Vals

Hoewel ik er graag op mag foeteren, moeten we ons er maar bij neerleggen dat we voortdurend belazerd worden. Zoals bijvoorbeeld als vanouds, ons allerlei stukken vlees die zijn aaneengeplakt uit andere delen dan de ham – per definitie de achterpoot van een varken – ham worden genoemd. Dus vind je ook delen van andere dieren die vaagweg van achteren komen als ham verkocht, al staat er dan wel altijd nog bij van welk dier het is: lamsham, hammetje van gevogelte en zelfs hamvis (wat, zoals u weet, zeeduivel is). Over varkensvlees in filet Américain heb ik het dan maar niet eens.

Maar er groeit een nieuw probleem. Nu is dat vooral iets wat in Engeland opspeelt, maar het gebeurt hier ook en zal op steeds groter schaal gebeuren.

In Engeland zit de plaatselijke keuringsdienst er achteraan dat op vooral pizza, maar ook in ander fastfood, zogenaamd ham wordt gedaan – zoals op de pizza ham-ananas – die helemaal geen ham is, maar niet eens van het varken komt. Dan gaat het om kalkoen. Dat blijkt een goedkoper vervanger te zijn voor van alles, maar hier gaat het niet om de prijs. Veel van die fastfood bedrijven, meestal lokale kleinschalige pizzeria’s, worden gedreven door gelovige islamieten en het voedsel dat ze serveren is halal. Dat is heel eerbaar en daar zult u me ook geen kwaad woord over zien schrijven. Het probleem is dat ze ook graag klandizie hebben van wie niet halal eet, dus niet alleen afficheren ze dat halal niet duidelijk, ze gaan zo ver dat ze, om de daar naar verlangende klanten niet teleur te hoeven stellen en dus klandizie en omzet mis te lopen, hun kalkoen pizza’s als ham pizza’s verkopen. Die hoeven helemaal niet minder te zijn in kwaliteit of zelfs goedkoper om te produceren, maar het is gewoon misleiding en dus terecht verboden. Sommige consumenten kunnen allergisch zijn voor een niet aangegeven ingrediënt en alleen al daarom is het vals etiketteren strafbaar. Maar voldoen aan de wettelijke voorschriften kan omzet schelen, denkt de kleine middenstander, en omdat hij denkt toch buiten de schijnwerpers te staan en de kans op ontdekking minimaal acht, blijft hij liever in overtreding.

Dit is maar een voorbeeld van voedselvervalsing, waarbij duidelijk wordt dat, hoewel het niet in eerste instantie om het geld gaat, dat in tweede instantie wel degelijk zo is. En zo worden we opgescheept met allerlei valse benamingen die iets anders suggereren dan we krijgen, omdat iemand daar meer winst uit kan slaan en we daarbij ook nog graag voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. Over namaakkaas op pizza’s werd al eens aan de bel getrokken, en het gaat nog veel verder. Het bedrog woekert voort op alle niveaus van de voedselproductie.

Column door: Johannes van Dam †

Ladders

‘Ladderzat.’ Zelfs wie geen ervaringsdeskundige is, weet wat het betekent, maar waarom zou je iemand die, zoals wel gezegd wordt, ‘bloed in zijn alcohol’ heeft, ‘ladderzat’ noemen? Waar komt die ladder vandaan? Van Dale kent het woord wel maar verklaart het niet. Navraag leerde me dat het woord waarschijnlijk in de zeventiende eeuw is ontstaan in kringen van Leidse studenten. Waren ze zo dronken dat ze niet meer konden lopen, dan werden ze op een ladder gelegd en naar huis gedragen. In die tijd had je dus twee bob’s nodig op één zuipschuit.

Maar onlangs las ik nog een andere theorie. Na een tip, want anders was ik waarschijnlijk nooit terechtgekomen bij het jaarverslag 2011 van corporatie Wormer Wonen (op het internet). Daarin schrijft oudheidkundige Nico Koelemeijer over de restauratie van het kerkje in het Noord-Hollandse plaatsje Jisp en hij noemt daarbij een beroemde Jisper die daar begraven ligt, Cornelis Ploegh. Die was, zou je kunnen zeggen, een zeventiende-eeuwse beoefenaar van de manuele therapie. Zijn bijnaam was ‘de ijzeren duim’, en zijn specialisme was het met de hand breken van slecht geheelde botbreuken. Om die dan opnieuw te zetten, zodat het been of de arm weer recht kwam te staan. Ik leerde een nieuw woord van Koelemeijer: ‘leedzetter’, een zetter van ledematen. Van heinde en verre werd hij geraadpleegd. Kapitaalkrachtige kreupelen aller landen trokken op naar Jisp. De Staten van Holland traden op als ziektekostenverzekeraar en betaalden de leedzetter vijf stuivers voor elke behandelde soldaat.

