Nederlanders weten weinig van zorg

De meeste Nederlanders hebben weinig verstand van hoe de zorg in elkaar zit. Bijna vier op vijf Nederlanders denkt dat hun zorgverzekering volgend jaar dezelfde dekking biedt als in 2019. En dat terwijl de polisvoorwaarden toch écht elk jaar veranderen! Maar liefst 44 procent van de Nederlanders heeft geen flauw benul wat voor basisverzekeringen ze hebben. De helft van ons weet niet dat een restitutieverzekering niet álles vergoedt. Dit alles blijkt uit representatief onderzoek dat Pricewise als sinds 2015 jaarlijks uitvoert, aldus de Nationale Zorggids.

Wie weinig benul heeft van de zorg kan plotsklaps voor hoge kosten komen te staan. Een op drie Nederlanders kreeg daarmee afgelopen jaar te maken. Het ging dan in de meeste gevallen om kosten van meer dan 250 euro. Daar had je ook andere, leukere dingen mee kunnen doen!  In 43 procent ging het om onverwachte kosten omdat mensen niet wisten dat ze daarvoor niet verzekerd waren. Voor 27 procent ging het om kosten die onder het eigen risico vallen – ook dat wisten deze mensen niet. En in een op bijna vier gevallen werd tot grote schrik van de betrokkenen slechts een deel van de kosten vergoed, omdat de verzekeraar geen afspraken had met de zorgverlener in kwestie.

Slechts een op drie mensen weet dat je voor sommige medische kosten ook een eigen bijdrage moet betalen, nog los van het eigen risico. Iets meer dan de helft van ons weet niet dat je met een naturaverzekering minder keuzevrijheid hebt. Het is dus heel belangrijk dat we goed kijken waar we voor verzekerd zijn, en waarvoor niet! Elk jaar veranderen de voorwaarden! Dus kijk er nog eens goed naar.

Overigens: 69 procent van de mensen vindt dat het eigen risico moet worden afgeschaft. Bij 65-plussers is dit zelfs 80 procent, aldus de Nationale Zorggids.

Voor meer artikelen klik hier

Youp van het Hek onwel op toneel

Cabaretier Youp van het Hek is vrijdagavond op het podium onwel geworden tijdens een optreden in het oude Luxor Theater in Rotterdam. Hij vergat stukken uit zijn tekst en liep van het podium af.
(meer…)

Snelle diagnose voorkomt onnodig naar het ziekenhuis rijden

Hartpatiënten in de regio Hollands Midden krijgen sneller de juiste zorg. Dat gebeurt doordat een cardioloog mee kijkt tijdens de eerste onderzoeken van de ambulanceverpleegkundige. De snelle en adequate zorg wordt mogelijk gemaakt door een samenwerking tussen zorginstellingen, huisartsen en ambulancevervoer in de regio. Doordat snel een eerste diagnose wordt gemaakt, hoeven patiënten minder vaak onnodig naar de eerste hulp. Daardoor neemt de druk op de spoedeisende afdelingen af, meldt het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
Van meer dan de helft van de patiënten die die naar het ziekenhuis worden gebracht, blijken de klachten niet spoedeisend. Het LUMC koos daarom samen met algemene ziekenhuizen en huisartsen in de regio voor een snelle diagnose door afstemming van ambulancepersoneel en cardioloog. Patiënten die thuis kunnen blijven worden overgedragen aan hun huisarts.
De cardioloog kijkt op een schermpje mee en ziet daarop de medische gegevens van de patiënt in de ambulance. Het gaat dan om onder meer hartslag, hartfilmpje en ademhaling. Ook ziet de cardioloog waar en hoeveel bedden er nog vrij zijn. Op basis hiervan en de wens van de patiënt beoordeelt de cardioloog waar de zieke terecht kan en wat voor zorg de patiënt nodig heeft. De cardioloog beoordeelt daarbij ook wie net zo goed thuis kan blijven, onder de hoede van de huisarts.

Voor meer artikelen klik hier

Patiënt staat niet altijd centraal in zorg

Hartpatiënten hebben niet altijd het gevoel dat hun belang centraal staat in de zorg. Dat moet anders, blijkt uit een enquête onder tweeduizend hartpatiënten. Het gaat om een tussenstand, de enquête is momenteel namelijk nog actief via onze Facebook-pagina.

De enquête is sinds enkele maanden actief en mensen reageren er massaal op. ‘We willen de vinger aan de pols houden’, legt initiatiefnemer Rob Baijens van Hartpatienten Nederland uit. ‘We zijn er voor de patiënt, en dat betekent ook dat we nagaan wat de patiënt bezig houdt. Waar loopt zo iemand tegen aan? Met de antwoorden van de patiënten willen we onze dienstverlening verbeteren.’

