Even naar China, in Amsterdam en Den Haag

 

De grote Chinatowns van Londen, Parijs en New York zijn beroemd, maar in eigen land kennen we ook verrassende stukjes China. De straatnaambordjes zijn er zelfs in het Nederlands én Chinees gesteld. HartbrugReizen vond de beste eettentjes, de leukste winkeltjes en boeiende culturele attracties in de Chinese wijken van Amsterdam en Den Haag.

 

Amsterdam

De reis naar het verre Azië is snel gemaakt. Vanaf het Centraal Station staat u met een paar stappen in Amsterdams Chinatown op de Zeedijk en de parallelle Geldersekade. Nieuwsgierig naar de topattractie? Dat is onbetwist de grote boeddhistische He Hua-tempel (ibps.nl) op het laatste eindje Zeedijk, nabij de Nieuwmarkt. Het is onmogelijk dit Chinese pagodegebouw met zijn dierenriemfiguren boven de gele dakpannen over het hoofd te zien. Achter de poort voeren wat traptreden omhoog naar de gebedsruimte. Er lopen boeddhistische nonnen, gemiddeld zo’n twee tot vier, naast een abdis. Ze wisselen regelmatig van tempelklooster. ‘Dat is wat het boeddhisme leert’, vertelt een van hen vriendelijk, ‘niets is permanent.’ Walmen wierook stijgen voortdurend op voor het grote boeddhabeeld Guan Yin in het midden van de ruimte. Twee stenen wachters met vervaarlijke bijlen houden aan weerszijden gezelschap. Opvallend is de smalle pagode rechts van de Boeddha waarin honderden gouden boeddhaatjes achter ruitjes zitten. Devote Chinezen hebben hier vele briefjes met hun eigennamen bevestigd. Iedereen die bidt voor de pagode doet dat automatisch voor iedereen die een papiertje achtergelaten heeft. Dat is het idee.

 

Dim sum: ‘een beetje hart’

Een andere belangrijke trekker in Amsterdam is het warenhuis Toko Dun Yong (dunyong.com) aan de Stormsteeg, tussen de Zeedijk en de Geldersekade. Alles wat een Chinees zich wenst, staat hier op meerdere verdiepingen uitgestald. Van voedingsmiddelen tot serviesgoed en meubelen tot attributen voor religieuze rituelen. U moet zeker de papieren nepgeldbundels, papieren goudstaven, papieren horloges en papieren kledingstukken bekijken. Chinezen sturen ze na de dood van hun dierbaren door verbranding aan hen op zodat ze niets tekort komen in het hiernamaals. Wuivende katten en kleine welvaartsgoden op batterijen wuiven u vooral geluk en rijkdom in het Hier en Nu toe. De verleiding is groot om een zak met gelukskoekjes te kopen. In elk koekje zit een papiertje met daarop een voorspelling of wijs gezegde verstopt.

 

Wie aan een groter hapje toe is, heeft een ruime keuze aan Chinese restaurantjes. Op de Zeedijk zijn vooral Nam Kee (namkee.net) en Hoi Tin (restauranthoitin.com) vermaard. Vergeet vooral alles wat u bij de reguliere Chinees gewend bent! Hier treft u de authentieke keuken van Kanton in eenvoudig eetzaaltjes. Hoi Tin, het oudste Chinese restaurant van Amsterdam, verkoopt daarbij ook losse zoete en hartige hapjes. Ze liggen uitgestald voor het raam. Iets buiten het eigenlijke Chinatown zijn Oriental City (oriental-city.com) op de Oudezijds Voorburgwal en het drijvende Sea Palace (seapalace.nl) aan de Oosterdokskade erg fijn voor dim sums. En hoe toepasselijk voor HartbrugReizen: dim sum betekent ‘een beetje hart’ in het Chinees! In de praktijk is het gewoon een gezellig hapje.

 

Den Haag

De Chinatown van Den Haag is eigenlijk groter dan die van Amsterdam. Twee reusachtige Chinese poorten markeren het begin en einde van de Wagenstraat, rode straatlampionnen sieren de rest ervan. De Gedempte Burgwal kruist de Wagenstraat en is ook overwegend Chinees. Een must in deze buurt is de bakkerij St. Anny Food (annyfood.nl). U kunt er zoete heerlijkheden voor 1 euro per stuk halen. Direct iets gebruiken bij een glas thee kan ook. De mierzoete cakeplakken in regenboogkleuren zijn zeker fotogeniek. Vele Chinese restaurants prijzen visschotels aan. Misschien niet verwonderlijk met Scheveningen om de hoek? Bij vishandel Duan’s Seafood Service ziet u de vissen zelfs nog in aquaria. Het grote restaurant Full Moon (restaurantfullmoon.nl) staat bekend om zijn Chinese fonduearrangementen, de zogenaamde hot pot. In supermarkt Wah Nam Hong (wahnamhong.eu) is het heerlijk neuzen naar culinaire curiositeiten. Ook bij Amazing Oriental (amazingoriental.com) in de Markthof is dat zo. De Markthof komt uit op het Rabbijn Maarsenplein waar u vele niet-Chinese, maar wel Aziatische restaurants treft. Net als de Zeedijk in Amsterdam herbergt ook de Haagse Chinatown vele nagelboetiekjes, acupunctuur- en massagesalons. Volgens de lokale Chinezen komt u er mooier, gezonder en verkwikter vandaan…

 

Actief zijn op zijn Chinees

Ook als u maar één dagje naar Amsterdam of Den Haag gaat, kunt u deelnemen aan leuke activiteiten in de Chinatowns. Elke donderdag- en zondagavond zijn er diverse eenmalige Aziatische kookworkshops in het warenhuis Dun Yong (opgeven via dunyong.com) in Amsterdam.

 

De Zeedijktempel viert in de meimaand vesak, de jaarlijkse herdenking van de geboorte, de verlichting en de dood van Boeddha. Vanuit de tempel wordt een boeddhabeeld in processie naar de Nieuwmarkt gedragen, een mooi schouwspel.

In Den Haag is woensdag een ideale bezoekdag. U kunt dan na tijdige aanmelding voordelig het diner gebruiken bij Stichting De Chinese Brug (chinesebrug.nl) aan de Zuidwal, vroeger vooral een club van Chinese ouderen, maar nu toegankelijk voor iedereen uit de buurt en andere belangstellenden. Chinese vrijwilligers koken de maaltijden en u kunt het binnenplaatsje met kleine pagode en het yin-yangsymbool in het plaveisel zien. Aan de Chinese Brug zijn verder kleine amateuroperagezelschappen verbonden die regelmatig hun kleurige Chinese operastukken opvoeren.

