Voedingssupplementen kunnen hart helpen

Het is mogelijk schadelijke effecten van overmatige vetinname op de hartfunctie te verminderen en zelfs te herstellen met behulp van voedingssupplementen. Dat blijkt uit onderzoek onder leiding van Jan Glatz en Joost Luiken van het academisch ziekenhuis in Maastricht, het MUMC+. De resultaten van hun onderzoek zijn recent gepubliceerd in het wetenschappelijke toptijdschrift Circulation Research.

Het hart haalt voeding vooral uit suikers (glucose) en vetten (vetzuren). Maar teveel vet leidt tot een opstapeling ervan in het hart, wat kan leiden tot hartfalen. Dan kan het hart het bloed niet meer goed rondpompen. Dat maakt je snel moe en kortademig. Oorzaak vaak: een te vet dieet. Uit onderzoek onder leiding van Jan Glatz en Joost Luiken blijkt dat voedingssupplementen de schadelijke effecten van overmatige vetinname niet alleen kunnen verminderen, maar zelfs de pompfunctie van het hart kunnen herstellen.

Vet stapelt zich op in de hartspiercel en dan is er geen plek meer voor glucose, terwijl het hart beide voedingsstoffen nodig heeft om goed te functioneren. In hun nieuwste onderzoek wilden Glatz en Luiken de balans tussen vetzuren en glucose in de hartspiercel herstellen. Ze onderzochten de werking van de aminozuurmix op het hart bij ratten met een zieke hartspier door een te vet dieet. Deze aminozuurmix stopte de vetopstapeling in de hartspiercel, wat leidde tot herstel van de hartfunctie. Een zieke hartspier kan dus genezen door de balans tussen glucose en vetzuren te herstellen.

De aminozurenmix is alleen op dieren is getest. Dat maakt verder onderzoek nodig om patiënten met hartziekten te helpen.

Blijf sporten en het leven vieren

Hij was pas één dag oud toen hij met spoed in het ziekenhuis van Utrecht moest worden geopereerd. We schrijven 3 juni 1993, Laurentius ziekenhuis Roermond. De pasgeboren Joris loopt blauw aan. Vlak na zijn geboorte wordt hij naar Utrecht gebracht waar blijkt dat zijn longslagader en aorta verkeerd liggen, waardoor zijn organen geen zuurstof krijgen. Het werd zijn eerste openhartoperatie, op een leeftijd van nog geen twee dagen oud. Zo’n 29 jaar later moest hij opnieuw onder het mes, dit keer in Rotterdam. Zijn aortaklep hield het voor gezien, de operatie duurde ruim negen uur. Vooral ook omdat zijn aorta áchter zijn hart ligt, wat ongebruikelijk is, maar wel een complicatie betekende voor de hartchirurgen.

Joris Levels uit het Limburgse dorp Heythuysen wist dat het er ooit van zou komen, dat zijn klep haperde. Joris, medewerker van jeugdzorginstelling Hoeve de Koalder in Baexem, bouwde al die jaren een forse conditie op, sportte veel, was actief in het verenigingsleven en werkte hard. Zodat zijn hart sterk genoeg was om te blijven functioneren, ondanks een lekkende hartklep. “Maar op een gegeven moment verloor het hart teveel kracht. Van elke zes liter die het moest rondpompen, viel er zeker één liter terug door de lekkende klep”, vertelt Joris.

Zwarte vlekken

“Op 18 september 2022 viel ik opeens uit”, herinnert Joris zich. “Voor die tijd sportte ik vijftien uur per week, ik was eigenlijk nooit moe. Maar die maandag had ik slecht geslapen, kon ’s ochtends niet sporten, en tijdens de tennistraining ’s avonds voelde ik me loom en kreeg ik hoofdpijn. Halverwege de training zakte mijn kracht weg, en aan het einde zag ik de tegenstander aan de andere kant van het net nauwelijks nog. Ik zag zwarte vlekken en stopte. Ik reed met de auto nog naar huis, had thuis een onderdruk van 55.”

Paniekaanvallen

“De volgende dag fietste ik naar de huisarts, kwam daar heel moe aan. Mijn bloeddruk was enorm laag, vooral de onderdruk. Desondanks fietste ik nog naar huis, waar de paniek toesloeg. De volgende dag ben ik met mijn moeder naar het ziekenhuis in Roermond gereden, om bloed te prikken. Terug thuis daarvan kwam ik de trap amper op. Het Radboud ziekenhuis in Nijmegen belde, ik kon daar enkele dagen later een MRI-scan laten maken en mocht tot die tijd niks doen. Ik sliep 18 uur per dag, was bij elke activiteit doodmoe. Ik had last van hyperventilatie en paniekaanvallen. Uiteindelijk werd ik naar het ziekenhuis in Roermond gebracht, waar cardioloog Casper Eurlings me op de hartbewaking liet opnemen en een CT-scan liet maken. Ik had een onderdruk van 28, het bloed zakte naar mijn voeten, mijn hart kreeg dat niet doorgepompt. De cardioloog meldde me daarop aan voor een operatie in Rotterdam. Ik vroeg hem: wat mag ik? Ik ben 29 jaar, wil zo fit mogelijk de operatie in. Je mag wandelen, was het advies.”