Waar lopen mensen dan zoal tegenaan? Maar liefst 70 procent van de respondenten zegt zich beperkt te voelen door een hartafwijking. En van hen voelt 74 procent zich zowel emotioneel als lichamelijk beperkt. ‘Iedereen beleeft problemen met het hart anders’, weet hartpatiënt Rob Baijens. Zelf kreeg hij vorig jaar meerdere hartstilstanden waarbij hij gered werd door zijn geïmplanteerde S-ICD. Hij weet waar hij over praat.

‘Iedereen in de zorg heeft het beste voor met de patiënt’, vertelt Rob uit eigen ervaring. ‘Maar als processen niet altijd goed werken en de communicatie naar de patiënt toe soms gebrekkig is ontstaan er fouten. Dat gaat ten koste van het vertrouwen van de patiënt. Dat moet dus beter kunnen, want de wil is er bij iedereen.’

‘We gaan in gesprek met mensen in de zorg om tot concrete verbeteringen te komen. Zo gaan we met de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) om tafel zitten.’ Dat past ook in een tijd waar de zorgsector steeds vaker de patiënt actief wil betrekken. Hartpatiënten Nederland is in dat proces echt de verbindende factor, de spin in het web.

Kijk maar eens naar de oproep van cardioloog dr. Götte, in het vorige HartbrugMagazine. Hij zoekt patiënten die mee willen denken over een nieuwe ablatiemethode met MRI-scan. Een positieve ontwikkeling: specialisten willen weten wat de patiënt ervan vindt, hoe hij of zij de behandeling ervaart.’

Het is niet zomaar dat van alle respondenten maar liefst 80 procent een organisatie die opkomt voor hartpatiënten belangrijk vindt. ‘Een duidelijk signaal dat veel zegt over de toegevoegde waarde van Hartpatiënten Nederland.’

‘Een ruime meerderheid van de respondenten laat ons weten weinig vertrouwen te hebben in de medische zorg, en al helemaal niet in de farmaceutische industrie. Dat is belangrijk. Want dat zijn dingen die we met de medische sector moeten bespreken. Wat kunnen we daaraan verbeteren, samen met elkaar? Hoe kunnen we met zijn allen meer aandacht voor de patiënt hebben? Niet alleen voor de lichamelijke klachten, maar ook voor de emotionele kant van hartpatiënt zijn.’

Zij hebben de indruk eerder door een organisatie begrepen te worden dan door anderen. ‘We hebben behoefte aan aanvullend onderzoek’, aldus Rob. ‘We willen weten of mensen vertrouwen hebben in hun eigen cardioloog, of ze last hebben van lang wachten in het ziekenhuis, hoe de gesprekken met de cardioloog verlopen. We denken dat het ook voor de cardioloog belangrijk is om te weten hoe hun boodschap overkomt.’

‘Zo weten we bijvoorbeeld dat veel mensen na een gesprek met hun cardioloog door alle spanningen en emoties achteraf niet meer precies weten wat er verteld is.’ weet Baijens. ‘We willen samen met cardiologen zoeken naar concrete handvatten waarmee we dit soort problemen kunnen oplossen.’

‘Angst is een van de allerbelangrijkste gevoelens die steeds weer terugkomt. Je ziet dat terug op social media, maar ook in gesprekken met mensen. Ik noem maar wat: een hartritmestoornis. Mensen zijn bang het weer te krijgen, weer een shock. Mensen raken daardoor gefrustreerd, hebben moeite met accepteren dat ze patiënt zijn. Traditioneel hebben ziekenhuizen vooral aandacht voor de lichamelijke kant van de patiënt.

Voor de emotionele kant is vanuit het ziekenhuis minder aandacht. En dat terwijl angst en stress die gerelateerd zijn aan de hartafwijking, voor serieuze mentale problemen kunnen zorgen. ‘Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er meer aandacht is voor dat aspect?’, vraagt Rob zich hardop af. ‘Wij willen een programma en een procedure die meer aandacht geeft aan de emotionele kant van de patiënt. Stress is slecht, dat hoeven we aan niemand uit te leggen. Patiënt zijn is stress hebben. Door stress kunnen klachten verergeren. En dat betekent dat de stress weer toeneemt. Voor je het weet zit je in een enorme visuele cirkel en een neerwaartse spiraal. Die moeten we doorbreken.’ Als je met hartpatiënten praat blijken veel van hen met depressieklachten te zitten. Wat kunnen we doen om hen te helpen of de weg te wijzen? Misschien moeten we met coaches en psychologen aan tafel.’

Op de vraag wat er met de resultaten van de enquête gebeurt antwoordt Rob: ‘We willen niet alleen constateren, maar ook er iets aan doen. Waar gaat het om? Het vertrouwen moet omhoog, de angst moet omlaag. Als Hartpatiënten Nederland hebben we een signaalfunctie. Maar we willen ook met oplossingen komen door samen te werken met alle disciplines zoals cardiologen, verpleegkundigen en specialisten.’

