Scheveningen: tussen vissersdorp en metropool

 

Scheveningen is veel meer dan het Kurhaus en De Pier. Wie de Scheveningers zelf volgt, krijgt zeker nog iets mee van het oude dorpsgevoel. Dat Scheveningen en Den Haag een symbiotische tweeling zijn, maakt Scheveningen extra aantrekkelijk. Binnen een half uur bent u van het Scheveningse strand in de Haagse binnenstad. De minder bekende plekjes van Scheveningen en Den Haag zijn uiteindelijk het meest verrassend. HartbrugReizen wijst ze u graag.

 

Scheveningen

In de Keizerstraat en achterliggende straatjes zoals de Zeilstraat waant u zich direct in het oude vissersdorp Scheveningen. De Antonius Abtkerk op de nabije Scheveningseweg moet u zeker ook gaan zien. Het mozaïek in de apsis met zijn 2.000.000 steentjes verbeeldt de cholera-epidemie van 1848. Ronduit adembenemend. Heeft u na al dat struinen trek? Het Hofje van Noman is fijn voor koffie met gebak, het sfeervolle eetcafé De Maatschappij heerlijk voor grotere – of gezondere – happen.

 

Alleen mogelijk op de Scheveningse boulevard: in het zeeaquarium Sealife ziet u de zee – en flinke haaien – van onderaf en vanuit het nieuwe reuzenrad op De Pier aanschouwt u het water van bovenaf – net als de zeemeeuwen.

 

Niet ver van de drukke boulevard is het museum Beelden aan Zee een oase van rust. Het museum is uniek in Nederland, omdat het zich uitsluitend met beeldhouwkunst bezighoudt.

 

Het Zuiderstrand heet in de Haagse volksmond het Stille Strand, omdat het er rustiger is dan rond De Pier. Locals gaan na een strandwandeling steevast naar De Waterreus, de strandtent met het beste eten. Aan het einde van de nabije jachthaven ligt nog Catch by Simonis, een trendy visrestaurant met terras en puike wijnkaart.

 

Natuurlijk is Scheveningen ook een ideale uitvalsbasis voor fietstochten. Vanaf het Noorderstrand gaat u door de duinen naar Wassenaar, Katwijk en Noordwijk. Nabij het Zuiderstrand kunt u starten voor een fietstocht richting Hoek van Holland. In de vroege ochtend of bij het vallen van de schemering laten vossen en herten zich regelmatig zien. Probeer zeker de groen-gele Haagsche Stadsfiets! Ideaal voor een rondje oh oh Den Haag, mooie stad achter de duinen!

 

‘s Avonds nog zin in vertier? Elke tweede vrijdag van de maand vindt in Muzee Scheveningen een optreden plaats in de zeer populaire serie Friday Night Jazz. Het Zuiderstrandtheater is ook noemenswaardig. Waar elders vindt u een theater naast het strand? Bij La Cantina is het leuk eten voorafgaand aan een voorstelling.

 

Den Haag

Het chique Statenkwartier ligt bij Scheveningen om de hoek. Dé trekker in deze prachtige wijk vol historische panden is het Gemeentemuseum dat qua architectuur en kunstcollectie écht een topper is. Vanaf dit museum wandelt u zo naar de Frederik Hendriklaan, bijgenaamd ‘Fred’. Het is hier ‘Haegsch’ winkelen, op stand dus. De bekende Haagse boekwinkel Paagman zit er, met daarbinnen een leuk café.

 

Emma’s Hof is een schitterende stadstuin in het Haagse Regentessekwartier, die wordt beheerd door de omwonenden. De scherpe observeerder herkent inspiratie van kunstenaar Gaudí te midden van de magische rust. Als u er nog weg te krijgen bent, is het heerlijk koffie drinken bij Café Emma op het Regentesseplein.

 

Bent u gek op katten, dan is het nieuwe Kattencafé Ditjes en Katjes in het Zeeheldenkwartier helemaal voor u. De zes katten zijn gewend aan vreemd volk op de thee en kruipen zo op schoot.

 

De Ooievaart is dé naam voor een boottocht door Den Haag. De bootgids vertelt vol humor over Den Haag en de vele, vele bruggen. Regelmatig bukken!

 

Het is heerlijk lunchen op het grasterras van De Waterkant in het Westbroekpark. U komt er met een handbediend pontje en zit meteen midden in het Rosarium. Een roeibootje huren voor verdere romantiek kan er ook. De nabijgelegen Scheveningse Bosjes zijn fijn voor een wandeling.