Maar goed. Zeventiende eeuw, een vermaarde ijzeren duim, dat wel, maar nog geen spoor van anesthesie te bekennen. Behalve dan een liter brandewijn. ‘Comazuipen’ in de Gouden Eeuw. Na de ingreep gaf Ploegh de patiënt pijnstillers: nog een rondje brandewijn. Waarna meteen begonnen werd met de revalidatie. De patiënt werd zodanig vastgebonden, dat hij met ladder en al rechtop tegen de muur van de kerk kon worden gezet. Het liefst in de volle zon, want dat had een heilzame werking.

‘Misschien komt daar wel de term ladderzat vandaan’, schrijft Koelemeijer. Zou best kunnen, zou ik zeggen, maar als ik moet kiezen, dan ben ik het toch liever op de ladder van de Leidse studenten.

Column door: Ed Schilders

[Met dank aan Ad van Oosten]

Nieuwe dottergedachten van een oud-minister 

Als minister van Volksgezondheid in het laatste kabinet-Balkenende gaf Ab Klink, ondanks protesten, toestemming aan het opzetten van meer dottercentra in het land. Met het naïeve kantje dat de minister niet vreemd was, trapte hij daarmee in het plannetje van een groep gewiekste specialisten die wel brood zag in uitbreiding van het aantal PTCA-behandelingen, zoals dotteren in vaktermen ook wel heet.

Vanaf 2009 konden hartpatiënten dan ook in meer ziekenhuizen terecht voor deze therapie. Klink achtte het niet langer noodzakelijk dat dotteren bleef voorbehouden aan ziekenhuizen met een hartchirurgische afdeling. Ook daarin sprak hij de doortrapte dokters volledig na.

Hoewel Klink een man is die de politiek graag wetenschappelijk onderbouwd ziet (ooit was hij directeur van het wetenschappelijk bureau van zijn partij), werd de noodzaak tot uitbreiding van de dottercapaciteit nooit goed onderzocht.

Onze patiëntenbelangenorganisatie Hartpatiënten Nederland was steeds tegen Klinks voornemen. Wij vreesden aantasting van de kwaliteit van de dotterbehandelingen. En als de minister dan tóch zijn plan zou doorzetten, dan wèl graag met een goede chirurgische achtervang. Want daarover beschikten de streekziekenhuizen, die aan het dotterbestand werden toegevoegd, lang niet allemaal.

Onlangs bleek dat de oud-minister een dotter-inkeer heeft doorgemaakt. Tegenwoordig werkend voor het adviesbureau Booz & Company in Amsterdam presenteerde Klink recent zijn visie op de gezondheidszorg zoals hij die heeft achtergelaten. Voornaamste conclusie: het kan goedkoper!

In een gedachtebundeling, gevat in het rapport ‘Betalen voor beter en minder’, stelt de CDA-coryfee onder meer dat wanneer dokters stoppen met overbodige en ondoelmatige behandelingen, dat dit de schatkist elk jaar tussen de vier en acht miljard euro scheelt aan curatieve zorguitgaven.

Ofwel: ‘Als arts moet je soms langer met je patiënt praten en dieper doordenken over de noodzaak van een behandeling – het kan een berg geld besparen…’ Dat is zo ongeveer het advies dat Hartpatiënten Nederland de toenmalige minister ook gaf toen hij vier jaar geleden met zijn dotterplannen speelde: langer nadenken!

Inmiddels is het dotteren door Klink bijgezet in de categorie ‘niet altijd noodzakelijke verrichting’. Want wát verklaarde hij onlangs op BNR-radio? ‘Bij dotteren kwam men bijvoorbeeld tot de conclusie dat 40 procent eigenlijk niet nodig was…’

Tja, lust u nog klinkjes… eh peultjes?!

Column door: Jan van Overveld

Het Hart en Vergeven

Deze keer gaan we het eens hebben over een gewaagd onderwerp, namelijk vergeven. Vergeven is iets wat we niet zo graag doen, maar wat zeer heilzaam werkt. Het mis-
verstand zit hem in het doel van vergeving.

Onze koppigheid weerhoudt ons vaak van het vergeven van iemand.  We vinden dat de ander eerst maar eens op zijn knieën door het stof moet gaan om zijn of haar excuses aan te bieden of op zijn minst oprecht spijt moet betuigen.

Maar wat als die ander dat niet doet? Dan is de kans groot dat wij met boosheid of wrokgevoelens blijven zitten over wat ons is aangedaan. Dit soort gevoelens zijn heel slecht voor onze hartenergie, ze ‘vreten aan ons’.

Het wordt dus tijd om de misverstanden uit de weg te ruimen, ten behoeve van ons hartsgeluk.

Misverstand 1: Vergeven doe je voor de ander.
Je vergeeft iemand om jezelf een plezier te doen, om vrij van boosheid te zijn. Boosheid staat je geluk in de weg.

