Lifevest overbrugging ICD

Als je pacemaker hapert of je ICD het voor gezien houdt, breekt het angstzweet je uit. Dan is een snelle operatie nodig. Maar soms duurt het even voor je geopereerd kunt worden, en dan kom je ter overbrugging in het ziekenhuis terecht. Maar er is goed nieuws voor mensen die balen van dat lange wachten in het ziekenhuis: sommige patiënten kan een nieuw ‘lifevest’, een overlevingsvest, worden aangemeten. Tijdelijk, tot de operatie. En met dat vest aan, kunnen ze met een gerust hart naar huis, om in hun vertrouwde omgeving te wachten op een operatie.

Ziekenhuis VieCuri in Venlo heeft onlangs voor de eerste keer met zo’n lifevest gewerkt. In dit vest zit een externe defibrillator die in noodgevallen het hartritme weer op orde brengt. Zo’n vest is een oplossing voor patiënten die geopereerd moeten worden omdat hun pacemaker of ICD faalt. Zo’n apparaatje kan immers ook haperen, er kan een draadje breken of het apparaat is echt stuk. De meeste mensen kunnen relatief snel geholpen worden. Maar sommige patiënten komen op een wachtlijst en worden in het ziekenhuis opgenomen. Zo’n opname kan in sommige gevallen voorkomen worden door de aanmeting van een lifevest. De patiënt kan met zo’n vest de operatie thuis afwachten.

‘Dat is niet alleen veel goedkoper’, weet de Venlose cardioloog Joan Meeder. ‘De huur van een lifevest kost zo’n 3000 euro per maand, vele malen goedkoper dus als een ziekenhuisopname. Maar wat nog veel belangrijker is: de meeste patiënten willen thuis op hun operatie wachten en niet in het ziekenhuis. De patiënt is veel liever in zijn eigen vertrouwde omgeving dan gevangen binnen vier ziekenhuismuren. Het vest levert dus psychische voordelen op voor de patiënt.’

De benaming vest is eigenlijk wat ruim uitgedrukt. ‘Eigenlijk gaat het om een soort uitgebreide sport-bh. Daarin zitten op strategische plekken sensoren die het hartritme voortdurend opmeten en zo nodig een schok afgeven’, aldus Meeder. En nee, je kunt er niet mee onder de douche. ‘Als je wilt douchen moet het vest uit’, zegt Meeder. ‘Dan moet er iemand in de buurt zijn die kan ingrijpen in noodgevallen.’

Hoe vaak is zo’n vest eigenlijk een oplossing? Niet heel vaak, weet Meeder. ‘In VieCuri hebben we gemiddeld op jaarbasis twee mensen die heel lang in het ziekenhuis moeten wachten op een ingreep. Reken je dat om naar landelijke cijfers, dan zou het gaan om zo’n 200 patiënten per jaar in heel Nederland.’

Hoe kwam Meeder eigenlijk op het idee? ‘We hadden een patiënt gepland voor een ingreep. Deze patiënt wilde een van de beste chirurgen van Nederland, maar dat betekende wel dat hij wekenlang moest wachten op een ingreep. Want de operateur was net vier weken met vakantie gegaan. Hij zou dus lang aan de bewaking moeten liggen in het ziekenhuis.’

‘Bij toeval kwam ik in die tijd net terug van een nascholing in München, waar ik ook over dat lifevest werd onderwezen. Daar was ik erg enthousiast over, en ging er voortvarend mee aan de slag. De Raad van Bestuur van VieCuri besloot de huur van een lifevest voor deze patiënt te betalen, mede omdat het goedkoper uitviel dan een dure ziekenhuisopname. En de patiënt zelf wilde ook graag thuis op de ingreep wachten en niet in het ziekenhuis. Ik heb toen in enkele dagen tijd de goedkeuring gekregen van alle instanties en gremia die groen licht moesten geven voor de huur van het vest. En zo gebeurde het, dat het idee wat op dinsdagmiddag ontstond, al op vrijdagochtend, in de vorm van het lifevest, op de patiënt kon worden aangemeten.’

De 63-jarige patiënt in kwestie uit het Limburgse dorpje America (de bakermat van Rowwen Hèze) was de eerste patiënt die bij VieCuri het vest kon dragen. In Dagblad de Limburger vertelt hij hoe hij in 2014 tijdens een rondje hardlopen door het bos, valt en buiten bewustzijn raakt. Gelukkig wordt hij snel gevonden en gereanimeerd. Van ernstige schade is geen sprake, maar hij moet wel een ICD dragen. In augustus 2018 ging de ICD haperen, en gaf stroomstoten af waar die helemaal niet nodig waren. Dat kwam door een defect aan een draad naar het hart, en die draad moest vervangen worden. Niet zomaar een operatie, maar best wel riskant. En dus wilde de patiënt de beste operateur die er is in Nederland. Maar die was net op vakantie. Dat werd dus wachten. De man hoorde in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven over het bestaan van een lifevest en sprak er over met zijn Venlose cardioloog, Joan Meeder. Die stroopte de mouwen op, en binnen enkele dagen zat de man mét een lifevest thuis.