 

Georganiseerde wandelingen zijn er volop, maar stadsgids Maup is écht origineel. Zijn wandeltochten hebben wisselende thema’s en zo hoort u bijvoorbeeld alles over landgoed Ockenburg of de Prinsestraat.

 

Den Haag en Nederlands koloniale verleden in Indië zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Sinds de Indonesische onafhankelijkheid heet de residentiestad niets voor niets de ‘Weduwe van Indië’. Eén voordeel: nergens kun je beter Indisch eten dan hier. Een uitstekend en betaalbaar adres is De Indo, nabij het Scheveningse Circustheater. Nederlandse Indiërs 2.0 runnen de tent, maar oma is de baas in de keuken. Gegarandeerd traditionele gerechten!

Wie is die nieuwe schrijfster?

 

Reisjournaliste Mariëtte van Beek (54) levert sinds kort bijdragen aan ons tijdschrift HartbrugReizen. Dat kwam niet zomaar. Twee dingen lopen als een rode draad door Mariëttes leven: reizen en schrijven. Als kind was ze dol op de logeerpartijen bij haar tante in Zuid-Holland. Samen maakten ze uitstapjes naar Artis of de Braassemermeer. Als ze thuis bleven, tikte
Mariëtte het liefst stukjes op haar tante’s zware typemachine. Bij de latere studie- en beroepskeuze ging ze voor de grote, onbekende wereld. Ze studeerde Arabisch, woonde voor onderzoek in Marrakech en reisde als projectmanager in het ontwikkelingswerk naar Azië en Afrika. In 2008 koos ze voor een carrière als freelance reisjournaliste. Sindsdien schrijft ze boeken en artikelen over reizen en andere culturen. Begin 2016 vertrok ze uit Nederland en leeft sindsdien uit haar koffer. Haar specialisatie was en blijft het Midden-Oosten en Noord-Afrika, maar over Dublin, Málaga, Maleisië en de Azoren schreef ze net zo goed. Wat is het mooiste aan haar vak? ‘Ontmoetingen met de lokale bevolking. Mensen delen opvallend snel vreugdes en verdriet. Hun verhalen kunnen trouwens ook over de gezondheid gaan.’ Met gezondheidskwesties heeft Mariëtte extra affiniteit, omdat ze lang bijbanen in de zorgsector had. Maar schrijven voor Hartpatiënten Nederland spreekt haar om meer redenen aan. Haar vader was ook hartpatiënt. ‘Hij is héél oud geworden, maar ik weet welke zorgen er zoal spelen bij hart- en vaatziektes. Verder geldt voor hartpatiënten, net als voor iedereen: pluk de dag! Genieten van het leven. Daar draag ik met mijn schrijfsels graag aan bij.’

Hartpatiënt en zwanger: in gesprek met een verloskundige

 

Judith Govers is sinds 1995 verloskundige en werkzaam in haar eigen, gelijknamige verloskundige praktijk. Zij vertelt over de aanloop naar een bevalling toe, als hartpatiënt zijnde.

 

 

In hoeverre krijgt u, in uw praktijk, te maken met hartpatiënten?

‘Een hartpatiënt slaat de verloskundige praktijk over indien bekend is dat de behandelde cardioloog haar onder supervisie van een gynaecoloog wilt. Wanneer hiervan geen sprake is, volgt een intakegesprek bij ons waarbij de gezondheidssituatie wordt doorlopen. Op basis daarvan kan ik, waar nodig, iemand doorsturen.’

 

Worden er extra maatregelen genomen bij zwangere hartpatiënten?

‘Iedere zwangere krijgt de in de volksmond zogeheten 20-weken echo. De officiële benaming is ‘Structureel Echoscopisch Onderzoek’ (SEO). Wanneer het vermoeden voor (hart)afwijking bestaat – dan wel een verhoogd risico daarop -, en/of wordt geconstateerd, volgt een ‘Geavanceerd Ultrageluid Onderzoek’ (GUO). Een GUO is uitgebreider dan een SEO en wordt uitgevoerd door een gynaecoloog of een daartoe bevoegd echoscopist.’

 

En verder?

