Mijn mooiste reis ‘Op Curaçao liggen een deel van Sarah’s roots’

In deze rubriek vertellen hartpatiënten over de mooiste reis van hun leven. Dit keer het verhaal van Geertje Boekhouder uit Ede, die hartpatiënt is sinds de geboorte van haar dochter Sarah (3). In mei beleefde ze met haar gezin een bijzondere vakantie op Curaçao.

‘Ik hou van reizen en heb al veel mooie landen gezien. Tegenwoordig vergt op vakantie gaan wel wat meer voorbereiding dan vroeger. Omdat we nu een kind hebben, maar ook omdat we sinds de geboorte van Sarah weten dat ik hartpatiënt ben. Ik heb een auto-immuunziekte, waardoor ik een verhoogde kans heb op trombose en mijn hart als het ware versleten is. Gelukkig kan ik een redelijk normaal leven leiden, en vakanties horen daar ook bij! De Afrikaanse rimboe zou ik niet zo snel opzoeken, maar als er een ziekenhuis in de buurt is dat kwalitatief goede zorg kan leveren, durf ik het wel aan. Curaçao was wat dat betreft een veilige bestemming.

Het eiland stond al langer op ons verlanglijstje, omdat mijn man Giorgio hier vandaan komt. Zeven jaar geleden zijn we er al eens een weekje geweest, maar toen waren we zo druk met familiebezoek dat we er niet aan toe kwamen om de omgeving te bekijken. Daarom besloten we nu twee weken te gaan, samen met mijn ouders. Die waren namelijk ook nieuwsgierig waar hun schoonzoon is opgegroeid.

Andere cultuur

Deze reis was voor ons extra speciaal omdat Sarah een deel van haar familie voor de eerste keer zou ontmoeten. Haar oma kende ze bijvoorbeeld tot die tijd alleen maar via Facetime. Bovendien ligt op Curaçao een stukje van haar roots, dat wilden we haar graag laten zien. De Caribische cultuur is heel anders dan de Nederlandse, we vinden het belangrijk dat ze die ook leert kennen. Sommige familieleden wonen bijvoorbeeld in hele primitieve huizen en hebben niet veel te besteden, en toch staat de voordeur altijd open voor bezoek.

In het begin vond Sarah het best spannend om al die nieuwe mensen te leren kennen en was ze een beetje verlegen. Maar iedereen was zo lief en gastvrij dat het ijs al snel gebroken was. Zo hebben we onder andere Giorgio’s biologische vader opgezocht en zijn twee oma’s. Eén van hen is al 103, een eeuw ouder dan Sarah dus! Het was heel bijzonder om die verschillende generaties samen vast te kunnen leggen op de foto. En ook een beetje emotioneel, want we weten niet of we ze nog een keer terug zullen zien.

Ook al kon ik niet met iedereen communiceren, omdat sommige familieleden alleen Papiaments spreken, vond ik het heel mooi om eindelijk een compleet plaatje te krijgen bij de verhalen die Giorgio vertelt. We hebben plekken bezocht waar voor hem dierbare herinneringen liggen, zoals zijn ouderlijk huis en zijn oude school. Daardoor voelt het alsof ik hem nu nóg beter ken.

Rotskust

Natuurlijk waren die familiebezoeken ook best intensief, dus gelukkig hadden we ook voldoende tijd om het eiland te verkennen. Ons grote voordeel was dat Giorgio moeiteloos de mooiste plekjes weet te vinden. Curaçao wordt aangeprezen vanwege het prachtige helderblauwe water en de witte stranden, maar de ruwe kant van het eiland is minder bekend. Het was heel gaaf om ook die uithoeken te zien, met hun hoge rotsen en woeste golven. En het was grappig om te ontdekken dat Willemstad heel erg veranderd is sinds de laatste keer dat we er waren. Hoewel je er nog steeds krotten ziet, staan er nu wel meer grotere huizen en zelfs villa’s.

Met mijn gezondheid ging het tijdens de vakantie best goed, eigenlijk voelde ik me niet anders dan thuis. Ik kan wat minder goed tegen de warmte dan vroeger, maar daar viel prima rekening mee te houden. Dan zocht ik bijvoorbeeld op tijd de schaduw op, of ging ik even binnen onder de airco zitten. Ik weet inmiddels goed wanneer ik het beter even rustig aan kan doen. In de brandende zon een hoge trap op klimmen, daar begin ik bijvoorbeeld niet aan. Hoe mooi het uitzicht ook is.

Andere smaken en kruiden

Waar we ook erg van genoten hebben is de Caribische keuken. Ik hou enorm van lekker eten en probeer graag nieuwe dingen uit, want ik lust bijna alles. Omdat ik vanwege mijn bloeddruk niet te veel zout mag, hebben we vooral in ons appartement gekookt. Maar ook in restaurants ging het verrassend goed. In Nederland is het altijd afwachten of er niet te veel zout in een gerecht zit, waardoor ik soms dingen moet laten staan. Anders weet ik al dat ik daar de volgende dag veel last van heb. Maar op Curaçao gebruiken ze een veel grotere variatie aan kruiden, waardoor alles heerlijk smaakte en ik toch nergens last van heb gehad.

Deze vakantie was een perfecte combinatie van familie bezoeken en lekker zwemmen, in de natuur zijn en relaxen. En Sarah bleek een ideaal kind om mee op reis te hebben, ze paste zich overal moeiteloos aan. Over een aantal jaar gaan we zeker nog een keer terug. Het zal namelijk nóg leuker zijn als oud genoeg is om alles bewust mee te maken.

Geertje blogt over haar leven op www.lifesabout.nl

Klaar voor de Elfstedentocht zonder ijs?

Voor echte schaatsliefhebbers kan Vadertje Vorst niet streng genoeg zijn. Alleen zo is er immers kans op een Elfstedentocht. Gelukkig zijn ze in Friesland zelf heel praktisch. Ook zonder ijs helpen ze bezoekers aan de Tocht der Tochten. Mét heuse stempelkaart en uiteindelijk een oorkonde.