Misverstand 2: Door te vergeven keur ik de daad of het gedrag van de ander goed.

Als je vergeeft, zegt dat niets over het gedrag van de ander. Het zegt alleen iets over jezelf, namelijk dat jij besloten hebt niet te blijven hangen in gedrag dat slecht voor je is.

Als je dat niet doet, straf je jezelf misschien wel meer dan de ander.

Misverstand 3: Om te vergeven moet ik weer in contact komen met de ander.

Zoals gezegd, je vergeeft iemand om jezelf een plezier te doen.  Jij neemt het besluit te vergeven, maar dat wil niet zeggen dat je het contact met de ander moet herstellen.

Oké, de misverstanden zijn dan misschien uit de weg geruimd, maar hoe gaat dat dan, dat vergeven?

Bedenk eerst dat niets persoonlijk is. Als iemand je onheus behandelt, zegt dat vooral iets over de ander en niet zo zeer iets over jezelf. Als je dat inziet, dan is het ook gemakkelijker om het gedrag bij de ander te laten. Neem vervolgens het besluit dat je er geen last meer van wil hebben.

Als het resultaat hiervan niet voldoende is, kan je een vergevingsritueel doen. Schrijf je gevoelens bijvoorbeeld eens ongecensureerd op en schrijf daarna op waarom je besloten hebt de ander te vergeven. Daarna kan je de brief verbranden met de volledige intentie om de ander te vergeven, voor je eigen vrijheid.

Veel succes!

Column door: Jan Chin

Wegkijken

Stoppen met roken. Iedere roker denkt er minstens een keer per dag aan. Om die gedachte maar gauw weer te vergeten. Net zoals iedereen die te dik is elk dag denkt: ik zou moeten afvallen. Maar het komt er niet van. De weegschaal wordt aan de kant geschoven.

Er is immers een kloof tussen wat goed is voor mensen en wat mensen kunnen. Beleidsmakers zijn snel genegen om het wíllen te benadrukken. Je moet wíllen stoppen met roken, dan lukt het vanzelf. Je moet wíllen afvallen, dan komt dat automatisch voor de bakker. Als je maar bang genoeg bent, dan wil je wel. En dus besluiten beleids-makers ons bang te maken. Met akelige waarschuwingen op pakjes sigaretten bijvoorbeeld, of op doosjes sigaren.

Als we maar bang genoeg zijn, stoppen we wel met roken, is de gedachte. Dan willen we dat niet meer. Helaas. Zoveel hebben we niet te willen.

De wil wordt veel te veel benadrukt door beleidsmakers, maar ook door onszelf. Want als we onszelf aan de gang zien op een willekeurige dag, dan lijkt het alsof we van alles en nog wat willen. Maar als we eens goed opletten blijkt al gauw, dat we alleen maar dat willen, wat ook echt bereikbaar is. Liefst direct bereikbaar. Snelle behoeftebevrediging dus.

Dingen van lange adem zijn al wat lastiger. Daardoor komt het dat we onszelf in de schulden steken, als persoon, als land, als natie, als bedrijf, noem maar op. We houden niet van sparen, maar willen het nu hebben. En dan steken we ons in de schulden. Sparen impliceert geduld hebben. En dat hebben we niet. We stressen erop los. We willen het allemaal, en wel nu.

Wat we werkelijk zouden willen, zoals een goede gezondheid, daarvoor kun je helaas niet naar de bank gaan om een lening af te sluiten. Dus dat willen we wel, maar alleen maar met woorden. We willen het niet echt, want we doen er verdomde weinig aan.

En iedereen baalt verschrikkelijk van de beperkingen die ons worden opgelegd.  Dan gaan we dwarsliggen. Roken slecht? Wie zegt dat? We laten ons niet bang maken! Tot het te laat is. En dat merk je ook pas als het te laat is….

Column door: Henri Haenen

‘Vraag dossier op als je niet serieus genomen wordt!’

 

VENLO – Hartpatiënten die zich niet serieus genomen voelen door huisarts of cardioloog, mogen en kunnen hun dossier opvragen. ‘Als je geen kans krijgt om met arts of cardioloog over een breekpunt te praten, moet je de stukken opvragen.’

 

Dat zegt Marianneke Beurskens uit Venlo, 63 jaar, gehuwd, twee kinderen en een hond.

 

‘Vanaf 1986 heb ik hartklachten die tot vier jaar geleden niet serieus genomen werden. De cardiologen dachten dat het psychisch was, omdat wij een zorgenkind hebben. Ik kreeg daardoor niet de juiste behandeling die ik nodig had’, legt Marianneke uit.