‘In Nederland heeft iedere zwangere na haar bevalling recht op kraamzorg. Voor de bevalling wordt met de verloskundige praktijk een aantal uur overeengekomen. Op basis van ‘Het Landelijke Indicatieprotocol Kraamzorg’ (LIP), kan op medische gronden de verloskundige tot een herindicatie van het aantal vastgestelde kraamzorguren komen. Na de bevalling maakt de verloskundige een herberekening en houdt daarbij rekening met de vergoeding vanuit de zorgverzekering.’

 

Angst (dan wel gezonde spanning) voor een bevalling is vanzelfsprekend. Bij hartpatiënten kan dit verhoogd zijn. Hoe gaat u, als verloskundige, daarmee om?

‘Bij hartpatiënten bekijk ik eerst om wat voor soort angst het gaat; is er sprake van angst in verband met de gesteldheid van de baby of is de toekomstige moeder bang voor de bevalling in verband met haar hartaandoening? Het is normaal om bang te zijn voor de mogelijke consequenties en rond te lopen met vragen als ‘Kan ik (en daarmee mijn hart) een natuurlijke bevalling wel aan?’. Ik probeer er alles aan te doen om de angst te verminderen en de bevalling rustig en met vertrouwen tegemoet te gaan. Indien nodig kijken wij naar de mogelijkheden binnen de psychische hulpverlening. In samenspraak met de zwangere, de cardioloog en de gynaecoloog, doen wij gezamenlijk ons uiterste best om alles naar behoren te laten verlopen.’

 

Concluderend; is het voorbereidende traject op de bevalling over het algemeen bij hartpatiënten anders in vergelijking met niet-hartpatiënten?

‘Indien een hartpatiënt onder controle bij mij is en niet doorverwezen wordt naar de gynaecoloog, wijk ik in principe niet af van het standaardtraject (de eerdergenoemde GUO staat hier los van). Echter, in mijn praktijk pas ik de zorg altijd aan, aan de behoeften van de zwangere vrouw. Als zij als hartpatiënt de behoefte heeft om vaker gezien te worden vanwege haar eigen gemoedstoestand, dan draag ik daar zorg voor. Als verloskundige vind ik het belangrijk om op mijn cliënten te anticiperen.’

 

Genieten aan de Engelse Zuidkust!

 

Afgelopen juli was onze reis naar Brighton. We vertrokken met een volle bus richting Calais voor de overtocht naar Dover. Ondanks dat de eerste dag door vertragingen lang en vermoeiend was, bleef iedereen erg positief. Er waren veel mensen bij die voor de eerste keer met ons mee op reis gingen, maar al snel bleek dat het een gezellige groep was, die het goed kon vinden met elkaar. Altijd mooi om te zien dat mensen op een leuke en makkelijke manier contact leggen, en dat er zelfs nieuwe vriendschappen ontstaan!

 

De reizigers vonden het prettig dat er, zoals meestal bij onze reizen, een goede balans was tussen georganiseerde excursies en eigen tijd. Hierdoor was er bijvoorbeeld voldoende gelegenheid om de badplaats Brighton te verkennen. Tijdens de excursies genoot iedereen van veel natuurschoon, zoals de Seven Sisters en Beachy Head. Uiteraard stonden er ook enkele tuinbezoeken op het programma, zoals Marle Place en het bekende Sissinghurst Castle. Er was weer veel moois te zien aan de prachtige Zuidkust van Engeland! Ook een bezoek aan de middeleeuwse stad Canterbury was meer dan de moeite waard. Maar ook onderweg was het genieten!

 

Eigenlijk waren alle factoren goed tijdens deze reis; het hotel, het eten (elke avond een zeer uitgebreid en goed dinerbuffet!), de omgeving, de excursies, het leuke reisgezelschap, maar ook het weer. Wie zegt dat het meestal slecht weer is in Engeland?! Wij hebben de hele week prachtig weer gehad! Het was dagelijks tussen de 25 en de 30°C, en de zon scheen volop.

 

Dat iedereen genoten heeft van deze reis bleek zowel tijdens als na de reis. Via onze evaluatieformulieren werden veel opmerkingen teruggekoppeld. Zo schrijft een van de reizigers: ‘Het was een gezellige groep, en we hadden allemaal een veilig gevoel’. Ook zegt iemand anders enthousiast: ‘Elke reis opnieuw is er een leuke en hartelijke sfeer, zo leuk. Iedereen gaat met iedereen om, ik krijg er steeds meer vrienden en vriendinnen bij!’. Gemiddeld werd deze reis door de deelnemers beoordeeld met een dikke 8.