Meeder is zeer te spreken over het vest. ‘Het lifevest dat ik gebruikte is ontwikkeld door het Duitse bedrijf Zoll, en dus gemaakt met Duitse Gründlichkeit. In Duitsland worden al veel patiënten met zo’n vest behandeld.’ Het lifevest is inmiddels ook al geïntroduceerd in enkele andere Nederlandse ziekenhuizen, waaronder het Catharina in Eindhoven, waar de patiënt van Meeder geopereerd werd. ‘Elk apparaat kan kapot gaan’, besluit Meeder zijn betoog. ‘Als er dan geopereerd moet worden, maar het wachten duurt lang, dan kan zo’n lifevest heel goed van pas komen!’

Joan Meeder

voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Reanimatie-app Hartveilige School

Op de koffie bij Sam en David, de mannen achter Hartveilige School. Sam Steltman heeft Hartveilige School in 2017 bedacht: ‘Ik maakte van dichtbij mee hoe een kennis het leven van zijn vrouw redde. Het was heel heftig allemaal en die avond in bed voelde ik me best wel schuldig en realiseerde ik me dat ik haar leven nooit had kunnen redden. Ook bijna niemand van mijn vrienden is in staat om te handelen wanneer zoiets gebeurt. De meeste mensen willen best wel iets leren, maar toch komt het er vaak niet van. Toen kwam ik op het idee een game te maken waarmee je op een leuke manier kunt leren reanimeren.’

David Hup heeft een soortgelijk moment meegemaakt tijdens een vliegreis vanuit Roemenië op weg naar Nederland. ‘Tijdens de vlucht wordt iemand onwel. Ik zak van schaamte diep in mijn stoel als ik besef dat het toch wel heel ernstig is dat niemand van de stewardessen of de 200 passagiers weet hoe te reanimeren. Dan ga ik, net als Sam, rondvragen bij mijn vrienden, maar iedereen had wel een excuus. ‘Zo’n cursus is duur. Ik vind het toch wel een beetje eng. Eigenlijk moet het, maar ik heb het nog niet gedaan.’ Wanneer je beseft dat er iemand moet worden gereanimeerd, dan is het eigenlijk al te laat. Dat moment moet je voor zijn. Daarom moet deze game er komen. Het is een bewustwordingsproces dat we aan anderen willen overbrengen.’

Wat is het verschil tussen Hartveilige School en de huidige reanimatiecursussen?

‘Er zijn verschillende aanbieders die reanimatiecursussen verzorgen. Nadeel is dat je maar een paar mensen tegelijk kan trainen dus heb je heel wat opleiders nodig om een klas van 35 schoolkinderen op te leiden en daarbij is het heel lastig in te roosteren tussen de normale lessen door. En bij een reanimatiecursus die 3 uur duurt, kun je misschien maar een kwartiertje echt oefenen op de pop.

Het kan veel efficiënter

‘Met de game is het veel makkelijker, heb je minder begeleiders nodig en kan je veel meer mensen tegelijkertijd laten oefenen. Door heel vaak kort te oefenen met de game in plaats van eens in de 2 jaar een cursus te volgen, brengen we een natuurlijke reactie teweeg wanneer daadwerkelijk moet worden gereanimeerd.’

Hoe werkt de Hartveilige School ?

‘We willen het net zo leuk maken als een telefoonspelletje, zodat je het iedere keer weer opnieuw wil spelen om je score te verbeteren. De game kan je het beste vergelijken met een Playstation waarbij de pop als controller fungeert.  De Hartveilige School app geeft je een opdracht, bijvoorbeeld ‘Geef een borstcompressie’ maar ook advies wat je moet doen. Hoe beter jij het doet, hoe meer punten je krijgt en vervolgens kom je op een scorebord.’

Waarom starten jullie met middelbare scholen?

‘Wanneer jongeren al vroeg in hun leven in aanraking komen met reanimeren, hebben zij daar de rest van hun leven profijt van. Het gaat niet alleen om leren reanimeren, maar om zorgen voor elkaar. De digitale wereld is heel erg individualistisch. Daarmee wordt het menselijke aspect helemaal vergeten. We leren mensen niet alleen reanimeren, maar zo leren we mensen ook weer bewust te worden om te zorgen voor elkaar. Er voor een ander te zijn. Op te komen voor elkaar.’

Is de Hartveilige School app alleen geschikt voor scholen?

‘De app is geschikt voor iedereen tussen de 11 en 99 jaar. We willen ernaartoe dat er overal in openbare ruimten, verenigingen, scholen, ziekenhuizen en in bedrijven een pop is en het zo gemakkelijk en leuk mogelijk maken om er mee te oefenen en je prestaties te verbeteren. Het is ook een stoere game. Een game waarmee je levens kan redden!’