 

‘In het Radboud in Nijmegen werd ik in 2008 uiteindelijk wel serieus genomen en heb ik op 16 juli een longvenen isolatie ondergaan (behandeling waarbij de longaders elektrisch worden geisoleerd van de hartboezems). Het resultaat is tot nog toe prima.

 

Professor Smeets en zijn behandeld ritmeteam doen recht aan hun streven naar patiënt-gericht en kwalitatief hoogstaand behandelen. De rol van de patient is in deze cruciaal! Mijn hart, na 26 jaar van zich te laten horen, is nu op vakantie. Ik fibrilleerde bijna twintig uur per dag en werd hiervan doodmoe. Na een mislukte lumbaalpunctie kwam ik elf jaar geleden in een rolstoel terecht en sinds 2008 ben ik hieruit gekomen door keihard te oefenen en te willen lopen.’

 

‘Bij de pakken neer gaan zitten is niet mijn aard. Ik begon aan een studie Klinische Psychologie aan de Open Universiteit. Hierna ga ik door met Neuropsychologie en Farmacologie. Verder heb ik inmiddels drie boeken geschreven. Het vierde boek is in de pen.’

 

Een stilzitter is Marianneke dus niet. Temeer omdat ze ook nog eens actief is als beeldend kunstenares en schildert ze op canvasdoeken. Vóór de lumbaalpunctie was ze musica en studeerde aan het Conservatorium in Maastricht, piano, orgel, koordirectie en solozang.

 

‘Ik heb een positieve instelling, ook tijdens het fibrilleren heb ik hier geen angst voor gehad. De longvenen isolatie kwam in het zicht en  hier leefde ik naar toe.’

 

In 1986 veroorzaakte een bloedpropje een hartinfarct. Van bètablokkers kreeg ze het benauwd, mede door haar COPD. Toen ze de cardioloog om andere medicatie vroeg vanwege die benauwdheid, wees hij dat af. ‘Hij beweerde dat het bij mij tussen de oren zat. Ik werd doodziek van alle medicatie. Ook de hartritmestoornissen werden niet serieus genomen, hij stuurde me steeds weg van de hartbewaking. Dit ging 22 jaar zo door. Ik diende vaker klachten in bij de medisch adviseur,  maar zonder  gewenst resultaat.

 

Totdat ik mijn hartdossier opvroeg en dat bestudeerde. Daarin las ik tot mijn stomme verbazing en groeiende woede dat deze cardioloog tweemaal geprobeerd heeft mij achter mijn rug naar PAAZ (psychiatrische afdeling) te laten overplaatsen. Daar was geen plaats.  Als ik hartklachten had, werd ik opgenomen onder voorwaarde om mij op de PAAZ te laten opnemen. Maar de psychiaters gingen hier niet op in, tot grote woede van de cardioloog.’

 

‘Daarop heb ik deze man voor het Medisch Tuchtcollege gedaagd. Mijn studie Klinische Psychologie gaf me een grote voorsprong. Ik wilde deze cardioloog weer eens op aarde doen belanden en dat is me gelukt. In een half uurtje was alles bekeken en viel zijn macht, die hij 22 jaar had uitgeoefend, als een kaartenhuisje in elkaar. Het Medisch Tuchtcollege gaf hem de opdracht mijn papieren/elektronisch hartdossier te vernietigen.’

 

Haar advies: word je slecht behandeld, vraag de stukken op en onderneem stappen!

door: Henri Haenen, fotografie aangeleverd door Mw. Beurskens

Vooral ouderen slachtoffer van oplopende spanningen in bedrijven

 

Crisis raakt hart van de werknemer

 

ROERMOND/UTRECHT – De verzwakte maar heel langzaam weer wat opverende economie heeft positieve gevolgen voor het landelijk ziekteverzuim. Er blijkt over het geheel genomen sprake van een opvallende daling in het aantal ziekmeldingen. Dat is belangrijk voor het herstel van de economische motor van ons land.

 

Helaas is er één minpuntje. Een steeds grotere groep werknemers verzuimt vanwege… hart- en vaatproblemen!

Dat meldt het jongste kwartaaloverzicht van 365/ArboNed, de organisatie van bedrijfsartsen die ook de verzuim-meldingen onder alle werknemers in Nederland registreert en analyseert.

 

Aan de ene kant zijn er werknemers die minder snel thuis blijven dan ze wellicht eerder gewend waren te doen. Zij nemen nu wat minder risico’s met hun verzuim, enigszins uit angst om hun baan te verliezen. Althans, ze vrezen dat een hoog verzuim hen in een negatieve selectie zal kunnen doen belanden.

 

Anderzijds blijkt uit de evaluatie van ArboNed, die is gebaseerd op ruim één miljoen werknemers in Nederland, dat het aandraaien van de duimschroeven in het bedrijfsleven een hoge tol eist van de gezondheid van vooral de wat oudere werknemers.