 

Dat de reizigers genoten hebben, blijkt ook uit de vele mooie foto’s die Daniëlle Brouns maakte tijdens deze trip. Het plezier, succes en genot straalt er vanaf! Eindconclusie: voor herhaling vatbaar. Voor meer foto’s: zie
www.facebook.com/HARTvrienden/

 

‘Eenvoud is het kenmerk van het Ware’

 

Stelt u zich eens voor; in een tijdsbestek van zes jaar krijgt u een hartinfarct, raakt u uw partner en oudste zoon kwijt aan een hartstilstand en tot slot de jongste aan een hersenbloeding. Plots staat u er alleen voor. Klinkt dit als een filmscript voor een zwaar drama? Helaas is dit het waargebeurde verhaal van Jan Leuering (80). Maar ondanks alles duldt hij geen medelijden en is positiviteit de leidraad in zijn leven. Hier volgt zijn verhaal.

 

Jan Leuering

 

Jan wordt in 1936 geboren in Leiden, als zoon van een eenvoudig, maar tevreden gezin. Hij werkt 45 jaar, eerst als metaalbewerker en later als gediplomeerd beveiliger. De Leidenaar trouwt en krijgt samen met zijn vrouw twee zonen. Jan is een tevreden man, maar dan neemt zijn leven een andere wending.

 

‘Maar ik ben er nog’

Het is 1997 en Jan is in zijn volkstuin de heg aan het snoeien: ‘Op mijn volkstuin heb ik ruim 1,5 jaar voor mijn eerste hartinfarct een tuinhuis gebouwd, maar na het hartinfarct heb ik daarvan afstand gedaan. Ik ben nooit meer naar mijn volkstuin teruggegaan.’ Zeven jaar gaat het goed, maar dan volgt een tweede hartinfarct, een derde en nog één. Inmiddels is Jan maar liefst veertien hartinfarcten en vele stents verder. In maart is hij voor het laatst onder het mes gegaan vanwege een openhartoperatie: ‘Deze openhartoperatie was nodig in verband met het vervangen van een stent om een grote verstopping te voorkomen.’

 

Jans hartinfarcten zijn enigszins schrikbarend, vooral voor buitenstaanders, maar hij relativeert het en leert ermee leven: ‘Hartproblemen zitten van mijn vaders kant in de familie, het is iets erfelijks. Dat heb ik geaccepteerd. Toen ik na mijn openhartoperatie een tijdlang in een zorghotel verbleef en met mijn eigen ogen het ‘leed’ van anderen aanschouwde, zoals medemensen zonder ledematen of dementerenden, dacht ik: maar ik ben er nog!’

 

En Jan is er zeker nog. Wanneer hij bij toeval in de wachtkamer van het ziekenhuis een oproep van ‘Hartvrienden’ ziet liggen over de ‘HartbrugReizen’ van Hartpatiënten Nederland, twijfelt hij geen seconde. Bij thuiskomst wordt hij donateur en geeft zich op voor een reis. Inmiddels heeft hij er drie reizen op zitten: ‘De (voor mij) vierde reis in het voorjaar heb ik helaas moeten afzeggen vanwege mijn openhartoperatie, maar in de tussentijd heb ik mijzelf aangemeld voor een nieuwe reis. Ik hoop nog veel reizen mee te maken. Deze reizen laten mij mijn stress vergeten en ik hoop (nog meer) positieve energie te ontvangen in mijn leven.’

 

Menselijk contact

Maar nog meer dan de reizen zelf, staat het contact met lotgenoten en zogeheten ‘Hartvrienden’ centraal. En dat is ook kenmerkend voor Jans alledaagse leven: ‘Ik wil van mijn dagen iets maken.’ Zijn dagen ‘maakt’ Jan waar mogelijk met zijn medemensen, want zoals hij eerder al liet blijken, is hij graag onder de mensen: ‘Af en toe drink ik koffie met bevriende buren, daarnaast heb ik wekelijks een kaartclub en twee keer per jaar ga ik een weekje vissen met een weduwnaar.’