Door mensen te vragen in actie te komen wil Hartpatiënten Nederland 8000 euro ophalen voor Hartveilige School. Hoe vinden jullie dat?

‘Geld geven is mooi, maar in actie komen is natuurlijk supervet! Stel je eens voor dat je in actie komt door in je wijk een barbecue te organiseren. Daar sponsor je niet alleen de Hartveilige School app mee, maar heb je ook de gelegenheid kennis te maken met de buren van een stukje verderop en een praatje te maken.  Het is zo mooi samen iets te kunnen doen en er met elkaar voor te zorgen dat iedereen leert reanimeren.’

voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Burgernetwerk onmisbaar

Jaarlijks vinden er ongeveer 7000 tot 8000 reanimaties plaats buiten het ziekenhuis. Dat is uiteraard ingrijpend voor de slachtoffers en hun naasten, maar ook de hulpverleners die de reanimatie uitvoeren gaat het meestal niet in de koude kleren zitten. In de komende edities van HartbrugMagazine laten we deze laatste groep aan het woord. Dit keer het verhaal van John van den Beuken, wijkagent in Roermond.

‘Toen ik in 1983 begon bij de politie, stond reanimeren niet vermeld in het takenpakket. Al deden we het natuurlijk wel: je bent als agent hulpverlener in de breedste zin van het woord. Tegenwoordig wordt het wel uitdrukkelijk vermeld als politietaak, en dat is maar goed ook. Reanimeren komt tijdens ons vak namelijk steeds vaker voor, sinds in 2009 alle politieauto’s zijn uitgerust met een AED. Als er een noodmelding komt van iemand die een hartstilstand heeft, worden alle hulpdiensten opgeroepen. We hebben echter altijd een aanrijdtijd. In de kleine dorpen is dat soms wel vijftien minuten, terwijl op dat moment iedere minuut telt. Daarom zijn we zo blij met het landelijk netwerk van burgerhulpverleners, dat steeds groter wordt. Als de buurman van twee deuren verder óók weet hoe hij moet reanimeren, kan de hulp sneller op gang komen en heeft het slachtoffer dus meer kans om te overleven. Daar merken we steeds duidelijker het effect van. Voorheen waren wij of de ambulancedienst vaak als eerste ter plaatse, tegenwoordig zien we steeds vaker dat er al iemand met de reanimatie is begonnen. Ik wil graag een lans breken voor de noodzaak van dat burgernetwerk, en meer mensen oproepen om zich aan te melden. Ook collega’s van de politie, ambulance en brandweer. Zij staan namelijk niet automatisch geregistreerd, terwijl ze ook buiten diensttijd van levensbelang kunnen zijn.

Op de biljarttafel

Ik heb in mijn loopbaan bij de politie inmiddels heel wat mensen gereanimeerd, van een 2 maanden oude baby tot tachtigers. Ik heb zelfs een keer een man midden op een biljarttafel beademd. Hij was daar voorover gevallen en dus moest ik op de tafel klimmen om er bij te kunnen. Zo is elke reanimatie op zich natuurlijk indrukwekkend, maar de één haal je makkelijker weer voor de geest dan de ander. Mijn eerste keer herinner ik me bijvoorbeeld nog heel goed. Ik was aan het werk op het politiebureau van Weert, toen er opeens iemand naar binnen kwam redden. Schuin tegenover het bureau was een oudere vrouw in elkaar gezakt. Op dat moment schiet je meteen in de handelsmodus. Dat is ook de kracht van de politie: meteen doen wat nodig is. Terwijl ik mijn handen op en neer zag gaan, schoot door mijn hoofd: doe ik het eigenlijk wel goed? Mijn collega en ik keken elkaar aan, alsof we op die manier bevestiging zochten. Gelukkig kregen we die bevestiging al snel, in de vorm van een hartslag die terugkwam. Wat een opluchting!

Inzet, geen invloed

Deze vrouw heeft het gelukkig gered, maar helaas is dat niet altijd het geval. Het enige waar je als hulpverlener invloed op hebt, is je eigen inzet. En ook al geef je je volledige inzet, dan nog kan het dat iemand het niet haalt. Wij zijn immers niet degene die dat bepalen. Het is belangrijk om dat te beseffen, zodat je er ook mee om kunt gaan wanneer iemand het niet overleeft. Dat was bijvoorbeeld het geval bij de baby die ik jaren geleden heb gereanimeerd. Toen we bij het huis aankwamen, stond een van de ouders al in paniek op ons te wachten in de deuropening. Mijn collega en ik waren de eersten ter plaatse, de ambulance was er nog niet. We vlogen naar boven, naar de babykamer, en zijn meteen de reanimatie gestart. Dat kwam wel even dichtbij, zeker omdat mijn eigen kinderen in die tijd ook nog klein waren. Maar hoe gevoelig het ook is, je behoudt automatisch een bepaalde afstand. Dus toen we uiteindelijk moesten constateren dat het niet gelukt was, kon ik gelukkig ook denken: ik heb mijn best gedaan, de rest is niet aan mij. Natuurlijk heeft zoiets wel impact, je kunt niet zomaar meteen weer door naar de volgende aanrijding of winkeldiefstal. Daarom wordt er na een reanimatie standaard collegiale ondersteuning opgeroepen, zodat je het er gezamenlijk over kunt hebben. Ook thuis praat ik het altijd even van me af. Zo geef je het een plek.