 

Corné Roelen, bedrijfsarts en epidemioloog bij 365/ArboNed, ziet in de categorie werknemers boven 45 jaar in het bijzonder twee fysieke klachten eruit springen: ‘slijtage’ van het bewegingsapparaat en hart- en vaatziekten. Roelen zegt daarover: ‘Vooral in de categorie hart- en vaataandoeningen zien we een duidelijke toename van de verzuimduur, vooral onder de groep oudere arbeidskrachten van 55 jaar en ouder.’

 

De gemiddelde verzuimduur door aandoeningen van het hart en de bloedvaten steeg volgens de Arbo-registratie van 87 dagen in het jaar 2006 naar 101 dagen in 2012. Totaal is ruim een kwart (27 procent!) van alle verzuimdagen onder 55-plussers het gevolg van hart- en vaatproblemen. Hiermee staat deze oorzaak van langduriger ziekteverzuim op de tweede plaats achter klachten van het bewegingsapparaat, die verantwoordelijk zijn voor totaal 42 procent van de verzuimde dagen.

 

Arbeidsdeskundigen maken zich zorgen over vooral het forse percentage hartklachten onder werknemers. Zij wijten dit voor een deel aan de toenemende arbeidsstress, die volgens hen mede veroorzaakt wordt door de oplopende spanningen in het bedrijfsleven. Overbelasting zet immers het hart en ook andere organen onder druk.

 

Volgens Britse wetenschappers uit Nottingham neemt in perioden van economische recessie de werkstress onder leidinggevenden en werknemers toe met zelfs 40 procent. ‘De laagconjunctuur zweept mensen op om beter te presteren, de lat wordt voor iedereen hoger gelegd. Werknemers doen meer om datgene wat ze hebben minimaal te behouden.’ In hun vaktijdschrift beschrijven ze de oplopende stress, angst en depressie onder tienduizend maatschappelijke werkers in Ierland.

 

De toegenomen werkdruk en de daarmee gepaard gaande gezondheidsspanning vallen overal op.  De Vlaamse stressbegeleider en therapeut dr. Paul Koeck stelde eerder dit jaar op zijn website www.mijnkwartier.be dat zowel uit Nederland als België steeds meer vraag komt naar begeleiding in het omgaan met stress. ‘Die behoefte neemt zienderogen toe tijdens deze economische crisis. Zowel artsen als therapeuten bevestigen dat steeds meer mensen te lijden hebben onder de onzekerheid over hun toekomst. Onzekerheid heeft tot gevolg dat het hogere management in organisaties zelf onzekerder wordt en vaak overgaat tot paniekbeslissingen. Dit heeft een daling van de efficiëntie tot gevolg en daardoor ook een toename van de objectieve werkdruk. Deze toegenomen werkdruk leidt tot hogere werkstress, en vaak tot slechtere economische resultaten.’

 

Maar er is gelukkig positief nieuws te melden: Thuiswerken of telewerken op een andere dan de vaste werkplek in het bedrijf, blijkt het ziekteverzuim verder omlaag te brengen. Dat geldt in het bijzonder voor werknemers met een gezondheidsprobleem. Door hun zelfingerichte werkomstandigheden hebben zij minder ziektedagen en een hogere arbeidsproductie.

 

Dat blijkt uit het onderzoek ‘Belemmerd aan het werk’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar het ziekteverzuim onder mensen met een arbeidshandicap. Het ziekteverzuim is in Nederland gedaald van 7 procent in 1990 naar 4,2 procent in 2010. Maar bij werknemers die thuis- of telewerken, ligt het verzuim zelfs een half procent lager dan bij hun collega’s die dat niet doen. In dezelfde periode nam het aandeel thuis- en telewerkers onder alle werknemers toe van 12 tot 15 procent.

 

En dan nog dit!

Wie de vaste werkplek (thuis of bij het bedrijf) nog aangenamer wil maken? Dat kán. Met heel natuurlijke middelen. Nee, niet met geurkaarsen of vernevelingspuitbussen. Er is een plant die een zeer goede luchtzuiveraar blijkt te zijn en aldus een positieve invloed heeft op de luchtvochtigheid in het interieur. Onderzoekers hebben in opdracht van het Bloemenbureau vastgesteld dat deze plant, de Livistona, hoog scoort bij beeldschermwerkers. Stress, hoofdpijn en branderige ogen… het verdwijnt, als u dit gezonde gewas vanzelfsprekend maar genoeg water geeft.

 

[ Toegenomen werkdruk slecht voor gezondheid ]

 

[ Maar…Thuiswerken en telewerken blijkt oplossing bij verlagen van stress ]

Met een veilig  gevoel op reis

Door de medische begeleiding van HartbrugReizen kunnen ook hartpatiënten zorgeloos op vakantie. Maar daarnaast zijn de reizen ook gewoon heerlijk ontspannen en – horen wij regelmatig – vooral ook zeer gezellig. Voor volgend jaar staan er weer tien mooie en interessante bestemmingen op de planning.