 

Maar daar blijft het niet bij. Wanneer anderen niet kunnen, stroopt hij zelf de mouwen op en gaat eropuit: ‘Van jongs af aan ben ik een lolbroek, maar vanzelfsprekend ben ik niet altijd even vrolijk. Bijvoorbeeld als het regent. Maar in plaats van te klagen, zet ik juist dan door. Ik ga niet in een hoekje zitten en klagen, maar doe wat ik wel kan. Waarom? Omdat het belangrijk is om afleiding te zoeken en dat bereik ik door dingen te ondernemen. De grootte van de activiteit doet er niet toe.’

 

Hij vervolgt: ‘Dus zolang ik mijn eigen eitje kan bakken, doe ik dat. Nog een voorbeeld; ik houd erg van wandelen. Na mijn revalidatie deed ik dat met een rollator, vervolgens met een wandelstok en nu kan ik zonder stok wandelen. Behalve als ik lange afstanden moet afleggen, dan neem ik voor alle zekerheid mijn wandelstok mee. Het komt erop neer dat om uit het dal te komen, een mens blij moet zijn met hetgeen wat hij/zij heeft. Ik ben tevreden. Mijn levensspreuk is dan ook ‘Eenvoud is het kenmerk van het Ware’.

 

Levenswilskracht

Dat Jan niet bij de pakken gaat neerzitten, is bekend. Zijn tachtigste verjaardag die recent plaatsvond, wilde Jan dan ook niet onopgemerkt voorbij laten gaan: ‘Ik wilde het vieren, dus dat heb ik gedaan. In een winkel heb ik uitnodigingen laten maken en 25 stuks verstuurd. Mijn schoonzus, aan wie ik tevens een grote steun heb, heeft mij enorm geholpen met de voorbereidingen voor het feest. Maar ook in het dagelijks leven staat zij voor mij klaar. Andersom trouwens ook.’

 

Op de vraag waar zijn wilskracht voor het leven vandaan komt, heeft Jan geen kant en klaar antwoord. Wel kan hij met zekerheid zeggen dat hij altijd is blijven geloven in de dag van morgen.

Ook al plant hij zijn toekomst niet en bekijkt hij het leven van dag tot dag, het onder de mensen zijn geeft hem energie die hij op zijn beurt weer omzet in kracht en hoop.

 

Kracht en hoop haalt hij tevens uit bijzondere gebeurtenissen. Tijdens een van de visvakanties landde een vlinder op zijn hengel en niet zomaar één: ‘Sinds mijn vrouw is overleden, achtervolgt mij van tijd tot tijd een vlinder. Ik ben ervan overtuigd dat mijn vrouw mij via deze weg laat weten dat zij er nog is. In mijn woonkamer heb ik een vlinder van plastic aan de muur; ik kijk daar graag naar. Elke avond brand ik kaarsen voor mijn dierbaren. Daarnaast heb ik hun intialen op mijn arm getatoeëerd. Zij zijn altijd bij mij.’

 

Nice

Sinds 1880 is 14 juli een nationale feestdag in Frankrijk: ‘Quatorze Juillet’. Op deze dag wordt de bestorming van de Bastille-gevangenis in Parijs gevierd. Vaak wordt deze dag in grote steden, zoals Nice, afgesloten met een groots vuurwerk. Ik heb dit van eind jaren negentig tot het overlijden van mijn vrouw, ruim drie jaar geleden, jaarlijks tijdens onze vakanties aan de Côte d’Azur mogen meemaken. Na haar heengaan dacht ik telkens, terwijl ik de feestelijke beelden van alle festiviteiten in Frankrijk op televisie zag, met weemoed terug aan onze mooie dagen: ‘Quartorze Juillet’.

Tot afgelopen 14 juli toen ik plots de meest vreselijke beelden zag; het voelde alsof ik erbij stond. Ik ken bij wijze van spreken elke meter, elke zijstraat en elk gebouw van de Promenade des Anglais waar een gruweldaad plaatsvond. Op één vreselijke uitzondering na, heb ik heb alleen maar goede herinneringen aan Nice. Sterker nog; het trekt mij steeds weer aan. Het voelt als een thuis. Een paar weken na de vreselijke aanslag kon ik er gelukkig even naartoe. Ik was diep onder de indruk.