Privacy

Wat precies de reden is waarom de baby het niet heeft gehaald, heb ik nooit geweten. In negen van de tien gevallen blijft het stil nadat iemand per ambulance naar het ziekenhuis is vervoerd. In het kader van de privacy mogen wij niet zomaar naar het ziekenhuis bellen om te informeren hoe het gaat, tenzij de mensen zelf aangeven dat wij die informatie mogen krijgen. Maar vaak hebben zij – terecht – iets heel anders aan hun hoofd, of ze gaan ervan uit dat wij hulpverleners automatisch op de hoogte worden gehouden. Dat is weleens jammer, want natuurlijk ben je als politieman ook betrokken. Tijdens de reanimatie ben je maximaal geconcentreerd en heb je maar één doel: je wil het leven van een mens redden. Het zou heel raar zijn als je niet benieuwd bent of dat ook is gelukt.

Niettemin blijft het enorm dankbaar werk. Hoewel het moeilijke omstandigheden zijn om in te werken en de reanimatie niet altijd succes heeft, heb ik altijd het gevoel gehad dat mensen blij zijn.

[‘ Meteen doen wat nodig is!’]

voor meer artikelen over o.a behandelingen klik hier

Lief voor je hart

Iedere week een portie (vette) vis is een goed idee. Vanwege de gezonde visvetten, maar ook omdat vette vis van nature vitamine D bevat. Vitamine D speelt een rol bij het voorkomen van een hoge bloeddruk. Je leest er meer over in het artikel op pagina 57, waarin we de vitamines die goed zijn voor het hart op een rijtje hebben gezet. Ook vitamine C en vitamine B1 hebben een gunstig effect voor het hart. Vitamine C zit onder andere in rode paprika en broccoli en vitamine B1 zit in graanproducten zoals volkorenbrood. In onderstaande recepten kun je dus volop genieten van al het goeds voor hart en bloedvaten. Doe er je voordeel mee!

Broccolistamppotje met bosui en zalm

Hoofdgerecht voor 4 personen

Bereidingstijd: 20 minuten

Voedingswaarde per persoon:

  • 2165 kJ (520 kcal)
  • 35 g eiwit
  • 23 g vet (4 g verzadigd vet)
  • 37 g koolhydraten (2 g suikers)

Boodschappenlijstje:

  • 800 g aardappelen
  • 800 g broccoli
  • 4 stukken zalm (à 125 g)
  • 3 eetlepels olijfolie
  • 2 bosuitjes, in ringen
  • 50 ml halfvolle melk
  • Versgemalen peper
  • Rasp van 1 citroen

Bereiding:

Schil de aardappelen, halveer ze en kook ze in ca. 15 minuten gaar. Verdeel de broccoli in roosjes en snijd de stronken in plakjes. Kook de broccoli in ruim water in 6 minuten gaar. Bestrijk de zalmfilets dun met olie. Bak de filets in een hete koekenpan met antiaanbaklaag (zonder extra olie) in 6-8 minuten mooi bruin, de filets mogen van binnen nog rosé zijn. Bak de laatste 3 minuten de bosui al omscheppend mee.

Giet de aardappelen en broccoli af en maak er met de melk, versgemalen peper en de rest van de olie een romige stamppot van. Roer de bosui erdoor.

Schep de broccolistamppot op 4 borden en verdeel er de zalm over. Verdeel de citroenrasp over de zalm.

 

Sandwich van volkorenbrood met rode paprika en gestoomde makreel

Sandwich van volkorenbrood met rode paprika en gestoomde makreel

Lunchgerecht voor 2 personen

Bereidingstijd: 10 minuten

Voedingswaarde per persoon:

2360 kJ (565 kcal)

26 g eiwit

36 g vet (7 g verzadigd vet)

33 g koolhydraten (6 g suikers)

Boodschappenlijstje:

4 sneetjes volkorenbrood

1 eetlepel verse dille

2 eetlepel mayonaise

2 geroosterde paprika’s (uit pot)

Handje rucola

150 g gestoomde makreelfilet

Bereiding:

Rooster de sneetjes brood in een broodrooster goudbruin. Snij de dille fijn en meng met de mayonaise. Bestrijk 2 sneetjes brood aan 1 kant met de mayonaise en beleg met de rucola. Snij de paprika’s in repen en verdeel over de rucola. Verwijder het vel van de makreelfilet en verdeel de makreel in stukjes over de paprika’s. Dek af met een sneetje brood. Snij diagonaal door en steek in iedere sandwich een prikker.