Eigenlijk is het best een opluchting. Afzien hoeft niet om van de Friese elf steden te genieten. Sterker nog, zonder schaatsen of kluunmatten kunt u Friesland veel beter ontdekken. Met de auto bijvoorbeeld. Maar in welke steden komt u eigenlijk als u zich aan de Elfstedentocht waagt? Weinig niet-Friezen kunnen het rijtje van elf opdreunen. Allemaal plaatsen die al eeuwen stadsrechten hebben, maar vaak ronduit dorps aandoen. Sommige steden liggen landinwaarts, anderen aan het IJsselmeer, kortom, een lekker afwisselend landschap. Klaar voor de start?

Leeuwarden (Ljouwert)

De grootste van de Friese elf steden, markeert het begin en het einde van de Elfstedentocht. Het is fijn wandelen langs de Prinsentuin en de scheve Oldehove, een beetje de lokale Toren van Pisa. Het Fries Museum is een moderne blikvanger vol trotse geschiedenis en hedendaagse kunst. U rijdt voor een foto met het standbeeld van de Elfstedentochtrijder natuurlijk even langs het Fryslânplein!

Sneek (Snits)

In Sneek is de Waterpoort hét visitekaartje van de stad, maar het Scheepvaartmuseum is ook een must see. U waant er zich in de glorietijden van de Friese kust- en binnenvaart (met skûtsjes). Voor meer melancholie en zoetekauwen is de gang naar de ambachtelijke winkels vol Fries banket zoals Sneekse drabbelkoeken, oranjekoek en Fryske dúmpkes.

IJlst (Drylts)

IJlst is van oudsher bekend om zijn houtbewerkers. In het nieuw te openen Museum Houtstad IJlst leert u alles over hun geschiedenis. En verhip, daar blijkt niks houterigs aan, want van het lokale bedrijf Nooitgedagt komen de schaatshoutjes waarop we allemaal hebben leren schaatsen.

Sloten (Sleat)

Ah, en dan Sloten! Met 760 inwoners is het de kleinste van de elf Friese steden. Rustig en knus met jachthaven aan het Slotermeer en twee waterpoorten. In het Museum Sloten, in het voormalige stadhuis, is de Museumzolder ‘Laterna Magica’ een fantastisch cadeautje. Hier vindt u zomaar de mooiste collectie toverlantaarns van Nederland!

Stavoren (Starum)

Voor wie ooit de sage over het Vrouwtje van Stavoren hoorde, behoudt de stad een sprookjesachtige klank. Aan drie kanten ingesloten door het IJsselmeer is Stavoren dé stad van de Zuiderzee. De directe verbinding met de Friese Meren versterkt het wind- en waterkarakter. Oftewel, Stavoren moet u doorleven, stoer staand op de kade, niet ver van het standbeeld van het Vrouwtje.

Hindeloopen (Hylpen)

Hindeloopen is nog zo’n oude Friese handelsstad met speciale magie. De 900 inwoners zijn lekker eigenwijs, met een heel eigen dialect van het Fries, een bijzondere klederdracht en natuurlijk de Hindelooper schilderkunst. In het Eerste Friese Schaatsmuseum weet u weer dat u aan de Elfstedentocht bezig bent.

Workum (Warkum)

Monumentaal Workum heeft een populaire jachthaven, maar bij koud weer is hier ook genoeg binnen te zien. Zo zijn er het museum van Jopie Huisman, de autodidactische meesterschilder van het gewone leven, en de sierlijk gedecoreerde gildebaren in de Sint Gertrudiskerk.

Bolsward (Boalsert)

Frieser kan niet! De mooie oude binnenstad van Bolsward ontstond ooit op een drietal terpen. De Broerekerk met zijn glazen dak over de gotische zuilen is hier de grootste verrassing. Verder moet u in de Beerenburgfabriek beslist de kruidenbitter van Fedde Sonnema proberen. Natuurlijk ijs- en ijskoud!

Harlingen (Harns)

De potvisfontein aan de Zuiderpier in de haven van Harlingen verwijst naar vroegere walvisvangst, maar nu varen er vooral de veerboten naar Vlieland en Terschelling af. Heel bijzonder is Archeologisch Wijnaldum, gevestigd in de consistorie achter de kerk. Het vertelt over de middeleeuwse edelsmeedkunst in deze Friese regio (Westergo) en de gouden voorwerpen die er gevonden zijn.

Franeker (Frjentsjer)

De grootste troef van Franeker is het Eise Eisinga Planetarium met een eeuwenoud model van het zonnestelsel. Opvallend: in het café praten de Franekers vooral over kaatsen, hún sport. Schaatsen, wat is dat?

Dokkum (Dokkum)

‘754. Bonifatius bij Dokkum vermoord.’ Wereldwijd kent iedereen deze geschiedenisles. Dokkum is ook het voorlaatste station van de Elfstedentocht. Hopelijk heeft u nog energie om fijn te slenteren te midden van de 140 (!) rijksmonumenten. Daarna is het op naar de finish in Leeuwarden. De Unox-muts kan af, u heeft de tocht volbracht!

Elfstedentocht op uw gemakje

Over het ijs is de Elfstedentocht  199 kilometer, over de weg nog iets langer. Zelfs met de auto overbrugt u zo’n afstand niet zomaar. De Friezen stellen daarom slimme Elfstedenarrangementen beschikbaar. Een driedaagse autoreis met twee hotelovernachtingen bijvoorbeeld. Dan krijgt u automatisch een routekaart en informatie over de elf steden mee. U kunt zelfs afstempelen op diverse posten en ontvangt bij het volbrengen van de tocht een oorkonde op naam. Houdt u van lekker eten dan is ook nog een culinaire variant op de tocht mogelijk. U proeft dan van al het lekkers dat de Friese keuken te bieden heeft. Van traditionele lekkernijen tot innovatieve hapjes. Er zijn zelfs bieren, whisky’s en wijnen uit Friesland. Dat klinkt toch beter dan koek & zopie op het ijs? Buiten het winterseizoen kunt u natuurlijk ook langs de elf steden varen, fietsen en wandelen.

Meer informatie: http://frieslandtravel.com/nl/auto-motor/elfstedenroute.

Hartfalen: vragen aan huisarts Joke Lanphen

Wat is hartfalen eigenlijk? Deze vraag legden we voor aan een kaderhuisarts hart- en vaatziekten. De 61-jarige Joke Lanphen had tot 2014 een praktijk in Blaricum. Momenteel is ze o.a. werkzaam als directeur voor een zorggroep in de regio ’t Gooi en medisch manager van de huisartsenpost in Amersfoort. Ze werkt daarnaast als waarnemend huisarts.