Op de promenade tref je tegenwoordig op enkele plaatsen nabij het ‘Negresco’ hotel alleszeggende kleine ‘altaartjes’ aan. Terwijl je die ziet, bekruipt je een bepaald gevoel. Een stukje verder, nabij Jardin Albert I, is op het trottoir aan de zeekant een groot ‘altaar’ ontstaan. Je hoeft er niet lang naar te kijken en je beseft en voelt wat voor een onmetelijke pijn hier heerst. Talloze knuffels, bloemen en kaarsen, maar ook bidprentjes, woorden van onbegrip en dankwoorden én woorden van liefde, woorden van hoop. Je kunt het niet bevatten. Als je de promenade oversteekt, loop je het park in en nadert een soort kiosk. Hier is het grote ‘altaar’ dat tijdelijk dienst doet als gedenkteken. Je treft hier een veelvoud van hetgeen ik net omschreef aan. En ook hier nergens een woord van haat: geschreven uitingen van onmacht, maar vol liefde. Maar je ziet en voelt de niet te verwoorden pijn overal.

In mijzelf vraag mij af hoe lang het zal duren voordat Nice deze ramp te boven komt. Er lopen nu nog  militairen met mitrailleurs in de aanslag, bewoners zijn bang. Je ziet aangeslagen mensen en getekende gezichten. Je merkt dat het opvallend rustig is overal. Het is heel merkwaardig. Ruim een maand na de aanslag is Nice, Nice niet meer.

Maar ik hoop en ik weet dat het weer goed gaat komen met Nice. Ik wens allen heel veel sterkte, moed en succes en liefde. Ik blijf er in ieder geval vol vertrouwen heengaan en hoop dat u ook volgend jaar weer met ons meegaat naar de, althans voor mij, mooiste streek van Europa. Je suis Nice!

Column door: Jan van Overveld

Cognitieve dissonantie

Kent u dat begrip, cognitieve dissonantie? Dat betekent dat mensen alleen dat willen weten wat ze willen weten. Klinkt een beetje vreemd, maar is het niet: wat ik niet wil weten, kom ik ook niet aan de weet. Ik kijk weg, lees iets niet, kijk niet naar een bepaald programma, kortom: ik wil alleen weten wat mijn beeld van mensen, mezelf en de wereld bevestigt, en dat tot in het oneindige.

Cognitieve dissonantie is daarmee een kwaal waaraan deze wereld te gronde lijkt te gaan. Groepen mensen kruipen via Facebook als het ware bij elkaar en roepen dezelfde dingen, waarbij ze elkaar proberen te overbieden, te overtroeven wie nu het hardst de waarheid zegt. De eigen waarheid wel te verstaan. Wat de anderen zeggen is gelogen of op zijn minst flauwekul en naïef. Kritiek is per definitie taboe.

Vroeger werd gedacht dat mensen het beste zo weinig mogelijk informatie kunnen krijgen. Dat is beter, dan bemoeien ze zich niet overal mee, en kan de machthebber ongestoord zijn gang gaan. Mensen die de wereld wilden veranderen dachten toen, dat als iedereen alles zou weten wat er gebeurde, deze kennis vanzelf zou leiden tot het verbeteren van de samenleving.

Helaas. Men rekende buiten de waard, in deze de typische eigenschappen van mensen om zich af te sluiten voor feiten en meningen die niet passen bij hun huidige leven, instelling, status quo. En zo lijkt de wereld intussen op de Bijbelse Toren van Babylon uit het Oude Testament, waarvan de bouw mislukte omdat de bouwers elkaar niet verstonden, niet naar elkaar luisterden, en iedereen alles beter dacht te weten.

Er zijn als gevolg van dit euvel natuurlijk ook belangengroepen ontstaan die willens en wetens steeds weer dezelfde misleidende informatie de wereld in sturen. Zo zal de farmaceutische industrie nooit zeggen: ach weet je, heel veel onderzoek wordt met staatsgeld door universiteiten gedaan. Een belangrijk deel van dat onderzoek hebben we helemaal niet zelf gedaan…

Neuh, in plaats daarvan zegt de industrie dat de ontwikkeling van nieuwe medicijnen erg veel research behoeft, dus peperduur is, en wordt doorberekend in de nieuwe gepatenteerde pil. En helaas, ook daar speelt die cognitieve dissonantie weer mee, artsen en patiënten laten zich misleiden.

Als je iets steeds weer herhaalt en steeds opnieuw zegt, ook al is het niet of maar half waar, en deze uitspraak wordt door steeds meer mensen (ook artsen!) herhaald, dan ís het zo. Waar is wat gezegd wordt. Ook al is het niet waar, feitelijk.