Jarenlang maakten Ilona en Frans Strik groepsreizen met vrienden, die net als zij veel van kunst houden. Dit jaar boekten ze voor het eerst een HartbrugReis, naar de kunststad Dresden. ‘Niet omdat er hartproblemen zijn, maar omdat bij mijn man een been is geamputeerd’, vertelt Ilona Strik op onze site www.hartbrugreizen.nl. ‘Daardoor lag het tempo bij andere groepsreizen te hoog en waren wij altijd de hekkensluiters.’ Zonde, want zo misten ze vaak de uitleg van de gids. De Hartbrugreis beviel dan ook prima. ‘Het was heerlijk relaxed en goed verzorgd. We hadden een goed hotel op loopafstand van alle bijzonderheden, een chauffeur en twee medische begeleiders, die constant klaarstonden om iedereen te helpen.’

Het echtpaar is zeker van plan vaker Hartbrugreizen te boeken. En ze zijn niet de enigen die er zo over denken. ‘Hadden we dit maar eerder geweten’, is een reactie die wij vaak terughoren van deelnemers aan HartbrugReizen. Van de bezorgdheid die met name hartpatiënten voorafgaand aan zo’n reis voelen, blijft tijdens de vakantie meestal weinig over. Zo vertelt een echtpaar na een achtdaagse reis naar Praag: ‘De aanwezigheid van Piet en Toos gaf ons zo’n veilig gevoel dat wij onze zorgen over onze gezondheid konden vergeten. Daardoor konden we volop genieten van een ontspannen vakantie.’

Barrière

Juist die medische begeleiding trekt veel hartpatiënten over de streep om toch op reis te gaan. Vaak gaat daar een heel proces aan vooraf. Na een hartaanval of jaren van hartklachten is de barrière vaak groot om de koffers te pakken en de ‘veilige’ thuishaven te verlaten. De angst om plotseling geconfronteerd te worden met hartklachten boezemt veel hartpatiënten – en hun familie – angst in.

Toch is het leven tijdens zo’n reis niet onveiliger dan thuis. Bij HartbrugReizen is altijd een goede medische begeleiding gegarandeerd, tijdens de reis en het verblijf. Geen touringcar vertrekt zonder twee gespecialiseerde medische begeleiders. Zij hebben altijd een uitgebreide medische uitrusting, inclusief defibrillator, bij zich, zodat ze indien nodig overal eerste hulp kunnen uitvoeren. Ook houden we er rekening mee dat er ziekenhuizen in de buurt gelegen zijn.

Geen moeite teveel

Niet alleen de medische begeleiding is van belang voor het slagen van een reis; een goede reisbegeleiding is minstens zo belangrijk. Ook daar zijn deelnemers aan HartbrugReizen gelukkig dik tevreden over, zo blijkt uit veel reacties die wij krijgen. ‘Het was allemaal voortreffelijk georganiseerd’, vertelt een deelnemer aan een reis naar Engeland op onze site.

‘Het hotel was zeer comfortabel, de uitstapjes de moeite waard en de sfeer in de bus heel ontspannen. Dat laatste was in de eerste plaats te danken aan de chauffeur en reisleider, Wim Godding, voor wie geen moeite teveel was om het zijn groep naar de zin te maken.’ Tot nu toe is de sfeer tijdens de Hartbrugreizen altijd prima geweest. Vaak wordt al vlak na het vertrek van de bus de basis gelegd voor gezellige contacten en soms zelfs mooie vriendschappen.

Nieuwe reizen

HartbrugReizen probeert elk jaar weer met een groot en divers reisaanbod te komen, met voor ieder wat wils.  Ook voor volgend jaar staan er weer interessante en mooie reizen op de planning. Een tipje van de sluier: het aanbod bevat onder meer de Mediterrane bestemmingen Frankrijk, Italië en Spanje. Wie liever wat minder warme oorden bezoekt, kan kiezen uit mooie reizen naar Duitsland, Oostenrijk, Polen, België en Duitsland.

Jaap Laning geniet met volle teugen van het leven

 

Jaap Laning is de man er niet naar om bij de pakken neer te zitten of zijn hoofd te laten hangen bij tegenslag. Zijn positieve grondhouding zorgde ervoor dat hij na een hartoperatie niet hoefde te revalideren. Bovendien bleek de hartaanval een keerpunt in zijn leven.

