Prediabetes is de fase die voorafgaat aan diabetes type-2. In dit voorstadium merk je niks van de schade die er al aan je lichaam wordt toegebracht. Maastrichts onderzoek toonde recentelijk aan dat ook de schade aan zenuwen en bloedvaten al meetbaar is bij prediabetes. Prof. dr. Coen Stehouwer leidt de Maastricht Studie en de afdeling Interne Geneeskunde van MUMC+. Zijn werk en daarmee MUMC+ behoort tot de absolute wereldtop op dit gebied.
Zo’n vijftig jaar geleden werd de diagnose diabetes pas gesteld als je er als patiënt last van had, vertelt prof. dr. Stehouwer. De te hoge bloedsuikerwaardes leiden bijvoorbeeld tot veel plassen en dorst. “Maar als je daar last van hebt, is de waarde al verre van normaal. Daarom werden de diagnosecriteria naar beneden bijgesteld. De diagnose diabetes werd gekoppeld aan het risico op ziekte. Je kunt zeggen dat het grijze gebied tussen normaal, oftewel wit, en diabetes, oftewel zwart, kleiner werd met die nieuwe criteria. Dat grijze gebied noemen we ‘prediabetes’.”
Sterretje in de ruit
Doorgaans merk je zelf niks van licht verhoogde bloedsuikerwaardes en dus prediabetes. De organen worden al aangetast, maar nog niet zo erg dat je er last van hebt. “Vergelijk het met een sterretje in de voorruit van je auto. Het menselijk lichaam kan heel lang heel veel hebben. Zo wordt de lever beschadigd door alcohol, maar duurt het een tijd voordat dat zo ernstig wordt dat je er klachten van krijgt.” Gemiddeld heeft iemand tien jaar prediabetes voordat het stadium diabetes type-2 bereikt wordt. “Het is een langzaam voortschrijdende ziekte die steeds ernstiger wordt. En uit ons onderzoek is gebleken dat ook de schade aan de zenuwen, in benen, hart, ogen en hersenen, meetbaar is. Hoe ‘donkerder grijs’ de prediabetes is, dus hoger de bloedsuikerwaarde, hoe groter die schade.”
Monnikenwerk
Wat de Maastrichtse studie bijzonder maakt is het grote aantal mensen dat onderzocht is: zo’n negenduizend. Met behulp van onderzoekstechnieken die deels pas tien jaar bestaan, konden de onderzoekers het monnikenwerk klaren. “Dankzij de omvang van de bestudeerde groep, kun je ook zeggen dat het representatief is voor de hele bevolking.” De bevindingen hebben impact op de manier waarop wereldwijd naar prediabetes wordt gekeken. Want is het niet verstandiger het ‘grijze gebied’ op te heffen en al bij de eerste verhoogde bloedsuikerwaardes te spreken van ‘diabetes type-2’? “In Amerika zijn de richtlijnen al aangepast in die zin dat actief opsporen en behandelen van prediabetes aanbevolen wordt. Dat heeft natuurlijk flinke consequenties, want waar 10% van de Nederlanders diabetes type-2 heeft, heeft 25% prediabetes. De groep patiënten die je moet gaan behandelen groeit dus in één klap enorm als je prediabetes actief wilt gaan opsporen en behandelen.”
Investeren in preventie
In Nederland is het dan ook nog niet zover en gebaseerd op de terughoudende aard hier verwacht Stehouwer dat het nog minstens vijf jaar duurt voor ‘die draai gemaakt is’. “Pas dan zullen patiënten er iets van gaan merken. Afhankelijk van de bereidheid van de overheid om te investeren in preventie kun je dan kiezen voor screening, waarbij een bepaalde groep wordt uitgenodigd, zoals het bevolkingsonderzoek darmkanker voor 55-plussers. Gemakkelijker in te voeren is ‘case finding’, wat betekent dat de huisarts je bloedsuikerwaarde meet als je voor iets anders komt en vervolgens behandeling start als je waardes verhoogd zijn. Op dit moment wordt in dat laatste geval nog niet of nauwelijks actie ondernomen.”
In de nabije toekomst gaat de Maastricht Studie verder onderzoek doen naar zenuw- en bloedvatschade door verhoogde suikerwaardes. Hoe snel verergert de schade bijvoorbeeld? En zijn er mensen aan te wijzen die een groter risico lopen op schade dan anderen, waardoor je gerichter kunt behandelen?
Hoe verklein je het risico?
Om het risico op (pre)diabetes te verkleinen, komen de bekende leefstijladviezen weer om de hoek kijken. “Ook dit is een leefstijlziekte. Tachtig procent van de mensen met diabetes type-2 heeft overgewicht, maar de meeste mensen met overgewicht krijgen geen diabetes. Bij die laatste groep slaagt de alvleesklier erin voldoende insuline aan te blijven maken. Hoe goed dat lukt, is ook erfelijk bepaald. Dus de falende alvleesklier in combinatie met met overgewicht vormt de tweetrapsraket die leidt naar diabetes. Als je daarop tijdig ingrijpt, liefst zo vroeg mogelijk in het grijze stadium als je het mij vraagt, is er nog veel gezondheidswinst te behalen.”
Bron: www.mumc.nl