Onlangs werd bekend gemaakt dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de traditionele Chinese geneeskunde erkent. In de elfde versie van een soort handboek, de International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD), die volgend jaar wordt gelanceerd, zal namelijk voor het eerst plaats zijn voor traditionele Chinese geneeskunde. Veel westerse artsen en onderzoekers zijn hier zeer bezorgd over. Volgens hen is er nauwelijks of geen bewijs voor de werkzaamheid en effectiviteit van deze geneeskunde.
Persoonlijk vind ik deze ontwikkeling zeker niet verkeerd. Integendeel zelfs. Het lijkt me juist goed als de westerse (reguliere) geneeskunde en de oosterse (complementaire) geneeskunde zouden samenwerken. Daar zijn wij voorstander van. Ik noem het bewust complementaire geneeskunde in plaats van alternatieve geneeskunde, door de nare bijsmaak die met dat laatste woord gepaard gaat.
Ik ben ervan overtuigd dat de gezondheidszorg erop gericht zou moeten zijn om zoveel mogelijk mensen te genezen. In de praktijk ligt dit echter iets complexer. Neem het verrichten van onderzoek. Vaak wordt er meer onderzoek gedaan naar medicijnen dan naar de positieve effecten van bijvoorbeeld een andere leefstijl. Eigenlijk is dit toch de omgekeerde wereld? Voorkomen is beter dan genezen…
Dat geldt volgens mij ook voor dit onderwerp. In de oosterse wereld wordt er gekeken naar zowel lichaam en geest, terwijl er in de westerse wereld meestal uitsluitend plaats is voor het lichamelijke aspect. Bij lichamelijke klachten is het ook belangrijk om verder te kijken naar de oorzaken, in plaats van alleen maar naar de symptomen. Als deze klachten (deels) op andere manieren zijn op te lossen, en niet alleen maar door bijvoorbeeld het voorschrijven van medicijnen, is dit toch alleen maar mooi meegenomen? Er wordt nogal eens gezegd dat ‘alternatieve geneeswijzen’ bij mensen tussen de oren zitten. Ik heb zelf een mooi praktijkvoorbeeld meegemaakt met een hond die homeopathische middelen kreeg toegediend. Deze middelen werkten verbazingwekkend goed, en het lijkt mij dat er bij een hond geen sprake kan zijn van een placebo-effect. En ongeacht hoe het werkt: dát het werkt, dat is waar het om gaat.
Zoals u weet worden wij door geen enkele industrie gesubsidieerd. Niet door de farmaceutische- of voedingsmiddelenindustrie, en dus ook niet door de complementaire industrie. Dat is nog steeds ons bestaansrecht, en daar zijn we ook trots op! Wij zijn en blijven de waakhond op het gebied van hart- en vaatziekten.
Door deze fundamentele principes wordt het echter ook steeds lastiger om onze Stichting te laten voortbestaan. Vooral omdat wij volledig afhankelijk zijn van mensen zoals u. Aangezien het einde van het jaar nadert, is bij deze uitgave een acceptgiro/machtigingsformulier bijgesloten. Net zoals u altijd op ons kunt rekenen, hopen wij van harte dat we ook weer op u kunnen en mogen rekenen in het nieuwe jaar. Zodat we ons mooie en broodnodige werk kunnen voortzetten. Doe ons een plezier en bespaar ons geld: machtig ons alstublieft. Wij moeten op de kleintjes letten en voor u is het voordeliger: mooi meegenomen dus!
Ik wens u, mede namens alle medewerkers, alvast prettige feestdagen en een voorspoedig 2019!
Marly van Overveld