 

Jaap Laning leest het Hartbrug-Magazine met veel belangstelling. Ook is hij een geregeld bezoeker van onze website www.hartpatienten.nl, hoewel hij niet aan de discussies meedoet. ‘Ik maak me wel eens zorgen over de reacties op de website’, zegt Laning. ‘Mensen zitten soms zo enorm in zak en as. Soms is daar wellicht alle reden toe, maar toch niet zo vaak. Dan denk ik: is de voorlichting door bijvoorbeeld huisartsen en patiëntenorganisaties wel voldoende? Er is zeker wel eens reden om een beetje bang te zijn. Maar als je nagaat hoe alles tijdens een hartoperatie verloopt, is er geen reden meer om bang te zijn. Geven huisartsen wel genoeg informatie hierover?’

 

Laning begon zijn jarenlange loopbaan als directeur van een klein ziekenfonds in het noorden des lands, in Appingedam. Na een fusie werd hij na verloop van tijd ‘tweede man’ bij het ziekenfonds ANOZ, rayon Groningen. Daaruit ontstond weer een fusie die leidde tot de RZG, een voorloper van het huidige Menzis. Hij heeft in de loop van de jaren diverse staf- en managementfuncties vervuld.

 

‘In 1995 kreeg ik door stress een hartaanval’, vertelt Laning, dat was in januari, maar werd pas in maart ontdekt. Ach, die pijn in mijn rug en schouderbladen, voor mij was werken belangrijker. Het hoorde zo. Toen de cardioloog bij de katheterisatie in juni 1995 een hartinfarct constateerde, bleek dat dotteren onmogelijk was. Ik had vier omleidingen nodig. En dus kwam ik in Groningen op een wachtlijst terecht van maar liefst negen maanden! En iedere keer als ik in die tijd de ambulance hoorde, had ik er de pest in. Daar gaat er weer eentje voor! Uiteindelijk kreeg ik meer urgentie en ben ik in oktober 1995 geopereerd en kreeg ik maar liefst zes omleidingen.’

 

‘De operatie was twee keer uitgesteld en dat was wel even beangstigend’, zei Laning. ‘Sinds de operatie heb ik me magnifiek gevoeld. Toen begon het nieuwe leven. We hebben ervan genoten, mijn vrouw en ik.’

 

‘Ik kon weer 100 procent werken. Maar al gauw ontdekte ik: er is meer dan alleen maar werken. Tot dan toe was werken een van de belangrijkste dingen van mijn leven. Het hartinfarct was een keerpunt, ik keek anders tegen het leven aan. Ik ging meer genieten!’

 

Daarvoor kreeg Laning in 1998 nog meer kans, want toen ging hij met de VUT. ‘Niet iedereen was daar blij mee. Maar ik zei: Ik heb lang genoeg gewerkt. Vanaf dat moment heb ik met volle teugen genoten van het leven en de vrijheid.’

 

In 2001 speelde het hart weer op. ‘Toen werd ik gedotterd. Er zijn daarbij twee stents geplaatst. Dat verliep goed. En dus ging ik vrolijk verder. In 2004 verhuisden we van Groningen naar Apeldoorn. Daar wonen we dichter bij onze kinderen in Apeldoorn en Den Haag.’

 

‘Twee jaar geleden ben ik weer in de molen terecht gekomen. Maar ik kreeg het advies me niet meer te laten opereren aan mijn hart. Het risico was te groot. Wat was er aan de hand? De zesde omleiding bleek defect. Ik sprak erover met de cardioloog en ook een andere cardioloog die de katheterisatie uitvoerde dacht er zo over.  Men vond dat de bijkomende risico’s onverantwoord waren. Weliswaar was de kans dat de operatie lukte groot, maar de kans op complicaties tijdens die operatie bedroeg 70 procent. Ik zou een herseninfarct kunnen krijgen. Dan kwam ik met een goed geopereerd hart in een verpleegtehuis terecht, als verzorgingsbehoeftige. Dat wilde ik niet.’

 

‘Door aangepast medicijngebruik kan ik nog goed verder. Wel merk ik dat ik niet alles meer kan. Maar dat hoeft ook niet. Er is immers nog veel wat ik wél kan en daar genieten we van!’

 

‘We zitten beslist niet in de put. Mijn vrouw heeft al jaren reuma, en dat gaat ook op en neer. Desondanks hebben we nog enkele grote reizen gemaakt. Nogmaals, we genieten, we fietsen veel in de omgeving, er is zo enorm veel dat mooi is!’

 

‘Mijn cardioloog vertelde me ooit: Meestal moeten mensen na een hartoperatie in de revalidatie. Dat heb ik niet gehad. Ik maakte me om de operatie niet druk. En precies die instelling heeft ervoor gezorgd dat ik geen revalidatie nodig had! Ik had niks tussen de oren zitten….’

 

‘Ja, ik zou wel kunnen gaan piekeren. Een hartoperatie is niet meer zinvol. Dat is wel spijtig. Maar als het risico op een herseninfarct zo groot is dat je invalide wordt, dan moet je ervan maken wat ervan te maken valt!’

