Filmpje over afvallen met hulp

Afvallen? Wie wil dat niet! Vraag je huisarts een doorverwijzing naar een leefstijlcoach als je wilt afvallen. Begin niet aan allerlei vage pillen en drankjes die de reclame aanprijst. Een leefstijlcoach kan dat veel beter. Daarover heeft de Patiëntenfederatie Nederland een leuk filmpje gemaakt.
Het alleraardigste filmpje kan ook in de wachtkamer van je dokter worden vertoond. Vraag je dokter om een doorverwijzing. Afvallen met de hulp van een leefstijlcoach wordt de Gecombineerde Leefstijl Interventie GLI genoemd. Voor wie nog niet op de hoogte is van deze GLI en nog niet de weg weet te vinden naar een leefstijlcoach, is dit filmpje gemaakt!
En o ja, goed om te weten: helpen om gezonder te leven met GLI en coach kan onder bepaalde voorwaarden worden vergoed vanuit de basisverzekering. Bovendien gaat de hulp niet ten koste van het eigen risico! Dan moet er wel sprake zijn van serieus overgewicht en de wil om af te vallen, aldus Patiëntenfederatie Nederland.

Voor meer artikelen klik hier

Backpacken? Doen!

Backpacken is helemaal terug van weggeweest! En iedereen doet het. De tijd waarin backpacken alleen werd geassocieerd met een low budget vakantie is achterhaald, want ondanks het kostenbesparende element, gaat het nu eveneens om de beleving.
(meer…)

“Hartpatiënt krijgt vaak te zware bloedverdunners”

Soms krijgen hartpatiënten te zware bloedverdunners. Ze kunnen met minder zware af, bleek uit een publicatie in het Dagblad van het Noorden. Uit onderzoek onder leiding van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein samen met ondermeer het UMC Groningen blijkt dat sommige hartpatiënten met minder zware bloedverdunners geholpen kunnen worden, maar daar is wel een genetische test voor nodig.

Bloedingen voorkomen

Na een hartaanval krijgen veel patiënten voor de zekerheid zware bloedverdunners, met alle bijwerkingen zoals inwendige bloedingen van dien. Dat hoeft niet altijd. Een test met een eenvoudig wattenstaafje kan dat voorkomen, aldus het onderzoek.

Meten is weten

Er bestaan immers ook lichtere bloedverdunners met minder bijwerkingen. Bij een op drie patiënten werken die echter niet in verband met erfelijke afwijkingen. Je wilt dus als cardioloog graag snel weten of jouw patiënt een erfelijke afwijking heeft, want als dat niet zo is kun je de patiënt een lichtere bloedverdunner geven.

Binnen één uur

Met het wattenstaafje wordt speeksel van de patiënt afgenomen en onderzocht of deze een erfelijke afwijking heeft. Binnen één uur is de uitslag bekend. Dan kan de cardioloog de patiënt het meest geschikte medicijn geven. Met de nieuwe aanpak kunnen veel bloedingen voorkomen worden, aldus de onderzoekers.

Pluimpje

De Nederlandse onderzoekers mogen best trots zijn: het gaat om het eerste onderzoek wereldwijd naar een op maat gesneden keuze voor bloedverdunners na een hartinfarct. De resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd in het New England Journal of Medicine.