Uitstel

Joris begon dat wandelen steeds verder uit te bouwen om zo fit mogelijk te zijn als hij geopereerd zou worden. Uiteindelijk wandelde hij 25 kilometer op een dag, en had geregeld contact met zijn cardioloog bij Radboud. In december 2022 zou hij aan de beurt zijn voor een operatie, het wachten was op een telefoontje uit Rotterdam. “Dat kon ik verwachten op donderdag tussen 12 en 14 uur. Als je niet gebeld wordt lijkt het alsof je een uitslag krijgt voor je eindexamen: je bent gezakt – zo voelde dat”, herinnert Joris zich. “Uiteindelijk zou ik op 7 december geopereerd worden, moest ik me een dag eerder melden. Om 11.00 uur was ik in het ziekenhuis, sliep die nacht goed. Maar die volgende ochtend kwam er een spoedgeval tussendoor, mijn operatie werd uitgesteld. Mijn ouders waren woedend, dit kunnen jullie niet maken, hielden ze de medische staf voor. De chirurg maakte duizendmaal excuses. We zijn met twee man al sinds juli bezig met het voorbereiden van deze operatie, we willen er uitgerust en fris aan beginnen, en niet pas in de middag, zei hij. Door corona liep het ziekenhuis bovendien maar liefst 450 hartoperaties achter. Deze uitleg stelde ons gerust.”

Gelukt

“Op 12 december kwamen ze me om 08.30 uur halen. Om 16.00 uur belde de chirurg mijn vader dat de operatie gelukt was. ‘We gaan Joris dichtmaken’, zei hij. Om 18.00 uur lag ik op de IC, om 22.00 uur gaf ik het eerste teken van leven. De volgende dag kon ik terug naar de afdeling, en diezelfde dag hees ik me al het bed uit. Ik wilde mijn conditie zo snel mogelijk weer opbouwen.”

Hij werd overgeplaatst naar Radboud, waar hij op 20 december weer uitwandelde, huilend van blijdschap. Op 5 februari begon de revalidatie, die voorspoedig verliep. In de zomer kon hij weer gaan werken, en hij doet weer veel aan sport. “Het gaat inmiddels super met me”, vertelt hij. “Ik ben fitter dan veel van mijn vrienden. Het was een zwaar jaar, maar ik heb het niet als negatief ervaren. Ik ben er trots op hoe ik nu in het leven sta.”

Tekst: Henri Haenen
Foto: Joris Levels

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Arts Fazil test op Milan Festival de gezondheid van Hindostaanse festivalgangers

DEN HAAG – Hindostanen hebben een bijna twee keer zo grote kans op hart- en vaatziektes dan autochtone Nederlanders. Juist daarom kunnen festivalgangers aanstaand weekend hun gezondheid laten testen op het Milan Summer Festival, het grootste Hindostaanse festival van Europa. Internist Fazil Alidjan zal er staan om cholesterol te prikken, buikomtrekken en bloeddrukken meten. ‘We willen mensen bewust maken van de risico’s.’

Fazil Alidjan is internist-vasculair geneeskundige in het HagaZiekenhuis. Dat betekent dat hij patiënten behandelt met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten zoals suikerziekte, hoge bloeddruk en verhoogd cholesterol.

Lees hier verder.

Bewezen effectief voor vrouwen: het Mediterraan dieet

Het mediterrane dieet is al langer een van de populairste diëten. Het is gebaseerd op de traditionele eetgewoonten van de landen rond de Middellandse Zee, zoals de naam al aangeeft. Dit dieet brengt niet alleen een gezond voedingspatroon met zich mee, maar roept misschien zelfs de sfeer en smaken van een vakantie aan de Mediterrane kust op. Misschien zijn daarom veel vrouwen enthousiast. Maar wat is het effect op langere termijn? Dit is onderzocht onder ruim 25.000 vrouwen en recent is het resultaat gepubliceerd.

Wat is het Mediterrane dieet?

Wanneer u het Mediterrane dieet volgt, betekent dit dat u vooral veel pure ingrediënten eet. Denk aan: groente, fruit, volkorenproducten, noten en zaden, olijfolie, vis en gevogelte. Bewerkte voeding en rood vlees wordt weinig gegeten. Hoewel er veel onderzoek is gedaan naar dit dieet, is er weinig bekend over hoe de gezondheidseffecten op de langere termijn samenhangen met de mate waarin dit eetpatroon wordt gevolgd.

