Frequentie hartslag en levensduur genetisch bepaald

Onderzoekers van het UMCG hebben 64 genenlocaties gevonden die een verband hebben met de frequentie van onze hartslag. Van 46 van deze locaties was nog niet eerder bekend dat ze verband hadden met hartfrequentie. De onderzoekers onder leiding van cardioloog Pim van der Harst vonden ook sterke aanwijzingen dat een 5 slagen per minuut hogere hartslag leidt tot een kortere levensduur van 2,9 jaar voor mannen en 2,6 jaar voor vrouwen. Ze publiceren daarover in het vooraanstaande wetenschappelijke magazine Nature Genetics.
 
Hartslag is een eigenschap die beïnvloed wordt door vele factoren uit de omgeving en vele omstandigheden als inspanning, stress en ziekte. Veel omgevingsfactoren die invloed hebben zijn reeds bekend, maar welke genen hierbij een rol spelen is nog veel minder bekend. Doel van deze studie was om nieuwe (locaties van) genen te ontdekken om meer van de biologie en regulatie van hartslag te doorgronden en de relatie met levensduur en healthy ageing beter te begrijpen.
 
De hartslag in rust hangt samen met de levensverwachting. In het dierenrijk is dit verband heel duidelijk. Grote dieren als olifant of walvis hebben een trage hartslag (15-30 slagen per minuut) en leven 60 (olifanten) tot soms meer dan 100 jaar (walvissen). Kleine dieren als muis of hamster met een hoge hartslag (400-600 slagen per minuut) leven maar 1 tot 3 jaar. Dit zou komen doordat het hart bij een snellere hartslag meer energie moet verbranden en zuurstof gebruiken.  Deze onderliggende stofwisseling (inclusief de daarbij behorende oxidatieve stress) speelt een belangrijke rol bij het uiteindelijk bepalen van de levensverwachting. Ook bij mensen is er een relatie gevonden tussen de gemeten hartslag in rust en overleving. Mensen met een hogere hartslag in rust hebben een hogere kans op een hartinfarct of plotseling overlijden. 
De onderzoekers voerden een zogenoemde genoomwijde associatiestudie uit. Hierbij wordt de volledige genen-structuur van mensen onderzocht. Voor deze studie hebben zij gegevens gebruikt van ruim 130.000 mensen en de relatie uitgezocht met bijna 20 miljoen markers op het genoom. Daarna hebben zij bij vier andere studies de gevonden relaties nogmaals onderzocht en kunnen bevestigen. Zij vonden in totaal 64 genenlocaties die een verband hadden met hartslag in rust, dit verband was bij 46 van deze nog niet eerder gelegd. 
 
Van der Harst en zijn collega’s stelden in hun studie een verband vast tussen genetische variaties die invloed hebben op de hartslag en sterfte. Uit de studie blijkt dat het risico op overlijden met 20% stijgt bij een 5 slagen per minuut hogere hartslag. Collega onderzoeker Ruben Eppinga zegt “het is interessant om dat gegeven dan te vertalen naar de levensverwachting van een persoon. Als we dat doen dan kun je uitrekenen dat de te verwachten levensduur van mannen met een 5 slagen per minuut hogere hartslag 2,9 jaar korter is en van vrouwen 2,6 jaar”.
 
Volgens de onderzoekers zijn er tenminste twee mogelijke verklaringen. Het is mogelijk dat de genetische variaties het verhoogde sterfterisico direct via de hartslag beïnvloeden of dat de genen invloed hebben op de onderliggende biologische processen. Van der Harst waarschuwt wel voor een al te enthousiaste interpretatie van de huidige onderzoeksgegevens; “We hebben met deze studie niet aangetoond dat het verlagen van de hartslag, bijvoorbeeld door veranderen van de leefstijl of medicijnen, direct zal resulteren in een langer leven, het is zeker een interessante gedachte, maar op dit moment nog niet meer dan dat.”
 
De onderzoekers konden hun studie uitvoeren met gegevens van onder andere de LifeLines-database. LifeLines is het grote gezondheidsonderzoek waarbij gedurende 30 jaar de gezondheid van 167.000 inwoners van Noord-Nederland wordt gevolgd.
 
Bron: UMCG  
 
 

Eindelijk meer openheid

Soms maken zorgverleners er een potje van. En zelfs zo erg, dat ze uit hun ambt worden gezet.
(meer…)

Plantaardige vervangers van zuivel

In de supermarkt en natuurvoedingswinkels zie je tegenwoordig steeds meer plantaardige vervangers van melk. Denk aan sojadrink, amandeldrink, hazelnootdrink en rijstdrink. Voor mensen met een koemelkallergie of lactose-intolerantie zijn deze producten een uitkomst, net als voor mensen die veganistisch eten of willen minderen met dierlijke producten. Zijn ze ook gezond? De voedingswaarde ziet er goed uit: ze bevatten vaak minder calorieën en verzadigd vet dan gewone melk. Wel zit er meestal veel minder eiwit in, wat jammer is omdat eiwit goed verzadigt. Uitzondering is sojadrink: daarin zit ongeveer evenveel eiwit als in melk. Wie deze plantaardige drinks gebruikt als vervanger van zuivel, doet er wel goed aan te kiezen voor varianten waaraan calcium en vitamine B12 zijn toegevoegd.