Voor meer artikelen klik hier

Overleden Quo-gitarist Rick Parfitt rookte en dronk na hartaanval gewoon door

Gitarist Rick Parfitt van de beroemde Britse rockband Status Quo was niet erg onder de indruk van zijn eerste hartaanval. In totaal kreeg hij twee keer een hartaanval. Zijn bandgenoot Francis Rossi vertelde erover in de Limburger: “Toen ik na de eerste attaque in het ziekenhuis aankwam, zat hij vastgesnoerd aan allerlei slangetjes een glas wijn te drinken en een sigaret te roken. Dat mocht wel, hadden de artsen hem verteld.”
Rossi heeft geen goed woord over voor het gedrag van zijn maat, wiens nonchalance hem uiteindelijk het leven kostte. Status Quo bestaat al sinds 1967 en vierde met nummers als Caroline, Down Down, en Rockin’ All Over The World grote successen, met name in Engeland, Duitsland en Nederland. Rossi vertelt dat hij en Rick in de jaren ’80 van de vorige eeuw een typisch leven leidden zoals zoveel rockmuzikanten. Maar eind jaren ’80 kickte Rossi af.
Rick Parfitt niet, die bleef volgens Rossi afhankelijk van drugs en alcohol, ook al worstelde Parfitt al sinds zijn eerst hartaanval en openhartoperatie met vier bypasses in 1997 met gezondheidsproblemen. Toen werd hem al gewaarschuwd dat zijn levensstijl met veel drank en drugs hem fataal kon worden.
De tweede hartaanval van Rick in Turkije in juni 2016 werd hem toen al bijna fataal. Hij was enige tijd klinisch dood. „Als ik eerlijk ben: dat hadden ze zo moeten laten”, vertelt Rossi in de krant. “De artsen zeiden toen ze hem reanimeerden: misschien komt hij er volledig gehandicapt uit. Waarom probeer je het dan? Rick herstelde. Maar hij was een compleet ander persoon.”
In december 2016 overleed Parfitt op 68-jarige leeftijd. Rossi mist hem niet, vertelt hij achteraf. Ze waren de laatste jaren geen vrienden meer, Rossi stoorde zich aan de destructieve levensstijl van Parfitt.

Voor meer artikelen klik hier

Nederlanders positief over digitale zorg

Vier op tien Nederlanders staan positief tegenover een consult op afstand met de huisarts, zeg maar een beeldbel-consult of een consult via een app. Deze zorg op afstand bespaart (reis)tijd, is makkelijk en verlaagt de zorgkosten, vinden deze mensen. Het grootste deel van deze voorstanders van zorg op afstand is tussen de 35 en 55 jaar, hoger opgeleid en gezond. Zij hebben niet vaak een medische klacht maar als ze die hebben nemen ze snel actie, al twijfelen ze dan of ze naar een zorgverlener gaan.
Dit blijkt uit het onderzoeksrapport ‘Consument kiest voor zorg op afstand’ dat Medicinfo deze week publiceert. Er zijn blijkens het onderzoek ook veel mensen die er gegronde twijfels bij hebben. Een kwart van de ondervraagden vreest dat contact op afstand onpersoonlijk is, of leidt tot misverstanden.
Bijkomend voordeel van zorg op afstand is dat de torenhoge zorgkosten dalen. Voor de patiënt biedt deze zorg natuurlijk veel voordelen: je hoeft er de deur niet voor uit en je hoeft niet te wachten in de wachtkamer.
Om het hele onderzoekrapport te lezen ga naar Medicinfo.nl

Voor meer artikelen klik hier

Afvallen: geen tussendoortjes

Wil je afvallen? Probeer eens om de tussendoortjes helemaal over te slaan. Houd het bij drie maaltijden en zorg dat die gezond zijn en je maag lang en goed vullen. Tussendoortjes heb je dan helemaal niet nodig. En als je je maag en spijsvertering rust gunt tussen de maaltijden door, kan je lijf gemakkelijker je vetvoorraden aanspreken. En val je dus af!

Probeer het eens.

En merk je dat je echt veel honger hebt tussen de maaltijden? Check dan of je maaltijden wel echt lang voor een vol gevoel zorgen. Voeg eventueel meer vezels (groenten, fruit, volkoren granen) toe en zorg dat er in elke maaltijd een bron van eiwit zit (bijvoorbeeld vlees, vis, ei, kwark of peulvruchten).
Deze tip is afkomstig uit het boek: ‘Hart- en vaatziekten? Maak jezelf beter’ van Karine Hoenderdos en Hanno Pijl.