Onderzoek naar het effect van het Mediterrane dieet

Recent werd een onderzoek gepubliceerd in JAMA dat antwoord geeft op deze vraag. Voor dit onderzoek werden ruim 25.000 gezonde vrouwen die deelnamen aan de Women’s Health Study gevolgd. In april 1993 tot januari 1996 werden bloedmonsters, biometrie (hartfrequentie, bloeddruk) en informatie over hun voeding verzameld en geanalyseerd van juni 2018 tot november 2023.

De deelnemers kregen een score voor de mate waarin zij het Mediterrane dieet volgden. De score varieerde van 0 tot 9 punten, gebaseerd op 9 voedingscomponenten. Het belangrijkste doel was om te zien hoe deze scores samenhangen met sterfte. Om het verband tussen verschillende factoren beter te begrijpen, werd er tijdens het onderzoek gekeken naar 33 verschillende meetbare indicatoren, ook wel biomarkers genoemd (zoals cholesterol, ontstekingswaarden, insulineresistentie en stofwisselingsparameters).

Uitkomst: Leef je langer dankzij het Mediterrane dieet?

Van de ruim 25.000 vrouwen was de gemiddelde leeftijd bij de start van het onderzoek 54,6 jaar. Na zo’n 25 jaar werden de vrouwen opnieuw onderzocht. Inmiddels zijn er bijna 3900 van hen overleden. Vergeleken met de deelnemers die het Mediterrane dieet op een laag niveau (score 0-3) volgden, hadden de vrouwen die het dieet gemiddeld (score 4-5) en op hoog niveau (score 6-9) volgden respectievelijk 16% en 23% minder kans om te overlijden.

Dus hoe beter men zich aan het Mediterrane dieet hield, hoe lager de kans op overlijden. Er waren minder ontstekingen te zien en ook de stofwisseling was beter. Cholesterolwaarden verbeterden en de lichaamsmassa-index (BMI) nam af: Tevens verbeterde de bloedsuikerregulatie, zodat het risico op diabetes afnam.

Dus, van een vakantiegevoel tot een langer en gezond leven: het mediterrane dieet biedt een uitkomst. Lang leve(n) het Mediterraan dieet!

Bron: Cardiologie Centra Nederland

Dit is het effect van de zon op uw hart

Het is zomer! We genieten van vakantie, langere avonden en zomerse dagen. Naast dat veel mensen vrolijk worden van een zonnige dag is de zon ook goed voor ons hart. Dit heeft alles te maken met het feit dat zonlicht onze vitamine D concentratie verhoogt.

Vitamine D is een  belangrijke vitamine die uw hart in goede conditie houdt. U haalt deze vitamine uit voeding, zoals vette vis, kaas of margarine. Zonlicht speelt een essentiële rol in de productie van vitamine D in het lichaam. Wanneer de huid wordt blootgesteld aan ultraviolet B straling van de zon, wordt in de huid vitamine D3 gemaakt dat in de lever wordt omgezet in calcidiol (25-hydroxy-vitamine D). Vervolgens wordt calcidiol in de nieren omgezet naar de actieve vorm van vitamine D, calcitriol (1,25-dihydroxyvitamine D) en dat is uiteindelijk het stofje waar hart en vaten wel bij varen.

Hart- en vaatziekten komen veel voor en we delen dan ook met regelmaat inzichten om hart- en vaataandoeningen te voorkomen. Onderzoek laat meerdere voordelen van Vitamine D voor uw hart en vaten zien:

1. Bloeddrukregeling

Vitamine D helpt uw bloeddruk te reguleren door het enine-angiotensine-aldosteron systeem te beïnvloeden. Een lastig woord, maar dit systeem regelt de weerstand in de bloedvaten en de uitscheiding van vocht en zout. Voldoende vitamine D helpt om de bloeddruk goed te houden waardoor het risico op hoge bloeddruk (hypertensie) (hoge bloeddruk) wordt verminderd.

2. Ontstekingsremmende effecten

Chronische ontsteking wordt in verband gebracht met hart- en vaatziekten. Vitamine D heeft ontstekingsremmende eigenschappen en  beschermt tegen vervetting en verkalking van de slagaders (atherosclerose) en daarmee verlaagt vitamine D het risico op een hartinfarct of beroerte.

3.Verbeterde insulinegevoeligheid

Vitamine D helpt bij het verbeteren van de insulinegevoeligheid, die essentieel is voor het regelen van de bloedsuikerspiegel. Door de werking van insuline te bevorderen, helpt vitamine D diabetes type 2 (insulineresistentie) te voorkomen waardoor het risico op hart- en vaatziekten wordt verlaagd.

4.Vermindert het risico op bloedstolsels

Vitamine D heeft anticoagulerende eigenschappen, wat betekent dat het overmatige bloedstolling voorkomt. Bloedstolsels kunnen bloedvaten blokkeren en leiden tot aandoeningen zoals een trombosebeen, longembolie, hartinfarct en beroerte. Goede hartspierfunctie
In de hartspiercellen zijn vitamine D-receptoren aanwezig. Vitamine D draagt bij aan de samentrekking en ontspanning van de hartspieren en draagt zo bij aan een goede hartfunctie.