Tip: gerookte makreelfilet bevat redelijk wat zout, het zoutgehalte in gestoomde makreelfilet ligt een stuk lager

Sandwiches

Klik hier voor meer heerlijke gezonde recepten!

Papierkraam

Mensen in de zorg klagen steen en been over de papierkraam waarmee ze in hun werk in toenemende mate geteisterd worden. Vaak zijn ze de helft van de werkzame tijd kwijt aan het invullen van allerlei formulieren en het bijhouden van lijstjes, statistieken en overzichten. Een fenomeen dat Nederland kwelt, en niet alleen in de zorg. Ook de politie heeft te weinig tijd om boeven te vangen omdat een diender erg veel tijd kwijt is aan de administratieve rompslomp. Waarom eigenlijk? Zodat aan alle, door ambtenaren onder Haagse tl-lampen in torenflats, bedachte regels wordt voldaan? Grijze ambtenaren die nooit met hun poten in de spreekwoordelijke modder hebben gestaan, maar het desondanks allemaal beter weten?

Je zou het voor minder aan je hart krijgen. Die enorme regelzucht waaraan Nederland bezwijkt, gaat intussen wel ten koste van ons aller veiligheid en gezondheid. Om maar eens een voorbeeld te geven: als ik vroeger naar de dokter belde, kreeg ik altijd een secretaresse aan de lijn. Met haar kon ik ook steevast voor diezelfde dag een afspraak maken met de huisarts. Kom daar nu nog maar eens om! Om te beginnen moet ik voor tien uur bellen, en dan ben ik vaak beller nummer zes of zeven. Wachten dus tot die andere bellers zijn uitgepraat. Na elf uur kan ik niet meer bellen want dan is de secretaresse in vergadering, en tussen twaalf en drie wordt de telefoon botweg niet meer opgenomen. Ik weet niet hoe het in andere praktijken gaat, maar zo ziet mijn toegang tot de medische wereld er in elk geval uit.

Overigens niks dan lof voor mijn huisarts, hoor! Ik ben echt heel blij met hem. Hij vertelde me onlangs dat hij vroeger zijn praktijk samen met zijn vrouw, ook arts, makkelijk af kon. Nu heeft hij veertien man in dienst en komt hij om in het administratieve geregel.

Dit land regelt zichzelf kapot. Die regeldrift zou bedoeld zijn om de patiënt te dienen. Kunnen we niet gewoon wat meer ons hart laten spreken? Dat scheelt enorm aan formulieren. En doet de stress bij zowel zorgverleners als bij de hulpbehoevenden fors afnemen, lijkt me zo.

Column door: Henri Haenen

De vakantie begint in de bus!

Terwijl ik dit schrijf geniet ik van mooie uitzichten, prettig gezelschap, een kopje koffie, een goed boek en een leuk muziekje erbij. Ik zit namelijk in de bus! Onderweg naar Zuid-Spanje, samen met 39 medereizigers. We hebben een 21-daagse reis voor de boeg, en we kiezen er bewust voor om het lekker rustig aan te doen. Het zijn heel wat kilometers die we moeten afleggen, maar als we straks in Spanje zijn, hebben we dik twee weken de tijd om daar te genieten van de mooie omgeving en een heerlijke aangename temperatuur. Tijd voor vakantie!

Reizigers die nog nooit eerder een busreis hebben gemaakt, kijken hier vaak tegenop. Ik probeer hen er altijd van te overtuigen dat de vakantie begint op het moment dat ze in de bus stappen. Voorafgaand aan de vakantie heb je vaak best wat stress: Hoe zal het bevallen? Vergeet ik niets? Heb ik mijn medicijnen? Hoe zal de reis verlopen? Op het moment dat de bus vertrekt, valt er een last van je schouders af. Het is tijd voor vakantie, tijd om te genieten! Onderweg worden er drankjes geserveerd, variërend van koffie, thee en soep tot water, bier en wijn: roept u maar! Ook maken we regelmatig tussenstops om onze benen te strekken. Er is volop tijd om gezellige praatjes te maken, en er is ook heel veel moois te zien onderweg. Ook kan iedereen op zijn eigen manier genieten van een boek, tablet of puzzelboekje. Heerlijk!

Zo keek ik zelf al maanden uit naar deze reis, en de excursies moeten nog beginnen! Ik geniet nu al volop tijdens deze lange, maar vooral leuke heenreis. ’s Avonds in de overnachtingshotels genieten we van een heerlijk diner, waarna we ’s ochtends weer vol goede moed beginnen aan de volgende etappe.

Ik wens u een reislustig 2019 toe, en hoop u te ontmoeten of terug te zien tijdens een van onze reizen. Want vertrouw op mij: zodra u in de bus stapt, heeft u het vakantiegevoel meteen te pakken!

Column door: Jan van Overveld

Voor meer columns van o.a Marly van Overveld klik hier

Geen pillen, maar paprika’s?