 

Het Chinese Nieuwjaar (28 januari 2017) en het Maanfeest (4 oktober 2017) gaan niet ongemerkt voorbij in de Nederlandse Chinatowns. Houd vooral de online agenda’s van de lokale VVV’s (denhaag.com/nl/ en iamsterdam.com/nl/), van de He Hua-tempel en De Chinese Brug in de gaten als u de bijzondere leeuwen- en drakendansen en het vuurwerk wilt zien! Of graag eens een workshop maancake bakken of Chinese kalligrafie doet.

Doorzetten: Natascha over het leven na haar hartinfarct

 

Vanwege een bloedafwijking en daaropvolgend hartinfarct voor haar 19e verjaardag, zag de nu 38-jarige Natascha Odekerken-de Vrede, haar zwangerschapswens in duigen vallen. Desalniettemin gaf zij niet op; want dankzij haar doorzettingskracht kwam zij tot nieuwe inzichten. Inmiddels is Natascha een trotste pleegmoeder. Zij vertelt haar verhaal…

 

Op een zomerdag in juli, de 23ste van het jaar 1997, verandert het leven van de, destijds studente, schoonheidsspecialiste voorgoed. Wegens een bloedafwijking met betrekking tot haar bloedstollingsfactor (Protrombine) waarvan Natascha niet op de hoogte was, vormt zich in haar hart een bloedprop met een hartinfarct (Myocardinfarct) als gevolg: ‘Het begon met pijn in mijn linkerarm en eindigde in het Maastricht UMC+. Ik had een hartinfarct. Sterker nog: mijn hartinfarct duurde al uren.’

 

Bevatting

Eenmaal stabiel start Natascha met hartrevalidatie. De bevatting van hetgeen wat is voorgevallen begint dan: ‘In het ziekenhuis begon ik met revalideren. Bij aanvang gaven andere patiënten mij een hand, omdat zij dachten dat ik de revalidatieles verzorgde, want ik was jong. Als jonge hartpatiënt is het moeilijk, want op die leeftijd loop je tegen problemen aan die oudere hartpatiënten niet hebben of in andere/mindere mate ervaren. Volgens mij herkent het merendeel van de jonge hartpatiënten zich hierin en wat mij betreft mag hieraan meer aandacht worden besteed.’

 

Thuis doet Natascha haar uiterste best om het leven, zoals zij gewend is, op te pakken. Maar al snel blijkt dat haar leven is veranderd (onder andere door de lichamelijke beperkingen, ontstaan door het hartinfarct) en raakt zij in een depressie: ‘Tijdens mijn hartinfarct is meer dan de helft van mijn hartspier afgestorven met als gevolg dat ik onder andere enorm moe was (en ben). Zelfs bij de geringste inspanning zoals het dagelijks huishouden. Net na mijn hartinfarct moest ik zelfs rustpauzes inplannen tijdens het afwassen. Maar het bleef niet daarbij. Te veel prikkels en daarmee drukte verdroeg ik niet meer. Zodra symptomen opkwamen die ik tijdens mijn hartinfarct voelde, raakte ik in paniek en ik vond het moeilijk om mijn angsten te delen. Vandaag de dag staat mijn brein nog steeds op scherp. Sinds mijn hartinfarct leef ik naar mijn lichaam, maar dat is niet altijd even makkelijk, want het is en blijft een traumatische ervaring.’

 

Het onbegrip vanuit anderen over haar situatie, vergt veel van Natascha: ‘Het niet meer in staat zijn om op jonge leeftijd te kunnen meedoen in de maatschappij hakt er in. Ondertussen ging het leven en de studie van mijn vrienden door. Ik was alleen. Wanneer ik onder de mensen was, voelde ik mij gedwongen om uit te leggen waarom ik niet werkte of beter gezegd, waarom ik niet in staat ben om te werken. Vooral op jonge leeftijd ben je gevoelig voor vooroordelen en het laatste wat ik wilde horen is ‘Daar heb je er weer zo één die niet wil werken!’. Mijn hartinfarct veranderde plots mijn leven en daarmee ook het onbezorgde gevoel waarmee een jongere normaal gesproken door het leven gaat.’

 

Realisatie

Zo goed en kwaad als het kan revalideert Natascha zowel lichamelijk als mentaal. Ondanks dat zij getekend is beseft Natascha dat met doorzetten men ergens kan komen én dat goede dagen, dan wel momenten, velen malen meer opwegen tegen tegenslagen: ‘Na mijn hartinfarct was ik blij dat ik nog leefde en op dat moment was dat mijn enige gedachte. Gedurende de jaren daarna werd langzaamaan bekend wat ik qua doen en laten kan, maar ook moest loslaten en accepteren. Én daarmee werd het een wirwar in mijn hoofd. Toen ik te horen kreeg dat mijn lichaam een zwangerschap (laat staan een bevalling) niet aankan, vond ik dat zeer moeilijk. Vooral psychisch.’

 

Maar dan komt het besef: ‘Mijn kinderwens bleef. Inmiddels keerde langzaamaan het vertrouwen in mijn lichaam terug. Ik besefte dat ik ondanks mijn lichamelijke beperkingen heel veel liefde kon en kan geven. Mijn man en ik realiseerden ons toen dat het zorgen voor een kind hetgeen is wat wij wensten.’

 

Met een redelijk vertrouwen in haar lichaam, stond Natascha (onbewust) open voor nieuwe inzichten. Vanwege haar gezondheid bleek adoptie geen optie. Plots geeft een reclame over pleegouders nieuwe hoop: ‘Samen met mijn man en huisarts heb ik mij hierin verdiept. Uiteindelijk hebben wij de knoop doorgehakt: wij worden pleegouders! Na het volgen van een maandenlange zware cursus, zijn wij als pleegouders goedgekeurd en is onze pleegzoon bij ons komen wonen. Sinds twee jaar is ons gezin uitgebreid met een pleegdochter.’

 

Voldoening

Samen met haar man zorgt Natascha voor hun pleegkinderen en het huishouden. Berrie, Natascha’s man, helpt waar nodig en Natascha prijst zich gelukkig met hem: ‘Ik ben van nature iemand die doorgaat, maar als het lichaam ‘stop’ zegt, dan houdt het op. Het daarbij niet in staat zijn om spontaan dingen te ondernemen, neem ik voor lief.  Gelukkig heb ik een man die mijn situatie begrijpt, maar het ook aankan en het vooral wilt. Zware huishoudelijke taken en zware activiteiten moet ik laten schieten. Moe ben ik nog steeds, de ene dag meer dan de andere. Inmiddels lukt het mij om een hele dag vol te maken met de kinderen, weliswaar op mijn tempo. En wanneer het niet gaat heb ik genoeg mensen om mij heen die mij helpen.’
Als ‘s avonds de kinderen in bed liggen is Natascha kapot, maar zoals zij zelf zegt: ‘Ik voel tegelijkertijd zoveel voldoening. Wellicht kan ik door mijn beperkingen mijn pleegzoon, die verstandelijk beperkt is, beter begrijpen en beter met hem omgaan. Uiteindelijk wegen mijn beperkingen niet op tegen ons geluk. Samen willen wij de kinderen gelukkig maken, want zij zijn ons geluk. Ik vind het simpelweg bijzonder dat wij voor hen mogen zorgen.’