Wat is hartfalen precies?

Hartfalen is precies wat het woord zegt, het hart werkt niet meer zo goed. Het hart wordt onvoldoende met bloed gevuld en/of de knijpkracht neemt af. Daardoor komt er minder zuurstof in het lichaam en zijn mensen sneller buiten adem.

Hoe kun je de eerste symptomen van hartfalen onderkennen?

Je merkt dat je sneller moe wordt. Je raakt eerder dan vroeger buiten adem. Op een gegeven moment merk je dat je enkels dikker worden. Je krijgt een vol gevoel in je buik. Dat komt omdat het hart minder krachtig pompt, of zich minder goed vult met bloed. Daardoor ontstaat stuwing. Er wacht meer bloed in het onderlichaam op doorstroming via het hart. Er ontstaat dus een soort ‘filevorming’. Het bloed wordt niet snel genoeg verder gepompt. Meer vocht treedt buiten de bloedvaten. Dat vocht zakt naar de enkels, die daardoor dik worden. Verder hoopt het zich op rond de longen, wat tot benauwdheid en kortademigheid kan leiden. Maar dat vocht hoopt zich ook op in de buik. Dat geeft een gevoel van druk.

Als een patiënt voor het eerst met klachten komt die op hartfalen lijken, welke vragen stelt u haar of hem dan meestal?

Ik vraag de patiënten of hun enkels dik zijn en of ze ’s nachts goed plat kunnen liggen. Krijgen ze het dan benauwd en moeten ze vaker naar de wc? In bed kan het vocht immers ook de bovenste delen van het lichaam weer makkelijker bereiken. Het wordt rondgepompt en via de nieren zoekt veel vocht een weg naar buiten. Dat moet worden uitgeplast. Ik onderzoek ook of ze zwaarder zijn geworden dan vroeger. Want door het vocht vast te houden kunnen mensen flink aankomen. Ik vraag of ze ooit een hartinfarct hebben gehad, of een hoge bloeddruk hebben. En ik wil weten waarom iemand aan hartfalen lijdt. Die diagnose stel ik door middel van een echo van het hart, een ECG-hartfilmpje en een bloedonderzoek. Uit de echo kan ik aflezen of het hart veel harder moet werken en minder milliliters verplaatst dan gebruikelijk. Dat wijst op hartfalen.

Is er een standaardbehandeling tijdens het eerste consult, en zo ja, waaruit bestaat die?

De arts kan vochtafdrijvende middelen, in de volksmond plaspillen genoemd, voorschrijven. Het overtollige vocht wordt daarmee uitgeplast. Dat kan wel vijf kilo aan gewicht schelen. De middelen zorgen ervoor dat de nieren meer vocht afscheiden. Dan moet tevens de bloeddruk gereguleerd worden, en ook daarvoor zijn medicijnen nodig. In ons lichaam zijn er namelijk meerdere mechanismen die de bloeddruk regelen. Als je op een van die mechanismen ingrijpt (door de plaspil) moet je voorkomen dat die andere mechanismen daar iets tegenin gaan doen. Ook dat kan via medicatie.

Wanneer besluit u een patiënt door te verwijzen naar een cardioloog?

Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer de diagnose niet helder is, of wanneer de huisarts niet zelf een hartecho kan laten maken. Niet alle huisartsen hebben namelijk de mogelijkheid om zelf een echo van het hart aan te vragen en veel ziekenhuizen houden het maken van zo’n echo ook liever bij de cardioloog.

Mensen schrikken als ze horen dat ze iets aan het hart hebben. Wat doet u om die angst weg te nemen?

Goed uitleggen wat hartfalen is en dat je er iets tegen kunt doen. Met medicijnen, maar ook door je leefstijl aan te passen, te stoppen met roken en minder alcohol te drinken. Het is goed om te weten dat hartfalen slijtage is als gevolg van het ouder worden of door een eerder hartinfarct. Hartfalen is niet direct levensbedreigend maar wel (fors) beperkend. Slijtage overkomt ons allemaal. Goede uitleg kan angst bij mensen afnemen.

huisarts Joke Lanphen

Geert de Jong: ‘Sinds mijn hartziekte ervaar ik meer levenskracht.’

Geert de Jong is 34 als hij een hartstilstand krijgt na een wielerwedstrijd. Het is het begin van een leven met hartritmestoornissen waardoor hij zijn werk en veel andere activiteiten moet staken en met angst voor herhaling leeft. Maar: ‘Ik leefde ervoor op wilskracht, nu volg ik mijn gevoel.’

Geert de Jong (39) was altijd gezond en heel sportief. Hij voelde dan ook niets tijdens de wielwedstrijd in Valkenburg. Geen vermoeidheid, geen kortademigheid, niets bijzonders. Maar toen hij na de finish afstapte ‘ging het licht uit’ en zakte hij in elkaar. Hij had een hartstilstand. De moeder van een vriend die haar eigen zoon stond toe te juichen begon hem te reanimeren.

Ambulancepersoneel nam het over met een defibrillator. Met succes, Geert kwam bij. Maar terwijl dat gebeurde realiseerde hij zich dat hij met een doodstrijd bezig was en dacht hij dat de geruststellende woorden van mensen die hem hier probeerden te houden, stemmen van de overzijde waren. Hij begon met hen te vechten om terug gaan naar het leven. Hij kreeg een kalmerend middel toegediend en werd wakker in het ziekenhuis.

Nog een hartstilstand

Zijn hartspier bleek ontstoken, waarschijnlijk veroorzaakt door een virus dat Geert had opgepikt. Dat is nu vijf jaar geleden. Inmiddels is Geert helemaal afgekeurd. Een half jaar na de wielerwedstrijd gebeurde hetzelfde namelijk nog een keer. Weer zat hij op de fiets. Dit keer met zijn twee jonge kinderen achter hem in een fietskar. Een normaal fietstochtje, geen extra zware inspanning. Geert lag in de berm met een hartstilstand. En weer had hij het geluk dat iemand hem hier, in het leven, wist te houden. Een vrachtwagenchauffeur zag hem liggen en had in het leger leren reanimeren. Hij belde een ambulance en begon te reanimeren. Volgens de artsen had littekenweefsel ontstaan na de eerste ontsteking ertoe geleid dat hij gevoeliger was geworden voor hartritmestoornissen.