 

Voor meer artikelen klik hier

Het bewogen leven van Cornelis van Es

De 87-jarige Cornelis van Es kreeg zo’n tien jaar geleden een ICD geïmplanteerd. Hij weet nog steeds niet waarom, ‘ik denk hartritmestoornissen’, zegt hij. Het apparaat, in 2016 door een nieuwere versie vervangen, hoefde nooit een schok te geven. ‘Mijn cardioloog schreef het voor’, zegt de kwieke Amsterdammer in een gesprek met ons magazine.

Zijn kinderen weten wat ze met de ICD moeten doen mocht hij overlijden. ‘Ik ken een man die overleed. Dat ding bleef echter maar schokken geven. Voor omstanders is dat niet prettig. Niemand wist hoe dat ding uit moest. Mijn kinderen weten het nu wel. Een arts heeft hen dat uitgelegd’.

Cornelis Theodorus van Es werd op 6 mei 1932 in Amsterdam geboren. Hij maakte de hongerwinter mee. ‘Verschrikkelijk’, vat hij de gruwel samen. ‘Ik heb toen twee jaar geen school gehad. Toen de oorlog afgelopen was, kwam mijn broer uit Duitsland terug. In Berlijn had hij peuken van straat opgeraapt om van te roken. Eenmaal terug thuis hoestte hij aan een stuk door. Het hele gezin kreeg tbc. Ik was de eerste die in een sanatorium belandde. In 1947 was ik weer redelijk opgeknapt en zocht een baan. Maar wat moet je met alleen lagere school?’

‘In die tijd werd je niet gestimuleerd om naar een andere school te gaan. Gelukkig vond ik een baan als jongste bediende bij een effectenkantoor. Daar werd ik bijgeschoold in de verkoop van aandelen. Ik mocht mee naar de beurs en leerde daar veel van.’

‘Maar in 1950 spuugde ik bloed op en had ik weer tbc. Ik heb toen zes maanden thuis gelegen en werd steeds zieker, terwijl ik wachtte op opname in Sanatorium Berg en Bosch. Daar liep ik niet alleen geelzucht op, ik werd er ook geopereerd aan mijn longen. Er werd een kwab weggehaald. Na de operatie brachten ze mij naar een klein kamertje. Een IC had je toen niet. Ik was buiten bewustzijn. Toen zakte mijn tong naar beneden en stikte ik bijna. Een van de nonnen in het ziekenhuis zag me blauw worden. Toen ik bij bewustzijn kwam, lag ik in een klein kamertje. Ik keek om me heen en zag dokters rond mijn bed. Maar dat niet alleen, er stonden ook enkele nonnen en een priester. Verder een groot kruisbeeld en enkele kaarsen. Ik schrok. De priester was mij aan het bedienen, omdat ik dood zou gaan. Dacht men. Ik leef echter nog steeds.’

Van Es heeft de dood vaker in de ogen gekeken. In zijn leven is hij twaalf keer geopereerd. Zo’n tien jaar geleden had hij daarbij een bijna doodervaring. ‘Ik was aan het logeren bij iemand in Sneek’, vertelt hij. ‘Midden in de nacht werd ik wakker. Ik had pijn. Ik had het gevoel dat ik doodging. Ineens zag ik een blauwe lucht, heel erg mooi. Ik hoorde mijn broer, die de ziekte tbc uit Berlijn had meegenomen. Maar die was al lang dood. Hij riep mij: ‘Kees, ben jij dat?’ Het was de stem van mijn broer. Toen kwam ik weer bij.’

Tijdens zijn werk op de bank, hij was toen 49, kreeg hij een hartinfarct. ‘Dat was in 1980. Ik lag vijf dagen kritiek in het Wilhelmina Ziekenhuis in Amsterdam’, herinnert Van Es zich. ,Na de revalidatie in Zonnestraal voelde ik me een oude vent geworden. Daarna heb ik tien jaar halve dagen gewerkt. Toen ik 59 was had ik weer pijn op de borst. Gaf er geen aandacht aan. Maar ik haalde vanaf het Centraal Station in Amsterdam de Bijenkorf niet. Via de huisarts kwam ik toen, in 1991, terecht in het Anthonius in Nieuwegein, waar ik geopereerd werd. Ik kreeg zeven omleidingen. Maar werken was er daarna niet meer bij.’

‘Inmiddels werken die omleidingen deels niet meer, zijn vergroeid. De cardioloog zei dat hij niets meer voor me kan doen. Ik slik dagelijks tien pillen, en moet proberen te blijven lopen. Dat gaat slechts met moeite. Ik weeg nog maar 66 kilo. Tien jaar geleden was ik op controle bij de cardioloog. Die zei dat ik een icd moest dragen.’

‘Voor mij nadert het eind van mijn leven’, sluit Van Es af. ‘Ik vroeg aan de huisarts: hoe lang heb ik nog. Maar hij wist het niet. Jammer dat ze niks meer aan mijn hart kunnen doen. Maar ik ben als gelovig katholiek niet bang voor de dood. Ik ga regelmatig naar de kerk en heb vanuit mijn mooie woning uitzicht op de klok in de kerktoren. Die kerk haal ik lopend nog! Ik put veel moed uit mijn geloof!’

 

Voor meer artikelen klik hier

Schaf het vrijwillig eigen risico af!

Het vrijwillig eigen risico moet worden afgeschaft. Bovendien moet het verplichte eigen risico in de zorgverzekering omlaag: die is voor veel mensen met een smalle beurs niet op te brengen.  Dat schrijven Patiëntenfederatie Nederland, Ieder(in), Per Saldo, ReumaNederland, LOC en KBO-PCOB in een brief aan de Tweede Kamer. Die buigt zich deze week over het eigenrisico.
Het vrijwillig eigen risico moet van de baan om te voorkomen dat mensen geen geld meer hebben als de nood aan de man is. Dan bereik je dat mensen maar afzien van zorg, en dat kan niet de bedoeling zijn.
Lees hier de brief van de instellingen aan de Tweede Kamer

Voor meer artikelen klik hier

Er gaat letterlijk een leven door jouw handen

Jaarlijks vinden er ongeveer 7000 tot 8000 reanimaties plaats buiten het ziekenhuis. Dat is uiteraard ingrijpend voor de slachtoffers en hun naasten, maar ook de hulpverleners die de reanimatie uitvoeren gaat het meestal niet in de koude kleren zitten. In de komende edities van HartbrugMagazine laten we deze laatste groep aan het woord. Dit keer het verhaal van Sjel Blanckers, ambulanceverpleegkundige bij Ambulancezorg Limburg-Noord.

‘Ik schat dat 60 tot 70 procent van ons werk bestaat uit meldingen die gerelateerd zijn aan het hart. Dat betekent niet dat iedere melding van pijn op de borst ook daadwerkelijk op een hartaanval wijst. Soms voelt het voor de patiënt zo, maar is er iets anders aan de hand, zoals hyperventilatie. In de meldkamer wordt daarom doorgevraagd naar de overige klachten. Tegen de tijd dat wij ter plaatse zijn, kunnen we daardoor vaak al een goede inschatting maken van hoeveel urgentie er is.

Naast ‘gewoon’ ambulanceverpleegkundige ben ik ook nog rapid responder. Dat houdt in dat ik vanaf de post soms al in een klein autootje met spoed voor de ambulance uit rijd. Die auto heeft alles wat een normale ambulance ook heeft, behalve een brancard. En die is toch pas in een later stadium nodig. Als rapid responder kan ik dus alvast starten met de behandeling en eventueel ook de reanimatie. Bij elke reanimatie is het protocol dat er sowieso twee ambulances komen. Als de patiënt aanspreekbaar is, dan is één wagen voldoende.

Het voordeel van de opkomst van het burgernetwerk, is dat het steeds vaker gebeurt dat er al omstanders zijn gestart met de BLS, oftewel de Basic Life Support, voor wij ter plaatse zijn. Zo heb ik meegemaakt dat een voetballer op het veld in elkaar gezakt was, en met behulp van één schok van de AED alweer aanspreekbaar was, nog voor wij gearriveerd waren. Dat is natuurlijk geweldig, maar als je vaak reanimeert, maak je uiteraard ook mee dat het niet goed afloopt. Als hulpverlener haal je altijd het maximale uit jezelf, maar de realiteit is dat dit lang niet altijd genoeg is.

Lach en traan

De afloop weet je vaak niet, aangezien het ziekenhuis geheimhoudingsplicht heeft. Soms probeer ik er wel achter te komen door wat rond te vragen, maar dat lukt niet altijd. Daarom is het des te fijner als je achteraf nog iets hoort van de mensen zelf, of van hun familie. Het helpt je om het een plek te geven. We kregen ooit een lange, handgeschreven brief van een moeder die dankbaar was dat haar zoontje van 18 maanden de reanimatie had overleefd. En niet zo lang geleden stond een man, die na een longembolie meerdere keren gereanimeerd was, met een enorme vlaai op de stoep. Hij wilde ons bedanken omdat zijn kinderen dankzij ons de feestdagen nog konden doorbrengen met hun vader. Dat soort dingen grijpen je natuurlijk wel aan, zeker als het om leeftijdsgenoten of kinderen gaat. Net als de jonge meid van 29 die het niet gehaald heeft. Het ene moment zat ze nog nietsvermoedend soep en een broodje te eten, vertelde haar vader, het andere moment stopte haar hart er mee. Dat vergeet je zomaar niet, ik ben zelf ook vader.
Gelukkig kan ik over dergelijke heftige gebeurtenissen goed praten met mijn vriendin, die ook in de zorg werkt. Ook bij BOT, het bedrijfsopvangteam, kun je altijd terecht. Er wordt veel gelachen met collega’s, maar we kunnen soms ook een traan laten.

Emoties

Hoe vaak je ook reanimeert, routine wordt het nooit. Het is ook zelden twee keer hetzelfde. De ene dag reanimeer je iemand in bed, de andere keer in een auto, dan weer onder de tafel. Je werkt volgens vaste protocollen, waardoor je altijd precies weet wat je moet doen. De omstandigheden waar je geen invloed op hebt, zijn vooral de emoties van de omgeving van de patiënt. Je hebt te maken met paniek, angst en verdriet. Je eigen emoties zijn op zo’n moment op de achtergrond, al gaat er altijd wel even door je hoofd dat er letterlijk een leven door jouw handen gaat.
Tot nu toe heb ik het nog nooit meegemaakt dat de familie geen begrip had voor onze werkwijze, ook niet wanneer we slecht nieuws moesten brengen. Zeker bij oudere mensen, of mensen met een lange medische voorgeschiedenis, zie je ook vaak een vorm van acceptatie bij de omgeving. Onlangs kwam ik nog bij een vrouw van 93 die bewusteloos was. Toen we binnenkwamen, zei de familie dat we niet hoefden te reanimeren, omdat ze wisten dat moeder daar vrede mee zou hebben gehad. Op zo’n moment moet je heel snel inschatten wat je doet aangezien we in principe altijd met reanimatie starten, tenzij er een niet-reanimerenverklaring kan worden getoond. In dit geval hebben we besloten de wens van de familie te respecteren.

Evalueren

Achteraf wordt er altijd geëvalueerd: wat hadden we anders kunnen doen? Dat zit ‘m soms in kleine dingen. Hadden we bijvoorbeeld iemand die in een krappe slaapkamer lag, beter kunnen verplaatsen naar een plek met meer werkruimte? In de toekomst kunnen we ons vak hopelijk nog beter uitoefenen, bijvoorbeeld door hulpmiddelen om sneller te intuberen, of apparaten die je om de borst bevestigt en die de BLS overnemen. Daar kunnen mensenhanden niet tegenop. Aan de andere kant denk ik dat we al heel tevreden mogen zijn met de cardiale zorg zoals we die nu in Nederland kennen. Er zijn genoeg landen waar het maken van een hartfilmpje of een dotterbehandelingen nog lang niet standaard zijn…

Voor meer artikelen klik hier