‘Reanimatie bij vrouw niet anders dan bij man.’
Amerikaans onderzoek wijst uit dat vrouwen minder kans hebben om gereanimeerd te worden dan mannen, wanneer zij een hartaanval krijgen. Mogelijk zijn omstanders bang om de borsten aan te raken. Hoe terecht is deze angst?
In Nederland vinden jaarlijks tussen de 7.000 en 8.000 reanimaties plaats buiten het ziekenhuis, blijkt uit cijfers van de Hartstichting. Meestal is het slachtoffer dan thuis, maar in 30% van de gevallen vindt de reanimatie plaats op straat of in een openbare gelegenheid. Als er binnen 6 minuten wordt gestart met reanimeren en er een AED wordt gebruikt, zijn de overlevingskansen het grootst. In de kostbare minuten voor de ambulance arriveert, kunnen omstanders dus het verschil maken tussen leven of dood.
Daarom is het dus essentieel dat zo veel mogelijk mensen kunnen reanimeren. Volgens het Rode Kruis heeft driekwart van de Nederlanders hiervoor echter onvoldoende kennis. Ook weten de meeste mensen niet hoe ze een AED, een automatische defibrillator, moeten gebruiken. Gelukkig heeft Nederland, als eerste land ter wereld, wel een netwerk van 170.000 burgerhulpverleners die zo snel mogelijk in actie kunnen komen als iemand een hartstilstand krijgt.
Hoe belangrijk adequate kennis over reanimatie is, blijkt wel uit de schokkende resultaten van een recent onderzoek uit de VS. Wetenschappers onderzochten bijna 20.000 gevallen van reanimaties buitenshuis. Daarvan werd 45% van de mannen door een omstander gereanimeerd, ten opzichte van 39% van de vrouwen. De gereanimeerde mannen hadden ook 23% meer kans om de reanimatie te overleven. De onderzoekers vermoeden dat dit grote verschil verklaard kan worden doordat omstanders bang zijn om de borsten van de vrouw te ontbloten of aan te raken. Bij de mensen die binnenshuis – in de meeste gevallen dus door bekenden – werden gereanimeerd, werd er namelijk wél even vaak ingegrepen bij vrouwen als bij mannen.
Mannentorso
De Amerikaanse Hartstichting concludeerde dat er bij reanimatiecursussen meer aandacht besteed moet worden aan het reanimeren van vrouwen, bijvoorbeeld door meer gebruik te maken van vrouwelijke poppen. Bij de meeste cursussen wordt immers gewerkt met een mannentorso.
Jan Franssen, instructeur bij Stichting Reanimatie Limburg, heeft al 46 jaar ervaring met reanimeren. Hij was ruim twee decennia ambulanceverpleegkundige en werkt momenteel op de Spoedeisende Hulp van het Laurentius Ziekenhuis te Roermond. Daarnaast geeft hij al ruim 30 jaar reanimatie- en AED-trainingen, zowel voor ziekenhuismedewerkers als particulieren. ‘Voor mij heeft het bij een reanimatie nooit uitgemaakt of de patiënt een man of een vrouw is’, zegt hij. ‘Ik denk dat dat voor alle professionals geldt. Door het Amerikaanse onderzoek heb ik me echter wel gerealiseerd dat het voor omstanders die weinig of geen ervaring hebben met reanimeren, wellicht anders kan zijn.’
Bij de cursussen van Stichting Reanimatie Limburg wordt een vrouwelijke pop gebruikt met (kleine) borsten. Dit is puur toeval, legt Franssen uit. ‘We leggen in de cursus namelijk geen nadruk op het verschil tussen mannen en vrouwen. Heel af en toe vraagt een cursist er wel naar, en dan leg ik uit dat reanimatie bij vrouwen precies hetzelfde gaat als bij mannen. De borsten hoeven ook niet te worden aangeraakt, want de druk moet juist op het borstbeen in het midden worden gelegd. Als de patiënt op de rug ligt, vallen (grote) borsten automatisch naar de zijkant. Zeker als het om oudere mensen gaat, die doorgaans slappere borsten hebben.’
Afschermen
‘Bij een reanimatie met de hand is het niet per se nodig om de bovenkleding uit te trekken, maar een AED moet wel op de blote huid gebruikt worden’, vervolgt hij. ‘Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die schroom hebben om een vrouw in het openbaar te ontkleden. Zelf probeer ik de patiënt altijd af te schermen van kijkers, maar dit doe ik ook bij mannen. Bij mensen met een islamitische achtergrond, die we sowieso al weinig zien op de cursussen, merk ik soms wel dat ze iets terughoudender zijn wat betreft het reanimeren van vrouwen. Misschien is het ook een vorm van schaamte.’
Hij betwijfelt of zinvol is als er tijdens reanimatiecursussen verschillende soorten poppen worden gebruikt. ‘Er is al langer discussie over of we over moeten gaan op genderneutrale poppen, maar ik denk eerlijk gezegd niet dat het nodig is dat iedereen leert reanimeren op zowel een mannen- als vrouwenpop. Daarmee zou je namelijk ook verwarring kunnen creëren: je benadrukt dan juist het verschil, terwijl dat er helemaal niet is. Wel heb ik mezelf voorgenomen om meer alert te zijn op het signaleren van vragen bij cursisten over het reanimeren van vrouwen, ook als ze die vragen niet uit zichzelf durven te stellen.’
Voor meer artikelen klik hier