 

Zij vervolgt: ‘Inmiddels loop ik negentien jaar na mijn hartinfarct nog steeds rond: hoe mooi! Destijds leek dat in mijn ogen onwerkelijk. Volgend jaar hoop ik twintig jaar na mijn hartinfarct te vieren. Kortom, sinds mijn hartinfarct heb ik mijn leven moeten aanpassen. De afgelopen jaren ging dat met vallen en opstaan. Naast de steun van mijn man ben ik tevens zover gekomen dankzij mijn vader Theo, mijn moeder Bep en mijn lieve broer Ramond. Zij hebben het eveneens zwaar gehad maar waren er altijd. Hetgeen wat ik heb meegemaakt heeft mij bewuster gemaakt van leven en dood en waar ik meer bij stilsta is het feit dat ik moet doorgaan en dat elke stap (hoe klein dan ook) een overwinning is. Sinds twee jaar heb ik een elektrische fiets, waardoor ik samen met onze pleegkinderen op stap kan gaan. Maar bovenal: ik ben nu zelfs moeder! Iets waarvan ik dacht, dat ik het niet meer zou mogen meemaken.’

 

Natascha Odekerken-de Vrede

Met donorhart naar de top

Carla beklom 4 jaar na haar transplantatie de Kilimanjaro

Zeven jaar geleden was zelfs een heel klein stukje lopen haar al teveel. Maar dankzij een donorhart heeft Carla Joustra (59) haar leven weer terug. Samen met 11 andere getransplanteerden beklom ze in 2014 de hoogste berg van Afrika: de Kilimanjaro.

‘Een groot deel van mijn leven heb ik volgehouden dat het allemaal wel meeviel. Ook al was ik vaak benauwd en kon ik amper een klein stukje rennen, er gingen geen alarmbellen rinkelen. Misschien werkte ik gewoon niet hard genoeg aan mijn conditie, dacht ik. Pas rond mijn 33e werd ontdekt dat ik een aangeboren hartaandoening had. Aanvankelijk probeerde ik dat mijn leven zo min mogelijk te laten beïnvloeden: ik deed vertaalwerk en werkte jarenlang in Noorwegen als reisleider. Toen de cardioloog in 2001 zei dat ik misschien ooit een harttransplantatie nodig zou hebben, kon ik dat dus eigenlijk niet geloven. Daar was mijn gezondheid toch nog veel te goed voor? Toch ging ik vanaf dat moment hard achteruit. Toen ik in 2009 op de wachtlijst werd gezet, had ik ernstige nierproblemen en kon ik nauwelijks nog lopen.

Ik zat op de gaskachel om mezelf warm te houden toen in mei 2010 het telefoontje kwam: er was een donorhart voor mij. Daarna ging alles snel, ik had niet eens tijd om bang te zijn. Natuurlijk was er een kans dat ik de operatie niet zou overleven. Maar als ik het niet deed, was het ook afgelopen. Misschien niet meteen, maar wel over een poosje. Want dat ik het niet lang meer vol zou houden, besefte ik inmiddels wel.

Het was een zware operatie, maar gelukkig herstelde ik na een aantal weken volledig. De revalidatie ging zelfs zo snel dat ik verbaasd was dat lopen en fietsen zó makkelijk kon zijn.

Expeditie

Na de transplantatie heb ik een lijstje gemaakt met alle dingen die ik wilde doen met mijn nieuwe hart. Een daarvan was het noorderlicht bekijken in het noorden van Noorwegen. Die reis is de kiem geweest van het plan om een eigen reisorganisatie te beginnen. Samen met een vriendin heb ik daarna in 2012 Fru Amundsen opgericht, waar we nog steeds erg van genieten. We waren op reis toen mijn man belde dat er een brief was van het UMCG: of ik met een groep getransplanteerden de Kilimanjaro wilde beklimmen. Ik dacht dat ze gek geworden waren. De hoogste berg van Afrika beklimmen, op mijn leeftijd?!

Maar toen ik het ziekenhuis liet weten dat ik erg twijfelde of ik dit wel kon, zeiden ze dat ik speciaal door mijn cardioloog geselecteerd was. Dat veranderde de zaak. Ik had een onbegrensd vertrouwen in hem, als iemand mijn situatie goed kende dan was hij het wel. Dus besloot ik toch de conditietest te doen, en wonder boven wonder werd ik uitgekozen om mee te gaan op de expeditie.

In totaal bestond onze groep uit 12 getransplanteerden met verschillende soorten donororganen. Ik was de oudste van het stel. Ook ging er een ervaren expeditieleider mee en een medisch team van het UMCG. Tijdens de voorbereidingen kregen we veel positieve, maar ook negatieve reacties. Sommige mensen zeiden: als je zo’n kostbaar cadeau als een donororgaan krijgt, ga je toch niet je leven op het spel zetten? Zelf hadden we dat gevoel helemaal niet. De artsen hebben ons niet voor niets beter gemaakt. Als er ook maar een klein risico was dat we dit niet aankonden, hadden zij hier nooit aan meegewerkt.

Loodzwaar

Uiteindelijk hebben we ruim een week over de beklimming gedaan. Bepaald niet de gelukkigste dagen van mijn leven, het was loodzwaar! Door de ijle lucht had ik iedere dag knallende hoofdpijn, ik was misselijk en had het – ondanks mijn thermo-ondergoed – ongelooflijk koud. Het desolate landschap maakte gelukkig veel goed. We klommen, klauterden en daalden over gestolde lava, langs eenzame cactussen, door diepe ravijnen en over ruige rotsen. Dat afzien had ook wel iets moois. Bij elke stap was ik me bewust van hoe bijzonder het was dat ik daar kon lopen. Ik had nota bene tien jaar lang een traplift nodig gehad!

