist dat het mis was door het snurkende geluid dat ik maakte. Ook was het een geluk dat er toevallig iemand op de club aanwezig was die de sleutel had van de ruimte waarin de AED stond, én dat er iemand was die de kennis had om de AED ook daadwerkelijk te kunnen gebruiken. Daarom wil ik graag tegen zoveel mogelijk mensen zeggen: get trained, save lives. Weet hoe je een AED moet gebruiken, zodat je op zo’n moment niet hoeft te twijfelen. En als je twijfelt of je moet starten met een reanimatie wanneer je vermoedt dat iemand een hartstilstand heeft: gewoon doen. Het ergste dat je kunt doen is iemands rib breken. Dat doet pijn, natuurlijk, maar dat maakt niet uit. Breek maar liever tien keer een rib bij een onnodige reanimatie; een elfde keer red je iemand het leven.”

Sporten

Gelukkig gaat het met Jochem fysiek inmiddels goed, besluit hij. “Sporten gaat eigenlijk zelfs beter dan voorheen. Doordat ik al jaren bleek rond te lopen met hartproblemen, had ik al een verminderde conditie. Dat is nu veel beter en ik voel me goed. Ik moet geen marathons gaan lopen, maar 90 minuten voetballen gaat prima. Het kost alsnog heel veel tijd om het allemaal een plek te geven, maar door er veel over te praten heb ik heel veel steun. Verder merk ik dat ik anders ben gaan leven: ik doe veel vaker gewoon alleen de dingen die ik leuk vind. Ik ben veel bewuster.”

*Jochem is een gefingeerde naam. De geïnterviewde wil om privacyredenen niet met voor- en achternaam genoemd worden.

Tekst: Yara Hooglugt

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Cardiologen zijn geen Orakel van Delphi

 

Steeds weer loop ik in de spreekkamer tegen dezelfde problemen aan. Een patiënt komt voor de jaarcontrole en ik neem de voorgeschiedenis, de medicatie, de klachten en de risicofactoren door (en voor de zorgverzekeraar: ja ook alle andere items die ik verplicht in dat kwartiertje moet invullen en navragen: doe ik uiteraard allemaal!). Als alles meezit lukt dat net, maar het loopt al snel spaak als de patiënt geen medicatielijst bij zich heeft, maar ervan uit gaat dat ‘alles wel in de computer staat’.

Ja, daar staat wel wat, maar het is de bedoeling dat wij dit bij elk bezoek weer controleren. Sommige pillen dienen namelijk tijdelijk gebruikt worden. Maar andere pillen dienen in principe juist levenslang te worden gebruikt. En bij weer andere dient de dosis elke keer weer te worden afgestemd, op bijvoorbeeld de leeftijd, het gewicht, de nierfunctie, de leverfunctie, de bloeddruk of op bepaalde bloeduitslagen, van bijvoorbeeld het cholesterol of de suiker. Bovendien zijn er nog zogenaamde interacties waar we als arts rekening mee moeten houden. Ofwel, met het feit dat sommige medicijnen elkaars werking verzwakken of versterken. Bij al dat soort zaken is het dus noodzakelijk dat we weten wát iemand precies gebruikt en ook in welke dosis. Pas dan kunnen we op basis van wat we op dat moment zien en meten de medicatie hierop correct en dus veilig aanpassen.

En dan helpt het helaas ook niet als iemand weet te benoemen dat er twee witte, één gele en een rood pilletje in gebruik zijn. Doordat apotheken van de overheid/zorgverzekeraar altijd de goedkoopste pillen moeten aanbieden, komen deze de ene week van de ene, de andere week van een andere aanbieder, die ze overigens in theorie ook nog de ene keer uit een
fabriek uit India, de andere week uit een fabriek in Timboektoe kan importeren.

Naar mijn mening hoort niet alleen de dokter, maar ook de patiënt tot op zekere hoogte te weten welke pillen hij of zijn waarom gebruikt. Neem dus altijd een lijstje mee met de medicatie die u gebruikt, inclusief doseringen, innamefrequentie, en dus ook inclusief medicatie waarvan u denkt dat de cardioloog er niks mee te maken heeft en dus ook uw lijst met eventuele supplementen, ook die hebben (soms) interacties. Ofwel, zoals boven het Orakel van Delphi al stond: ‘Ken Uw Zalven’: weet wat u slikt, druppelt, smeert en/of inhaleert: we zijn geen orakel, we hebben al die informatie nodig.

