Vroeger was het een stuk overzichtelijker. Ik herinner me uit mijn prille jeugd maar één voedingssupplement: levertraan. Eén eetlepel voor het naar bed gaan. Later kwam daar de Melkbrigade bij. Drie glazen melk per dag. Joris Driepinter werd onze held, en moeder schakelde over van King Corn witbrood naar bruinbrood. Het was de tijd van ‘An apple a day keeps the doctor away’.
Tegenwoordig is dat anders. Misschien kunt u het allemaal bijhouden op uw boodschappenlijstjes, maar ik niet. Ik heb er de digitale nieuwsbrief Hartflits nog eens op nagevlooid voor de tweede helft van 2010. Sindsdien drink ik twee glazen sinaasappelsap, drie glazen melk, en vier koppen zwarte thee, of evenveel koppen koffie. Per dag. Bij elkaar opgeteld, levert mij dat achtenvijftig procent minder kans op dat ik een hart- of vaatziekte ga krijgen. Allemaal wetenschappelijk bewezen. En in die thee geen suiker, want die is mogelijk net zo slecht voor de bloeddruk als zout. Nee, doe mij voortaan maar honing: die is zoet maar doodt en passant ook sommige schadelijke bacteriesoorten. Thee is bovendien een probate antistof als je net als ik regelmatig dineert met junk food en als die thee ook nog eens zwart is, dan is dat ook goed voor je bloeddruk en je cholestorol. Niet dat ik daarover klachten heb, maar wat niet is kan nog komen. Het wijze woord zegt: voorkomen is beter… Waar het mij vooral om gaat, is dat thee goed is tegen ‘opstapeling van buikvet’.
En dan heb ik het niet eens over cashewnoten en bruine rijst tegen suikerziekte, of rode uien tegen slecht cholesterol. Soms denk ik dat de drogisterij langzaam aan het veranderen is in een supermarkt. En soms denk ik dan ook terug. Toen alles niet gezonder was maar wel overzichtelijker. Toen je van spinazie net zo sterk werd als Popeye. Dat worteltjes goed voor je ogen waren omdat je nog nooit een konijn met een bril had gezien. En je de korstjes van je boterham opat om fluitend door de rest van je leven te gaan.
Column door: Ed Schilders