Doodsangst

‘Ik was het vertrouwen in mijn lichaam helemaal kwijt,’ vertelt Geert hierover. ‘Mijn hart kan bij de geringste inspanning op hol slaan om vervolgens stil te staan.’ Om dat laatste te voorkomen draagt hij inmiddels een ICD ofwel een defibrillator. Als die in actie komt is dat een zware belasting. ‘Ik voel eerst mijn hart op hol slaan en dan voel ik die ICD met een heftige schok ingrijpen. Ik weet dat ik in leven blijf, maar het voelt alsof ik sterf. Er komt veel adrenaline vrij en ik ervaar pure doodsangst.’

De constante angst dat zoiets gebeurt kost veel energie. Ook moet hij constant rekening houden met de belasting die zijn hart aankan. ‘Ik kan niet meer de vader zijn die ik wil zijn, ik kan bijvoorbeeld niet echt stoeien met de kinderen of ze optillen. Ik kan ook niet de partner zijn die ik wil zijn of de werknemer.’ Geert zocht psychologische hulp om met zijn angst om te gaan, maar dat haalde niet veel uit. ‘Een psycholoog helpt om niet-reële angsten in perspectief te zien. Maar mijn angst is wel reëel.’

Vertrouwen

Toch heeft de ziekte hem ook veel gebracht. ‘Mijn leven is er totaal door veranderd. Ik was bankier en deed heel veel op wilskracht. Ik voelde nooit belemmeringen. Als ik iets wilde, zorgde ik dat ik dat ook voor elkaar kreeg. Maar ik zag de wereld ook erg in zwart-wit tinten. Nu doe ik veel meer vanuit mijn gevoel, en vraag me af: waar heb ik nu behoefte aan? Ook zie ik veel meer kleur. In het leven en in de mensen om me heen. Deze nieuwe, intensere manier van leven had ik niet willen missen.’

Geert kreeg van vrienden een boekje van Wim Hof, ofwel The Iceman. Hij was gewend altijd druk bezig te zijn en in actie te komen. Op zoek naar een voldaan gevoel door presteren. Maar nu leerde hij via de oefeningen in dat boek een andere kracht van zijn lichaam kennen. Hij oefende bijvoorbeeld met het inhouden van zijn adem. ‘Op een gegeven moment ontdek je dat je je adem veel langer kunt inhouden dan je denkt. En dat er vanzelf een moment komt dat je ademhaling weer begint. Dat gaf een enorm krachtig gevoel. Ik leerde vertrouwen op iets groters in mijzelf.’ Het gaf hem veel voldoening, deze momenten waarin er uiterlijk weinig gebeurde, maar van binnen juist heel erg veel. Dat werd zijn nieuwe kompas; voldoening ervaren door ontspanning. Zijn interesses zijn ook veranderd. Zo is hij geïnteresseerd geraakt in de symbolische en gevoelsfunctie van het hart. Hij vraagt zich vaker af: ‘Wat wil mijn hart mij eigenlijk zeggen? Wat betekent het hart eigenlijk voor mensen, los van de lichamelijke functie die het heeft.’

Hartewens

En er is ook nog iets anders wat hem van het hart moet: ‘Ik merk dat veel mensen die ziek zijn hun ziekte ervaren als iets wat hen is overkomen, waar ze slachtoffer van zijn. Eerst wenste ik ook dat ik van mijn ziekte zou genezen en ik mijn leven weer ‘gewoon’ kon oppakken. Nu wens ik, dat er een moment komt waarop ik de wens om ‘beter te zijn’ niet meer ervaar. Voor mij is mijn ziekte behalve een angstige en zeer zware beproeving ook een enorme leerschool die me niet alleen intenser van het leven doet genieten maar me ook een nieuwe diepere levenskracht laat ontdekken. Ik voel dat mijn tevredenheid en geluk groter en belangrijker zijn dan mijn ziekte. Vaak proberen we de omstandigheden die het ervaren van geluk in de weg zitten te veranderen. Maar ik denk dat juist het omarmen van die moeilijke omstandigheden gelukkig maakt.

DJ Rob van Someren: Voor reanimatie is het ritme van Staying Alive precies goed

Radio-DJ Rob van Someren (54) kreeg in 2014 een licht hartinfarct. Hij bleek geen klassieke hartpatiënt. Het duurde jaren voor de diagnose echt rond was. Voor zijn programma Somertijd bij Radio 10 organiseert hij eerdaags een Reanimatiedag. Aan Hartpatiënten Nederland vertelt hij waarom.

Wat gebeurde er in 2014 precies?

Na het sporten voelde ik me plots niet lekker. Ik kreeg een tintelend gevoel in mijn linkerarm en een pijnlijke druk op de linkerborst. Mijn beide ouders zijn overleden aan hartfalen. Ik wist dus meteen dat er iets met mijn hart was. Uit de onderzoeken van het AMC bleek dat ik een licht hartinfarct had gehad. De specialist sprak van een schampschot. De hartfunctie was nog 100% intact en littekenweefsel niet gevormd. Maar het hart had wel zuurstoftekort gehad. De afwijkende enzymwaarden toonden dat aan. Alleen duurde het lang voor de oorzaak van het hartinfarct werd gevonden. Die was atypisch.

Kun je dat uitleggen?