Voor Hartpatiënten Nederland is het daarom zaak de waarheid zoals die is boven water te krijgen. Dat is niet altijd eenvoudig, al was het maar omdat wat iedereen steeds weer herhaalt, daarom nog niet waar hoeft te zijn.

Column door: Henri Haenen

Holte

Bij jezuïeten denken we al snel aan eigenschappen als geleerd, sluw, en gestreng. Dat is het type van de stichter van die orde: Ignatius van Loyola. Er zijn echter wel degelijk jezuïeten met wie je kon lachen. Een van hen heeft een mooi bronzen standbeeld in zijn geboorteplaats Oisterwijk (Noord-Brabant): Adriaan Poirters, bijgenaamd de katholieke Cats. Het masker van de wereld afgetrokken is zijn bekendste werk. ‘Ieder huisje heeft zijn kruisje’ en ‘Hij heeft een aardje naar zijn vaartje’, zijn enige van de spreekwoordelijk geworden regels van Poirters.

Met wie je ook kon lachen, was pater Bernard van Meurs s.j. Hij werd in 1835 op 30 april geboren in Nijmegen en overleed exact 80 jaar later in Rotterdam. Daar was hij kapelaan, en eigenlijk is dat voor een jezuïet een wat onbeduidende carrière. Van Meurs was niettemin een van Neerlands bekendste geestelijken, wat hij vooral te danken had aan zijn literaire werk. Half Nederland kende hem van zijn bundels Kriekende kriekske, Pepermuntjes en Rijm en zang. Zijn proza is minder bekend gebleven maar staat nog steeds garant voor een gezellige avond. Het zijn niet al te lijvige verhandelingen onder titels als De luchtballon, De neus, Het niezen, De vroolijkheid en het lachen, De slaap, de droom en het slaapwandelen, en De bliksem bij de Grieken en de Romeinen. Behalve boekjes zijn dat ook allemaal lezingen waarmee je pater Van Meurs kon inhuren om een avondvullende spreekbeurt te verzorgen.

Het hart en de bloedsomloop is ook zo’n boekje-annex-spreekbeurt. Het verscheen in 1880,  twee jaar nadat Van Meurs ermee had opgetreden van Groningen tot Breda en van Zwolle tot Amsterdam. Vierentachtig pagina’s telt het, met achterin een uitklapvel met gravures van onder andere ‘Bloedlichaampjes 750 maal vergroot’, ‘Het hart uit de borstholte genomen’, en ‘De drieslippige klep in de rechter kamer’. Een avondje met pater Van Meurs was echter meer dan een anatomische les voor lekenbroeders. Van Meurs strooit gretig met dichtregels over het hart van Bilderdijk, Tollens, Shakespeare, en… Poirters. Hij gebruikte waarschijnlijk een ‘toverlantaarn’ met lichtbeelden, maar kon ook spannend vertellen over de vivisectie op een kikker. Het publiek zal gesidderd hebben bij zijn uitleg over een kloppend hart in een kikker die hersendood is.

Als ik al de stukjes die ik voor Hartbrug geschreven heb ooit nog eens bundel, dan geef ik ze als motto twee regels uit een sonnet van Van Meurs: ‘Een holle spier noemt U ons menselijk weten/ Maar wie vermag uw holte te doormeten?’

Tot kort voor zijn dood bleef hij schrijven. Luchtige gedichtjes, waarvan G. Jonckbloet in een in memoriam zei: ‘gedichtjes die uiting gaven aan het diepst gevoel van zijn tot het einde toe jeugdig en levenslustig hart.’

Column door: Ed Schilders

Lekker weg in het najaar

De tijd vliegt! Het is inmiddels alweer augustus en voor we het weten is het najaar. Het najaar is een zeer geschikte periode om nog eventjes te genieten van (hopelijk!) mooi najaarsweer. Dat kan tijdens een van onze najaarsreizen. Naast de bijna volgeboekte reizen naar Bibione (Italië) en Sauerland, organiseren we in oktober nog een 7-daagse reis naar de mooie stad Dresden. Als u hier interesse in heeft adviseer ik u om niet te lang te wachten. Voor u het weet is de reis volgeboekt!

We kijken niet alleen uit naar enkele mooie reizen in de komende maanden, maar we kijken ook terug op diverse zeer geslaagde reizen, zoals naar Toscane, het Wienerwald en Zuid-Tirol/de Dolomieten. De reizen werden beoordeeld met een gemiddelde van een 8,5 en daar zijn we trots op! Het is altijd weer fijn om te zien en te ervaren hoe mensen genieten.