De top heb ik helaas net niet gehaald. We vertrokken die nacht rond twaalf uur ’s nachts in het pikkedonker voor de laatste kilometers, maar na twee uur moest ik opgegeven. Ik was doodmoe, compleet buiten adem en had totaal geen coördinatiegevoel meer. Op dat moment besloot ik dat mijn top op 5000 meter lag en niet 900 meter hoger. Ook drie anderen hebben de expeditie voortijdig afgebroken, de overige acht hebben wel de top bereikt. Natuurlijk doet het een beetje pijn dat ik dat moment niet met hen heb meegemaakt, maar ik ben waanzinnig trots dat ik zo ver gekomen ben. Blij voor mezelf, maar ook een beetje voor de rest van de wereld. Want door deze expeditie heb ik laten zien wat je allemaal kunt bereiken met een donorhart.

Nog steeds herdenk ik ieder jaar in mei mijn donor, ook al weet ik niet wie dat was. Ik realiseer me heel goed dat mijn geluk onlosmakelijk verbonden is met het sterven van een ander. Dat gevoel zal altijd dubbel blijven. Maar ik hoop dat we met ons verhaal hebben laten zien dat je als orgaandonor iemand een gezond leven terug kunt geven, waarin alles weer mogelijk is. Mijn leven is niet alleen verlengd, maar zit weer boordevol nieuwe uitdagingen. En daar ben ik mijn donor eeuwig dankbaar voor.’

 

Uitwuiven

Kun je zwaaien met je hart? Of misschien moet ik zeggen ‘wuiven’. Of moet ik er ‘uit’ voor zetten. ‘Uitwuiven’ dus of ‘uitzwaaien’. Want, dierbare lezers, deze column is de laatste. Dit is mijn laatste hartenkreet in Hartbrug-Magazine. Mijn laatste Hartbrugmagazinekreet.

Hoe kun je dat dan, met je hart wuiven? Ik dacht aan een vlag in de vorm van een hart. Waarmee ik mijzelf zou kunnen uitwuiven. Ik heb echter slechts woorden, maar de illustrator van deze column, Benno Vranken, kan daar ongetwijfeld wel iets op bedenken. Hem wuif ik in ieder geval veel lof en dank toe voor zijn altijd verrassende verbeelding van mijn hartstochten.

Ik stop met deze column ‘met pijn in mijn hart’ maar ook ‘van ganser harte’. Het is mooi geweest, ‘hartstrelend’ mooi, zeiden ze vroeger. Toen ik in 1996 ‘ja’ zei tegen het verzoek om met deze rubriek te beginnen, had ik er geen flauw idee van dat ik die de volgende twintig jaar zou blijven schrijven. Het was een waar genoegen. Ik heb mijn fascinatie voor dat hart van ons op de meest uiteenlopende wijzen mogen beschrijven, en ik ben de redactie van dit tijdschrift zeer dankbaar dat ze me die kans heeft gegeven.

Kan dat eigenlijk wel, jezelf uitwuiven? Het is veel logischer als u, lezer, naar mij wuift. Ongeveer zoals je dat wel in films ziet. Dus ik sta dan aan de reling van een stoomboot, en u staat op de kade. U wuift, misschien zelfs met een wit zakdoekje, en ik maak een hand-en-armgebaar waarmee ik u vanuit de verte en zonder woorden laat weten hoezeer ik uw wuiven waardeer. Ondertussen zwelt de vioolmuziek aan. Ik voel me zoals Anton van Duinkerken het dichtte: ‘Rondom mij is alom uw wuivende groet’. Dát is het echte uitwuiven. Of word ik nu te sentimenteel? Hoe dan ook, ik wilde in ieder geval geen vaarwel zeggen als een Lucky Luke, die met zijn rug naar de lezer op Jolly Jumper de zonsondergang tegemoet rijdt.

De meest toepasselijke wuiving, die zocht ik dus. Ik wikte en woog veel manieren van wuiven en zwaaien, tot ik me mijn tante Nellie herinnerde. Toen ik zeer jong was, was zij al zeer oud. Ze had een zeer sobere wijze van wuiven, tante Nellie. Ze stak haar arm omhoog, kneep dan haar open hand tot een vuistje ineen, en stak dan meteen weer de vingers de lucht in. Wij, haar neefjes en nichtjes, moesten er een beetje om lachen. Toen. Nu ik dat beeld van Nellies hand en vingers weer voor me zie, doet het me denken aan een hart dat klopt. Moge dat gebaar mijn afscheidsgroet zijn.

Column door: Ed Schilders

Tekort hartverpleegkundigen

Onlangs bleek dat er een ernstig tekort is aan gespecialiseerde verpleegkundigen in Nederlandse hartcentra. Het gaat om zogenoemde ‘superverpleegkundigen’. Dit zijn verpleegkundigen die zich verder hebben gespecialiseerd in de zorg rondom het hart. Tot nu toe heeft het tekort geen problemen veroorzaakt bij spoedingrepen, maar mogelijk wel voor geplande electieve behandelingen.

Het tekort is onder meer ontstaan door personele tekorten op hartbewakingsafdelingen. Daardoor kunnen er minder bedden worden bezet en bepaalde ingrepen niet worden uitgevoerd. Dat kan de wachttijden langer maken. De uitstroom van verpleegkundig personeel neemt toe doordat er een doorstroming is naar specialistischere functies. Kennelijk slagen de ziekenhuizen er in onvoldoende mate in om nieuwe verpleegkundigen aan te trekken.

Hartpatiënten Nederland inventariseert maandelijks de wachttijden voor dotterbehandelingen en openhartoperaties binnen de hartchirurgische centra. Op pagina 29 vindt u het actuele overzicht. Het blijkt dat de wachttijden, op enkele uitzonderingen na, niet schrikbarend zijn. Het is normaal dat de wachtlijsten in vakantieperioden ietsje langer zijn. Dit komt doordat personeel op vakantie is en patiënten er zelf vaak voor kiezen om na de zomervakantie behandeld te worden. Behalve als het gaat om openhartoperaties in het AMC (Amsterdam), LUMC (Leiden) en UMC (Utrecht), zijn de wachttijden acceptabel. Anders hadden wij al lang aan de bel getrokken! Wij worden immers niet voor niets de ‘waakhond van cardiologisch Nederland’ genoemd.

Het belang van de patiënt staat altijd voorop bij ons. Mochten er daadwerkelijk problemen ontstaan door tekorten aan gespecialiseerde verpleegkundigen, dan vinden wij dat alles uit de kast moet worden gehaald om dit op te lossen. Diverse verenigingen, zoals de Nederlandse Vereniging voor Hart- en Vaatverpleegkundigen (NVHVV) en de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC), melden dat er meer geld nodig is om extra verplegers op te leiden en zo de uitstroom van hartverpleegkundigen te compenseren. Toch mag de patiënt hier nooit of te nimmer onder leiden. Nu vormen de personeelstekorten nog geen probleem voor de acute zorg, maar als ze niet worden opgelost, blijft dat op termijn natuurlijk niet uit.