 

Jaap Laning houdt zelf op internet een blog bij, www.jaapzegt.wordpress.com. Voor de mensen die niet weten wat dat is, een soort dagboek vol notities, maar dan via de computer en op internet, zodat anderen dat ook kunnen lezen. En het blog van Jaap Laning wordt door meer dan honderd mensen gevolgd. In een van zijn blogs prees hij het Hartbrug-Magazine aan als een goede bron van informatie voor hartpatiënten. Hij leest het blad met veel interesse. ‘Toen ik dat jubileumnummer las met de oude foto’s van de hartbruggen naar Houston in Amerika, toen dacht ik: ja, dat weet ik nog! Ik herinner me nog dat de vliegtuigen terugkwamen met mensen die in Amerika geopereerd waren. Ze kregen het toen ook al vergoed door de verzekering. Vóór mijn tijd lag dat anders, heb ik gehoord. Toen keerde de verzekering regelmatig niet uit. Eigenlijk is dat een schandalige zaak geweest! De specialisten toentertijd waren niet allemaal enthousiast over de operaties in Amerika en Engeland.’

 

‘Het Hartbrug-Magazine lees ik met veel plezier. Ik heb eens gevraagd of ik eruit mocht citeren voor op mijn blog. Dat werd goed gevonden. Dat doe ik dus ook en graag. Elke week stuur ik een mailtje rond naar meer dan honderd mensen met de aankondiging van mijn nieuwste blog. Daarnaast zit ik op twitter en op facebook. Dus je zou kunnen zeggen: internet is een soort hobby van mij!’

 

‘Ook op maatschappelijk en kerkelijk terrein ben ik actief geweest, ondanks de beperkingen. Daar ben ik nu grotendeels mee gestopt. Er is nu meer tijd voor de vele mooie dingen die het leven geeft.’

 

Jaap Laning

door: Henri Haenen, fotografie aangeleverd door Dhr. Laning

Fitte mensen hebben minder kans op overlijden

 

Achtduizend zitdoden per jaar. Dat schrikbarende aantal moet omlaag, vindt hoogleraar fysiologie Maria Hopman. En dat kan maar op één manier: meer bewegen.

In Nederland overlijden jaarlijks ruim achtduizend mensen aan de gevolgen van inactiviteit, ofwel: aan te weinig bewegen. ‘Zitdoden’, noemt Maria Hopman, hoogleraar Integratieve Fysiologie aan het Universitair Medisch Centrum St Radboud, deze onfortuinlijke mensen. De afgelopen twintig jaar deed Hopman onderzoek naar de relatie tussen inactiviteit en chronische ziekten, met in het bijzonder hart- en vaatziekten. Tijdens de Nacht van de Gezondheid op 7 juni jl, georganiseerd door gezondheidsblad GezondNu, deelde ze haar bevindingen.

 

Om te beginnen: voldoende bewegen verkleint de kans op hart- en vaatziekten. ‘Het aantal patiënten met hart- en vaatziekten daalt niet, ondanks betere medicatie en meer kennis en voorlichting. Een belangrijke oorzaak daarvan is dat wij massaal te weinig bewegen. Meer dan dertig chronische ziektes zijn te relateren aan een te grote inactiviteit.’

Een belangrijk gevolg van te weinig bewegen is dat mensen te dik worden. ‘Vooral een dikke buik vormt een groot risico. Er is een direct verband tussen de buikomvang en chronische ziektes. Dat komt doordat vetcellen heel actief zijn en allerlei stofjes produceren. Zoals cytokines – stofjes die ons immuunsysteem reguleren – en hormonen. Deze stofjes spelen ook een rol bij het ontstaan van suikerziekte .

 

Toch is overgewicht niet het meest bepalend: onvoldoende fitheid vormt een nog groter risico voor hart en vaten. ‘In Amerikaans onderzoek, de Cooper Clinic, is een groep mensen jarenlang gevolgd. Daaruit blijkt dat niet fitte, slanke mensen meer ziek zijn en eerder sterven dan fitte mensen met overgewicht.’

 

Bewegen, bewegen, bewegen, is het adagium. Volwassenen een half uur per dag, kinderen een uur. ‘Meer dan de helft van de Nederlanders haalt dat niet. Als je alle voordelen van lichaamsbeweging in een pilletje zou stoppen, was dit waarschijnlijk het beste medicijn ter wereld.’  Volgens Hopman hoef je echt niet in een strak pakje naar een fitnessclub. ‘Juist de activiteiten in het dagelijkse leven zijn belangrijk. Neem bijvoorbeeld de trap in plaats van een lift. Traplopen is heel goed voor je gezondheid, want het prikkelt het hart en de longen en is goed voor de spierkracht. Reis je met een bus, stap dan een halte eerder uit. En plan op het werk afspraken met collega’s bij hen in, in plaats van in het eigen kantoor.’