Zo gingen de heer en mevrouw Timmer voor de eerste keer met ons mee op reis. Ze schrijven achteraf in een reisverslag: ‘Opvallend was de saamhorigheid onder de deelnemers, die onderweg elkaar soms letterlijk (onder)steunden.  Zeker is dat HartbrugReizen de voorwaarden heeft geschapen voor een geweldige reis, waarvan wij  nu nog nagenieten.’

Altijd weer leuk en fijn dat mensen die voor het eerst meegaan het zo positief ervaren. Daar doen we het voor!

Column door: Marly van Overveld

Eindelijk meer openheid

Soms maken zorgverleners er een potje van. En zelfs zo erg, dat ze uit hun ambt worden gezet. Dan is het natuurlijk niet de bedoeling dat ze daarna weer vrolijk aan de slag kunnen in een ander land. Sinds 18 januari 2016 komen ze daar niet meer zo gemakkelijk mee weg. Op die datum  is het waarschuwingsmechanisme in werking getreden, dat Europese lidstaten verplicht om beroepsverboden of beroepsbeperkende maatregelen aan elkaar te melden. Het gaat daarbij om artsen en tandartsen en andere geregistreerde zorgverleners.

Het doel van deze verplichting  is om meer transparantie te bieden aan patiënten, maar ook om meer openheid over tuchtrecht te geven. Patiënten en werkgevers kunnen in het BIG-register (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg is een Nederlandse, databank waarin een aantal officieel erkende gezondheidswerkers is geregistreerd) nagaan of aan een zorgverlener een maatregel is opgelegd.

Het waarschuwingsmechanisme is een initiatief van minister Edith Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zij vindt dat het goed is voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg, omdat het patiënten beschermt tegen zorgverleners die niet goed functioneren. Hartpatiënten Nederland was altijd al voorstander van meer openheid en transparantie. Tot nu toe gebeurde het regelmatig dat bijvoorbeeld in Nederland een arts werd uitgeschreven uit het BIG-register naar aanleiding van bepaalde gebeurtenissen, maar elders in Europa opnieuw zijn vak kon uitvoeren. Soms met ernstige gevolgen.

Sinds de invoering van de nieuwe waarschuwingsplicht heeft Nederland ongeveer 3.750 meldingen ontvangen van 12 van de 27 andere EU-lidstaten. In deze landen zijn 275 artsen uit hun vak gezet, 71 tandartsen en 1.379 verpleegkundigen. Van de ontvangen meldingen waren negen personen in Nederland geregistreerd, die nu dus op de ‘zwarte lijst’ staan.

Als je op de zwarte lijst staat zijn de sancties niet gering: ze kunnen variëren van beroepsverboden tot zogenoemde beperkingen. Vervolgens bepalen landen zelf wat het gevolg is van een buitenlands beroepsverbod of beperking.

Op dit moment is de gegevensuitwisseling nog ingewikkeld. Nederland kent bijvoorbeeld een systeem van tuchtrecht en strafrecht, maar in andere landen werkt dat vaak heel anders. Toch is de uitwisseling zinvol. Immers: als het ene land een zorgverlener wegens disfunctioneren verbiedt zijn vak uit te oefenen, moet het andere land hier ook van op de hoogte zijn. Anders kan het land haar burgers niet behoeden voor de risico’s die zo’n blunderende zorgverlener veroorzaakt.

Nog niet alle landen doen op dit moment meldingen. Het is natuurlijk belangrijk dat hier goed naar wordt gekeken. En ook naar wat er beter kan, hoe andere landen hun informatievoorziening organiseren en wat ze van elkaar kunnen leren.  Onlangs was er daarom een conferentie, waarop EU-vertegenwoordigers dit nieuwe waarschuwingssysteem bespraken. Minister Schippers vertelde tijdens deze bijeenkomst over de resultaten tot nu toe: ‘Dit is veelbelovend, maar nog niet voldoende. Als we elkaars diploma’s accepteren, waarom dan niet elkaars sancties en restricties?’

Maar ook al is er nog veel werk aan de winkel, ik vind het een goede ontwikkeling. Het is goed dat Europa optreedt en zorgt voor meer openheid en transparantie.

Column door: Marly van Overveld