De jaarwisseling ligt inmiddels een maandje achter ons als deze eerste Hartbrug van het nieuwe jaar bij u op de deurmat valt. Terwijl ik mijn stukje voor deze uitgave schrijf, denk ik aan een aantal zaken die recent mijn bijzondere aandacht trokken:

  • Alternatieve therapieën onder vuur bij CZ
  • Medicijntekorten patiënten klagen over meeluisteren bij de dokter
  • Van de helft van wat we doen in de geneeskunde weten we niet of het werkt
  • Verborgen deals van topartsen

En zo kan ik nog wel even doorgaan, maar daar worden u en ik echt niet vrolijker van. Op deze manier raak ik er steeds meer van overtuigd dat de gezondheidszorg ziek is. Goed ziek. Maar hoe kunnen wij die genezen en is er nog hoop op verbetering? Jawel hoor. Ik kan u gerust stellen…

Het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) organiseerde onlangs een dag waarop artsen samen komen om elkaar aan de tand te voelen over gevoelige kwesties binnen hun vak. Dit jaar was hun thema ‘Verbeteren of verzieken? Medicalisering en de rol van de dokter’. Uit diverse publicaties bleek op deze NTvG-dag aanzienlijk ruimte te zijn voor een scherpe weging van wat de medische wereld nu eigenlijk echt doet.

Onder medicalisering verstaan we een door een arts uitgevoerde activiteit die niet leidt tot een substantiële gezondheidswinst. Daarbij gaat het om situaties die in principe normaal zijn, maar door medische inmenging tot ziekelijk worden benoemd. Vervolgens volgen maatregelen waar betrokkenen niets mee opschieten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan overgangsklachten. Een heel normaal verschijnsel waartegen allerlei medicijnen, met de nodige bijwerkingen, werden voorgeschreven. Echter zonder resultaat!

Ook kun je ziektes creëren door de zogenaamde normaalwaarden, die in het bloed gemeten worden, op te krikken. Als je de normaalwaarde van bijvoorbeeld cholesterol, hoge bloeddruk, en suikerziekte, net zoals chronisch nierfalen en zelfs verdenking op prostaatkanker scherper weet te formuleren, dan stijgt het aantal “patiënten” met grote getalen. Oftewel, plots hebben zij te kampen met hoog cholesterol, hoge bloeddruk, suikerziekte, chronisch nierfalen of verdenking op  prostaatkanker. De zinloze strijd tegen deze ‘te hoge’ waarden wordt door de dokter goedbedoeld overgenomen en het resultaat is een miljardenbusiness die niet meer te stoppen of te verminderen valt. Op de NTvG-dag is meerdere malen gesteld dat klaarblijkelijk dertig procent van alle medische ingrepen overbodig is. Daartoe behoort ook het voorschrijven van medicatie!

Daarbij komt ook nog eens het feit dat wij steeds minder risico’s accepteren en is geneeskunde vaak gericht op risicobehandeling. Goede voorbeelden daarvan zijn cholesterolverlagers, bloedverdunners en bijvoorbeeld medicijnen tegen hoge bloeddruk. Allemaal medicatie die je niet slikt om symptomen te bestrijden. Wij slikken het massaal omdat we in de veronderstelling zijn dat we ermee voorkomen dat we ooit symptomen krijgen. En in dit alles is Big Farma een hele belangrijke boosdoener: ‘Wat de grote firma’s uitvreten met uw arme lijf en de beïnvloedbare dokter, is veel erger dan we toch al vreesden ’ aldus Bert Keizer, filosoof en arts bij de Levenseindekliniek, in NRC.

En nu mijn uitleg waarom dit verhaal geruststellend is: het betekent dat onze dokters hun eigen grenzen onder ogen durven te zien.

Column door: Jan van Overveld

Voor meer columns van o.a Jan van Overveld klik hier

Zwanger en een hartinfarct

De 27-jarige Trisha timmert aan de weg als zelfstandig ondernemer en is zwanger van haar eerste kind wanneer zij een hartinfarct krijgt. Maar ondanks de afwijkende onderzoekuitslagen, willen de artsen zich in eerste instantie niet neerleggen bij de diagnose: ‘Volgens hen paste een hartinfarct niet bij mijn leeftijd en gezondheid.’ Haar verhaal… 

Wanneer Trisha midden in de nacht wakker wordt door pijn op de borst, denkt zij in eerste instantie aan een verkeerde houding en strekt wat heen en weer. Aangezien zij in verwachting is, wuift ze de pijn weg als een zwangerschapskwaal: ‘Na verloop van tijd zakte de pijn en uiteindelijk ben ik in slaap gevallen, maar de volgende dag was ik extreem moe.’ Als zij de volgende nacht eveneens dezelfde pijn ervaart, trekt zij direct aan de bel en maakt haar vriend wakker: ‘Ik ervaarde dezelfde klachten, alleen was de pijn nu vele malen erger. Daarnaast deed mijn linkerarm pijn en transpireerde ik hevig. Mijn vriend heeft direct 112 gebeld waarna ik werd opgehaald door een ambulance.’