Eind jaren 90 speelde eenzelfde soort problematiek. Wij bemiddelden toen om personeel vanuit Engeland over te laten komen naar Nederland. Een gespecialiseerd uitzendbureau zorgde voor hoog opgeleide verpleegkundigen die uitermate geschikt bleken te zijn. Het gebeurt nu regelmatig dat mensen die afkomstig zijn uit andere landen en in Nederland wonen, niet aan werk komen in hun vakgebied. Er wonen hier dus uitstekend medisch opgeleide buitenlandse mensen die ver onder hun opleidingsniveau werken. Dat is natuurlijk eeuwig zonde! Naar mijn mening moet hier goed naar gekeken worden om alle mogelijkheden te benutten.

Column door: Marly van Overveld

Herfst: Nog eventjes er tussenuit?

Inmiddels is het alweer oktober en heeft de herfst zijn intrede gedaan. Voor we het weten zijn we alweer bezig met de voorbereidingen voor de feestdagen! Toch kan het dan juist fijn zijn om er nog even tussenuit te gaan, zo op het einde van het jaar. Er zijn bijvoorbeeld nog enkele kamers beschikbaar voor de reis naar Dresden, waar we 23 oktober 7 dagen naartoe gaan. Dit belooft een mooie reis te worden!

In december hebben we ook dit jaar weer een 6-daagse kerstreis op het programma staan. Deze keer gaan we naar Thüringen. We overnachten in Gera, maar bezoeken ook steden zoals Erfurt, Chemnitz en Weimar. Tijdens deze reis geniet u gegarandeerd van een mooie kerstsfeer! Op pagina 8 leest u hier meer over. Vorig jaar was onze decemberreis volgeboekt, dus ik raad u aan om niet te lang te wachten met boeken.

Ook kunnen we weer terugkijken op een prachtige reis naar de Zuidkust van Engeland, Brighton, waar we onder meer hebben genoten van de indrukwekkende natuur. De reis naar Bibione (Italië) vorige maand was ook zeer geslaagd. Het was de eerste keer dat deze bestemming op het reisprogramma stond, maar zeker niet de laatste keer! Elke keer blijkt weer dat Italië een zeer aantrekkelijk vakantieland is en blijft. Het is in ieder geval een land, dat volgend jaar zeker niet zal ontbreken aan ons.

Column door: Marly van Overveld

Zorgverzekering; hoe & wat?

 

Je zit middenin je studie en afgezien van her en der wat gemiste colleges, een aantal herkansingen en een nog in te leveren groepsopdracht, ben je goed op weg. Maar dan slaat het noodlot toe: je hart laat (weer) van zich horen. Wat te doen? Young & Yearning zet alles op een rij.

 

First things first; basis- en aanvullende verzekering

 

Basisverzekering

In de wereld van  zorgverzekeringen wordt een tweedeling gemaakt tussen een basisverzekering en een aanvullende verzekering. Dit eerste is verplicht en verzekert zorg(kosten) uit het basispakket. Hieronder valt zorg zoals ziekenhuis-, huisarts- en geneesmiddelenkosten, maar onder andere ook psychologische hulpverlening, verloskundige- en kraamzorg en tandheelkundige zorg tot achttien jaar. De inhoud van de basisverzekering is dezelfde, maar er is verschil tussen een natura- of restitutiepolis. Bij eerstgenoemde ontvangt de verzekeraar een maximale vergoeding indien gebruik wordt gemaakt van een zorgverlener die een contract heeft afgesloten met de zorgverzekeraar. De restitutiepolis daarentegen geeft de vrijheid om zelf de zorgverlener te kiezen. De zorgkosten worden eveneens vergoed, al is deze polis over het algemeen duurder.

 

Aanvullende verzekering

Een aanvullende verzekering wordt vrijwillig afgesloten. Hiermee worden zorgkosten verzekerd die vanuit de basisverzekering niet worden vergoed. Note to self; een aanvullende verzekering hoeft niet bij dezelfde zorgverzekeraar te worden afgesloten.

 

Let’s continue; eigen risico en eigen bijdrage


Eigen risico

Het eigen risico betaalt iedereen van achttien jaar en ouder voor het gebruikmaken van zorg uit de basisverzekering alvorens de zorgverzekeraar de overige zorgkosten op zich neemt. Het bedrag waaruit het eigen risico bestaat wordt per jaar vastgesteld. Wanneer jij ervoor kiest om het eigen risico vrijwillig te verhogen (hieraan kleeft een vastgesteld maximum), geven zorgverzekeraars korting op de maandelijkse premie. Voor zorg die niet onder het eigen risico valt, zoals bijvoorbeeld de huisarts, hoef je niet te betalen. Houd er rekening mee dat per zorgverzekeraar zorgaanbieders en zorgprogramma’s van het eigen risico worden uitgesloten, evenals medicijnen en hulpmiddelen. Tip: zorgverzekeraars bieden de mogelijkheid om een regeling te treffen om het eigen risico in termijnen te betalen.

 

Eigen bijdrage

Voor sommige zorg, maar ook medicijnen en hulpmiddelen, geldt een wettelijke eigen bijdrage. De eigen bijdrage bestaat uit een vast bedrag  of een percentage van de gemaakte kosten. Of een eigen bijdrage moet worden betaald, hangt af van de aanvullende verzekering. De volgorde van betaling is als volgt: wettelijke eigen bijdrage, eigen risico, vrijwillig eigen risico (indien van toepassing), zorgverzekeraar.

And now about us; hartpatiënten

 

Medische acceptatieprocedure

Zorgverzekeraars zijn verplicht om iedereen voor een basisverzekering te accepteren. Bij een aanvullende zorgverzekering hebben de zorgverzekeraars vrij spel. Over het algemeen hanteren zorgverzekeraars geen medische acceptatieprocedure wanneer iemand een reguliere aanvullende verzekering met beperkte vergoeding afsluit, maar indien er sprake is van een uitgebreide aanvullende verzekering volgt een medische acceptatieprocedure waarbij een vragenlijst over de gezondheid moet worden ingevuld. Als hartpatiënt, oftewel chronisch zieke, kun jij hiermee te maken krijgen. De mogelijkheid bestaat om als eerste de uitslag hiervan te ontvangen; het is belangrijk om daarvan gebruik te maken! Waarom? Indien je op basis van medische gronden wordt afgewezen bestaat vervolgens de mogelijkheid om jezelf uit de medische acceptatieprocedure terug te trekken zonder dat jij in het vervolg (de toekomst) van de weigering voor een aanvullende verzekering, melding hoeft te maken.