Mijn hart kreeg zuurstoftekort, omdat de binnenkant van mijn bloedvaten geïrriteerd raakten. Bij inspannende activiteiten stuwt het bloed sneller door de vaten, dat veroorzaakt wrijving aan de vaatwanden, mijn vaten vinden dat niet leuk en er ontstaat kramp waardoor ze samentrekken  en zich tijdelijk vernauwen. Het bloed krijgt minder ruimte, de bloeddruk stijgt enorm. Bij verdere verkramping kunnen de vaten zich zelfs helemaal afsluiten. Dat werd ontdekt bij de hartkatheterisatie. Normaal is dat pijnloos, maar ik voelde exact waar de slang zat. De behandelend professor stond perplex. Vasculair spasme heet het verschijnsel. Het komt bij vrouwen vaker voor dan bij mannen, maar bijna nooit zo extreem als bij mij het geval  is. Hoe dan ook was het eigenlijk tot dit jaar tobben. Met de vaten in rust was niks aan de hand, maar ik kreeg bloedverdunners en medicatie om mijn bloeddruk te verlagen. Zoveel dat zelfs tijdens het sporten de bloeddruk te laag werd.  Zo laag dat ik echt omviel. De balans was zoek. Nu is die medicatie aangepast en gaat het beter.  Ik bezoek een internist in plaats van een cardioloog. Die kan de  werking en combinatie van de medicijnen beter in de gaten houden dan de hartspecialist.

Het is een clichévraag, maar sta je na het hartinfarct anders in het leven?

Tuurlijk is er een vóór en na het hartinfarct. Ik ben me bewuster van zaken, let meer op mijn lijf en de werking van de medicatie. Toch is mijn leven niet echt veranderd, want ik deed nooit heel gek. Op mijn gewicht letten moest ik altijd al. Ik werk nog evenveel,  maak doordeweeks voor Radio 10 mijn programma Somertijd, werk meestal op dinsdag bij de politie in Amsterdam  waar ik vaak noodhulpdiensten draai en ik ben ook trouwambtenaar. Daarnaast heb ik nog twee bedrijven waarmee ik commercials doe, presentaties of drive-in shows in het land houd. Maar ik ben geen 18 jaar meer. Ik heb langer tijd nodig om van vermoeienis te herstellen. Dus als het even kan, draai ik geen nachtdiensten meer bij de politie. De dinsdag is al heftig genoeg. Om 6.15 uur sta ik dan op het politiebureau.  Vóór 15.30 uur  moet ik echt door naar de studio. De luisteraars hebben geen boodschap aan mijn meerdere banen en vermoeidheid. Om mijn conditie op peil te houden, ga ik twee keer per week naar de sportschool. Ik rook al tientallen jaren niet meer. Ik ben nog wel een Bourgondiër, maar verder ben ik best oké.

We hoorden dat je een Reanimatiedag voor je programma Somertijd aan het organiseren bent.

Klopt! Dat idee ontstond eigenlijk spontaan in de studio. We draaiden Staying Alive van de Bee Gees. Ik vertelde dat dat een perfect nummer is als je iemand reanimeert. Je voert je hartmassage uit op het ritme van dat lied. Een collega riep meteen als grap `de Somertijd reanimatiedag’! Ik had snel zoiets van, dát gaan we doen! Mensen die meemaken dat een naaste niet goed wordt, weten vaak niet wat ze overkomt. Er is veelal paniek en schroom. Dat zie ik ook tijdens mijn politiewerk. Het is belangrijk iets van reanimatie te weten. Je kunt eigenlijk ook niks fout doen. Een simpele hartmassage in de minuten voordat de ambulance arriveert, kan al levensreddend zijn. Als het bloed maar circuleert, er iets van zuurstof doorkomt. Het slechtste is niks doen. Dat besef wil ik samen met experts tijdens een speciale gratis training, ergens in Nederland, uitdragen. We hebben een breed publiek, tussen de 20 en 60 jaar, maar nog geen idee hoe groot de belangstelling zal zijn. Het wordt een serieuze middag, maar ook luchtig en laagdrempelig. Waarschijnlijk ergens in de lente van 2018.

Heb je nu al tips voor andere hartpatiënten?

Iedereen weet zelf drommelsgoed wat hij nog in zijn leven kan verbeteren. Doe daar serieus wat mee. Na een hartfalen kun je het ook voor je omgeving niet maken laconiek met je gezondheid om te gaan. Overdreven met ‘gezond’ bezig zijn, is echter ook niet goed. Genieten van het leven blijft belangrijk. Ik zeg maar zo: waarom leef je anders nog? Pluk de dag!

DJ Rob van Someren

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.

De twintig Nationale Parken van Nederland

Nederland, een dichtbevolkt land, is maar liefst twintig Nationale Parken rijk. Maar wat is het verhaal achter het natuurschoon? HartbrugReizen vertelt.

Twintig Nationale Parken vertellen het verhaal van de Nederlandse natuur. Typerende en karakteristieke kenmerken van de Nederlandse natuur waaronder bossen, duinen en heide zijn in de Nationale Parken terug te vinden. Hetzelfde geldt voor beekdalen, getijdenwater en laagveen, maar ook vennen. Verder is de variatie aan parkbewoners groot. Van amfibieën en reptielen tot vogels en vlinders én verschillende zoogdieren. Naast alle bezienswaardigheden, lenen de Nationale Parken zich uitstekend voor activiteiten. Sterker nog: het is dé manier om te zien en te beleven. En doordat de Nationale Parken verspreid liggen over de provincies, is er altijd één in de buurt!

Schiermonnikoog (Friesland)

Bloemen op de duinen, vogels op de kwelder en modder op het wad. Vergeet u de zeekraal niet te proeven! Sinds 1989 is het eiland een Nationaal Park en vanaf 2009 staat het Waddengebied op de UNESCO Werelderfgoedlijst.

Lauwersmeer (Groningen)

Door de brakke omstandigheden (vermenging van zoet en zout water) kon de bijzondere natuur in de Lauwerszee zich ontwikkelen. Om overstromingen tegen te gaan, werd de Lauwerszee afgesloten en is het Lauwersmeer ontstaan. Hierdoor is op de vroegere zeebodem een nieuw landschap ontstaan en vormt het een waar vogelparadijs.

Duinen van Texel (Noord-Holland)

Het westelijk deel van Texel bestaat uit een afwisselend landschap met droge duinen en natte duinvalleien. De bossen, heidevelden en kwelders bij De Slufter maken het plaatje af. De Slufter is een uniek gebied en staat in open verbinding met de Noordzee. Het Nationaal Park leent zich uitstekend voor een dagje uit.

De Alde Feanen (Friesland)

Hartje Friesland beschikt over ruim 2300 hectare laagveenmoeras. De natuur kenmerkt zich onder andere door meren, rietlanden en moerasbossen. En bent u bekend met petgaten, ruigten en struwelen? De variatie aan landschappen zorgt voor een rijkdom aan vogels en planten.