Trisha met haar kindje

De diagnose

In het ziekenhuis volgen diverse onderzoeken en wanneer uit het bloedonderzoek blijkt dat zij afwijkende waarden heeft, waaronder een verhoogde troponine-gehalte, zijn de artsen alert, maar vanwege Trisha’s leeftijd en gezondheid ook argwanend: ‘Hun argwaan zorgde voor onzekerheid bij mij. Immers, ik wist niet wat er aan de hand was. Mijn gevoel van onzekerheid werd versterkt doordat een echo van mijn buik uitbleef en ik hierdoor niet wist of met onze baby alles goed ging.’

De volgende dag wordt Trisha overgebracht naar een academisch ziekenhuis. Daar volgt de verlossende diagnose: ‘Ik bleek wel degelijk een hartinfarct te hebben gehad.’ Trisha’s hartinfarct blijkt veroorzaakt door Prinzmetal Angina Pectoris (ook wel coronair vaatspasme of variant angina genoemd); een tijdelijke afsluiting van een of meerdere kransslagaders van het hart als gevolg van een krampachtige samentrekking van het bloedvat (vaatspasmen). Vaatspasmen veroorzaken onder andere zuurstofgebrek in de achterliggende hartspier.

Trisha is blij dat zij eindelijk een diagnose heeft, ook al dringt deze niet direct tot haar door: ‘Ik leefde op dat moment in een bubbel en het kwam niet binnen, want het enige waaraan ik kon denken was het kleine mini mensje in mijn buik. De mededeling dat in geval van nood voor mij zou worden gekozen en niet voor de baby, voedde mijn bubbel. Want ook al begreep mijn verstand het, mijn groeiende moederhart schreeuwde van verdriet. Nadat ik eenmaal thuis was en mijn vriend aan het werk ging, drong het plots tot mij door. Ik werd emotioneel en besefte toen pas dat ik bang was om te overlijden. Ik durfde niet meer alleen te zijn.’

Het besef

Inmiddels zijn tien maanden verstreken en is Trisha de trotse moeder van een zoon, maar haar verwerking is nog in volle gang: ‘Alles begint een plekje te krijgen, al vind ik het nog steeds moeilijk om te beseffen wat er gebeurd is. Ik heb gezocht naar iemand die hetzelfde heeft meegemaakt, omdat ik denk dat het mij kan helpen om met een lotgenoot te praten, maar helaas heb ik (nog) niemand gevonden. Ik hoop dat ik door het delen van mijn verhaal iemand help.’

Trisha is nu op de goede weg, al hebben de recente gebeurtenissen zowel zakelijk als privé invloed gehad: ‘Ik ben zelfstandig ondernemer, dus op het moment dat ik ziek ben, krijg ik niet uitbetaald. Tevens is mijn bedrijf mijn passie, waardoor ik het moeilijk kon loslaten. Als gevolg hiervan was ik na een week alweer aan het werk. Maar na vijf dagen werken riep mijn lichaam mij terug en was ik genoodzaakt om een stap terug te doen. Ik werk nu minder en logischerwijs is dat merkbaar in ons inkomen, maar gezondheid gaat voor.’

Niet alleen met werken is Trisha geminderd, ook met haar geliefde vrijetijdsbesteding: ‘Ik heb altijd meermaals in de week intensief gefitnest, maar eenmaal uit het ziekenhuis was mijn conditie weg. Na enkele weken ben ik naar de sportschool gegaan en heb ik het voorzichtig opgepakt. Uiteindelijk ben ik aangepast blijven sporten tot week 32 van mijn zwangerschap. Momenteel wandel ik veel en binnenkort mag ik weer beginnen met fitnessen waar ik nu al naar uitkijk.’

Het leven

Door deze gebeurtenis is de kersverse moeder zich meer bewust geworden van het leven en zichzelf: ‘Voorheen was ik erg perfectionistisch en continu aan het plannen, uiteraard raakte ik daar gestrest van. Tegenwoordig ben ik sneller tevreden en laat ik gebeurtenissen en situaties sneller los; ik ben rustiger. De onzekerheid benauwt mij af en toe nog steeds, maar momenteel genieten wij van ons zoontje en proberen wij het samen een plekje te geven.’

voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Tegen een burn-out aan

Kent u deze nog: “Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, wij hebben ongelofelijke haast. Opzij, opzij, opzij, want wij zijn haast te laat, wij hebben maar een paar minuten tijd. We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer blijven staan…”? Herman van Veen zong eind jaren zeventig over het alledaagse, maar drukke leven. Anno 2019 lijkt er niets veranderd. Sterker nog, het aantal burn-outs neemt toe. En blijft maar toenemen. Maar hoe te voorkomen?