 

Tips

  • Een medische acceptatieprocedure kan ontlopen worden door te kiezen voor zorgverzekeraars die automatisch accepteren. Nadeel? Voor bepaalde zorg geldt een wachttijd.
  • Beantwoord in de vragenlijst alleen vragen die verplicht zijn. Een zorgverzekeraar hoeft niet meer te weten dan strikt noodzakelijk.
  • De zorgvergelijker van de consumentenbond informeert of een zorgverzekeraar een medische acceptatieprocedure hanteert.
  • In plaats van een aanvullende verzekering af te sluiten en hiervoor een maandelijkse premie te betalen, is het wellicht voordeliger om voor aanvullende zorg te sparen. Check wat beter van toepassing is op jou.

 

Did you know?

  1. Wist jij, onder het mom van ‘Did you know?’, dat langdurige zorg (voorheen Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, AWBZ) opgedeeld en ondergebracht is bij: Wet Langdurige zorg (Wlz), Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de basisverzekering? De Wlz vergoedt hoge medische kosten voor chronisch zieken en/of mensen met ernstige beperkingen. Wanneer een chronisch zieke en/of mensen met ernstige beperkingen thuis blijven wonen, maar hulp nodig hebben bij het dagelijks leven en/of de huishouding, is daar de Wmo. Op de Wmo kunnen ook mantelzorgers een beroep doen. Zijn de eerste twee voorbeelden niet van toepassing, maar ontvang jij wijkverpleging? Dan valt dit onder de basisverzekering. 
  2. Wist jij, onder het mom van ‘Did you know?’, dat er vanuit geloofsovertuigingen bezwaar mag worden aangetekend tegen een zorgverzekering? Eerdergenoemde valt onder de noemer ‘Gemoedsbezwaarden’ en stelt je in staat om af te zien van de zorgverzekering. In plaats van de daarbij horende premie, betaal je een bedrag aan de Belastingdienst. 
  3. Wist jij, onder het mom van ‘Did you know?’, dat zogeheten ‘risicoselectie’ waarbij zorgverzekeraars bepaalde doelgroepen weren, bij wet is verboden? Vandaar dat (bepaalde) zorgverzekeraars met marketingtrucs werken om de aandacht van hun voorkeuren te trekken.

Voorzitter van Overveld hekelt relatie van ‘big farma’ met artsen

Dít willen wij niet!

ROERMOND – Medicijnen, ze zijn helaas onvermijdelijk om (ernstige) ziekten te bestrijden, patiënten het leven te redden dan wel hun bestaan te verlengen. Maar het maatschappelijke gedrag van veel van de producenten van deze middelen vertoont een chronische onaangepastheid die maar moeizaam te bestrijden valt.

‘De geneesmiddelenindustrie staat met twee benen buiten de gemeenschap, terwijl zij juist ín het hart ervan behoort te staan’, zegt voorzitter Jan van Overveld van patiënten-belangenorganisatie Hartpatiënten Nederland.

De ergernissen over de handelwijze van de farma-industrie stapelen zich op in de Nederlandse samenleving. De afkeer tegen de geneesmiddelensector lijkt enigszins op de tegen het bankwezen gerichte volkswoede, die nog altijd sluimert. Alleen gaat het nu om de gezondheid van heel veel mensen.

Twee recente gebeurtenissen illustreren exact wáár het fout zit. De ene, een recent artikel in De Volkskrant (3-9-2016), luidt: ‘Farmaceuten betalen miljoenen aan artsen’. Enkele dagen later verzucht een apotheker in het Overijsselse Hasselt op de sociaalnetwerksite Twitter: ‘Het is 9:45 u. Ik heb al drie discussies gehoord aan de balie over niet leverbaar/ander merk/ander doosje. Zo klaar mee.’

Want bizar: steeds meer patiënten blijven verstoken van hun reguliere geneesmiddelen omdat de apotheek ze niet meer geleverd krijgt. Bovendien heeft driekwart van de apothekersassistenten inmiddels dagelijks boze, soms scheldende en dreigende patiënten aan de balie: vanwege het niet beschikbaar zijn van hun medicijnen door ‘productieproblemen’ bij farmaceutische bedrijven en/of het zogeheten preferentiebeleid van zorgverzekeraars.

De Volkskrant analyseerde een enorme administratie (‘het transparantiedossier’) aan farmaceutische relaties met dertienduizend medisch specialisten in totaal zestien vakgebieden. Daaruit filterde de krant informatie waaruit blijkt dat alleen al in 2015 zo’n 2400 artsen samen 5,6 miljoen euro opstreken van de industrie. ‘Als dank voor bewezen diensten…’ Voor respectievelijk hun advieswerk aan de farma-industrie, voor hun spreekbeurten over geneesmiddelen van farmaceutische bedrijven, én als onkostenvergoeding voor hun congresbezoeken georganiseerd door… Big Farma!

Bijna de helft (dik 40 procent) van de reumatologen en urologen ontving vorig jaar geld op hun rekening van de farmaceutische industrie. Daarnaast kreeg een op de drie longartsen en internisten een honorarium voor lezingen dan wel een financiële vrijstelling van gemaakte reis- en verblijfskosten (totaal 2,2 miljoen euro).

Let wel: ‘de helft’ en ‘een derde’! En dat terwijl artsenorganisatie KNMG recent nog verklaarde dat ‘gemiddeld slechts een paar procent van alle artsen bijverdient’. Dat gemiddelde percentage verhult dat de betalingen zich concentreren in enkele specialismen, reageert de krant. ‘Sommige medisch specialisten kregen vorig jaar meer dan tienduizend euro als sprekersvergoeding of als beloning voor een adviesklus.’

De nu opnieuw in het nieuws gekomen etterende plek in de relatie tussen geneesmiddelenindustrie en voorschrijvende artsen, houdt van Overveld van Hartpatiënten Nederland, naar hij zegt, ook al tijden bezig. Al jaren ziet hij hoe ‘de farma’ met artsen omgaat, en andersom. Een ongezonde relatie, meent hij. ‘Compliment voor de journalisten van De Volkskrant, zij hebben nu de vinger op de zere plek weten te leggen’, reageert hij.

Om te vervolgen met: ‘Wij lezen in hun artikel van begin september heel veel terug van wat wij al jaren uitdragen. Dit soort mogelijk conflicterende belangen is echt onwenselijk. Waarom? Omdat ze de kosten van de gezondheidszorg in dit land opdrijven. En, omdat de patiënt niet kan vertrouwen op het eerlijke medische oordeel van de dokter. Want nog altijd geldt het spreekwoord: Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.’

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), die overwegend uit voormalige artsen bestaat, zegt al enige tijd met een onderzoek bezig te zijn om te kijken of medisch specialisten met hun farmaceutische bijverdiensten de Geneesmiddelenwet hebben overtreden.