Drentsche Aa (Drenthe)

De beek in het Drentsche Aa is uniek in Nederland. Al kronkelend door het Nationaal Park creëerde zij een beek- en esdorpenlandschap. Gedurende duizenden jaren hebben boeren ook groots aan de rijkdom van de natuur bijgedragen.

Drents-Friese Wold (Drenthe & Friesland)

Het Drents-Friese Wold: één van de grootste natuurgebieden in Nederland met onder andere stuifzand en beekdalgraslanden. Sterker nog, het behoort tot de mooiste en belangrijkste natuurgebieden van Europa en is aangewezen als Natura 2000-gebied (een Europees netwerk van natuurgebieden waar belangrijke flora en fauna voorkomt en die men duurzaam wil beschermen).

Dwingelderveld (Drenthe)

Het grootste aaneengesloten natte heidegebied van West-Europa met een ongestoorde horizon: Nationaal Park Dwingelderveld. Dankzij een herder en twee schaapskuddes blijft de heide in conditie.

Weerribben-Wieden (Overijssel)

Van open water tot moerasbos en alles daartussenin. Dat is het Weerribben-Wieden in het kort. Inclusief typische moerasbewoners.

Zuid-Kennemerland (Noord-Holland)

Een uitgestrekt duinlandschap met stuivende duinen, beboste duintoppen en duinmeren die 40% van alle planten- en dierensoorten van Nederland herbergen. Onder andere damherten, konikpaarden en reeën, maar ook Schotse hooglanders en wisenten (Europese bizon) lopen rond.

De Sallandse Heuvelrug (Overijssel)

Het doet bijna on-Nederlands aan: de vergezichten over heidevelden en bossen. Een combinatie van schuivend ijs, smeltend zand en stuivend zand heeft ooit de Sallandse heuvelrug gevormd.

De Hoge Veluwe (Gelderland)

Nationaal Park De Hoge Veluwe behoort tot één van de eerste Nationale Parken. Samen met de Veluwezoom, zijn de Nationale Parken in de jaren dertig uit particulier initiatief ontstaan. Later in de jaren tachtig, zijn de overige achttien Nationale Parken door de toenmalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) benoemd. Het park beslaat ruim vijf procent van de Veluwe (het grootste laaglandnatuurterrein van Noordwest-Europa). Daarnaast is hier het wereldberoemde Kröller-Müller museum gevestigd.

Veluwezoom (Gelderland)

Van bos tot grote landgoederen: in Nationaal Park Veluwezoom komt u ze tegen op één van de vele wandelroutes.

Utrechtse Heuvelrug (Utrecht)

Een stuwwal met bossen en heuvels mondt uit in een agrarisch landschap: dat is de Utrechtse Heuvelrug in een notendop. Hier vindt u landgoederen, kastelen en buitenplaatsen.

De Biesbosch (Noord-Brabant & Zuid-Holland)

De Biesbosch kenmerkt zich door het grootste zoetwatergetijdengebied van Europa. De eilanden, kreken en wilgenbossen maken het plaatje compleet.

Oosterschelde (Zeeland)

Het grootste en natste Nationaal Park van Nederland. Een combinatie van getij, wind en water (veel water!) zorgt voor een steeds wisselend landschap met onder andere platen en slikken, maar ook inlagen, karrevelden en kreekgebieden.

De Loonse en Drunense Duinen (Noord-Brabant)

Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen wordt dankzij de zandvlaktes, heide en bossen liefkozend de Brabantse Sahara genoemd. Het stuifzandgebied behoort tot de meest uitgestrekte stuifzandgebieden van West-Europa.

De Maasduinen (Limburg)

De langste rivierduinengordel van Nederland vindt u langs de Maas en is ontstaan door water, wind en mens. Wist u dat de duinen van de Maas vanwege hun hoefijzervorm ook wel paraboolduinen worden genoemd?

Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide (Noord-Brabant)

Op de grens met België ligt het grensoverschrijdend Nationaal Park met een verscheidenheid aan bos, duinen en heide, maar ook polders, vennen en weilanden. Tevens zijn hier allerlei planten en dieren te vinden.

De Groote Peel (Noord-Brabant & Limburg)

De Groote Peel is een overblijfsel van het vroegere hoogveenmoeras tussen Noord-Brabant en Limburg. Het hoogveengebied waar vroeger turf is uitgegraven, staat nu bekend vanwege de vele vogels.

De Meinweg (Limburg)

Een uniek terrassenlandschap met de Boschbeek en de Roode Beek dwars op de terrassen. Tussen de beekdalen vindt u bijvoorbeeld vennetjes. Tevens komt hier (weer) een adderpopulatie voor.

Handen aan het bed

Nederland kent momenteel een schreeuwend gebrek aan verpleegkundigen. Het gevolg? Regelrechte misstanden. Vanwege een tekort aan verpleegkundigen, moeten ziekenhuizen patiënten weigeren. Door de daarbij horende grote werkdruk, legden verpleegkundigen het werk neer en gingen de straat op om actie te voeren. Kortom: zij willen meer handen aan het bed.

Volgens het NRC is de werkdruk onder andere in de Randstad te hoog. De krant schrijft dat er duizenden onvervulde vacatures zijn. In mijn optiek komt dat door het regeringsbeleid. Eerst werden verpleegkundigen opgezadeld met managementfuncties en vervolgens vielen er massaal ontslagen wegens bezuinigingen. Als gevolg hiervan waren er veel minder handen aan het bed beschikbaar want die waren reeds ingezet voor administratieve diensten. Ook moet tegenwoordig elke handeling nauwkeurig worden beschreven. En dat vreet tijd. Onaanvaardbaar, vinden wij. De handen aan het bed bepalen de kwaliteit van de zorg en niet de goed betaalde managers die gewichtig door de ziekenhuisgangen lopen. Eerder buiten spel gezette verpleegkundigen hebben door alle gebeurtenissen genoeg van hun baan binnen de Nederlandse ziekenhuizen en werken inmiddels met veel plezier elders.