5.Minder risico op hartaandoeningen

Studies hebben aangetoond dat personen met hogere vitamine D-spiegels doorgaans een lager risico lopen op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten, waaronder hartinfarct en beroerte. Door de gezondheid van bloedvaten te verbeteren, ontstekingen te verminderen en de algehele cardiovasculaire functie te ondersteunen, speelt vitamine D een beschermende rol tegen hartaandoeningen.

Naast dat zonlicht goed is voor uw hart, is het verstandig uw huid te beschermen tegen te veel zon door u in te smeren met zonnebrandcrème en tijdig de schaduw op te zoeken. Dus geniet, goed beschermd, van een zonnige dag!

Bron: Cardiologie Centra Nederland

Oproep aan politici om preventieve maatregelen tegen hartziekten

Wereldwijd heeft de World Heart Foundation (WHF) een grote handtekeningenactie opgezet voor het voorkomen van hartziekten. Een op de drie mensen gaan dood aan hartziekten. Dat aantal kan fors omlaag. Hoe? Doordat regeringen maatregelen nemen die mensen helpen problemen aan hun hart te voorkomen, aldus de foundation. Preventie kortom. Daar moet veel meer aan gedaan worden. Hartpatiënten Nederland roept iedereen op deze petitie te tekenen.

Elk jaar vallen er wereldwijd zo’n twintig miljoen doden na een hartaanval of andere hartziekte. Bijna een op drie doden die jaarlijks vallen zijn daarmee doden als gevolg van hartziekten. Zo’n 80 procent daarvan is volgens de foundation te voorkomen. Tenminste als regeringen preventieve acties ondernemen.

Wat is nodig?

De belangrijkste elementen van de preventie van hartziekten zijn gezonde voeding, fysieke activiteit (genoeg beweging), het vermijden van tabak en ‘kennen van uw cijfers’, aldus de foundation.

De belangrijkste risicofactoren voor hartziekten en beroertes zijn ongezonde voeding, te weinig lichamelijke activiteit, roken en alcohol . Dit gedrag kan leiden tot verhoogde bloeddruk, diabetes, hoog cholesterol, overgewicht en obesitas.

Wat kan de overheid doen?

De overheid kan een belangrijke rol spelen bij het garanderen dat mensen een ​​gezond leven kunnen leiden, waaronder schone lucht, betaalbaar gezond voedsel en goed geplande stedelijke ruimtes die mensen stimuleren tot een actieve levensstijl. Gezondheidsbeleid dat een omgeving creëert waarin gezonde keuzes niet alleen beschikbaar, maar ook betaalbaar zijn.

Ieder land kan zijn eigen strategie ontwikkelen om hartziekten te voorkomen. De petitie is bedoeld om politici te overtuigen van de dringende noodzaak van preventieve maatregelen. De foundation hoopt op één miljoen handtekeningen. Doe mee, en help dit doel bereiken!

Teken hier: https://world-heart-federation.org/world-heart-day/petition/

Nabije toekomst: het robothart

Van een genetisch gemodificeerd varkenshart tot steunhart, donorhart en robothart: de ontwikkelingen rondom oplossingen voor het eindstadium van hartfalen gaan razendsnel. Toch is het gouden ei nog steeds niet gevonden. Jolanda Kluin, afdelingshoofd hartchirurgie in het Erasmus MC, vertelt over de uitdagingen bij het nabootsen van een hart.

In november vorig jaar overleed de tweede Amerikaan die een genetisch gemanipuleerd varkenshart geïmplanteerd kreeg. Zijn voorganger was al eerder overleden. En ook de eerste Nederlandse patiënt die in 2021 een kunsthart kreeg in het UMC Utrecht, redde het uiteindelijk niet. Hoewel de innovatieve alternatieven voor een harttransplantatie in eerste instantie succesvol worden ontvangen, zitten er toch de nodige haken en ogen aan.

Hoogleraar Jolanda Kluin, het eerste vrouwelijke hoofd hartchirurgie in Europa, ontving deze zomer 11 miljoen euro uit de Nationale Wetenschapsagenda voor haar onderzoek naar een uniek robothart, gemaakt van zachte materialen.

Om te beginnen een klein beetje achtergrondinformatie: wat is precies het verschil tussen een steunhart en een kunsthart?

“Een steunhart heeft de functie om het hart te ondersteunen en is dus geen vervanging voor het gehele hart. De meeste mensen hebben een probleem met de linkerkamer, terwijl de rechterkamer nog wel werkt. We kunnen dan een steunhart, ook wel LVAD genoemd, plaatsen om de linkerkamer te helpen. Het apparaat haalt het bloed uit het hart, dat vervolgens met een buis aan de aorta wordt teruggegeven. Een totaal kunsthart wordt geplaatst bij problemen van beide hartkamers. Bij deze techniek blijven de boezems in het lichaam en worden de twee kamers vervangen. In Nederland doen we deze ingreep niet. Patiënten die hiervoor in aanmerking komen, worden doorverwezen naar Duitsland. Het steunhart plaatsen wordt wel gedaan in Nederland, maar ook dit blijft een zeldzame ingreep.”

Wie komen ervoor in aanmerking?

“Er zijn verschillende indicaties mogelijk, zoals patiënten die een groot infarct hebben gehad, een virusinfectie of een ziekte aan de hartspier waarvan ze niet goed herstellen. Als overbrugging tot er een donorhart beschikbaar is, wordt er dan soms een steunhart geplaatst. Het kan ook een brug naar herstel zijn, bijvoorbeeld bij jonge vrouwen die hartfalen hebben na een bevalling, en bij wie de hoop is dat de linkerhartkamer zich nog zal herstellen. Tot slot zijn er ook patiënten die niet in aanmerking komen voor een transplantatie, maar wel een steunhart kunnen ontvangen.”

Wat zijn de nadelen van zo’n steunhart?

“Vergeleken met de vorige versies van het steunhart is er al veel verbetering gekomen, maar er zijn nog steeds een aantal dingen die je niet kunt. Douchen bijvoorbeeld, want er steekt permanent een kabel uit het lichaam voor elektriciteitsvoorziening. Die is ook gevoelig voor infecties. Daarnaast is het een hele onnatuurlijke manier waarop het bloed wordt rondgepompt, namelijk met een metalen schroef. Er kunnen stolsels ontstaan en door de bloedverdunners die men krijgt, zijn ook bloedingen veelvoorkomende complicaties. Er zijn dus de nodige beperkingen, maar de kwaliteit van leven is al veel beter dan bij het kunsthart. De mensen die daarmee moeten leven moeten vaak permanent in het ziekenhuis blijven en slepen een hele toren met zich mee die enorm veel lawaai maakt. Dat is zeker geen langdurige oplossing.”

U werkt aan een alternatief, het robothart. Het idee hiervoor kreeg u van een octopus, toch?

“Klopt. In de krant zag ik een plaatje van een zachte-robot-octopus, gemaakt door onderzoeker Bas Overvelde. Zijn robots hebben bewegende armen van zachte materialen en kunnen bijvoorbeeld nabootsen hoe een zeester over de zeebodem loopt. Ik dacht: als je die beweging omdraait, komt dit in de buurt van de knijpbeweging die een hart maakt. Met Europese subsidie hebben we uiteindelijk een zacht robothart ontwikkeld dat in een groot proefdier een uur lang de functie van het hart overnam. Het project waar we nu mee bezig zijn duurt zeven jaar en heeft als einddoel om langdurig in een proefdier te kunnen functioneren. De stap naar de mens is nog veel ingewikkelder, ook qua regelgeving, maar ik hoop dat dit binnen tien jaar mogelijk is.”

Wat is de grootste uitdaging bij het maken van een robothart?

“Zachte robotica is een nieuw onderzoeksgebied en er zijn dus veel zaken waar nog niet goed over nagedacht is. Om liters bloed per minuut rond te pompen is bijvoorbeeld veel meer kracht nodig dan om een zeester te laten lopen. Dat is onze grootste uitdaging. Daarnaast moet het hart lang meegaan en mag het natuurlijk niet falen. Als een zeester even hapert maakt dat niet uit en als je een robotnier zou maken die stukgaat, kun je altijd nog aan de dialyse. Bij een hart houdt het dan meteen op. Met kunstharten zijn al veel problemen geweest met elektronica, vaak met dodelijke afloop. Dat willen we voorkomen door een slim design te bedenken dat foutongevoelig is.”

Waarom dan niet eerst een minder cruciaal orgaan maken en meteen een hart?

“In een nier, lever of long zitten specifieke cellen die bijvoorbeeld de taak hebben om afvalstoffen uit het bloed te halen of zuurstof toe te voegen. Die structuur kunnen we nog niet namaken. Maar het hart is in wezen gewoon een pomp, de celstructuur maakt niet zoveel uit. Daarom is het een heel geschikt orgaan om mee te beginnen. Het hart dat we hebben ontwikkeld is in zijn geheel gemaakt van zachte materialen. Het heeft dus geen metalen schroef, zoals het steunhart, maar pompt het bloed rond op een manier die heel erg lijkt op een echt hart. De binnenbekleding willen we maken van een dun laagje cellen van de patiënt zelf, waarmee we de kans op afstoting en complicaties als stolsels en bloedingen hopen te verkleinen. Het hart heeft wel energie nodig. Een echt hart haalt dat uit suikers en zuurstof, ons hart is – net als het steunhart en kunsthart – afhankelijk van elektriciteit. Maar we hopen dit op een efficiënte manier te kunnen doen. Het hart zou zich bijvoorbeeld moeten aanpassen door minder bloed rond te pompen als je slaapt dan wanneer je rent. We willen ook dat het draadloos opgeladen kan worden, bijvoorbeeld in de vorm van een hesje dat je af kan doen om te douchen. Dat vergroot de kwaliteit van leven voor de patiënt.”

Zou het robothart op den duur het donorhart kunnen vervangen?

“Een menselijk hart blijft natuurlijk het beste, ik denk niet dat we ooit iets kunnen ontwikkelen dat mechanisch beter zal zijn dan een donorhart. Aan de andere kant zitten ook daar nadelen aan, zoals dat je afhankelijk bent van medicijnen tegen afstoting. Bij een robothart is dat niet het geval. Er zitten dus voor- en nadelen aan allebei en ik denk dat het elkaar mooi aanvult. Voorlopig is ons doel niet om te concurreren met harttransplantaties, maar om mensen met eindstadium hartfalen een goede kwaliteit van leven te geven. Ik geloof zeker dat dat haalbaar is.”

Tekst: Marion van Es

Foto: Jolanda Kluin | © fotografie Dirk Gillissen

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Patiënten zijn graag op de hoogte van het beloop van bijwerkingen

Dat blijkt uit een enquête die 1879 patiënten invulden. Hierin onderzocht Lareb wat patiënten willen weten over het beloop van bijwerkingen en hoe we beter inzicht krijgen in hoeveel last bijwerkingen geven. Met de uitkomsten kunnen we de Bijwerkingmonitor en informatie over bijwerkingen verbeteren.

De enquête bestond uit twee delen. In het eerste deel vroegen we wat patiënten willen weten over het beloop van bijwerkingen. Bijvoorbeeld of een bijwerking overgaat, hoelang een bijwerking duurt en of een bijwerking terugkerend is. In het tweede deel vroegen we patiënten naar hun mening over een vragenlijst waarmee we de belasting van bijwerkingen in kaart brengen. Deze vragenlijst is onderdeel van de Bijwerkingmonitor. Met de Bijwerkingmonitor brengen we namelijk het beloop en de belasting van bijwerkingen in kaart.

Resultaten
Veel verschillende patiëntenverenigingen hebben de enquête verspreid. Dit is terug te zien in de verschillende chronische ziekten die deelnemers hebben. Twee derde van de deelnemers vindt het zeer belangrijk om op de hoogte te zijn van het beloop van bijwerkingen. Maar slechts de helft is tevreden over de informatie de zij nu hierover ontvangen. Daarnaast kregen wij veel tips voor onze vragenlijst over de belasting van bijwerkingen.

Actie
De vragenlijst waarmee we de belasting van bijwerkingen in kaart brengen zal worden aangepast. Ook kunnen wij met de uitkomsten onze informatie over bijwerkingen nog meer laten aansluiten op de behoefte van de patiënt.

Klik op onderstaande infographic voor de resultaten van de enquête.

Bron: Lareb

Woest om negeren niet-reanimeren penning

Ineke Beldman kreeg op 17 december 2021 op de fiets een hartstilstand. De nu 69-jarige vrouw was onderweg naar de huisartsenpraktijk in haar woonplaats Epe, waar ze vrijwilligerswerk doet, toen omstanders haar tegen de kerstversiering aan een lantaarnpaal zagen aanfietsen. Een moeder en haar dochter bedachten zich niet en begonnen onmiddellijk met reanimeren. Toen Ineke in het ziekenhuis bijkwam en merkte dat ze nog leefde, was ze woedend. Ze wil namelijk helemaal niet gereanimeerd worden, en draagt daartoe al vele jaren een niet-reanimeren penning.

Op de fiets

“Het gebeurde om half twee ’s middags”, herinnert Ineke zich. “Sinds het begin van corona in 2020 doe ik vrijwilligerswerk bij een praktijk met vier huisartsen bij ons in het dorp. Om 12.00 uur rende ik nog trappen op en neer en ik moest nog wat dingetjes bij de artsen bezorgen. Daarvoor was ik onderweg. Om 14.00 uur zou ik visite krijgen van een vriendin. Later vertelde een vrouw me dat ze me op de fiets had gezien, en zag wat er gebeurde. Ook zag ze dat ik tijdens de reanimatie nu en dan de ogen opende, iets wat ik niet meer weet. Diezelfde avond schijn ik nog geappt te hebben, maar ook dat herinner ik me niet meer. Ik zie het wel terug aan de appjes, dat wel.”

Kasplantje

“Ik draag die penning omdat ik niet het risico wil lopen als een kasplantje verder te moeten. Ik kreeg daar veel kritiek op. Ik heb altijd voor de klas gestaan als onderwijskracht. Op een gegeven moment ging een collega een BHV-cursus doen, want dat is verplicht. ’s Ochtends leerde ze van alles, en ze vertelde me: vanmiddag ga ik reanimeren leren. Ik zei toen: voor mij hoef je dat niet te leren, want van mij hoeft dat niet! Daarop kreeg ik veel kritiek. Wat blijkt. De meeste BHV-opleidingen zeggen de cursisten helemaal niets over het bestaan van zo’n niet-reanimeren penning.”

“Niet gezien”….

“De moeder en dochter die mij reanimeerden, deden dat over mijn jas heen. Ze zagen de penning dus niet. Sindsdien draag ik twee penningen. Eén aan mijn beha, en één om mijn nek over mijn kleding. Die vrouwen bleven maar doorgaan, echt raar dat niemand een AED in de buurt kon vinden. Pas toen de politiewagen kwam is een AED aangesloten. Later had ik de agent aan de lijn en ik zei hem niet blij te zijn dat ik gereani meerd ben. De agent zei de penning niet gezien te hebben. Ik droeg en draag de penning op mijn hart – als je mijn beha doorknipt móet je hem zien. Zeker als hulpverlener moet je daar alert op zijn. Maar ja, veel BHV-ers weten van niks, ze kennen de penning niet.”

“Bovendien wordt mensen gezegd: ook al zie je zo’n penning, als je niet wilt stoppen, dan hoeft dat niet. Je kunt me niet kwader maken! We mogen wel beslissen of we begraven of gecremeerd willen worden, maar niet of we gereanimeerd willen worden. Doe wat ík wil, niet wat jij beter vindt!”

Wat een leven….

“Ik hang niet met elke vezel in mijn lijf aan het leven. Ik ben een realist. Kijk wat er in Gaza gebeurt of op andere plaatsen in de wereld. Hoe mensen elkaar afmaken. We maken er een zootje van met zijn allen. Als ik vooraf had mogen kiezen: wil jij dit leven op aarde, dan had ik gezegd: sla mij maar over! Zet maar iemand anders op de wereld. Ik ben niet depressief, integendeel, ik sta heel positief in het leven, doe vrijwilligerswerk, help anderen zoveel ik kan, ik ben niet egoïstisch, juist meer voor een ander. Maar daarmee zeg ik niet, laat mij maar dement worden en op deze wereld blijven. Ik draag die penning al sinds ik midden 40 was, vanaf de introductie ervan. Ik ga liever morgen dood aan een hartaanval dan over honderd jaar met allerlei ellendige kwalen. Dat vind ik geen leven. Het zou een prachtige dood geweest zijn, als ze me niet hadden gereanimeerd. Mensen vragen me: ben je niet blij dat je nog leeft? Als ik dan nee zeg, krijg ik allerlei bagger over me heen. Ik ben wel blij dat ik er goed uit ben gekomen, maar niet dát ik er uit ben gekomen.”

Laat me gewoon dood gaan!

“De kans is me ontnomen om gewoon dood te gaan. Was me dit thuis overkomen, dan had ik kunnen sterven en had zich niemand daarmee bemoeid. Dan had ik dit verhaal niet kunnen vertellen.” En, zegt ze strijdbaar: “Als je niet kunt stoppen als je zo’n penning ziet, ben je niet geschikt om te reanimeren.”

Medicatie

Kort na haar hartstilstand werd Ineke kreeg in het ziekenhuis in Zwolle geopereerd. Ze zou eerst gedotterd worden, maar bleek een aangeboren hartklepafwijking te hebben, met twee in plaats van drie klepsluitingen, en die klep was verkalkt.  Daarom werd het dotteren vervangen door een open hart operatie. Sindsdien weigert ze medicijnen te slikken. “Alleen een licht aspirientje, dat slik ik nog wel, als bloedverdunner, maar daar ga ik ook mee stoppen”, laat ze nog weten.

Tekst: Henri Haenen

Ineke Beldman | © Fotografie Sushilla Kouwen / Relevant

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Leven in het hier en nu

We worden meer onderbroken dan ooit tevoren, leven gehaaster en raken steeds sneller overprikkeld. Volgens Mark Tigchelaar, focusexpert met een achtergrond in neuropsychologie, raken onze hersenen steeds meer gewend aan korte prikkels. “Door al die snelle prikkels neemt onze aandachtsspanne af en leven we minder met aandacht.”

Afleiding is als het ware een businessmodel geworden. We worden overladen met notificaties op onze telefoon en naar allerlei websites geleid, waar we vervolgens ook nog eens worden blootgesteld aan advertenties. Onze aandacht wordt constant gegrepen. Daarbij komt die informatie ook nog eens steeds sneller naar ons toe, legt Mark uit. “Een mooi voorbeeld is TikTok. Deze app geeft korte, kleine prikkels. Het nadeel daarvan is dat onze hersenen gewend raken aan die snelle prikkels. Daarom hebben we steeds meer moeite met langzame prikkels, zoals het lezen van een boek.”

Schrijven

Hoewel onze telefoon en e-mail grote afleiders zijn, is er maar één de grootste: ons eigen hoofd. “Ons hoofd staat altijd aan en onze hersenen kunnen als het ware met onze gedachten blijven spinnen. Ze blijven in rondjes gaan. Daar worden we dan ook het meest door afgeleid.” Wat daarbij kan helpen, is volgens hem – heel simpel – pen en papier. “Hoe meer je opschrijft, hoe minder er in je hoofd blijft zitten. Een takenlijstje is hiervan een eenvoudig voorbeeld, maar het geldt ook voor emoties. Onze emoties kunnen letterlijk energie of aandacht wegtrekken, bijvoorbeeld als we piekeren. Wil je minder last hebben van terugkerende emoties, dan werkt het heel goed om dat letterlijk van je af te schrijven. Het maakt overigens niet uit of je dit op papier of digitaal doet. Schrijven zorgt ervoor dat die emoties als het ware vaststaan. Op die manier leeg je je hoofd.”

Zonder telefoon

Om meer in het hier en nu te leven, is het tevens een goed idee om je aandachtsspanne te vergroten. Mark pleit dan ook voor meer ‘saaiheid’ in je leven. “Wat ik daarmee bedoel is dat je snelle prikkels het beste kunt verminderen of vermijden. Dan kun je meer de diepte in, bijvoorbeeld door een boek te lezen of een mooi gesprek te voeren. Dat zijn ook nog eens dingen die heel veel voldoening geven. Je kunt in je pauze je telefoon erbij pakken en snelle prikkels tot je nemen, maar je kunt ook gaan wandelen. Wees daar selectiever in. Het is bijvoorbeeld heel goed om boodschappen te doen zonder je telefoon mee te nemen, of te ontbijten met je gezin zonder telefoon. Geen telefoon op het toilet, naar bed gaan zonder het apparaat. Koop bijvoorbeeld een ouderwetse wekker. Als je thuiswerkt, leg dan je telefoon in de keukenla. Simpel, maar heel effectief.”

Ook je dag beginnen zonder telefoon is een hele belangrijke. Jezelf ’s ochtends meteen blootstellen aan de prikkels van je telefoon is volgens hem hetzelfde als je dag beginnen met het eten van een donut. “Als je ’s ochtends veel suiker eet, wil je hoofd de rest van de dag meer. Dat geldt ook voor je telefoon, wat te maken heeft met het stofje dopamine. Dit geeft een drive, maar is ook heel verslavend. Dopamine vind je bijvoorbeeld ook in drugs. Dat is die verslavende component, waardoor je steeds meer wilt. Bij je telefoon is dat niet veel anders. Sterker nog: er zijn veel gelijkenissen tussen een gokverslaving en een telefoonverslaving.”

Rustmomenten

Wat tevens helpt, is het inbouwen van rustmomenten waarop je door de dag heen even kunt opladen. Hoe meer je daarvoor kiest, hoe weerbaarder je wordt tegen afleiding en verleiding. “Als je even geen nieuwe kennis en prikkels tot je neemt, gaan je hersenen in de afdwaalstand. Dat zorgt ervoor dat je hersenen opladen. De grootste uitdaging van deze tijd is dat we té gefocust zijn. Continu gefocust op nieuwe prikkels. Is een gesprek niet boeiend, wordt er wel gefocust op de telefoon. Zo sta je letterlijk de hele dag aan. De inhoud van de prikkel maakt niet eens meer uit, het gaat om de nieuwheid ervan. Dat is het fascinerende. Onze hersenen kunnen de snelheid van informatie en verandering ondertussen eigenlijk helemaal niet bijbenen. We hebben oude hersenen in een moderne tijd. Daarom zijn velen van ons overprikkeld en nemen burn-outklachten zo gigantisch toe: we kunnen het niet aan.”

Minder stress

Buiten rustmomenten kunnen ook yoga en meditatie effectief zijn. Daarnaast is wandelen goed, of gewoon even een huishoudelijke taak doen. “Wassen of strijken zijn niet per se leuke activiteiten, maar wel gezond. Doordat het zo simpel is, gaat je hoofd dwalen. Dat dwalen is nu net zo goed voor je. Door te ontfocussen, word je creatiever. Ook daalt je cortisolniveau. Afleiding zorgt voor meer stress, iets wat je als hartpatiënt zeker wilt vermijden. Constant afgeleid zijn geeft dus constant stress. Elk binnenkomend berichtje verhoogt je staat van alertheid. Die alertheid was vroeger misschien heel handig, als je boontjes zat te pellen en gevaar hoorde naderen, maar nu word je meer dan zeshonderd keer per dag afgeleid. Dat is te vermoeiend. Leef met aandacht, oftewel in het hier en nu. Als je dat doet, heb je meer rust en controle over de dag en krijg je de dingen gedaan die je wilt doen. Je zult zien dat je stressniveau daalt en je productiviteit stijgt.”

Tekst: Laura van Horik

Mark Tigchelaar | © Fotografie Frank Ruiter

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.