Van Overveld zegt te hopen dat, wanneer dit onderzoek serieus en objectief wordt uitgevoerd, er óók wordt gekeken naar andere ‘geldstromen’ vanuit de farmaceutische industrie. ‘Het onderzoek door De Volkskrant heeft, vrees ik, nog lang niet alles aan het licht gebracht. Er is ook sprake van andersoortige uitbetalingen door de geneesmiddelensector aan artsen. Uitbetalingen aan constructies met bv’s die werden en worden opgericht. En die bv’s zijn veelal moeilijk of niet traceerbaar. Maar, ook uitbetalingen vanuit public relations- c.q. reclame/adviesbureaus aan artsen. Dergelijke verhullende constructies zijn níet opgenomen in het register waaruit de krant putte.’

Het zou weleens het topje van de ijsberg kunnen zijn, meent van Overveld. ‘Want ik heb het nog niet eens gehad over vergoedingen vanuit sommige patiënten-belangenorganisaties aan medisch adviseurs.’

Hoe zit dat dan bij uw stichting? Immers, u bent al jaren voorzitter van een organisatie die de belangen van hartpatiënten vertegenwoordigt en daartoe soms het advies van deskundigen inroept. Van Overveld’s antwoord is duidelijk:  ‘Wij vragen  uitsluitend adviezen aan gezaghebbende medische specialisten die ‘pro deo’ en zonder wederdienst – in welke vorm dan ook – voor ons werken. Ook hebben wij, vanwege mogelijk conflicterende belangen, geen medisch advies college waar wij aan gebonden zijn. Op die manier kunnen wij onze volstrekte onafhankelijkheid en objectiviteit garanderen: 100 procent voor de patiënt.’

 

‘Onthulling kan weleens topje van ijsberg zijn’

Voorzitter Jan van Overveld

Verborgen obesitas, een vervelende kwaal

 

Teveel lichaamsvet is niet goed, dat weten we allemaal. Maar nog belangrijker is waar het vet zich bevindt in het lichaam. Vooral als het zich rond de organen in de buik opslaat, levert het problemen op. Dit wordt ook wel ‘verborgen obesitas’ genoemd. Maar: hoe kom je eraan en nog belangrijker: hoe kom je ervan af? In gesprek met Nicolette Lammers van de Nederlandse Obesitas Kliniek.

 

‘Het is eigenlijk een misleidende term,’ zegt arts Nicolette Lammers van de Nederlandse Obesitas Kliniek aan de telefoon. Met verborgen obesitas wordt namelijk vet bedoeld dat zich niet direct onder de huid bevindt, maar rond de organen en dan vooral in de buik. Vandaar de term ‘verborgen obesitas’. ‘Maar,’ zegt Lammers: ‘Dit vet resulteert in een grotere buik, dus je ziet het vaak wel.’

 

Dit ongezonde vet nestelt zich rond de organen  en wordt ook wel visceraal vet genoemd. Het is gevaarlijker dan vet onder de huid omdat het hormonen en vetzuren produceert die in de organen ontstekingen kunnen veroorzaken en de cellen minder gevoelig kunnen maken voor insuline. Als dat gebeurt raakt de alvleesklier, die insuline produceert, op een gegeven moment uitgeput en ontstaat diabetes type 2.

 

Maar de ontstekingsstoffen doen nog meer, ze komen in de bloedbaan en hechten zich aan de vaatwand. Als ze die binnendringen, zorgen ze voor ontstekingen. Door teveel visceraal vet kunnen uiteindelijk chronische ontstekingen van de vaatwanden en de organen ontstaan. Zo ontstaat aderverkalking en vaatvernauwing. Mensen met teveel visceraal vet hebben een hoger risico op het ontstaan van aandoeningen als een hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, teveel cholesterol, alzheimer, verminderde vruchtbaarheid, borstkanker en astma.

 

Appels en peren

Hoe kom je nu aan dat vet op je buik? De belangrijkste factor is een verstoorde energiebalans, ofwel meer eten dan je verbrandt. ‘Die verstoorde energiebalans, daar is wat aan te doen,’ zegt Lammers: ‘Meer bewegen en gezonder eten.’ Complexe koolhydraten (volkorenproducten) en onverzadigde vetten gebruiken in plaats van enkelvoudige koolhydraten en verzadigd vet zijn al een goed begin. Lammers: ‘Verder is er ook een verband met slaapgebrek en stress. Zorg dus dat je voldoende slaapt en weinig stress hebt.’

 

Er zijn echter ook een paar risicofactoren waar je geen of weinig invloed op hebt. Lammers: ‘Mensen met een appelfiguur hebben meer visceraal vet dan mensen met een peerfiguur en voor een deel is dat aanleg. Bovendien slaan mannen eerder buikvet op dan vrouwen. Maar ook bepaalde medicatie, hormonen en leeftijd vergroten de kans op buikvet.’

 

Gevarenzone

Vooral mensen met overgewicht lopen risico. In 2015 had in Nederland 54,4% van de mannen en 46,3% van de vrouwen overgewicht. Gezien de correlatie tussen overgewicht en een teveel aan visceraal vet, kun je ervan uitgaan dat mensen met overgewicht ook teveel buikvet hebben. Ook slanke dennen hebben visceraal vet, maar zij hoeven zich volgens Lammers niet meteen zorgen te maken. ‘Als het echt zoveel is dat het vet een risico vormt, dan is dat te zien en te meten. Bij vrouwen spreken we bij een buik-omvang die groter is dan 80 al van een vergrote buikomvang en bij mannen geldt dat voor een buikomvang van 88. Als die buikomvang bij vrouwen nog verder groeit naar 94 cm, dan kom je echt in de gevarenzone. Bij mannen is dat bij 102 cm het geval.’

 

Bent u aan de stevige kant? Om te kunnen beoordelen of u teveel buikvet heeft is het meten van uw buikomvang de meest aangewezen methode. En als die inderdaad groot uitvalt, dan kunt u met een gezonde leefstijl een heleboel verbeteren.

 

 

Zelf aan de slag om buikvet te verminderen?


Hieronder vijf tips:

  • Oefeningen/sporten die je hartslag verhogen, zoals bijvoorbeeld intervaltrainingen, maar ook wandelen, joggen en zwemmen zijn geschikt.
  • Een paar keer in de week krachttraining, zodat u spiermassa ontwikkelt en uw vetverbranding, ook in rust, stijgt.
  • Gezond eten. Probeer een juiste verhouding van eiwitten, koolhydraten en vet te eten. Door de juiste verhoudingen blijft uw bloedsuikerspiegel onder controle, krijg u meer energie en verliest u vet. Ongeveer 40% koolhydraten, 30% eiwitten en 30% onverzadigde vetten is een goede verhouding. Koolhydraten geven energie, eiwitten zorgen voor spierherstel en -groei en gezonde vetten houden de hormoonspiegel in evenwicht en geven een verzadigd gevoel.
  • Eet elke twee à drie uur om de bloedsuikerspiegel op orde te houden.
  • Drink voldoende water.