Een soortgelijk probleem deed zich zo’n vijftien jaar geleden ook al voor. Ook toen was er te weinig personeel. Onze stichting, Hartpatiënten Nederland, heeft indertijd handvaten aangereikt aan ziekenhuizen, verzekeraars en overheid. Net als nu was er destijds ook een overschot aan verpleegkundigen in het ons omringende buitenland. Ons voorstel? Huur hen in middels detachering. Dit was toen al ons voorstel, en nu weer.

We hebben destijds zelf het initiatief genomen. Destijds hebben wij afspraken gemaakt met detacheringsorganisaties in Engeland, waar veel verpleegkundigen thuis met de duimen draaiden. Toen werd het probleem snel opgelost.

Het binnenhalen van verpleegkundigen is bovendien vaak een kwestie van beloning. Voor een appel en een ei komt niemand in de zorg werken. En de mensen die er voor zo’n schamel loon werken, verdwijnen als de hazenwind naar andersoortig werk. De zorg verdient beter, net zoals het verpleegkundig personeel. En daarom roepen wij de overheid en alle betrokken partijen dan ook op werk te maken van de verpleegzorg. Haal werkzoekende, buitenlandse, verpleegkundigen naar Nederland én zorg ervoor dat de (huidige) verpleegkundigen hetgeen krijgen wat zij verdienen.

Column door: Jan van Overveld

All you need is love!

Deze hartgenoten (her)vonden de liefde

Mensen die al eens mee zijn geweest op een van de HartbrugReizen, weten dat het daar om veel meer draait dan alleen een mooie vakantie. De positieve sfeer en gezelligheid in de groep heeft al talloze nieuwe vriendschappen opgeleverd. Voor een aantal gelukkige reizigers bracht het zelfs nog veel meer dan dat…

Jan Leuering (81) uit Leiden en Riki van der Heide (79) uit Enschede ontmoetten elkaar tijdens een reis naar Dresden.

‘Jan was eigenlijk verliefd op twee vrouwen’, grapt Riki. ‘Ja, dat leverde nog heel wat commotie op’, vult Jan aan. ‘Maar het was heel onschuldig. Ik ging die reis veel met beide dames om en op een gegeven moment gaf ik ze allebei tegelijk een arm. Maar ik voelde eigenlijk meer voor Riki, dus wij tweetjes trokken steeds meer naar elkaar toe. Toen heb ik haar in de lift een kus gegeven.

‘Ik wist niet hoe snel ik weg moest vluchten’, roept Riki lachend. ‘Stond ik daar op de verkeerde verdieping! Ik vond het allemaal véél te snel. Die reis is het dus bij vriendschap gebleven, maar we spraken wel af om later allebei naar de Costa Brava mee te gaan. Dat hebben we gedaan. Tijdens die vakantie ben ik gevallen en had ik mijn arm in een mitella. Jan was zó lief voor me, heeft me de hele tijd verzorgd. Eenmaal thuis stuurde hij me een mooie bos bloemen en maakten we een afspraakje in Katwijk. Daar is het eigenlijk écht begonnen.’

Jan: ‘Eerst zei ze: ‘Dit wordt toch niks, de afstand is te ver.’ Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan, dus nu reizen we allebei op en neer met de trein. Het voelt alsof we samenwonen, maar dan in twee verschillende huizen.’

Riki: ‘Ik krijg binnenkort een nieuwe woning, had net allemaal meubels besteld. Dat doe je niet zomaar weg. En hij heeft in Leiden ook zijn kameraden en de kaartclub. Maar we doen heel veel leuke dingen samen en we ondersteunen elkaar in alles, we hebben immers allebei veel narigheid meegemaakt. Na het overlijden van mijn man in 2011 had ik nooit gedacht dat ik het weer zou durven: een nieuwe relatie aangaan. Je moet elkaar weer leren vertrouwen. Maar dit voelt goed.’

Ze zijn nu dolgelukkig samen. ‘Wie had dat gedacht, op onze leeftijd?’, roept Jan uit. ‘Ik was al 9 jaar alleen en had altijd wel gehoopt om weer genegenheid bij iemand te vinden, maar vond nooit dé klik. Met Riki is elk uur, zelfs elke minuut gezellig! Ik ben ervan overtuigd dat mijn infarcten zijn gekomen door verdriet. Als je 50 jaar getrouwd bent geweest en dan alleen komt te staan, is dat niet niks. Riki heeft dat verdriet weggenomen. Ik vergeet zelfs vaak dat ik hartpatiënt ben! Ja, sinds ik haar heb, voel ik me een ander mens.’

Jan Beekman (80) uit Eindhoven viel aan de Côte d’Azur als een blok voor Ingrid van den Bergh-Snoek (76) uit Mijnsheerenland

De vrouw van Jan Beekman overleed in 2015, wat hij nog steeds als een groot gemis ervaart. ‘Ik weet nog dat ze zei: Ga nog eens terug naar de Côte d’Azur, daar was het zo mooi. Eigenlijk zag ik het niet zo zitten om alleen op reis te gaan, maar ik heb toch de stoute schoenen aangetrokken.’

Ook Ingrid had bijzondere herinneringen aan de streek. ‘Mijn man en ik vonden de Gorge du Verdon zo mooi, daar wilden we graag nog eens naar terug. Helaas is dat nooit meer gelukt, drie jaar geleden overleed hij.’

Al in de bus kregen de twee contact. ‘Niet lang daarvoor had ik mijn been gebroken, dus ik liep nog wat moeilijk’, vertelt Jan. ‘Ingrid begeleidde me. Bijna iedere avond zat ik naast haar aan tafel, ik denk dat ze die plek expres voor me vrijhield. Dan praatten we honderduit over koetjes en kalfjes. Aan het eind van de reis zei ik dat ik haar nog wel een keer wilde ontmoeten. Gewoon als vrienden natuurlijk.’

Ingrid: ‘Ook ik was helemaal niet uit op een nieuwe relatie. Ik had een fijn huwelijk achter de rug en vond het eigenlijk wel prima zo, in mijn eentje. Ik heb veel vrienden en vriendinnen, ben twee keer in de week vrijwilliger in het koffiecafé. Maar ja, toen kwam Jan op mijn pad… We hebben eerst maandenlang gemaild en gebeld. Ik was er nog steeds van overtuigd dat we gewoon vrienden waren. Maar toen we elkaar na al die maanden weer zagen, dacht ik: misschien kan het toch wel iets meer worden…’

‘Het klinkt misschien een beetje gek, maar er zijn best veel vrouwen geweest die iets met mij wilden’, zegt Jan. ‘Maar die voldeden allemaal niet aan mijn norm. Ingrid wel. Ze is heel lief en zorgzaam, daarnaast hebben we veel dezelfde interesses: we genieten bijvoorbeeld allebei enorm van klassieke muziek, kunst en een goed glas port. Ik ben ervan overtuigd dat we voor altijd samenblijven, dat hebben we elkaar ook beloofd. Niet bij de notaris, maar dat is ook niet nodig.’

‘We hebben allebei ook ons eigen leven’, zegt Ingrid. ‘Ik kan moeilijk tegen de dames van het koffiecafé zeggen dat ik voortaan niet meer kom. Maar we zijn zo veel mogelijk samen en dat is elke keer weer ontzettend fijn.’

Jan: ‘Ik praat soms nog met mijn vrouw, op de begraafplaats. Ze zei dat ze me het allerbeste gunde, dus óók een hele lieve vrouw. Het is fijn om te weten dat zij het goed vindt dat ik weer gelukkig ben.

Hoopt u op net zo’n bijzondere ontmoeting als deze stellen? Of bent u gewoon op zoek naar goed gezelschap om samen mee op vakantie te gaan? Vanaf nu is het mogelijk om via HartbrugReizen een oproep te doen voor een reismaatje. Mail uw oproep naar info@hartbrugreizen.nl

Nieuwsgierig

Als je dit leest is ons kindje geboren. Maar terwijl ik dit schrijf, ben ik nog hoogzwanger. Inmiddels duurt het wachten lang. We zijn er klaar voor.

In de auto is al weken de zogenaamde ziekenhuistas te vinden. Op de achterbank staat het autostoeltje, inclusief knuffel. Spullen die ik snel nodig heb, zitten in een rugzak.

Die hebben er zin in, horen we sommige mensen denken. Maar het is voor ons vooral praktisch. Dan hoeft m’n man op het moment suprème niet alles in één keer te sjouwen. Want dan is zijn zakje energie al leeg voordat het feest begint.

En zo hebben we op babygebied meer keuzes gemaakt met in ons achterhoofd: wat is handig voor een hartpatiënt? De ziekenhuistas is een sporttas met wielen en in de huiskamer is een lade van een kast gereserveerd voor luiers en andere kleine dingen zodat het niet nodig is om elke keer naar de commode te lopen.

De babyfoon heeft een camera. Dat is voor de een overbodige luxe, voor mijn man scheelt het waarschijnlijk onnodig traplopen. Als de baby huilt kan hij kijken of het gaat om iets dramatisch of een verdwaald speentje. Bij het laatste scenario is het niet nodig om direct naar boven te lopen. Tig keer heen en weer is nu eenmaal iets te veel van het goede.

Ondertussen zijn we nieuwsgierig. Naar de baby, naar ons nieuwe leven en hoe het tijdens de bevalling zal gaan, qua energie. Laatst hadden we even een generale repetitie. Ik twijfelde of m’n vliezen waren gebroken, maar vermoedde ook loos alarm. Voor de zekerheid naar het ziekenhuis. Rustig pakten we de rugzak, aten nog iets en gingen toch gespannen op weg.

Op de parkeerplaats werd al snel één ding duidelijk. “Wat zit er allemaal in die rugzak?” Thuis had ik ‘m meerdere keren getild. Ik vond ‘m niet zwaar, maar daar dacht m’n man anders over. “Misschien omdat het in de ochtend is.”

Toen we thuis waren, het was dus echt een mooie generale, hebben we gelijk de tassen opnieuw geordend. Daarna ploften we op de bank. Doodmoe. Allebei. Door de spanning. “Dat belooft nog wat als het echt zover is. Zijn we al kapot voordat de baby er is! Maar daarna kunnen we lekker bijkomen.”

Column door: Cilla Schot

Wie doet het licht uit?

Steeds meer ouderen in ons land zoeken naar wegen om een uitzichtloos lijden in ziekte en eenzaamheid te beëindigen. Daarvoor is medewerking van een huisarts of psychiater nodig. Omdat nogal wat mensen zo hun twijfels koesteren aan de medewerking van hun arts wordt naar andere wegen gezocht. In het NRC verschenen onlangs verhalen van mensen die hun leven hebben beëindigd met behulp van een speciaal middel, dat in Nederland niet meer verkrijgbaar is. Maar elders in de wereld nog wel. Er zijn zelfs mensen die hiervoor speciaal afreizen naar Zuid-Amerika, waar het middel in kleine winkeltjes te koop is.

Rond deze praktijk ontspon zich een hele discussie. Mag dit wel? Mag iemand die een eind aan een uitzichtloos bestaan wil maken, zelf het licht uit doen? Met name mensen met een christelijke achtergrond zeggen van niet. De mens heeft het recht niet om zelf een eind aan zijn lijden te maken. Dat is aan God, niet aan de mens.

Ik denk dat het ieders eigen afweging is. En eigenlijk haalt de realiteit al deze discussies en twistgesprekken in. Want we leven in een wereld, waarin we steeds vaker ons eigen plan trekken. Er is geen centraal gezag meer dat aan iedereen kan worden opgelegd. Vroeger deden kerk en staat dat. Maar steeds meer mensen erkennen dat gezag niet meer. Ze onttrekken zich eraan.

In toenemende mate vinden wij het omgaan met ons leven onze eigen verantwoording. We kunnen uiteindelijk immers uitsluitend bij onszelf te rade gaan bij het vinden van een antwoord op de vraag, wat goed en wat fout is. Natuurlijk, veel mensen oriënteren zich daartoe op hun kerk, moskee of tempel. Maar daarnaast zijn er talloze mensen die in deze instituten geen houvast meer ervaren. Zij zijn vaak wanhopig, naar antwoorden zoekend. En sommigen vinden daarin een eigen persoonlijke uitweg.

Ik wil me niet mengen in deze discussie. Ik denk dat we respect moeten hebben voor ieders keuze. Tegelijkertijd ben ik erg benieuwd wat u als lezer hiervan vindt. Laat het ons weten!

Column door: Henri Haenen