Tekst: Henri Haenen

 

Voor meer artikelen klik hier

RIVM: stookalert bij ongunstig weer en slechte luchtkwaliteit

Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu  gaat vanaf dit najaar het stoken van hout bij ongunstige weersomstandigheden en/of een slechte luchtkwaliteit afraden. Door middel van een stookalert roept het RIVM mensen op om dan geen hout te stoken. Dit kan gezondheidsklachten bij mensen in de omgeving voorkomen.
Het stoken van hout in een vuurkorf, kachel of open haard is voor sommige mensen een fijne en gezellige bezigheid. Het heeft echter ook een keerzijde; de rook is ongezond. Bij de verbranding van hout komen namelijk schadelijke stoffen vrij, zoals fijn stof, koolwaterstoffen (PAK’s) benzeen en koolmonoxide. De rook is voor iedereen ongezond, maar vooral voor mensen met luchtwegaandoeningen, hart- en vaatziekten, ouderen en kinderen. Zij kunnen meer en eerder klachten ontwikkelen door houtrook.

Ongunstig weer en slechte luchtkwaliteit

Bij weinig wind blijft de rook langer hangen. En als de luchtkwaliteit al slecht is, bijvoorbeeld bij smog door fijn stof, verergert rook de situatie.

Hoe werkt het stookalert?

Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu  heeft dagelijks contact met het KNMI Koninklijk Meteorologisch Instituut  over de weersverwachting. En als het gaat om de luchtkwaliteit beschikt het RIVM over gegevens van luchtmeetnet.nl. Als de weersverwachting ongunstig is of de luchtkwaliteit slecht, verstuurt het RIVM een stookalert.

Voor meer artikelen klik hier

“Bloeddrukverlagers kun je het beste ’s avonds innemen”

Medicijnen tegen hoge bloeddruk kun je beste innemen voor het slapen gaan. Dat blijkt althans uit onderzoek door Spaanse wetenschappers, schrijft de Belgische krant Het Laatste Nieuws op basis van een verslag in the New York Times.
Wie ’s avonds de bloeddrukpillen neemt, loopt 56 procent minder risico om te overlijden aan hart- en vaatziekten, aldus de onderzoekers. Ook halveert het de kans op een beroerte, hebben deze mensen 44 procent minder kans op een hartaanval en 42 procent minder kans op hartfalen.
De onderzoekers van de Spaanse universiteit van Vigo volgden zes jaar lang een groep van ruim 19.000 mensen met te hoge bloeddruk. De helft slikte de medicijnen voor het slapen gaan, de andere helft bij het opstaan. Daaruit bleek dat je de pillen echt beter voor het slapen gaan kunt slikken.
De onderzoekers deden nog een ontdekking: ’s avonds medicijnen tegen hoge bloeddruk slikken maakte dat de nieren beter functioneren en hebben ook betere cholesterolwaarden tot gevolg.
De Spaanse onderzoekers publiceerden hun studie in het wetenschappelijke tijdschrift European Heart Journal.

 

Voor meer artikelen klik hier

Zanger op podium gereanimeerd

De Limburgse zanger Wim Bongaerts zakte tijdens een concert op zaterdagavond 26 oktober in Roggel in elkaar. De in de zaal aanwezige EHBO-ers moesten hem op het podium van een zaal in het Limburgse dorp reanimeren, schreef Dagblad de Limburger dinsdag.

Bongaerts speelde met zijn voormalige band Smash tijdens een reünieconcert. Hij was vroeger zanger en drummer bij deze band, maar voor de reünie speelde zijn kleinzoon achter de drums, en nam hijzelf de zang voor zijn rekening. Tijdens het een-na-laatste nummer zakte hij plots in elkaar. Na te zijn gereanimeerd werd hij met spoed naar het VieCuri ziekenhuis in Venlo gebracht.
Het gaat inmiddels weer redelijk met de zanger, die inmiddels is overgebracht naar het Laurentiusziekenhuis in Roermond.

Voor meer artikelen klik hier

Samen sterk in strijd tegen hoge medicijnprijzen

Nederland trekt samen met acht andere landen gezamenlijk op in de strijd tegen de hoge medicijnprijzen. Samen willen de negen landen de prijzen van de medicijnen drukken, liet minister Bruno Bruins (Medische Zorg) dinsdag weten.
De landen gaan kennis over medicijnen “intensief” delen. Op die manier weten ze beter wat hen te wachten staat in de onderhandelingen met de fabrikanten.
Naast ons landen doen ook België, Ierland, Denemarken, Luxemburg, Noorwegen, Portugal, Zweden en Zwitserland mee aan dit zogenoemde International Horizon Scanning Initiative (IHSI). Naar verwachting sluiten meer landen zich bij dit initiatief van Nederland, België en Ierland aan. Naast het delen van kennis over medicijnen gaan de deelnemende landen binnenkort ook informatie delen  over nieuwe medische hulpmiddelen, zoals pacemakers, pleisters en prothesen.

Voor meer artikelen klik hier