 

Remko Kuipers

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Cholesterol – deepdive

In het vorige artikel was ik geëindigd na de uitleg dat cholesterol gebonden aan eiwitdeeltjes door het bloed circuleert. Ofwel in de vorm van eiwit-vet-deeltjes (lipoproteinen), die behalve cholesterol ook triglyceriden transporteren en waarbij de verhouding tussen cholesterol en triglyceriden bepaalt hoe groot het deeltje is. Praktisch gezien zijn er drie soorten eiwitten die cholesterol door het bloed transporteren. Het ApoB-48, het ApoB-100 en het ApoA-eiwit. Later meer hierover.

Bedenk dat deze lipoproteines er zijn om vet vanuit de darm naar de lever, vanuit de lever naar de organen en van de organen weer terug naar de lever te transporteren. Allemaal hebben ze hun eigen functies.

Als we vet eten wordt dit vet vanuit de darm in eerste instantie in darmcellen opgeladen op het Apo-B48 ‘karretje.’ Dit lipoproteine (eiwit: Apo-B48; vet: triglyceriden en cholesterol) is het grootste lipoproteine in ons lichaam en heet ook wel een chylomicron. Chylomicronen bevatten voornamelijk triglyceriden, en maar een klein beetje cholesterol. Als de chylomicronen door het bloed stromen worden er al heel snel veel triglyceriden ‘uitgeladen’ om in ons lichaam te worden gebruikt voor energie of opslag van energie. Het resterende, en dus veel kleinere, deeltje heet een chylomicron-remnant. Dit chylomicron-remnant wordt vervolgens opgenomen in de lever en afgebroken tot de afzonderlijke componenten (ApoB48, triglyceriden en cholesterol).

Omdat de lever de triglyceriden die zo binnenkomen niet allemaal zelf kan opslaan wordt in de lever een nieuw, net iets anders karretje gemaakt om weer van al die triglyceriden af te komen. Bovendien maakt de lever zelf ook nog weer triglyceriden: uit suiker. Het karretje dat in de lever gemaakt wordt heet Apo-B100. Zodra dit karretje is volgeladen met triglyceriden en cholesterol heet het VLDL, of ‘very low density lipoproteine.’ VLDL bestaat net als chylomicronen voornamelijk uit triglyceriden en is in grootte vergelijkbaar met een chylomicron-remnant. Net als chylomicronen circuleert VLDL in ons lichaam (in de bloedbaan) en wordt een deel van de opgeladen triglycerides onderweg, bijvoorbeeld in de buurt van vet- of spierweefsel, weer uitgeladen om op die plaatsen als energie te worden gebruikt of opgeslagen. Op die manier wordt het VLDL-deeltje steeds kleiner en kleiner. De steeds kleiner wordende deeltjes die hierbij ontstaan zijn in feite niets anders dan dat: ApoB100 eiwitkarretjes met daarop voornamelijk steeds iets minder triglyceriden. Maar omdat wetenschappers deeltjes graag een naam geven worden ze afhankelijk van hun grootte respectievelijk VLDL-remnants (30-80 nanometer diameter) en IDL (intermediate density lipoproteine, 25-35 nm) genoemd. De IDL-deeltjes worden door de lever uiteindelijk nog weer een kopje kleiner gemaakt (18-25 nm) waarbij inmiddels de hoeveelheid cholesterol op het karretje groter is geworden dan de hoeveelheid triglyceriden. Het nu ontstane deeltje is het beruchte LDL. In feite is ook dit dus niet één soort deeltje, maar eveneens een hele reeks deeltjes met verschillende groottes waarbij de grootste deeltjes (25 nm) bijna 40% groter zijn dan de kleinste deeltjes (18 nm).