 

Tuinieren in de herfst

 

U houdt van tuinieren en tuiniert het liefst het hele jaar door? Dat kan! Ieder jaargetijde is van een ander kaliber en vraagt om een eigen plan van aanpak, zo ook de herfst. Met het to-do lijstje van HartbrugReizen kunt u goed voorbereid aan de slag. Tuinhandschoenen aan en beginnen maar!

 

Tuinieren in de herfst staat in het teken van opruimen en winterklaar maken, maar ook voorjaarsvoorbereidingen treffen en (na)genieten! Wat dient u in uw tuin voor de eerste vorst gedaan te hebben? Wij behandelen het stap voor stap.

 

Opruimen en winterklaar maken

Ruim uw tuin op en ga de winter vol goede moed tegemoet! In eigen tuin, op een zonnige winterdag een frisse neus halen onder het genot van een mok warme chocolademelk, is zo vele malen aantrekkelijker.

 

  • First things first; maak tuinmeubels en toebehoren schoon. Indien mogelijk, sla deze binnen op. Onmogelijk? Beschut ze. Laat u een houten meubel buiten staan? Zet deze op een of meerdere tegels; het hout blijft langer intact en tegelijkertijd vergroot u hiermee de stabiliteit.
  • Tuingereedschappen moeten indien van toepassing geslepen, dan wel ingevet worden.
  • Buitenkranen en tuinslangen dient u af te tappen, leeg te laten lopen en af te sluiten. Hiermee wordt beschadiging vanwege bevriezing voorkomen. Een tuinslang maakt u schoon door de tuinslang in water dat vermengd is met azijn, te laten weken.
  • Hetzelfde geldt voor een vijverpomp en filters. Een vijverpomp kunt u demonteren en indien nodig een ijsvrijhouder met pomp installeren. Voorzie de vijver tot slot van een net.
  • Kleine tuinbenodigdheden zoals gieters en potten maakt u met een borstel schoon. Overwinteren deze tuinbenodigdheden buiten? Plaats ze op hun kop om bevriezing door (regen)water tegen te gaan.
  • Vergeet niet nestkasten schoon te maken en/of nieuwe op te hangen. Maak eventueel een voederplaats voor vogels.
  • Vorstgevoelige planten, bloemen en bloembedden dient u te beschermen. Hoe? Bijvoorbeeld door middel van onder andere bladen en/of compost. U kunt ervoor kiezen om potplanten te beschutten of naar binnen te verhuizen. Liever niet? Er bestaan winterharde potplanten; een kwestie van planten. En dan nog even over bloembollen… tulpen en hyacinten graaft u uit en bewaart u in een doos met gaten op een donkere plek zoals bijvoorbeeld een kelder, krokussen en narcissen kunt u in de grond laten zitten.
  • De tuin bladvrij maken, de afgevallen bladeren op een composthoop verzamelen.
  • Struiken (heesters) en heggen dienen in de herfst nog eenmaal te worden gesnoeid. Hiermee wordt verrotting en zelfs het vergaan van een struik (heester) en heg, als gevolg van vochtafzetting voorkomen. Wanneer en hoe dit dient te gebeuren verschilt per struik en/of heg. Houd er rekening mee dat aanwezige boombladeren moeten worden verwijderd om het groen van voldoende licht te voorzien.
  • Laatstgenoemde geldt ook voor het gazon. Hierdoor voorkomt u de vorming van onder andere mos. Tip: Het begin van november is ideaal om het gazon voor het laatst te maaien. Houd hierbij rekening dat u het niet korter dan vijf centimeter maait. Tevens wordt speciale herfstgazonvoeding aangeraden in plaats van de reguliere in verband met het lage stikstof- en hoge kaliumgehalte dat een negatief effect heeft op het gazon in de herfstmaanden.

 

Voorjaarsvoorbereidingen

Door een combinatie van warme en vochtige grond, is de herfst ideaal om te planten en verplanten. Hierdoor brengt u voor de wintermaanden kleur in de tuin, terwijl planten voldoende tijd hebben om te wennen en nieuwe wortels te vormen.

 

  • Plant en verplant voor de eerste vorst.
  • Wanneer u bollen in de herfst plant, ontknoppen de bloemknoppen in de lente.
  • Bloemen groeien in de lente op een frisse en vochtige grond, terwijl in de zomer een droge en waterdoorlatende ondergrond voldoet. Weetje: de zomer geldt als rustperiode.
  • Plant (fruit)bomen, struiken (heesters) en heggen, maar ook klimplanten.
  • Verplant zo nodig groenblijvende heesters.
  • Snoei klimrozen.
  • Verwijder door schimmel aangetaste bladeren.

Spit kale grond om.

 

(Na)genieten

Wanneer het opruimen en voorbereidend werk erop zit, kunt u genieten van het natuurschoon in uw tuin. Vergeet dit vooral niet. Immers, daar doet u het voor.

 

Regenweetjes

In het kader van de herfstregen, hierbij enkele regenweetjes.

  • Regenwater bevat geen kalk.
  • In een tuin wordt gemiddeld 2200 liter drinkwater gebruikt voor het bewateren, terwijl hiervoor ook regenwater kan worden gebruikt. Regenwater vangt u op in een regenton.
  • Een zomerse bui is van kortere duur dan een herfstbui.
  • Regenwater kunt u drinken mits het steriel wordt opgevangen. Bij een regenton is daarvan geen sprake.
  • Zogeheten zure regen ontstaat onder andere van uitlaatgassen van auto’s of als rook van kolencentrales zich omzet in zwavelzuur en zich vervolgens in de wolken vermengd.
  • Over zwavelzuur gesproken. Er zijn planeten (Venus) waar regen uit zwavelzuur of uit methaan bestaat. Sterker nog; op een planeet 5000 lichtjaren hiervandaan, hebben wetenschappers regendruppels van ijzer geconstateerd.
  • Regen kan met 35 km/u naar beneden vallen.
  • Een regendruppel is gemiddeld tien dagen in de atmosfeer die de aarde omringt.
  • Op warme en droge plaatsen bestaat de mogelijkheid dat regen verdampt voordat het in aanraking komt met de grond.
  • De minste regen, met gemiddeld 6,5 centimeter neerslag per jaar, valt op Antarctica.