Zoals van Veen zong, we willen van alles, waardoor van alles moet, maar eigenlijk lopen wij onszelf voorbij. Aangezien we in het begin van het nieuwe jaar zijn, doet zich een ideale gelegenheid voor om te relativeren. Dus trek aan uw spreekwoordelijke rem, doe een stap terug en vraag uzelf af: ‘Draai ik op mijn reserves?’

Een burn-out

Letterlijk betekent burn-out ‘opgebrand’. En in feite is daarmee alles gezegd. Bij een burn-out bent u overbelast, raakt u het overzicht kwijt en verliest u de grip. Een tijdlang te veel spanning (stress) zorgt voor psychische en lichamelijke klachten die u belemmeren in uw functioneren. U raakt overspannen door een combinatie van verplichtingen, problemen en gebeurtenissen. Maar wanneer klachten maandenlang aanhouden en overgaan in algehele (emotionele) uitputting, heeft u een burn-out. Klachten zoals uitputting, moeheid en slaapproblemen horen bij een burn-out, net zoals concentratieproblemen, prikkelbaarheid en piekeren.

Het herstel

Herstellen van een burn-out verloopt in drie fases. De eerste fase is gericht op inzien en accepteren. Zodra u accepteert dat u een burn-out heeft, kunt u pas rust nemen en ontspannen. Daarna gaat u oorzaken analyseren en oplossingen bedenken, en tot slot is het zaak om de bedachte oplossingen uit te voeren. Maar herstellen doet u niet alleen, zorgverleners begeleiden u hierin en behandelen waar nodig. De huisarts, bedrijfsarts en psycholoog of een maatschappelijk werker, zijn over het algemeen direct betrokken. En wist u dat blijven bewegen een positieve uitwerking heeft op het verminderen van stressklachten? Daarnaast helpt (blijven) werken eveneens bij het herstel.

Even ontspannen

Een stelregel voor ontspannen is er niet, want ontspannen is voor iedereen anders. Blijf dicht bij uzelf en zoek hetgeen bij u past. Voor sommigen zijn dat rustige bezigheden, terwijl anderen het liefst activiteiten ondernemen en met hun handen bezig zijn. Een boek lezen, muziek luisteren of televisie kijken kunnen ontspannend werken. Anderen zweren bij beweging zoals wandelen, hardlopen of sporten. En weer anderen vinden rust in ontspanningsoefeningen zoals yoga. Blijft u in uw hoofd zitten? Mindfulness of een variatie daarop kan helpen om te ontspannen.

Feiten & Cijfers

  • 29 procent van de Nederlanders is zeer vermoeid.
  • 14 procent kampt met verschijnselen van een burn-out.
  • 12 procent heeft milde psychische stoornissen.
  • 4 procent heeft ernstige mentale stoornissen.
  • Bovenstaande klachten kunnen op den duur leiden tot psychisch verzuim.
  • De grootste redenen voor langdurig psychisch verzuim in Nederland zijn: angst, depressie en burn-out.
  • De drie meest voorkomende klachten zijn: niet goed kunnen slapen, piekeren en te veel stress.
  • Meer dan een miljoen mensen loopt jaarlijks het risico op een burn-out en andere werkgerelateerde psychische aandoeningen.
  • 1 miljoen Nederlanders heeft last van burn-out klachten.
  • 1 op de 7 werknemers heeft last van burn-out klachten.
  • 36% van het werkgerelateerde ziekteverzuim ontstaat door werkstress. Dat zijn 7.555.000 verzuimdagen.
  • Jonge werknemers van 25 tot 35 hebben relatief veel burn-out klachten, namelijk 17%. Oftewel, 240.000 werknemers.
  • Een werknemer die uitvalt met een burn-out, zit gemiddeld 242 dagen thuis.
  • Bij uitval door spanningsklachten duurt het verzuim gemiddeld 167 dagen.
  • Een werknemer die uitvalt met overspannenheid moet een werkgever gemiddeld 183 dagen missen.
  • Vrouwen verzuimen langer dan mannen.
  • Stress op de werkvloer is volgens het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beroepsziekte nummer 1.
  • Van het langdurig verzuim wordt 20% veroorzaakt door stress.
  • Gelukkige werknemers (gezond en vitaal) zijn 15 tot 20 procent meer productief.

Bron: Trimbos Instituut, ArboNed & Arboportaal

HartbrugReizen

Even helemaal weg van alledaagse bezigheden en uzelf terugtrekken? Wellicht is het dé ontspanning die u zoekt! Met HartbrugReizen gaat u in groepsverband op reis, maar met tijd voor uzelf. Een zorgeloze reiservaring waarin aan alles is gedacht, zelfs aan net dat beetje meer. Immers, een ongeluk zit in een klein hoekje. Oftewel, een georganiseerde reis met begeleiding waardoor u met een gerust hart reist!

Kijk voor een overzicht van onze reizen op www.hartbrugreizen.nl

voor meer artikelen over o.a mentale vitaliteit klik hier