De tot nu toe besproken deeltjes, of lipoproteines, hebben allemaal als karretje een eiwit dat met ApoB-begint: Apo-B48 en ApoB-100. Chylomicronen en chylomicron-remnants bevatten Apo-B48, VLDL, VLDL-remnants, IDL en LDL bevatten Apo-B100. In het laboratorium kan het totaal van lipoproteines met een ApoB-deeltje inmiddels relatief makkelijk worden bepaald. In de praktijk blijkt dit zelfs een betere graadmeter voor de kans op hart- en vaatziekten te zijn dan enkel de waarde van het LDL-cholesterol. Maar, er is nog meer.

Naast LDL is er ook nog een karretje met Apo-B100 als (eiwit)basis dat voornamelijk veel cholesterol bevat, maar dat toch nét even anders is: het Lp(a). Dit is een karretje waarin naast het Apo-B100 eiwit ook een Apo(a) eiwit verbonden is aan dit lipoproteine. Dit Apo(a) eiwit heeft alleen als bijzondere eigenschap dat het niet, zoals de andere Apo-eiwitten ín het bolletje zit, maar het hangt er als een soort staart aan vast, waarbij die staart ook nog eens enorm in lengte kan verschillen. Wetenschappers denken dat dit wel hele bijzondere lipoproteine mogelijk minder relevant is voor het transport van triglyceriden en cholesterol, maar dat het vooral een rol speelt bij de bloedstolling. Niet zo verwonderlijk dus, dat mensen met een verhoogd Lp(a) een zeer sterk verhoogde kans op hart- en vaatziekten hebben. Hoe korter de ‘staart’ aan het Lp(a) deeltje overigens, des te groter het risico op hart- en vaatziekten. Ons HDL (high density lipoproteine), gebruikt als karretje overigens ApoA, niet te verwarren met Apo(a)!

Zoals gezegd zijn ook LDL-deeltjes er in allerlei maten, waarbij de kleinste ‘bolletjes’ het gevaarlijkst zijn. In cardiologentermen: het meest atherogeen. Dat heeft er onder andere mee te maken dat de kleinste deeltjes het makkelijkste in de wand van de bloedvaten kunnen binnendringen. In sommige laboratoria kun je daarom behalve je HDL, TG, ApoB en Lp(a) ook de ‘diameter-verdeling’ van je LDL-cholesterol laten meten. Bij deze verdeling wordt onderscheid gemaakt in mensen met vooral grote (ook wel large-buoyant) LDL-deeltjes (het type A) en met vooral kleine (ook wel small dense) LDL-deeltjes (het type B). Hierbij hebben mensen met een type B ‘profiel’ een veel hogere kans op hart- en vaatziekten dan mensen met een A/B of een A profiel. Daarbij blijkt leefstijl van grote invloed op je ‘LDL-type.’ Mensen met overgewicht, suikerziekte of het zogenaamde metabool syndroom hebben daardoor veel vaker een type B LDL-profiel, wat normaliseert als ze hun leefstijl verbeteren. vaker een type B LDL-profiel, wat normaliseert als ze hun leefstijl verbeteren.

Tekst: Remko Kuipers
Foto: Remko Kuipers

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Vertrouw op jezelf als je iets hebt!

Jacobien Koopmans (56) kreeg lang te horen dat er niks aan de hand was, ook al had ze veel pijn op haar borst. “Ik ben zelfs naar de psycholoog gestuurd!”, vertelt Jacobien (Bien voor vrienden). Met hartklachten ging ze meermaals naar de dokter. “Dat hoort bij de overgang”, kreeg ze daar steevast te horen. “En dat terwijl ik al jarenlang aan het zeggen was dat ik me niet goed voelde”, vertelt ze haar verhaal voor de Hartbrug.

Jacobien was manager in een grote tandartsenpraktijk en fervent bezoeker van de sportschool met een goede conditie, toen ze ruim drie jaar geleden klachten kreeg. Ze sliep steeds slechter, was chronisch moe en had naar eigen zeggen dagelijks last van een strak gevoel in haar borst. Haar conditie ging hard achteruit. “Als ik de trap op liep, begon ik te hijgen en kreeg ik pijn op de borst”, vertelt ze.

Overgang

“Volgens de huisarts hoorde dat bij de overgang en werkte ik te hard. Ik had volgens hem niks. Wanhopig werd ik ervan. Ik slikte al sinds mijn 45ste pillen tegen de hoge bloeddruk. Er zou geen reden zijn om aan te nemen dat er meer aan de hand was. Het kostte me heel wat moeite om een doorverwijzing naar een cardioloog te krijgen. Die nam me gelukkig wél serieus. Een hele opluchting. Wat bleek: ik had last van spasmes in de grote en kleine vaten. Coronaire vaatdysfunctie heet dat, oftewel vaatkramp. Zelden was ik zo blij met slecht nieuws. Want ik werd eindelijk in mijn klachten erkend.”

Vaatkramp

Bij vaatkramp wordt de bloedstroom naar het hart tijdelijk afgeknepen, waardoor het hart te weinig zuurstof krijgt. Een verschijnsel dat relatief vaker bij vrouwen voorkomt. Vaak denken cardiologen dat er niks aan de hand is, als bij een katheterisatie of CT-scan geen vernauwingen in de kransslagaders worden gevonden. Een tijdelijke verkramping wordt tijdens zulke onderzoeken meestal niet waargenomen.

Vrouwenhart

“Inmiddels ben ik drie jaar verder. Als ik terugkijk naar de eerste jaren met de pijn – hoe vaak ik toen niet dacht: ik ga niet meer naar de dokter, ze geloven me toch niet. Tot ik het boek over het vrouwenhart las van cardioloog Janneke Wittekoek. Wat zij daarin beschrijft, herkende ik direct. Bij de cardioloog kreeg ik eindelijk te horen wat er aan de hand was, wat was ik blij! Ik was niet gek! Ik had het al die tijd wel degelijk gevoeld! Ineens kreeg ik aandacht voor wat ik voelde, en altijd gevoeld had al die jaren. Dat deed me goed.”

Medicijnen

De cardioloog ging op zoek naar medicijnen voor de vaatkramp waarvan Jacobien veel last had. “Uiteindelijk ben ik in juni dit jaar met de medicatie gestopt, natuurlijk in overleg met de cardioloog. Zoiets mag je nooit zomaar zelf beslissen. Ik had door die medicatie geen goeie dagen meer door alle bijwerkingen. Ik weet niet precies wat zo’n vaatkramp triggert. Ik heb lang gedacht dat ik me misschien te druk maakte. Maar door alle bijwerkingen van de medicatie kon ik zelfs op ‘goede’ dagen niet meer doen wat me de rest van de week ook niet lukte. Dan kun je net zo goed stoppen, of liever gezegd: geleidelijk afbouwen, want in één keer moet je zoiets niet doen.”

“Het enige dat ik kan krijgen zijn vaatverwijders. Maar die leveren weer andere klachten op. Ik kreeg steeds meer pillen, begon me als een 80-jarige te voelen. Daarom ben ik ermee gestopt. Ik ben een van die patiënten die kiezen voor risico’s en niet voor de bijwerkingen.”

Tussen de oren

“Als je echt drie jaar lang een zoektocht houdt naar wat er met je aan de hand is, ga je je heel ongelukkig voelen. Gelukkig geloofde mijn man me wel. Ik vraag me af hoeveel vrouwen zich net zoals ik vroeger nog steeds laten wegsturen. Ik kreeg ook steeds te horen dat het aan de overgang lag of dat het tussen de oren zou zitten.”

Al deze ervaringen deden Jacobien besluiten zich actief in te zetten voor de stichting Het Vrouwenhart. “Van die stichting heb ik altijd veel steun gevoeld”, vertelt ze. “Daarom vond ik dat ik iets terug moest doen.”

Voorzitster Caroline Verhage van Vrouwenhart valt haar bij. “Jacobien is een stoer wijf”, zegt ze. “Zij komt voor zichzelf op. Maar ook deze vrouwen hebben het moeilijk. Als je vrouw bent en je hebt een knobbeltje in je borst, wordt gelijk alarm geslagen. Maar als je zegt moe en hijgerig te zijn krijg je te horen dat het de overgang is. Dat het tussen de oren zit. Terwijl zo’n dokter zou moeten zeggen: we gaan je bloeddruk eens opmeten, om te beginnen.”

“Vertrouw op jezelf als je voelt dat je iets hebt”, vult Jacobien aan. “Ga door tot je serieus genomen wordt!”

Tekst: Henri Haenen
Foto: Jacobien Koopmans

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine