Stel je droom niet uit tot later


Dat het op haar vijftigste niet goed met haar ging, besefte Pamela Smirnoff (61) wel. Maar dat het haar hart betrof, daar had ze geen idee van. Haar hartproblemen bleken ook nog eens ernstig te zijn: ze viel binnen de zwaarste categorie. Een operatie was daarom onvermijdelijk.

Pamela: “Als ik ’s ochtends ontbijt en de zon door de bomen zie schijnen, kan ik dat nu echt zien. Hiervoor zag ik het, maar ik merkte het niet op. Ik geniet nu veel meer van de kleine dingen. Dat komt beter binnen dan voorheen. Ik ben sinds mijn operatie veranderd, heb meer inzicht gekregen in de dingen die ik wél heb en kijk minder naar de dingen die ik níet heb. Dat vind ik een enorme verrijking.”

Vermoeid

“Op mijn vijftigste merkte ik dat ik fysiek minder werd. In eerste instantie dacht ik dat ik meer moest sporten en dat ik er, doordat ik die leeftijd had bereikt, iets meer moeite voor moest doen. Maar op een gegeven moment merkte ik dat het niet een vermoeidheid was van weinig doen, maar dat het ergens anders vandaan kwam. Het ging gepaard met veel hoofdpijn en pijn onder in mijn keel. Hoe meer ik me inspande, hoe meer last ik ervan kreeg. Dat waren al de eerste symptomen, maar ik herkende ze niet als hartproblemen. Ik dacht dat het vanzelf over zou gaan.”

Toenemende pijn

“Een paar maanden later ging ik met mijn man naar New York, waar het winter en dus koud was. Daar had ik veel last. Soms moest ik echt even stilstaan om bij te komen. Een paar weken na thuiskomst ging ik met mijn moeder op pad. Zij was toen negenenzeventig en liep flink door. Ik kon haar niet meer bijhouden en vroeg haar of ze wat langzamer kon lopen, omdat ik die pijn voelde. Ze vroeg me hoe lang ik dat al had, en ik biechtte op dat dat al een paar maanden het geval was. Je moet morgen meteen naar de huisarts, zei ze. Zij heeft mij het laatste zetje gegeven.”

Verstopte aorta

“De huisarts zag niets geks. Toch bleef ik het gevoel houden dat het niet goed was. Daarom stuurde hij me door naar een cardioloog, waar ik een fietstest moest doen. Die heb ik moeten afbreken, want ik kon niet meer. Aan de hand van die uitslag zijn er alarmbellen gaan rinkelen. Enkele dagen later kreeg ik een hartkatheterisatie. Daaruit bleek dat mijn aorta verstopt was en dat mijn hartklep niet goed was. Ik werd naar huis gestuurd met veel medicatie. Twee dagen later kreeg ik een echo. Tijdens die echo stelden ze me allerlei vragen. Vervolgens moest ik op de gang gaan zitten en afwachten. Toen voelde ik het al aan. En inderdaad, de arts kwam terug met een rolstoel. Ik mocht niet meer naar huis. Ik was best emotioneel, doordat ik wist dat ik iets aan mijn hart had. Dat kwam echt even binnen. Vervolgens kwam de dienstdoende cardioloog naar me toe en zei: je hebt mensen die last hebben van hun hart, mensen die erg veel last hebben van hun hart en mensen die verschrikkelijk veel last hebben van hun hart, en jij behoort tot de ergste categorie. Meteen werd ik op de wachtlijst gezet. Ik moest zo snel mogelijk worden geopereerd. Een bypass en een nieuwe hartklep. ’s Avonds ben ik opgenomen. Vanaf dat moment besefte ik pas hoe verschrikkelijk moe ik was. Ruim twee weken moest ik wachten voordat ik in Utrecht kon worden geopereerd. Tijdens de operatie ontdekten ze dat ik ook nog een lekkende mitralisklep had. Die hebben ze meteen gerepareerd. Na zeven uur waren ze uiteindelijk klaar met de operatie. Alles is gelukkig goed gegaan.”

Geen conditie

“Na één nacht op de IC ging ik naar de Medium Care. Al snel bungelden mijn benen buiten het bed. De volgende dag moest ik al lopen, om te kijken of dat goed ging. Dat vond ik spannend. Ik had een grote wond in mijn borstkas, dus ik was heel voorzichtig. Ook was mijn uithoudingsvermogen door de operatie teruggebracht naar nul. Er was niets meer, ik moest helemaal opnieuw beginnen. Dat was heel vermoeiend, maar ik had gelukkig fantastische begeleiding. Ruim vier weken later werd ik ontslagen uit het ziekenhuis. Thuis kwam ik mezelf hard tegen. Ik moest het echt opbouwen. Na zes weken begon de revalidatie, waar ik flink aan de bak moest. De lat werd steeds hoger gelegd. In eerste instantie durfde ik niet, was ik bang om dingen te doen. Toch merkte ik gaandeweg dat ik het kon, dat ik weer meer vertrouwen in mijn lichaam kreeg. Het was zowel fysiek als mentaal heel zwaar, maar drie maanden na de operatie voelde ik me weer oké. Inmiddels doe ik alles weer en heb ik nergens last meer van. Het beste bewijs is dat ik af en toe zelfs vergeet wat me is overkomen.”

Littekens

“Wat ik in het begin confronterend vond, waren de littekens. Je komt er in zekere zin niet meer los van, maar leert ermee leven. De littekens zijn dan ook een onderdeel van mezelf geworden. Niet traumatisch, maar het hoort nu wel bij mij. Ik heb er hulp voor gezocht om het een plekje te kunnen geven. Hierdoor heb ik geleerd om mezelf in de spiegel aan te kijken en te omarmen. Dit is wie ik nu ben, mét littekens. Ik zeg vaak: ik ben blij dat ik ze heb, want anders was ik er niet meer geweest. Daar ben ik dankbaar voor. Dankbaar dat ik er nog ben en dat we in Nederland zulke goede medische voorzieningen hebben. Samen met mijn man geniet ik veel meer, gaan we bijvoorbeeld vaker naar Frankrijk. Het is niet vanzelfsprekend dat we oud worden, dus als we iets willen doen, gaan we ervoor. Dat is mijn grootste advies aan iedereen. Als je iets wilt, doe het dan nu. Stel je droom niet uit tot later. En wees dankbaar.”

Tekst: Laura van Horik
Foto: Pamela Smirnoff

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Microbellen hebben veel potentie


Kak Khee Yeung is vaatchirurg in het Amsterdam UMC en doet daarnaast onder meer onderzoek naar aorta aneurysma. In iedere editie van HPNL Magazine houdt ze ons op de hoogte van haar werk en de nieuwste ontwikkelingen binnen haar vakgebied. Dit keer vertelt ze, samen met arts-assistent Sabrina Doelare, over microbellen.

Op welke manier werken jullie samen?

Kak Khee: “Sabrina is promovenda op de afdeling chirurgie en onlangs gepromoveerd op een onderzoek naar een mogelijke nieuwe behandelmethode voor patiënten met acuut dichtgeslibde slagaders in de benen. De afgelopen jaren hebben we hiervoor samengewerkt in een team van vaatchirurgen, cardiologen, fysiologen en radiologen.”
Sabrina: “Mijn promotie-onderzoek gaat over patiënten met een bedreigd been. De slagaders in het been voorzien het onderbeen en de voet van zuurstofrijk bloed en als het bloed om een of andere reden niet goed kan doorstromen, spreken we van perifeer vaatlijden. De chronische vorm hiervan, die in de volksmond etalagebenen wordt genoemd, ontstaat door aderverkalking. Meestal geeft dit alleen milde klachten, zoals pijn bij het lopen. Bij de acute vorm, veroorzaakt door een stolsel, kan het been wit worden en pijnlijk en koud aanvoelen. Als je dan niet snel genoeg ingrijpt, kan de patiënt zelfs een been verliezen. Afhankelijk van de ernst van de situatie zijn er verschillende behandelingen mogelijk. Meestal wordt gekozen om via een katheter in de lies een stolseloplossend middel toe te dienen. In de meeste gevallen lukt het hiermee om het stolsel op te lossen, maar dit duurt vaak wel twee tot drie dagen en al die tijd moet de patiënt plat op bed blijven liggen. Daarnaast zijn er relatief veel complicaties: 2% krijgt bijvoorbeeld een hersenbloeding. In het verleden is al veel onderzoek gedaan naar hoe we deze behandeling kunnen verbeteren en wij zijn daarmee verdergegaan.”

Wat waren je bevindingen?

Sabrina: “Bij patiënten die zo’n stolseloplossend middel kregen toegediend voor de behandeling van een stolsel in de beenslagaders, hebben we microbellen aan het infuus toegevoegd. Dit kun je vergelijken met een soort zeepbellen, gemaakt van een eiwit omhulsel gevuld met gas. Deze microbellen worden nu gebruikt als contrastmiddel bij een echo, bijvoorbeeld om te onderzoeken wat de hartfunctie is of om een nier of lever in kaart te brengen. Met eerdere onderzoeken is al bewezen dat je deze microbellen via een katheter door de aderen kunt vervoeren en met behulp van geluidsgolven van een echoapparaat tot ontploffing kunt brengen in de buurt van het stolsel. Het idee is dat je door de explosie mechanische schade aan het stolsel veroorzaakt, waardoor dit sneller oplost. Eerder is dit al geprobeerd bij patiënten met een hartinfarct, maar daar bleek de behandeling vaatspasmes te kunnen veroorzaken, met mogelijk zelfs een infarct tot gevolg. De beenslagaders zijn daarentegen veel groter, waardoor de kans op spasmes niet zo groot is. Daarom wilden we onderzoeken of deze behandeling hier wél veilig is. De conclusie is dat dit inderdaad veilig kan worden toegepast.”

Dat is goed nieuws! Wat betekent dit voor de patiënt?

Sabrina: “Helaas kunnen we nog niets zeggen over de effectiviteit, omdat het een kleinschalig onderzoek was met slechts 20 patiënten. Er is een vervolgonderzoek nodig waarin we grotere patiëntengroepen met elkaar kunnen vergelijken. Natuurlijk zou ik het fantastisch vinden om dat in de toekomst verder op te pakken, maar op dit moment is het nog niet gelukt om hier financiering voor te vinden.”

Wat kunnen we dan wél met deze resultaten?

Kak Khee: “De eerste stap is dat we weten dat het mogelijk is om gericht en minimaal invasief een stolsel in de benen op te lossen met behulp van echogeluidsgolven, wat de huidige behandeling met stolseloplossende middelen mogelijk veiliger en sneller kan maken. Dat is positief voor de patiënt. De tweede stap is dat we, als we deze techniek verder mogen onderzoeken – en ik geloof dat dat uiteindelijk wel gaat lukken – het wellicht ook mogelijk wordt om de microbellen te vullen met medicijnen, waardoor je nóg gerichtere therapie kunt bieden. Je zou die methode in de toekomst bijvoorbeeld kunnen gebruiken voor mensen met een infectie in de voet als gevolg van diabetes.”
Sabrina: “Ik geloof dat de microbellen veel potentie hebben, maar dan moet je de mogelijkheden wel eerst verder kunnen onderzoeken. Daarvoor moeten we bijvoorbeeld ook meer te weten komen over hoe het stollingsproces precies werkt, want dat weten we eigenlijk nog steeds niet. Het lichaam is eigenlijk de hele dag ingenieus bezig om de juiste balans in stolling te realiseren: het bloed mag niet te dik zijn, want dan ontstaan stolsels, maar ook niet te dun, want dan krijg je bloedingen. Omdat je dit proces niet wilt verstoren, moet je voorzichtig zijn met behandelen. Maar stel dat het ons lukt om met deze bellen het stolsel sneller op te lossen, dan heeft dit misschien wel allerlei voordelen ten opzichte van de huidige methode. Denk hierbij aan minder kans op complicaties, lagere zorgkosten, maar ook aan het maatschappelijk belang: voor een patiënt is het immers heel intensief om meerdere dagen plat te liggen, dus het zou mooi zijn als je deze behandeling met één of twee dagen kunt verkorten.”

Tekst: Marion van Es
Foto: Kak Khee Yeung | © Fotografie dyzlo film | Sabrina Doelare

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

 

 

 

Dit was niet gewoon een griepje


Uit het niets kreeg Gertien Koster (58) drie jaar terug een hartinfarct. Ze was onderweg naar huis vanaf haar werk, maar kon plotseling geen stap meer zetten. “Ik voelde direct dat het niet goed was.”

Het stukje vanaf haar werk naar huis was niet lang, maar toch kreeg Gertien het niet voor elkaar om het volledig te lopen. Toen ze voelde dat er iets niet goed ging, belde ze direct haar man. Of hij haar kon komen halen. Ook hij was verbaasd dat ze die afstand niet kon afleggen. “Ik voelde me ontzettend beroerd. Het was een algeheel naar en lamlendig gevoel. Op dat moment dacht ik al aan mijn hart. Ik ken mijn lichaam wat dat betreft vrij goed en dit was niet gewoon een griepje. Mijn man haalde me op en ik belde de huisarts. De assistente zou met haar overleggen en terugbellen. Toen ik thuiskwam, ben ik meteen in bed gaan liggen. De huisarts belde ondertussen maar niet terug, dus heb ik twee uur later zelf weer gebeld. Later bleek dat dit intern was misgegaan. Uiteindelijk ben ik met de ambulance afgevoerd naar het ziekenhuis.”

Aan het werk

Die donderdagavond werd er direct een stent geplaatst. Eén van haar aderen bleek te zijn vernauwd. Op zaterdagochtend mocht ze vervolgens naar huis. “Ik wilde eigenlijk die vrijdag al naar huis, maar dat mocht nog niet. Ik voelde me namelijk kiplekker. De dinsdag erna ben ik weer aan het werk gegaan. Collega’s vroegen hoe mijn weekend was geweest en ik vertelde dat ik een hartinfarct had gehad en daardoor rustig aan had gedaan. Ik deed geen lichamelijk zwaar werk, dus dacht dat werken geen kwaad kon. Het was coronatijd en er was verder ook niet veel te doen. Ik kon wel thuisblijven, maar ging liever gewoon weer aan het werk. Daar was mijn cardioloog later absoluut niet blij mee, maar ik voelde me heel goed.”

Stentbehandeling

Een aantal weken later werd in een andere ader een tweede stent geplaatst. Opnieuw via haar lies, maar nu de andere kant. “Tijdens mijn hartinfarct hadden de artsen gezien dat er nóg een ader vernauwd was, dus ook hier kreeg ik een stent. Het plaatsen van die stents vond ik eerlijk gezegd doodeng. Ik ben niet zo’n held. De eerste keer was ik een beetje suf, maar de tweede keer helder. Daardoor maakte ik het bewuster mee. Van tevoren werd ik tijdens een gesprek op de risico’s gewezen, want dat is verplicht. Op het moment dat ik alle mogelijke complicaties hoorde, werd ik nog zenuwachtiger. Ik was erg blij toen het achter de rug was. Ik moet er niet aan denken dat ik dat nog een keer moet ondergaan.”

De oorzaak

De oorzaak van haar hartinfarct is waarschijnlijk een combinatie van verschillende factoren, heeft ze zich laten vertellen. “Ik heb heel jong reuma gekregen en regelmatig pijnstillers gebruikt. Door die pijnstillers wordt een soort stofje afgescheiden dat bijdraagt aan het dichtslibben van je aderen. Het zorgt voor kalkaanslag. Dat heeft waarschijnlijk meegespeeld, maar zal niet de enige oorzaak zijn geweest van mijn hartinfarct. Mijn vader heeft ook al jong een infarct gehad. Ook hij had, net als ik, risicofactoren. Het is dus een optelsom.”

Op controle

Voor Gertien voelt alles inmiddels vrij lang geleden. Ze is er niet veel mee bezig en voelt zich ook geen hartpatiënt. “Volgens mijn cardioloog heb ik geen restschade. Zij is erg tevreden. Het enige dat ik eraan overgehouden heb, is dat ik niet meer op mijn linkerzijde kan liggen. Op eigen verzoek ga ik nog wel een keer terug naar de cardioloog. Eigenlijk hoef ik pas volgend jaar weer op controle en wil mijn cardioloog het afsluiten, maar ik vind het zelf een prettiger idee om eerder te gaan. Vorig jaar ging ik namelijk bergbeklimmen en merkte ik dat mijn hartslag toch wel erg snel was en ik wat pijn op de borst had. Of als ik een helling op fiets, kost dat me moeite. Dat zijn momenten waarop ik me afvraag of het wel écht goed gaat. Daarom ga ik liever een keer extra langs.”

Over Gertien
Gertien is maatschappelijk werker en journalist/redacteur. Ze werkte mee aan het (foto)boek ‘Bijna dood’, over mensen die een hartstilstand hebben doorgemaakt. Hierdoor herkende ze mogelijk ook zelf de signalen.
Tekst: Laura van Horik
Foto: Gertien Koster
Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Microvasculaire chirurgie

Bij complexe, risicovolle operaties is goede samenwerking essentieel, vindt neurochirurg Victor Volovici. Hij is één van de initiatiefnemers van het internationale centrum voor microvasculaire chirugie dat in september opende in het Erasmus MC.

Neurochirurgen, vaatchirurgen, oogartsen, kno-artsen, plastisch chirurgen en andere specialisten slaan de handen ineen om samen te zorgen dat patiënten voor ingewikkelde ingrepen in de beste handen zijn. Het centrum voor microvasculaire chirurgie richt zich op complexe operaties aan de kleinste bloedvaten in het lichaam.

Een voorbeeld van zo’n ingreep is het verwijderen van een AVM (arterioveneuze malformatie). Dit is een aandoening waarbij kortsluiting ontstaat tussen de slagaders en aders, doordat het vaatstelsel niet goed is aangelegd. “AVM-operaties zijn één van de meest complexe disciplines binnen de neurochirurgie, aangezien één millimeter te ver naar links of rechts kan zorgen voor een fatale bloeding, of blijvende hersenschade”, legt dr. Volovici uit. “Om het risico zo laag mogelijk te houden, is het van belang dat chirurgen goed kunnen trainen en de operatie regelmatig uitvoeren. Dat is lastig, aangezien het om een zeldzame aandoening gaat. Met ons centrum bundelen we niet alleen onze kennis en expertise binnen het ziekenhuis, maar werken we samen met andere chirurgen wereldwijd.”

Naast de AVM-ingreep gaat het bijvoorbeeld ook om complexe aneurysma’s en vaattumoren. Ook vaatafwijkingen bij kinderen zijn complex, aangezien hun brein en vaatstelsel nog in ontwikkeling is. In het Erasmus MC vinden jaarlijks veel van dergelijke hoog-risico-ingrepen plaats en het academisch ziekenhuis vindt het belangrijk deze expertise te delen. “Binnen Europa zijn wij hét trainingscentrum voor microchirurgie”, zegt Volovici. “We geven al zo’n tien jaar cursussen voor complexe ingrepen en hebben mooie faciliteiten om chirurgen in opleiding te trainen. Dit gaan we nu uitbreiden, zodat meer artsen uit het buitenland bij ons komen kijken. Ook gaan we af en toe naar buitenlandse centra die ook veel complexe ingrepen doen om daar les te geven of mee te helpen bij een operatie. Met de nieuwe technologieën worden dit soort operaties in de toekomst alleen nog maar complexer, dus het is belangrijk om de nieuwe generatie chirurgen hierop voor te bereiden door hun training beter te maken.”

Andersom leren de artsen uit het Erasmus MC ook van internationale experts. “Soms heb je een patiënt met een probleem dat zo ingewikkeld is en zo weinig voorkomt, dat je in alle grote centra van de wereld moet vragen of iemand dit al eens heeft gezien”, legt Volovici uit. “Je hebt de kennis van alle specialisten samen nodig om tot het beste resultaat te komen.”

De dokter komt mee

Er is binnen het centrum een kleine capaciteit om mensen uit buitenlandse ziekenhuizen te behandelen. “De voorwaarde is dat de dokter zelf meekomt”, zegt Volovici. “Onze kern blijft om zo veel mogelijk patiënten uit eigen land te helpen, dus het is niet de bedoeling dat iedereen naar Rotterdam komt. Door chirurgen mee te laten kijken bij de ingreep op hun eigen patiënt, leren zij hoe ze in de toekomst zelf zo’n operatie beter kunnen uitvoeren.”

Een belangrijk doel waar Volovici zich voor inzet is een nieuwe manier van samenwerken. “Vroeger was het vaak zo dat de arts met de meeste ervaring zo’n complexe ingreep deed en dat jongere artsen hooguit mochten meekijken, maar dat is hartstikke ouderwets. Voor complexe ingrepen is er immers vaak een breed palet aan mogelijkheden: de oudere arts is meer ervaren in de ene techniek, de jongere arts heeft een andere ingreep misschien vaker gedaan. Binnen het centrum willen we daarom de hiërarchie vlakmaken: jonge en oudere experts gaan als gelijken samenwerken. De toekomst is volgens mij dat je samen bekijkt wat de beste optie is en de operatie vervolgens samen uitvoert, zodat je tijdens de – vaak langdurige – ingreep twee paar geconcentreerde ogen hebt. Ik kan het nog niet met cijfers onderbouwen, maar we gaan onderzoeken wat de uitkomst van zo’n equal partnership is. Mijn overtuiging is dat dit beter is voor de patiënt.”

De juiste voorlichting

Volovici benadrukt dat patiënten met complexe aandoeningen ook in het Erasmus MC terechtkunnen voor alleen advies. “Ik hoor helaas regelmatig van patiënten dat ze in een ander ziekenhuis, dat zelf weinig van deze complexe operaties uitvoert, advies krijgen om een bepaalde ingreep niet te doen wegens het hoge risico. Dat vind ik jammer, want elk ziekenhuis heeft een andere expertise en het zou mooi zijn als ze in het geval van deze complexe aandoeningen naar ons doorverwijzen. Het doel is helemaal niet dat ze per se bij ons geopereerd moeten worden, ik trek zelf bijvoorbeeld regelmatig twee uur uit om alleen maar met iemand te praten, zonder dat dit leidt tot een behandeling. Het gaat erom dat de patiënt alle behandelopties duidelijk krijgt uitgelegd, zodat hij of zij uiteindelijk zélf een keuze kan maken.”

Het nieuwe centrum zal zich dus toeleggen op het verbreden van de kennis en vaardigheden en het concentreren van deze complexe zorg. Daarnaast zal op termijn meer onderzoek worden gedaan naar nieuwe opleidings- en operatietechnieken. Op de lange termijn zal dit het slagingspercentage van complexe ingrepen verbeteren. “De risico’s van dergelijke operaties zijn al hoog, dus het zal een flinke klus worden om dat omlaag te brengen”, geeft Volovici toe. “Maar door goed samen te werken, van elkaar te leren en patiënten goed voor te lichten, kunnen we zeker veel verder komen.”

Voor meer informatie, kijk op neurovasculair.nl

 

Tekst: Marion van Es
Foto: Victor Volovici | © Fotografie Esther Morren

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Ik zie mijn infarct als waarschuwing

Hij achtte zichzelf gezond en vitaal, maar toch kreeg Sven Handels (48) tweeënhalf jaar terug een hartinfarct en aansluitend een hartstilstand. Dagen lag hij vervolgens in coma. Dit alles had een grote impact op hem. “Ik was ontzettend bang dat het nog eens zou gebeuren.”

Hartklachten komen voor aan zijn vaders kant. Zelf had Sven altijd een licht verhoogde bloeddruk, maar verder geen last van klachten. Toch ging het in februari 2022 mis. Hij had die bewuste zondagavond net een uur redelijk fanatiek op de hometrainer gefietst. Dat deed hij twee tot drie keer in de week, vertelt hij. “Na het fietsen ben ik gaan douchen en daar vervolgens niet lekker geworden. Ik ben uit de douche gekomen, heb me afgedroogd en ben daarna naar boven gegaan. Dat kan ik me allemaal niet meer herinneren: mijn herinnering stopt op de zaterdagochtend. Ik vertelde mijn ex dat het niet goed ging en dat ik pijn op de borst had. Uiteindelijk ben ik op de bank gaan zitten. Ik had alle symptomen uit het boekje, maar was, ondanks de hevige pijn, nog wel in staat om de huisartsenpost te bellen. Zij stuurden een ambulance.”

Reanimatie

De symptomen werden steeds heviger. Hij had pijn op de borst en uitstraling naar zijn arm, kaak en gezicht. Ook transpireerde hij en was hij ontzettend misselijk en duizelig. Vervolgens ging het licht uit. “Ik kreeg op dat moment een hartstilstand en raakte buiten bewustzijn. Mijn ex heeft me op de grond gesleept, het alarmnummer gebeld en is begonnen met reanimeren. Zij had gelukkig een medische achtergrond. Dat heeft me echt gered. Drie minuten later waren de politie en ambulance al aanwezig en heeft het ambulancepersoneel het overgenomen. Ik kreeg medicatie toegediend om mijn bloedvaten te verwijden en omdat ik erg spartelde. Ook kreeg ik een hartmassage en hebben ze me gedefibrilleerd. Daarna had ik weer een hartfunctie en ben ik afgevoerd naar het ziekenhuis.”

In coma

Nog voordat de dag om was, had hij al een stent geplaatst gekregen. Vervolgens werd hij kunstmatig in slaap gehouden. “Ik had een volledige obstructie van mijn linker kransslagader. Daar heb ik de stent dan ook geplaatst gekregen. Om mijn hersenen en hart te laten herstellen van de impact, werd ik in slaap gehouden. De dinsdag erna probeerden ze de medicatie af te bouwen, maar weer begon ik te spartelen. De artsen vertelden mijn ex toen dat dat epileptische aanvallen konden zijn ten gevolgde van hersenletsel. De medicatie werd dan ook in een lager tempo afgebouwd. Het was tenslotte de vraag hoe ik eruit zou komen.” Een dag later, op woensdag, werd hij wakker. “Ik weet nog dat ik wit, geruit behang zag en een enorme dorst had. Dat is me bijgebleven. Ik had geen echte klachten, afgezien van een beurs gevoel. Nog twee dagen lag ik op de IC en een week op de verpleegafdeling. Toen mocht ik naar huis.”

Onzekerheid

Eenmaal thuis was hij erg onzeker en bang. “Ik vroeg me af waar het vandaan kwam en of het me nog eens zou overkomen. Of ik nog wel kon gaan werken, hoe het met mijn gezinsleven moest. Uit onderzoeken in het ziekenhuis was ook gebleken dat mijn pompfunctie nu niet meer vijfenzestig maar nog veertig procent was. Voor mijn gevoel ging ik dus met nog maar een deel van mijn hartcapaciteit door het leven. Er waren veel onzekerheden. Ik ben een denker en daardoor kwam ik in een neerwaartse spiraal terecht. Het was erg moeilijk voor me.”

Revalidatie

In maart begon hij met revalideren. Eén keer in de week kreeg hij fysiotherapie en daarnaast kon hij deelnemen aan een preventiemodule tegen stress. “Ik heb overal dankbaar gebruik van gemaakt. De fysiotherapie sloot naadloos op mij aan. Dat heb ik een week of twaalf gedaan. De preventiemodule paste net wat minder bij me. Toch heb ik er wel wat van geleerd. Omdat ik in Duitsland werk, mocht ik ook daar deelnemen aan een revalidatietraject. Dit traject had een veel professionelere en intensievere opzet. Vier weken zat ik, net over de grens bij Venlo, in een kliniek. Daar had je allerlei lezingen over hart- en vaatziekten, ingrepen en voeding. Ik heb er zelfs een kookcursus gevolgd. Ook werden er volop oefeningen gedaan: kracht- en groepstrainingen, spellen. Dit heeft me significant geholpen. Sterker nog, ik durf zelfs te beweren dat ik zonder dit traject niet zo in het leven had gestaan als ik nu sta.”

Halve marathon

Sven ging aan de slag met gezonde voeding, beweging en patronen in zijn leven. Zijn hartpompfunctie verbeterde en bereikte weer een gezond niveau. Dat gaf hem veel vertrouwen. “Ik had mezelf als doel gesteld om voor het einde van 2022 weer volledig aan het werk te zijn. Dat is gelukt. Ook kon ik, toen ik uit de kliniek kwam, vijf kilometer hardlopen. Fysiek ben ik nu echt in een goede conditie, wat ook psychisch veel doet. Klachten heb ik niet meer en hardlopen blijkt een ideale uitlaatklep voor me te zijn. Sterker nog, binnenkort neem ik deel aan een hardloopwedstrijd en ren ik de halve marathon. Daar kijk ik enorm naar uit. Voor mij heeft het veel geholpen om na te gaan wat ongezonde patronen waren. Ik ben van mening dat wanneer je doorgaat op de oude, vertrouwde voet, dit vraagt om herhalingen. Voor mij stond vast dat ik verder wilde. Ik zie mijn infarct als waarschuwing: je leven is niet op orde, doe er iets aan. Het was heel confronterend, maar als je je bewust bent van patronen, heb je de mogelijkheid om iets te veranderen. Die verantwoordelijkheid ligt bij jezelf.”

Sven weet dat je je als hartpatiënt lang niet altijd even goed voelt. Die momenten beleef je, door wat je hebt meegemaakt, misschien net wat intenser. Sven staat dan ook open voor contact met lotgenoten. Heb je behoefte aan praten of wil je meer weten over zijn verhaal, neem dan contact met ons voor zijn emailadres: info@hartpatienten.nl

Foto: Sven Handels
Tekst: Laura van Horik

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

 

Terugblik evenement Hartpatiënten Nederland

Afgelopen dinsdag, 11 februari 2025, vond het evenement van Hartpatiënten Nederland plaats, waarin een stap naar een veiligere samenleving werd gezet. De reanimatie-app ‘CPR You Ready’ werd officieel gelanceerd! Deze innovatieve app, een initiatief van Stichting Stilgezet en Hartpatiënten Nederland, is nu te downloaden!

Heeft u deze mooie avond gemist, of was u erbij en wilt u graag samen terugblikken? Bekijk dan nu de officiële aftermovie!

Tijdens dit bijzondere evenement in Utrecht waren vele professionals, ervaringsdeskundigen en belangstellenden aanwezig voor deze lancering. Onder hen vertegenwoordigers van de Nederlandse Reanimatie Raad en het Nederlands Heart Institute, die de noodzaak van meer bewustzijn rondom reanimatie ondersteunen. Ook werd deze avond de indrukwekkende documentaire ‘Afslag’ getoond, die een indruk geeft van de impact van een reanimatie.

De ‘CPR You Ready’-app speelt in op de grote vraag naar kennis over reanimatie. Elk jaar worden bijna 16.000 mensen buiten het ziekenhuis getroffen door een hartstilstand, terwijl slechts 21% van de Nederlanders boven de 12 jaar een geldig EHBO-certificaat bezit. Dit houdt in dat veel mensen niet weten hoe te handelen in kritieke situaties. “Met deze app hopen we mensen te motiveren om te leren reanimeren en hen bekend te maken met de benodigde stappen,” zegt Marly van Overveld, coördinator van Hartpatiënten Nederland.

Het doel van deze applicatie is om spelenderwijs meer bewustzijn te creëren van wat een reanimatie inhoudt, wat erbij komt kijken, en welke stappen hiervoor nodig zijn. Uiteraard is een volwaardige reanimatiecursus nodig om te leren reanimeren.

De app is ontwikkeld door Goal043 en biedt een interactieve en speelse manier om de belangrijkste reanimatievaardigheden te leren. Gebruikers leren niet alleen hoe ze symptomen van een hartstilstand herkennen, maar ook hoe ze een AED (Automatische Externe Defibrillator) correct gebruiken en de juiste hartmassages en mond-op-mondbeademing geven. “Net zoals fietsen of zwemmen, moet reanimeren een vaardigheid worden die je nooit meer vergeet,” aldus initiatiefnemer Dr. Ehsan Natour, hartchirurg en oprichter van Stichting Stilgezet.

Met ‘CPR You Ready’ is het hopelijk een stuk gemakkelijker om levensreddende kennis te vergaren. Download de app vandaag nog en maak het verschil wanneer elke seconde telt! Ervaringen of feedback delen? Mail naar info@hartpatienten.nl

Download hier de app in de Google Play Store
Download hier de app in de Apple Store

Tot een volgende keer, en bedankt aan alle aanwezigen!

Foto: Studio Daan
Film: Le Vision Media

 

 

Wat gezond leven al niet met het zelfvertrouwen kan doen

Dat het gesprek over leefstijl een vaste plek verdient in spreekkamers en ziekenhuizen: daar lijken steeds meer (huis)artsen zich van bewust te zijn. De praktijk loopt daarentegen nog niet altijd synchroon. Voeding Leeft zet zich al jarenlang in om dit thema steeds beter op de kaart te zetten. Dankzij het ontwikkelen van leefstijlprogramma’s, onderzoek en publicaties hoopt de zorgorganisatie bij te dragen aan een gezonder Nederland.

Het was pionieren voor de medewerkers van Voeding Leeft, toen de organisatie net was opgericht in 2011. Het leefstijldebat stond nog in de kinderschoenen en de leefstijlprogramma’s die Voeding Leeft ontwikkelde voor mensen met een chronische ziekte, bestonden nog niet. Inmiddels zijn al meer dan 10.000 mensen begonnen aan één van de programma’s, waarvan ‘Keer Diabetes2 Om’ de bekendste is. Deelnemers aan de programma’s leren meer over hun ziekte en over de relatie met voeding, leefstijl, beweging, ontspanning en slaap. Ook krijgen ze handvatten om zelf aan de slag te gaan. Er zijn ook programma’s ontwikkeld voor mensen met MS, reuma, de darmaandoening IBD en voor mensen die aan het herstellen zijn van kanker. Deelnemers krijgen onder andere een boodschappenlijst en menu mee naar huis, oefeningen om voldoende te bewegen en tips om te slapen.

Onderzoek

“Het is heel waardevol om dit werk te doen”, vertelt Nathalie Wilmsen, onderzoekscoördinator bij Voeding Leeft. “Onderzoek is voor ons heel belangrijk. We kunnen wel met ons gezond verstand beredeneren dat gezond leven belangrijk is, maar kunnen we inzichtelijk maken wat de effecten daarvan zijn en het thema leefstijl zo steeds beter op de kaart zetten? Het is gebleken dat we dat inderdaad kunnen, en het tempo zit er goed in.” Mede door intensief onderzoek en daarop volgende wetenschappelijke publicaties van de resultaten, valt Keer Diabetes2 Om sinds dit jaar onder de basisverzekering. Hierdoor worden patiënten sneller en vaker doorverwezen door hun huisarts.

Regie terugpakken

Voor hartpatiënten is er op dit moment vooralsnog geen specifiek programma, maar Wilmsen ziet wel degelijk vele raakvlakken. Dat een gezonde leefstijl voor hartpatiënten van groot belang is, staat immers buiten kijf. “Wat voor hartpatiënten net zozeer geldt als voor diabetes- of MS-patiënten: Leefstijl doet er hoe dan ook toe. Het is belangrijk om weer genoeg vertrouwen te krijgen om het heft in eigen handen te kunnen nemen. Om de regie te pakken over de eigen gezondheid. Vaak gaan mensen van specialist naar specialist en horen van een arts wat er allemaal moet gebeuren. Het hartpatiënt-zijn overkomt je en je legt je lot in handen van iemand anders. Wanneer je deelneemt aan een leefstijlprogramma leer je de regie te nemen over je gezondheid. Wanneer dat eenmaal lukt – bijvoorbeeld wanneer iemand gezonde voedingskeuzes kan integreren in het dagelijks leven, of een nieuw beweegritme volhoudt, voelen mensen zich gesterkt. Het geeft heel veel zelfvertrouwen wanneer je als patiënt resultaten merkt van iets dat je zelf doet. Eén van onze verpleegkundigen noemt dat: ‘Je gaat van patiënt naar actiënt. Niet meer passief, maar actief. Je pakt zelf de controle terug op een moment dat je juist het gevoel had dat je die controle kwijt was.”

Tempo erin

Om tot hun leefstijlprogramma’s en nieuwe onderzoeksresultaten te komen, werken de onderzoekers van Voeding Leeft heel praktijkgericht. “We onderzoeken wat er in de literatuur bekend is over de relatie tussen leefstijl en een ziekte, betrekken stakeholders en gaan daarna zo snel mogelijk over tot een eerste pilot met zo’n twintig patiënten, die wij deelnemers noemen. Wanneer we daaraan de eerste resultaten en leerpunten hebben kunnen onttrekken, bouwen we verder uit met nog meer stakeholders en publicaties. Om te beoordelen of een programma voldoet aan de criteria om vergoed te worden, heeft het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) een speciaal proces ingericht waarin dit getoetst wordt. Wanneer we daardoorheen komen. Wij hopen natuurlijk, door onderzoek te doen en resultaten te publiceren, zoveel mogelijk leefstijlgerelateerde programma’s vergoed te krijgen, zodat ze meer mensen met een bestaande diagnose toegang krijgen tot een leefstijlprogramma.”

Meer aandacht

Gelukkig ziet Wilmsen dat er in Nederland steeds meer aandacht komt voor leefstijl, mede doordat de wetenschappelijke grond daarvoor steeds steviger wordt. “Maar er is nog heel veel winst te behalen. Zo mogen artsen bijvoorbeeld nog veel meer uitdragen dat leefstijl er hoe dan ook toe doet als je ziek bent. Zij moeten ambassadeurs zijn van een gezonde leefstijl. Daarom doen wij ook veel aan voorlichting en nascholing voor medisch professionals. Door de samenwerking op te zoeken met de zorg, hopen onze missie te verspreiden.”

Tekst: Yara Hooglugt
Foto: Nathalie Wilemsen | © fotografie Anouk de Kleermaeker

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

 

Gewichtstoename door medicatie: wat nu?

Als je hartmedicatie gebruikt, kun je te maken krijgen met gewichtstoename. In de praktijk blijkt dat het lastig kan zijn om die extra kilo’s kwijt te raken. Wat kun je hieraan doen? Apotheker Anne-Margreeth Krijger geeft je in dit artikel advies.

Gewichtstoename bij medicatie

Bètablokkers verlichten de belasting van het hart. Artsen schrijven ze voor bij verschillende hart- en vaatziekten. Bijvoorbeeld na een hartinfarct, bij angina pectoris (pijn op de borst), hoge bloeddruk of bepaalde hartritmestoornissen. Het doel van deze medicijnen is om de hartslag en bloeddruk te verlagen. Volgens apotheker Anne-Margreeth zijn er veel verschillende soorten bètablokkers, maar moet je bij sommige extra alert zijn. Ze legt uit: “Van bètablokkers met de werkzame stof metoprolol, propranolol of atenolol is bekend dat deze gewichtstoename kunnen veroorzaken.” Hoe komt dat? “Ze kunnen de stofwisseling vertragen en de vetverbranding verminderen. Andere veel gebruikte bloeddrukverlagende middelen, zoals ‘plastabletten’ (bijvoorbeeld hydrochloorthiazide of chloortalidon), ACE-remmers (zoals enalapril en lisinopril) of calciumantagonisten (bijvoorbeeld amlodipine) zorgen niet voor gewichtstoename.” Volgens de apotheker verschilt het per persoon of je last krijgt van gewichtstoename bij bepaalde bètablokkers. “Leeftijd, hormonale schommelingen en dosering spelen een rol. In het algemeen geldt: hoe hoger de dosis, hoe groter het risico.” Maar het blijft niet alleen bij bètablokkers: Anne-Margreeth wijst ook op andere ‘beruchte’ medicijnen die gewichtstoename kunnen veroorzaken.

Beruchte medicatie

Heb je naast hartproblemen bijvoorbeeld last van depressieve gevoelens? Dan gebruik je mogelijk medicijnen om deze klachten te verminderen. Anne-Margreeth: “Bepaalde medicijnen bij depressie staan bekend om de bijwerking gewichtstoename, zoals citalopram. Hetzelfde geldt voor bepaalde antipsychotica (bijvoorbeeld quetiapine), diverse bloedglucose verlagende middelen (denk aan insuline of gliclazide), anti-epileptica (zoals valproïnezuur) en corticosteroïden die door het hele lichaam werken (bijvoorbeeld prednison). Gebruik je een van deze werkzame stoffen in combinatie met jouw hartmedicatie? Dan kan het zomaar zijn dat deze medicijnen bijdragen aan de gewichtstoename.”

Oorzaak van gewichtstoename

De gewichtstoename die je ervaart kan volgens de Anne-Margreeth veroorzaakt worden door meerdere factoren. “Neem bijvoorbeeld levensstijl: een ongezond eetpatroon, alcoholgebruik, stress, een slechte nachtrust en te weinig beweging zijn veelvoorkomende oorzaken.” Hoe kom je erachter waar de gewichtstoename vandaan komt? “Je moet altijd een brede blik houden”, vertelt Anne-Margreeth. “De gedachte: ‘het zal wel door het nieuwe medicijn komen’, kan erg gevaarlijk zijn. Natuurlijk kan dat zo zijn, maar laat je er niet door verblinden. Het is verstandig om alle factoren te analyseren. De vragenlijst op www.checkoorzakenovergewicht.nl kan hierbij helpen.” Een andere tip is om de BATM-formule te gebruiken. Hierbij beantwoord je de vragen: is gewichtstoename een Bekende bijwerking van dit medicijn? Zijn er andere verklaringen voor mijn gewichtstoename? Is mijn gewichtstoename net na de start van de nieuwe medicatie begonnen (Tijdsrelatie)? Gebruik ik andere Medicatie die gewichtstoename kan veroorzaken? “Het kan lastig zijn om deze vragen zelf te beantwoorden”, erkent Anne-Margreeth. “Vraag je apotheker om hulp als je er niet uitkomt. Deze helpt je een overzicht te maken en te ontdekken waar het probleem kan liggen.”

Aangekomen van medicatie

Blijkt uit de analyse dat de nieuwe medicatie de oorzaak is van je gewichtstoename? “Overleg dan met de voorschrijvende arts of het medicijn afgebouwd kan worden en of er een ander medicijn gegeven kan worden”, aldus Anne-Margreeth. “Gewichtstoename, met name toename van de buikomvang, verhoogt de kans op het ontwikkelen van allerlei ziekten. Denk hierbij aan hart- en vaatziekten en diabetes, maar ook leververvetting, longaandoeningen, artrose en nierproblemen.” Maar wat als je afhankelijk bent van het medicijn en er geen geschikte alternatieven zijn? “Helaas is het niet altijd mogelijk om te stoppen. Bij hartritmestoornissen, bijvoorbeeld, zijn bètablokkers vaak onmisbaar. Heb je veel last van gewichtstoename door het medicijn? Neem dan altijd contact op met je cardioloog. Die kan het beste beoordelen of stoppen of overstappen op een ander middel toch mogelijk is.”

Afvallen

Blijf je het medicijn gebruiken dat gewichtstoename veroorzaakt? Dan kan het volgens Anne-Margreeth lastig zijn om af te vallen. Hoe kun je toch die extra kilo’s kwijtraken? De apotheker waarschuwt: “Tegenwoordig willen veel mensen afslankmedicatie gebruiken, maar dat is lang niet voor iedereen geschikt en vaak geen langetermijnoplossing. Hoewel het kan helpen om vet te verliezen, verlies je hierbij ook vaak spiermassa. Spiermassa is een belangrijke factor in je gezondheid. De spieren spelen een hoofdrol bij het regelen van de bloedglucose en zijn een belangrijke bron van bouwstoffen bij herstel van infecties. Mensen die stoppen met deze afslankmedicatie komen in verhouding dan meestal meer in vet aan dan in spiermassa. Met name voor oudere mensen is dit een risico, omdat met het ouder worden de spiermassa steeds verder afneemt.” Verstandiger is volgens de apotheker om je levensstijl te verbeteren. “Focus op gezonde voeding, voldoende slaap, regelmatige beweging en verminder stress. Werken aan een gezonde(re) levensstijl helpt altijd bij een betere gezondheid. Het is zeker slim om deze te optimaliseren, ook als je geen gewicht verliest.”

Tekst: Julia Kroonen
Foto: Anne-Margreeth Krijger

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Lancering reanimatie-app CPR You Ready

Utrecht, 11 februari 2025 – Een stap naar een veiligere samenleving: de reanimatie-app ‘CPR You Ready’ is officieel gelanceerd! Deze innovatieve app, een initiatief van Stichting Stilgezet en Hartpatiënten Nederland, is nu te downloaden!

Tijdens een bijzonder evenement in Utrecht (bekijk hier de aftermovie!) waren vele professionals, ervaringsdeskundigen en belangstellenden aanwezig voor deze lancering. Onder hen vertegenwoordigers van de Nederlandse Reanimatie Raad en het Nederlands Heart Institute, die de noodzaak van meer bewustzijn rondom reanimatie ondersteunen.

De ‘CPR You Ready’-app speelt in op de grote vraag naar kennis over reanimatie. Elk jaar worden bijna 16.000 mensen buiten het ziekenhuis getroffen door een hartstilstand, terwijl slechts 21% van de Nederlanders boven de 12 jaar een geldig EHBO-certificaat bezit. Dit houdt in dat veel mensen niet weten hoe te handelen in kritieke situaties. “Met deze app hopen we mensen te motiveren om te leren reanimeren en hen bekend te maken met de benodigde stappen,” zegt Marly van Overveld, coördinator van Hartpatiënten Nederland.

Het doel van deze applicatie is om spelenderwijs meer bewustzijn te creëren van wat een reanimatie inhoudt, wat erbij komt kijken, en welke stappen hiervoor nodig zijn. Uiteraard is een volwaardige reanimatiecursus nodig om te leren reanimeren.

De app is ontwikkeld door Goal043 en biedt een interactieve en speelse manier om de belangrijkste reanimatievaardigheden te leren. Gebruikers leren niet alleen hoe ze symptomen van een hartstilstand herkennen, maar ook hoe ze een AED (Automatische Externe Defibrillator) correct gebruiken en de juiste hartmassages en mond-op-mondbeademing geven. “Net zoals fietsen of zwemmen, moet reanimeren een vaardigheid worden die je nooit meer vergeet,” aldus initiatiefnemer Dr. Ehsan Natour, hartchirurg en oprichter van Stichting Stilgezet.

Met ‘CPR You Ready’ is het hopelijk een stuk gemakkelijker om levensreddende kennis te vergaren. Download de app vandaag nog en maak het verschil wanneer elke seconde telt! Ervaringen of feedback delen? Mail naar info@hartpatienten.nl

Download hier de app in de Google Play Store
Download hier de app in de Apple Store

Hoe werkt de CPR you ready app?

 

Mij mag je wakker bellen voor een operatie

Na haar studie geneeskunde deed Shokoufeh Cheheili Sobbi zes jaar lang de opleiding tot cardiothoracaal chirurg. Onlangs werd haar diploma ondertekend: ze mag zich in januari cardiothoracaal chirurg in het Maastricht UMC+ noemen. “Ik zie opereren niet als werk, maar als mijn passie.”

Toen Shokoufeh een jaar of vier was, zag ze op televisie een documentaire over een arts die gratis patiënten behandelde tijdens een oorlog. De documentaire maakte veel indruk op haar. “Ik weet nog dat ik naar mijn moeder in de keuken ging en zei: ik weet wat ik wil worden, ik word een dokter”, zegt ze lachend. “Daar ontstond de droom en ik ben eraan gaan werken om deze te realiseren.”

Techniek en precisie

Shokoufeh deed de opleiding geneeskunde, waar ze in het tweede jaar een dag mocht kennismaken met specialismen. Zo mocht ze met een cardiothoracaal chirurg meekijken bij een hartoperatie. “Die nacht ervoor kon ik niet slapen, zo enthousiast was ik. Om zeven uur ’s ochtends stond ik vervolgens met een kop koffie bij de kamer, wachtend op de hoogleraar. Sinds die dag ben ik niet meer weg te slaan bij de hartchirurgie. Het is een heel technisch vak en ik heb naast mijn studie geneeskunde aan de Technische Universiteit Delft gestudeerd, dus ook een technische achtergrond. De combinatie van techniek en precisie maakte veel indruk op me. Het is echt millimeterwerk. Ook dacht ik: er valt nog best veel te optimaliseren voor patiënten. Dat is ook waarom ik voor dit vak heb gekozen en me ben gaan specialiseren tot cardiothoracaal chirurg.”

Zelfstandig opereren

Shokoufeh opereert veel en zelfstandig, op complexe casussen na. Daarin krijgt ze als jonge specialist begeleiding van haar ervaren collega’s. “Elke keer kom je een stapje verder, zowel tijdens de opleiding als daarna. In het begin van de opleiding mogen we al beginnen met opereren en op een gegeven moment opereren we zelfstandig, samen met onze eigen assistent. Ik denk dat we één van de weinige specialismen zijn die zoveel één op één begeleiding hebben. Vanaf de eerste steek wordt al uitgelegd waarom en hoe je iets doet, wat de theorie erachter is en hoe je met calamiteiten omgaat. Er is een heel leger aan mensen dat je opleidt. Dankzij hen ben ik wie ik ben en doe ik wat ik doe. Daarvoor ben ik heel dankbaar.”

Kijkoperatie

De laatste tweeënhalf jaar is Shokoufeh zich gaan verdiepen in endoscopische mitraalklepreparaties, een techniek waarbij niet het borstbeen wordt opengemaakt, maar waar via een kleine opening in de rechterborst een kijkoperatie wordt gedaan. “Om bij het hart te komen kun je het borstbeen openzagen, maar er zijn ook technieken als de kijkoperatie. Daarbij maken we in de rechterborst een kleine opening van twee tot drie centimeter en vanuit die opening kunnen we dezelfde operatie uitvoeren. We gebruiken daarbij lange instrumenten en een camera. Alles wordt bij deze techniek uitvergroot en we hebben beeldschermen met 3D-camera’s. Het vereist een hele goede ooghandcoördinatie en de reparatie van de klep is echt precisiewerk. Dat vind ik heel interessant.”

Eén hart

Opereren is en blijft iets intiems volgens Shokoufeh, omdat ze dicht bij de patiënt staat. Een hartoperatie is tenslotte ingrijpend, zegt ze. “Als ik patiënten de dag voor de operatie zie en in de ogen kijk, gaan we een soort afspraak met elkaar aan. Ik zet me voor iedere patiënt tweehonderd procent in. Zodra ik op de operatiekamer ben, is het enige doel het veilig en succesvol afronden van de operatie. Jij gaat op dat moment over het leven van de patiënt en achter dat individu staat een hele familie. Het is iemands vader, moeder, zoon, dochter of partner. We zijn dan ook heel kritisch op wat we doen en streven echt naar perfectie. Al hebben we de operatie al honderden keren gedaan, je moet blijven beseffen dat het voor de patiënt en naasten hopelijk maar één keer is. Hij of zij heeft maar één hart.”

Complexe ingrepen

Haar werk geeft haar veel voldoening. Na een dag of nacht opereren is ze nog steeds energiek. “Als het goed is gegaan, ben ik heel blij. Dan kan mijn dag niet meer stuk. Het maakt niet uit hoeveel uur ik heb gedraaid, ik ga altijd energiek naar huis. Ik kan dag en nacht op de operatiekamer staan. Mij mag je wakker bellen voor een interessante operatie.” Toch zijn er ook moeilijke momenten in haar vak. “Soms weten we van tevoren al dat iets een complexe ingreep gaat zijn en de kans bestaat dat het niet goed afloopt. Als je dan met je team alles geeft en een patiënt alsnog komt te overlijden, kan ik dat wel mee naar huis nemen. Het moment dat een familie afscheid neemt voordat we naar de operatiekamer gaan, blijft voor mij emotioneel. Of als we slecht nieuws moeten brengen. Dat maakt indruk. Dan leef ik echt met de patiënt en de familie mee. Op zulke momenten heb ik ook veel aan mijn team. We staan voor elkaar klaar en kunnen er altijd over praten. Gelukkig zijn er heel veel ingrepen die wél lukken en goed gaan. We gaan altijd tot het uiterste.”

Meer technieken

Shokoufeh hoopt zich voor nu verder te kunnen ontwikkelen binnen een leuk team en de ruimte te krijgen om verder te leren en te laten zien wat ze kan. “Ik hoop dat ik de minimaal invasieve operaties en in het bijzonder de endoscopische procedure verder kan leren en toepassen. Het lijkt me heel gaaf om steeds meer technieken te ontwikkelen als vervanging voor ons werk. Dat klinkt dubbel, want aan de ene kant opereren we graag, maar aan de andere kant proberen we ook methodes te ontwikkelen die net zo efficiënt zijn en een operatie overbodig maken voor onze patiënten. Mijn collega’s en ik zijn naast ons klinische werk ook bezig met onderzoeken of er nieuwe technieken zijn die onze huidige methodes kunnen verbeteren of vervangen. Ik vind het geweldig om nieuwe technieken te bedenken. Mijn uiteindelijke doel is om me verder te laten opleiden en specialiseren in minimaal invasieve cardiothorocale chirurgie. In Maastricht doen we nu de mitraal- en aortakleppen, thymus en omleidingsoperaties endoscopisch of met robot, maar dit hopen we ook uit te kunnen breiden naar andere operaties.”

Waarom geeft Hartpatiënten Nederland Cheheili Sobbi een podium?
Wij bieden jonge, veelbelovende vrouwelijke artsen in de hartwereld een podium om diversiteit en innovatie te bevorderen. Dit versterkt de rol van vrouwen in de cardiologie, inspireert toekomstige generaties en draagt bij aan baanbrekend onderzoek, wat uiteindelijk de patiëntenzorg ten goede komt.

 

Tekst: Laura van Horik
Foto: Shokoufeh Cheheili Sobbi

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine