Lachen is (meer dan) gezond

Een gezond en gelukkig leven, wie wil dat nu niet? Humor, ontspanning, optimisme en hoop zijn allemaal factoren die daaraan bijdragen. Factoren die ook nog eens te trainen zijn. Met hun boek Hoop voor hart en hersenen vragen hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder en cardioloog Leonard Hofstra dan ook aandacht voor positiviteit.

Het was onder andere de coronatijd die Scherder en Hofstra aanzette tot het schrijven van dit boek. Mensen laten focussen op het positieve, dat was de drive, vertelt Scherder. “Positiviteit heeft veel effect op je brein en hart- en vaatziekten. Er is te weinig aandacht voor optimisme, vooral ook in de gezondheidszorg. Dat is jammer, want hier kun je juist hoop en perspectief bieden. Geen valse hoop natuurlijk, maar hoop binnen de ziekte. Ook hoop heeft namelijk een positieve invloed op je brein en hart.”

Optimisme trainen

Of je nu een optimistisch mens bent of niet, optimisme is te trainen. Ook als je van nature een pessimist bent, laten Scherder en Hofstra in hun boek zien. “Optimisme trainen is zelfs best makkelijk. Je hebt daarvoor allerlei tools. Haal allereerst het beste uit jezelf. Bedenk eens: wat zijn mijn capaciteiten, wat kan ik nu eigenlijk goed? Gebruik ik dat ook in mijn dagelijks leven? Een ander zeer eenvoudig advies is aan het einde van de dag een lijstje maken van dingen die vandaag leuk waren. Dat is onderzocht en werkt goed. Het gaat dan wel om positieve dingen, dus niet: het regende weer of ik miste net de bonusaanbiedingen. Nee, denk aan: ik had vandaag een leuk telefoongesprek met iemand die ik een tijdje niet heb gesproken. Juist die kleine dingen kunnen je het gevoel geven dat het een goede dag was.”

Lach eens

Een andere belangrijke tool voor een gezond en gelukkig leven is het opzetten van een glimlach. Die hoeft in eerste instantie niet eens écht te zijn. “Als je wakker wordt en je hebt helemaal geen zin in vandaag, zet dan toch een glimlach op. Ook op je werk kun je een glimlach veinzen. Wat blijkt? Die neppe glimlach wordt door de dag heen vanzelf echt. Daar word jij beter van, maar de patiënt denkt ook nog eens: wat aardig, Erik is in een goede stemming. Bedenk daarnaast eens wanneer je nu blij bent. Ga je nog weleens ergens heen, naar een leuke voorstelling bijvoorbeeld? Hoeveel leuke momenten creëer je voor jezelf? Zet die glimlach op en kijk wat er in je brein gebeurt. Lachen verwijdt je bloedvaten en dat is zeer gunstig voor je gezondheid.”

Positieve woorden

Een andere trainingsvorm is het gebruik van positieve in plaats van negatieve woorden en zinnen. “Je kunt tegen iemand zeggen dat je je kapot ergert als hij zo reageert, maar je kunt ook zeggen dat je er heel blij van zou worden als hij de volgende keer wat positievere woorden gebruikt. Of in plaats van tegen een collega zeggen dat hij moet opschieten omdat je eeuwig zit te wachten op zijn werk en daardoor niet verder kan, zeggen dat je iets meer tijd nodig hebt voor die klus en hij je daarom enorm zou helpen als het iets eerder af is. Het komt op hetzelfde neer, maar klinkt een stuk leuker.” Beweging doet overigens ook een hoop, net als muziek. Hiervan word je tevens een aardiger mens. “Als je alleen foto’s bekijkt, voel je misschien niet zoveel. Zet je er muziek onder, komt het meer binnen en leer je die gevoelens te intensiveren. Neem bijvoorbeeld een foto van een bruiloft. Als je daar muziek in die sferen onder zet, knalt het bij je naar binnen.”

De optimist en de pessimist

Of het beter is om optimistisch of pessimistisch te zijn? Ook daar hebben ze antwoord op. Volgens Scherder laten studies zien dat zowel mild pessimisten als mild optimisten even ver komen qua gezondheid. “Mild pessimisten komen een eind omdat zij risicomijdend zijn en iets sneller níet doen. Als het gaat om alcohol bijvoorbeeld, zal de mild pessimist misschien denken dat hij helemaal maar niet drinkt, omdat hij anders niet weet hoe hij daarvan moet herstellen, terwijl de mild optimist denkt dat het met één of twee glaasjes wel goed zal komen en hij er toch geen last van heeft. Wel heeft de mild optimist uiteindelijk een leuker leven, omdat hij blijer is. De enorme optimisten en enorme pessimisten vallen in ieder geval af. Een enorme optimist neemt namelijk risico’s die je niet zou moeten nemen, met de gedachte dat het tóch wel goed komt.”

Minder stress

Als je optimisme elke dag drie tot vijf minuten traint, voel je in een paar weken tijd al verschil. Dan merk je dat er veel dagen zijn waarop je zeker vijf dingen kunt opnoemen die die dag leuk waren, zegt hij. “Het beïnvloedt écht je stemming, en dat is waar we het tenslotte over hebben. Klaag wat minder en geef eens een compliment. We zijn al gauw geneigd om mensen af te serveren, maar zeg nu eens: wat leuk dat je er bent, of wat zie je er goed uit. Dat zorgt voor een beloningsgevoel in ons brein. Vergeef ook. Heeft hij het nu echt zo slecht bedoeld? Misschien viel dat wel mee. Als je mensen iets vergeeft, vermindert je stress. Anders blijf je je ergeren, piekeren. Je wordt er zelf ook voor beloond, want het geeft je een optimistischer gevoel. Minder (chronische) stress beschermt tegen hart- en vaatziekten. Hoe meer je werkt aan een positieve benadering, hoe beter je bloeddruk en vaten. Dat is precies wat je wilt.”

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Erik Scherder

Waarom brengt HPNL dit onder de aandacht?
Hartpatiënten volgt alles op de voet en houdt haar lezers op de hoogte van relevante ontwikkelingen en uitgaven, zoals dit boek van Erik Scherder en Leonard Hofstra. Hartpatiënten draagt graag bij aan het verspreiden van interessante, maar vooral ook juiste informatie.

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Nepdokter jaagt meer dan 100.000 volgers de stuipen op het lijf

Hij is geen dokter, maar doet zich wel zo voor. De Eindhovense influencer Mike Verest maakt er echt een levensgevaarlijk potje van met zijn pagina Leef Bewust Nederland met ruim 118.000 volgers. Naar eigen zeggen bereikt hij met zijn geleuter twee miljoen mensen per maand. Waarvoor wij hier graag en indringend waarschuwen.

Wat die influencer via sociale media allemaal beweert tart elk voorstellingsvermogen. Het AD haalde wat voorbeelden aan: ga niet naar de tandarts voor een wortelkanaalbehandeling; of: drink ’s ochtends nooit koud water; en: eet vier rauwe eieren per dag. Intussen geeft hij zijn naïeve volgers de kans om zelf dokter te worden door een cursus bij hem te volgen. Betaald natuurlijk, want we hebben hier over een wel heel smerig verdienmodel.

Wat de nepper uit Eindhoven feitelijk aan het doen is kan worden samengevat onder de noemer angst zaaien. Hij maakt mensen bang voor de gezondheidszorg en voor gezonde producten. Dat is zijn verdienmodel. Al die angsthazen verkoopt hij vervolgens op zijn eigen platform bijvoorbeeld ashwagandha-supplementen, die volgens artsen leverschade kunnen veroorzaken. Om maar een voorbeeld te noemen. Walgelijk.

In het AD reageert huisarts Stefan van Rooijen woedend op zoveel kwaadaardigheid. ,,Ik heb patiënten gehad die dergelijke adviezen opvolgden en nu kampen met zenuwuitval of een bloedvergiftiging”, laat hij in de krant weten. ,,Hij is een van die leefstijlcoaches met veel volgers die wetenschap aan zijn laars lapt en via sociale media onzin de wereld in slingert.”

Vul onze poll in

"*" geeft vereiste velden aan

Helaas is er steeds vaker sprake van medische desinformatie. Zorgprofessionals maken zich zorgen over de effecten hiervan. Vindt u dat er actie moet worden genomen om medische desinformatie op Social Media te bestrijden?*

In het oog van de orkaan

In Nederland hebben we gelukkig geen orkanen. Toch kennen we bijna allemaal wel de beelden van de televisie of YouTube, waaruit we enigszins kunnen vermoeden hoe groot de verwoestende kracht van een orkaan kan zijn. In de heftige turbulenties wordt alles meedogenloos meegesleurd.

Soms zit het leven ook zo in elkaar met heftige turbulenties, waarin wij, of we willen of niet, zonder pardon worden meegesleurd. Ook als het in onze buitenwereld minder wervelt, dan nog is het eigenlijk nooit windstil en eigenlijk stormt het in onze omgeving wel ergens.

Als het stormt in de buitenwereld, is het vaak ook niet windstil in onze binnenwereld (lichaam en geest). Zo buiten, zo binnen. De kunst is nu om meer vat te krijgen op onze binnenwereld. Op de buitenwereld hebben we veel minder invloed. In ieder geval veel minder dan velen van ons zouden willen.

Het goede nieuws is, dat elke orkaan een vrijwel windstil middelpunt heeft, het zogenaamde ‘oog van de orkaan’. Als je daarin terecht kan komen, dan heerst er rust en is de hemel zelfs onbewolkt. Terwijl de storm daarbuiten in alle hevigheid woedt, zit je daar in een bijna onwerkelijke stilte.

Zo kan het ook gaan in ons dagelijks bestaan. Wij kunnen zelf het oog van de orkaan zijn. Onze binnenwereld is dan in rust, ons denken onbewolkt (helder), terwijl buiten ons de storm raast.

Vandaaruit kun je de keuze maken om alles buiten je te laten gebeuren en er alleen naar te blijven kijken of om de turbulentie om je heen te ervaren, zonder je mee te laten sleuren.

De ene keer is het verstandiger om het allemaal te laten gebeuren. Je staat erbij en je kijkt ernaar, wetende dat er niets aan te veranderen valt. ‘Het is zoals het is!’ De andere keer is het echter wel degelijk de bedoeling dat je meewerkt aan verandering, dan stap je bewust, vanuit de rust, de turbulentie in.

Ik heb al eens een column gewijd aan ‘het Gebed om Kalmte’ (The Serenity Prayer). (Lieve God) Schenk me de Kalmte om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen, de Moed om te veranderen wat ik wel kan veranderen en de Wijsheid om het verschil hiertussen te zien.

Dit is ook in deze situatie van toepassing. Hoe weet je of je in het oog van de orkaan kunt blijven, of dat je geroepen wordt om iets te veranderen. Het gebed heeft het over de Wijsheid om het verschil hierin te kunnen zien.

Hoe kom je bij deze wijsheid? Het is belangrijk te beseffen dat deze wijsheid niet van ons ego is. Het gebed vraagt ook aan (het) God(delijke) om deze Wijsheid. Deze is voor ons alleen te bereiken als we stil worden. Om bij onze metafoor te blijven: we zullen vanuit de turbulentie naar het oog van de orkaan moeten gaan, om van daaruit te onderzoeken of we daar moeten blijven, of de moed moeten vinden om de turbulentie weer in te gaan omdat er iets te veranderen valt.

Dit is niet gemakkelijk, ons ego zit er namelijk altijd met zijn neus tussen. Wat daarbij kan helpen is om te onderzoeken of de keuze, die het eerst bij ons opkomt, daadwerkelijk uit de stilte is opgekomen, of dat de keuze op allerlei gedachten gebaseerd is en wij er op een of andere manier persoonlijke baat bij hebben.

HARTegroet,

Jan Chin

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Wat voor effect hebben microplastics in ons bloed?

Snoepverpakking, boodschappentas of een flesje cola. De hoeveelheid plastic die elk jaar wereldwijd wordt geproduceerd is uitgegroeid tot ruim 390 miljoen ton. Naast het feit dat plastic regelmatig in de natuur belandt, blijken zich er nu ook deeltjes van in ons bloed te bevinden. Wat betekent dat voor onze gezondheid? Sicco Brandsma is analytisch chemicus aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en legt er in dit artikel alles over uit. “Het is verstandig om op voorhand bewustere keuzes te maken.”

Macro- en microplastics

Grote stukken plastic, zoals verpakkingen uit de supermarkt, worden volgens Brandsma macroplastics genoemd. “Wanneer deze bijvoorbeeld in de natuur terechtkomen, worden ze door verschillende factoren zoals wind en zon geleidelijk afgebroken”, vertelt de analytisch chemicus. “Op een gegeven moment worden de deeltjes plastic zo klein, dat ze voor het blote oog niet meer zichtbaar zijn. Deze deeltjes noemen we microplastics en kunnen qua grootte van elkaar variëren.” Maar het feit dat we microplastics niet kunnen zien, betekent niet dat ze er niet zijn. Sterker nog: volgens Brandsma zijn deze deeltjes in ons bloed aangetroffen. Hoe kan dat?

Plastic in ons bloed

Microplastics zijn volgens Brandsma terug te vinden in onder andere het milieu (sediment, water en vissen), cosmetica en ander verzorgingsproducten. “Ga je douchen en gebruik je cosmetica en verzorgingsproducten met microplastics? Dan komen de microplastics in het afvalwater terecht.” Verschillende onderzoeken hebben volgens de analytisch chemicus ook microplastics in plastic flesjes drinkwater aangetoond. “Wanneer voedsel of drank in contact komt met een plastic verpakking, komen er deeltjes vrij. Drink je water uit een plastic flesje, dan kun je duizenden deeltjes microplastics binnenkrijgen.” En daar blijft het niet bij. Verspreiding via de lucht – in bijvoorbeeld je huis of op je werk – is volgens Brandsma naast het eten van voedsel, een belangrijke oorzaak van microplastics in ons bloed. “Lucht adem je in en is daarmee een eenvoudige route om de deeltjes binnen te krijgen.” Inmiddels zijn microplastics niet alleen aangetoond in ons bloed. Volgens de analytisch chemicus hebben inmiddels wereldwijd verschillende onderzoeken microplastics aangetoond in de placenta, moedermelk en longen. Welk effect hebben de microplastics op onze gezondheid?

Effect van microplastics

Momenteel onderzoeken diverse studies het effect van microplastics in ons lichaam. “Denk aan het aantal deeltjes dat zich in ons lijf bevindt”, vertelt Brandsma. “Van hoeveel deeltjes in ons lichaam zouden we ziek kunnen worden? Dat is een belangrijke vraag, net als wat de grootte van de deeltjes precies zouden zijn. Grote microplastics kunnen wellicht het lichaam bij de ontlasting verlaten, maar hoe zit dat met kleinere deeltjes?” Deze studies zijn volgens Brandsma van grote waarde, want alleen al het idee dat er plastic in ons bloed terechtkomt is verontrustend. “Er is nu nog weinig bekend over het daadwerkelijke effect van deze microplastics, maar in dierenstudies zijn al wel schadelijke effecten aangetoond. Denk hierbij aan ontstekingen die kunnen leiden tot ziektes.” Moeten we ons nu zorgen maken over microplastics? “Het is zeker alarmerend”, vertelt Brandsma. “Maar we weten nog te weinig om hierover conclusies te trekken. Het is daarom verstandig om het zekere voor het onzekere te nemen en op voorhand maatregelen te nemen om microplastics te verminderen. Aangezien we in ons dagelijks leven veel gebruikmaken van plastic producten is dat helaas nog niet zo gemakkelijk.”

Maatregelen nemen

Hoe zorgen we ervoor dat er zo min mogelijk plastic in ons bloed terechtkomt? De belangrijkste tip die Brandsma heeft is bewustwording. “Omdat we niet weten wat het effect is van microplastics, kun je beter de blootstelling eraan zo veel mogelijk verlagen. Het is niet mogelijk om totaal niet aan microplastics blootgesteld te worden, omdat de deeltjes onder andere via de lucht verspreid worden. Dat zou betekenen dat we niet meer mogen ademen. Dat is natuurlijk niet haalbaar.” Wat we wel kunnen doen? Bewustere keuzes maken! “Drink uit een aluminium of stalen beker in plaats van een plastic beker en koop geen synthetische kleding. Ook een goede tip: gebruik geen plastic bakje in de magnetron om je voeding op te warmen. Een glazen ovenschaal is een prima alternatief om het aantal deeltjes microplastic in voeding te verminderen.” Volgens Brandsma zou nieuwe regelgeving met betrekking tot het gebruik van plastic ook een positief effect kunnen hebben. “Die ontwikkelingen wachten we hoopvol af. In de tussentijd zetten wij onze studies voort om een beter beeld te krijgen van wat deze microplastics in ons lichaam betekenen. Bewustwording is stap één. Stap twee wordt de impact op onze gezondheid, en daarmee ook het milieu, verminderen.”

Tekst: Julia Kroonen
Foto: Sicco Brandsma

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Het tikken van mijn klep geeft vertrouwen

Op zijn negenendertigste kreeg Ricardo Verkooijen (47) een auto-ongeluk. Hij bleef daarna last houden van zijn nek, waarvoor hij naar de huisarts ging. Maar in plaats van een doorverwijzing naar een fysiotherapeut, kreeg hij een doorverwijzing naar de cardioloog. “Ik bleek een lekkende hartklep te hebben.”

Je hebt een aangeboren hartafwijking, was de mededeling van de cardioloog. Daar heeft Ricardo nooit iets van gemerkt. Hij sportte veel en was, toen hij een auto-ongeluk kreeg, onderweg naar een hardloopwedstrijd. “Ik heb nooit klachten gehad”, vertelt hij. “Achteraf gezien had ik misschien wel iets minder uithoudingsvermogen, maar ik dacht dat ik aan de top van mijn kunnen was. Dat bleek dus ergens anders aan te liggen.”

Vervanging aorta

Er werd in eerste instantie gekeken of het met medicatie kon worden opgelost, maar vervolgens bleek dat ook de aorta van Ricardo was verwijd. “Er was geen andere optie dan opereren. Ik kon kiezen uit een dierlijke klep of een kunstklep. Ik heb toen gekozen voor een kunstklep, omdat die in principe zolang ik leef mee zou moeten gaan. Dat mijn aorta verwijd was en grotendeels moest worden vervangen, was schrikken. Het boekje dat ik destijds meekreeg, gaf aan dat één op de vier mensen zo’n operatie niet overleeft. Misschien is dat nu anders, maar dit was hoe het er toen stond. Ik schrok daarvan, maar had geen keus. Als ik me niet zou laten opereren, kwam ik te overlijden.”

Televisieopnames

In maart 2016 werd Ricardo geopereerd. Dit werd zelfs gefilmd en uitgezonden op televisie, voor een programma over ingewikkelde operaties. “Ik heb er nog beelden van, die ik zelf ook heb bekeken. Dat was heel apart. Alles lag stil en ik zag mijn hart niet bewegen. Je ziet dat de artsen bezig zijn met jouw eigen lichaam. Bij jezelf naar binnen kijken is heel surrealistisch.” De operatie ging gelukkig goed. Toch is hij, ondanks dat dat wel zijn verwachting was, nooit meer zo fit geworden als voor de operatie. “Ik ben niet meer wie ik voor de operatie was. Dat merk ik vooral aan mijn uithoudingsvermogen. Ook heb ik veel meer slaap nodig. Vroeger kon ik echt met vijf of zes uur per nacht klaar zijn, nu moet ik zeker acht uur slapen, anders ben ik niet fit genoeg om de dag door te komen. Daarnaast sport ik veel minder. Ik mag alleen nog maar duursporten doen. Voorheen sportte ik intensief en ik ging dan ook heel fit de operatie in, maar die fitheid heb ik nooit meer gehaald. Zeker niet nadat ik twee jaar na de operatie een terugval kreeg.”

Niet alles meer kunnen

Ricardo heeft moeite met het feit dat hij niet meer zo fit is als hij was. Daar is hij eerlijk in. Eens in de zes weken praat hij dan ook met een psycholoog. “Het is prettig om te praten over hoe het gaat en waar ik tegenaan loop. Soms lukt dat net iets beter met iemand die er wat verder vanaf staat. Wat ik bijvoorbeeld lastig vind, is dat mijn omgeving nog regelmatig denkt dat ik iets wel kan, maar sommige dingen gaan gewoon niet meer. We zijn nu bijvoorbeeld een deel van ons huis aan het renoveren en dat gaat heel langzaam. Waar ik voorheen acht of negen deuren op een avond schilderde, een uur of twee ’s nachts naar bed ging en de volgende ochtend gewoon weer om zes uur opstond, schilder ik er nu twee en ben ik daarna uitgeteld. Toch is het verwachtingspatroon van anderen vaak anders. Dat is weleens lastig. Ik kan nog steeds veel, maar niet meer wat ik eerder kon en ook niet aan één stuk door.”

Werken

Qua werk werd hij in eerste instantie afgekeurd, maar hij is zelf weer begonnen. “Ik miste mijn werk tijdens mijn herstel enorm. Het sociale aspect vooral. Je zit thuis en in je hoofd ben je goed, maar je lichaam kan het niet. Officieel stond er tweeënhalf jaar voor mijn revalidatie, maar na een jaar ben ik weer begonnen met twintig en twee weken later met veertig uur werken, ondanks dat de betreffende arts me voor tachtig procent afkeurde. Na twee jaar kreeg ik de vraag of het goed ging. Dat ging het. Daardoor heb ik die stempel nu niet meer. Ik werk nu eenmaal graag, ook als ik daardoor op andere vlakken een stapje terug moet doen. Ik heb altijd zestig uur in de week gewerkt en dat doe ik nu ook weer. Mensen zeggen weleens dat ik minder moet gaan werken, maar dat zit er bij mij niet in.”

Vertrouwen

Ricardo is open over wat hij heeft meegemaakt. Hij heeft zelf inmiddels ook veel meer rust en acceptatie gevonden. “In het begin moest ik wennen aan het tikken van mijn hartklep, maar nu geeft het me vertrouwen. Als ik ‘m hoor tikken, weet ik dat het goed is. Verder zou ik anderen graag willen meegeven dat je, ondanks dat je misschien minder fit bent dan voorheen, heel blij mag zijn dat je er nog bent en moet genieten zoveel je kunt. Dat doe ik ook. Ik ben er nog, heb plezier in mijn leven en kan heel veel wél. Ook heb ik genoeg mensen om me heen waarvoor ik mag leven.”

Tekst: Laura van Horik
Foto: Ricardo Verkooijen

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Ik heb achttien schokken gehad

Hartklachten zitten aan zijn vaders kant in de familie. Daardoor had Hans de Graaf (57) al het gevoel dat ook hij een keer aan de beurt zou zijn. Twee jaar terug bleek dat inderdaad het geval te zijn: als gevolg van een hartinfarct kreeg hij een hartstilstand. “Ze hebben me een uur gereanimeerd.”

Hans hield er nooit zo van om naar de dokter te gaan. Hij stak liever zijn kop in het zand. Toch had hij in zijn achterhoofd dat het hart een zwakke plek in zijn familie is. Ook zijn eigen cholesterol was hoog en zijn bloeddruk op het randje. Op een willekeurige zaterdag in maart 2022 had Hans een onbestemd gevoel en zei hij tegen zijn vrouw dat het weleens kon zijn dat hij die middag niet lekker werd. “Ik wist niet wat het was, maar het voelde niet goed. Ik heb op dat moment meteen mijn bloeddruk gemeten. Die bleek hoog te zijn. Mijn vrouw vond dat ik naar de huisartsenpost moest gaan, maar daar had ik niet zo’n zin in. Ik had tenslotte geen pijn op mijn borst of in mijn linkerarm, kon de trap nog op en af en was niet buiten adem. Alleen mijn armen voelden een beetje zwaar.”

Reanimeren

Hans besloot een dutje te gaan doen en daarna verder te kijken. Zijn vrouw moest eigenlijk even naar kantoor om wat spullen op te halen, maar hij zei tegen haar dat hij liever wilde dat ze thuisbleef. “Ik grapte nog: je weet dat we een AED hebben, toch? Mijn vrouw heeft altijd haar EHBO-diploma onderhouden en weet wat ze moet doen als het misgaat. Ik ben vervolgens gaan slapen en zij zat op de bank, terwijl ze voortdurend mijn ademhaling in de gaten hield. Na tien minuten gingen plotseling mijn handen de lucht in en werd ik eerst blauw en vrijwel meteen daarna grauw. Direct belde ze het alarmnummer, haalde ze de AED en heeft ze de buitendeur opengezet. Dat vind ik nog altijd heel bijzonder, dat ze er zo rustig onder is gebleven en erover nagedacht heeft dat de ambulancebroeders anders voor een dichte deur zouden staan. Ik heb uiteindelijk een hartstilstand gehad. Mijn vrouw heeft mij als eerste gereanimeerd. Ik was er zelf natuurlijk niet bij, maar heb in totaal maar liefst achttien schokken gehad. Mijn vrouw is na een minuut of vijfenveertig apart genomen. Ze vroegen haar wat ik mankeerde, omdat het tijd werd om te stoppen. Helemaal niets, zei ze. Vervolgens zijn ze doorgegaan met reanimeren. Vijftien minuten later was er weer een hartslag en hebben ze me naar het ziekenhuis gebracht.”

Zuurstoftekort

Hans lag vervolgens een dag in coma, waarna de artsen wilden proberen om hem eruit te krijgen. “Ze zeiden tegen mijn vrouw dat ze niet wisten hoe ik eruit zou komen. Ze moest zich op het ergste voorbereiden. Door de reanimatie heb ik namelijk zuurstoftekort in mijn hersenen gehad.” Toen hij vervolgens bij kwam, wist hij niet wat er was gebeurd. Wel maakte hij al snel weer grapjes. “Mijn vrouw vroeg me wat de namen van onze kinderen zijn en meteen zat ik te grappen. Het ging redelijk goed met me. Tien dagen heb ik uiteindelijk in het ziekenhuis gelegen. Daarna mocht ik naar huis. Natuurlijk had ik last van mijn ribben. Dat was niet zo prettig. Toch kon ik vanaf dag twee dat ik thuis was, al wel weer fietsen.”

Revalidatie

Lichamelijk was hij naar eigen zeggen na anderhalve maand zo goed als de oude. Hij fietste op dat moment alweer zestig kilometer. Wel merkte hij dat multitasken lastig voor hem was en had hij het gevoel dat er watten in zijn hoofd zaten. “Ik kon wel televisie kijken, maar op een gegeven moment kreeg ik daar dan niets meer van mee. Na een maand of drie mocht ik gaan revalideren, maar ik merkte dat de hartrevalidatie zich vooral op het lichamelijke en niet op het geestelijke richtte. Dat vond ik jammer.” Ook merkte hij tijdens het revalideren dat de anderen zich vaak afvroegen waarom dit hen was overkomen, maar dat had Hans totaal niet. “Voor mij was het heel eenvoudig: wij waren we de geluksvogels. Wij zaten er tenminste nog. De reanimatie had ook te laat kunnen beginnen of we hadden er van alles aan kunnen overhouden. Je kunt zeggen: waarom ik? Maar je kunt ook zeggen: waarom heb ik het wél overleefd?”

Vijf succesfactoren

Hans is er heilig van overtuigd dat er vijf succesfactoren zijn waardoor hij het heeft overleefd. “Allereerst voorbereiding. Wij hebben een AED en mijn vrouw heeft aandacht voor de symptomen, dus dat heeft heel goed uitgepakt. Daarnaast heb ik naar haar gecommuniceerd dat het niet helemaal lekker ging. Als je dat voor jezelf houdt, lig je ineens. Verder was ik best snel weer op de been. Ik denk dat dat te maken heeft met het feit dat ik redelijk fit en gezond was op het moment dat het gebeurde. Mijn vrouw en ik fietsen vaak en een paar jaar eerder was ik behoorlijk afgevallen. Als je goed in je vel zit, kun je de klap naar mijn idee beter hebben. Verder heeft het natuurlijk te maken met professionele hulp. Overal in de buurt zijn AED’s te vinden en er worden meerdere burgerhulpverleners opgepiept als zoiets gebeurt. De laatste succesfactor is wat mij betreft nog wel de belangrijkste: geluk. Als mijn vrouw wél weg was gegaan, had ze mij waarschijnlijk gevonden.”

Actief brein

Buiten het feit dat Hans nu eerder naar de dokter gaat als hij iets voelt, doet hij ter preventie ook een hoop voor zijn brein. “Ik ben datzelfde jaar lid geworden van een scheepskoor. Zingen is heel goed voor het brein. Inmiddels vind ik dit zó leuk, dat ik onder de naam Hannes van Bont ook solo optreed op onder andere bruiloften. Daarnaast doe ik aan tafeltennis. Ik vind het belangrijk om bezig te blijven. Tafeltennis is goed voor mijn lichaamsbeweging, maar ook mentaal, doordat je snel beslissingen moet nemen. Ik merk dat het goed met me gaat als ik actief bezig ben, maar zodra ik met mijn hoofd bezig ben, heb ik soms een pitstop nodig. ’s Middags ontstaat dan vaak wel het gevoel dat ik een dutje moet doen. Als ik tafeltennis en het wordt later op de avond, krijg ik last van het lawaai. De energie om te focussen is dan weg. Toch kan ik hier héél prima mee leven.”

Tekst: Laura van Horik
Foto: Hans de Graaf

Waarom dit interview met Hans?
We hebben allemaal onze verhalen met betrekking tot wat we hebben meegemaakt. Zo ook Hans. Delen hoe hij alles heeft beleefd, kan helpend zijn voor andere hartpatiënten.

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Het belang van een testament

Vijf jaar geleden nam een mevrouw contact op om haar testament te bespreken. Ze wou alles goed regelen. Ze had geen kinderen en wilde het grootste deel nalaten aan goede doelen, gelukkig ook aan Hartpatiënten Nederland! Ook had ze nog foto’s en familiestukken. Deze wilde ze graag in de familie houden, maar alleen naar specifieke neven en nichten. Met enkelen heeft ze goed contact, met anderen helemaal niet. Ze wilde graag dat de familiestukken alleen terecht zouden komen bij familieleden waar ze goed contact mee had.

Vorig jaar werden wij gebeld door een neef, die aangaf dat zijn tante overleden was. Hij en zijn zus waren al bezig met het regelen van de uitvaart. U voelt hem al aankomen: juist met deze neef en nicht had mevrouw naar eigen zeggen weinig tot geen contact. Gelukkig bleek dat de uitvaart geregeld werd, zoals mevrouw wenste.

Daarna werd het al snel lastiger. De neef en nicht hadden een afschrift van het testament en het codicil gevonden in de woning, vóór ze ons op de hoogte stelden van het overlijden. Na de uitvaart kwam de mededeling dat zij zich niet konden vinden in het testament. Of wij de goede doelen konden voorstellen om te schikken. Ik was verrast over de woordkeuze. Schikken? Was er dan een conflict? Het testament was duidelijk: geen familie! Ze gaven aan dat tante toch wel verward was, en de laatste jaren niet meer goed wist wat ze deed. Zij hadden de laatste jaren veel gedaan en vonden dat de familie ook de helft van de nalatenschap mocht verdelen. Desnoods, dreigden ze, zou het testament bij de rechter worden aangevochten.

Als benoemde executeur ben je dan toch verbaasd over de opstelling van de familie. Mevrouw had bewust een testament en een codicil gemaakt. Dat kan niet door familie aan de kant geschoven worden. Na overleg met de erfgenamen heb ik de neef en nicht verteld dat de erfgenamen niet meegingen in de schikking. Het testament is rechtsgeldig en moet als zodanig uitgevoerd worden. Ook heb ik geadviseerd zich te laten ondersteunen door een advocaat.

Daarna hebben wij niets meer vernomen van deze neef en nicht. Wij hebben gezorgd dat de familiestukken bij de gewenste familie terechtkwam. Na afwikkeling van de nalatenschap kregen de goede doelen een mooi bedrag voor de idealen van mevrouw!  Zorgt u ook dat uw wensen in uw testament zijn opgenomen? Het is verstandig om uw testament eens op te zoeken en na te lezen of alles nog klopt!

Henk de Graaf is oprichter van directeur van Centrum Nalatenschappen.

Henk de Graaf

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

De bellenblaas is altijd binnen handbereik

Voor Djamilla van Aalst is geen dag hetzelfde. Ze werkt nu zo’n vier jaar als kinderechocardiografist in het Leids Universitair Medisch Centrum. Baby’s en kinderen die (mogelijk) een hartafwijking hebben, komen bij haar terecht voor een eerste echo. Omdat kinderen met een hartafwijking altijd op controle moeten blijven komen, ziet Van Aalst sommigen opgroeien.

Veel van de kinderen die regelmatig in het ziekenhuis op controle komen, heeft Djamilla van Aalst-van der Stap zien opgroeien. Als kinderechocardiografist bij het Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL), onderdeel van het Leids Universitair Medisch Centrum, ziet ze kinderen van alle leeftijden: van pasgeboren baby’s tot achttienjarigen. Meestal zijn dat kinderen met aangeboren hartafwijkingen. “Zij blijven altijd onder behandeling en komen regelmatig terug naar het ziekenhuis voor controle. Ik werk nu vier jaar bij het CAHAL en er zijn kindjes bij wie ik echo’s gemaakt heb toen ze net geboren waren en die ik nu nog steeds zie.” Kinderen komen om allerlei redenen binnen bij het CAHAL. “Het gaat bijvoorbeeld om kindjes bij wie in de buik al een hartafwijking is geconstateerd, vroeggeboren baby’s, kinderen die vanuit het consultatiebureau doorgestuurd worden met een ruisje, maar ook oudere kinderen die pijn op de borst hebben of flauwvallen zonder verklaring.”

Muziek en warmtelamp

Van Aalst maakt echo’s bij baby’s en kinderen in verschillende fases. “Als er bij een kind iets afwijkends is geconstateerd, maak ik allereerst een echo om te zien of er daadwerkelijk iets aan de hand is. Vervolgens bespreek ik die echo met de kindercardioloog. Als er een uitslag is, bespreek ik die altijd direct met de ouders, we laten hen nooit langer dan nodig in spanning. Wanneer blijkt dat een kindje moet blijven, mogen de ouders ook altijd bij hun kind blijven slapen op de kamer. Familieleden die niet in het ziekenhuis kunnen blijven, kunnen thuis meekijken: we hebben camera’s boven de bedjes. Ook is er een binnenspeeltuin waar kinderen samen kunnen zijn met hun broertjes en zusjes. Daarnaast hebben we er alles aan gedaan om de poli leuk aan te kleden en in te richten voor kinderen. We hebben berendokters waar de kinderen pleisters op kunnen plakken, een televisie met Netflix, bellenblaas binnen handbereik, rustgevende muziek en een warmtelamp.”

Psychosociale kant

Als een kindje inderdaad een hartafwijking blijkt te hebben, blijft Van Aalst betrokken. Sowieso tijdens controles, maar als er een operatie nodig is, maakt ze vóór en na die operatie een echo. “Het fijne in mijn werk is dat we heel nauw samenwerken met de artsen. We bespreken de casussen en zijn regelmatig in gesprek met cardiologen, waardoor wij beter begrijpen wat er precies aan de hand is. Dat helpt ons dan weer in de begeleiding van en communicatie met kinderen en hun ouders.” Bij controles van patiënten is ook veel aandacht voor de psychosociale kant, vertelt Van Aalst. “Kinderen en hun ouders worden bijvoorbeeld altijd voorbereid op een behandeling of operatie door een maatschappelijk en pedagogisch werker. Dan wordt een operatie bijvoorbeeld vooraf uitgebeeld met een pop. Ook hebben we een buddyprogramma om lotgenoten aan elkaar te koppelen. Ouders kunnen dan voor advies of een luisterend oor terecht bij andere ouders.”

Voorlopig geen sluiting

In januari van dit jaar veegde de rechter het plan van tafel om het CAHAL te sluiten. De inmiddels vertrokken minister Kuipers had in februari 2023 beslist dat de kinderhartcentra in Utrecht en Leiden moeten sluiten en dat die in Rotterdam en Groningen open mogen blijven. Door de kinderhartzorg te concentreren op twee plekken, zou de kwaliteit van de zorg verbeteren. Het besluit riep al direct grote weerstand op in zowel Utrecht als Leiden. Tijdens een rechtszaak die de beide ziekenhuizen hadden aangespannen, kregen ze in januari gelijk: door de plannen om de kinderhartcentra in Utrecht en Leiden te sluiten gaat voorlopig een streep. “Als wij hier bij het CAHAL geen operaties meer kunnen uitvoeren, wordt mijn werk een stuk minder interessant. Je mist de echo’s rondom operaties. Bovendien merken we nu bijvoorbeeld dat ouders en kinderen het heel fijn vinden dat ze voor zowel operatie als nacontroles in één ziekenhuis terecht kunnen. Als wij zouden moeten sluiten, moeten we kinderen na een eerste echo direct doorverwijzen naar een kinderhartcentrum. Ik zeg niet dat het ene ziekenhuis beter is dan het andere, maar het zou wel een grote impact hebben op kinderen en hun ouders. Of neem bijvoorbeeld een kind dat binnenkomt met een gebroken been, maar ook een hartafwijking heeft. Als wij geen kindercardiologen meer in huis hebben, moet zo’n kind misschien ook doorverwezen worden naar een ander ziekenhuis. Bovendien vrezen we voor onze kinder-intensive care. Die ligt vrijwel altijd grotendeels vol met kindercardiologische patiënten. Als die straks in een ander ziekenhuis liggen, hoe lang kun je een ic dan nog openhouden?”

Voorlopig is het dus nog niet zover. Minister Helder, de opvolger van Kuipers, moet eerst opnieuw om de tafel met alle betrokkenen. “Ik voel wel dat iedereen ermee bezig is, maar de dagelijkse praktijk wordt er zeker niet door beïnvloed. Ik doe mijn werk nog steeds met hetzelfde plezier, we staan er positief in en gaan er gewoon vanuit dat we ons werk kunnen blijven doen. Zolang er nog geen definitief besluit genomen is, laten we het onderwerp de boventoon voeren.”

Tekst: Yara Hooglugt
Foto: Djamilla van Aalst

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Voedingssupplementen kunnen hart helpen

Het is mogelijk schadelijke effecten van overmatige vetinname op de hartfunctie te verminderen en zelfs te herstellen met behulp van voedingssupplementen. Dat blijkt uit onderzoek onder leiding van Jan Glatz en Joost Luiken van het academisch ziekenhuis in Maastricht, het MUMC+. De resultaten van hun onderzoek zijn recent gepubliceerd in het wetenschappelijke toptijdschrift Circulation Research.

Het hart haalt voeding vooral uit suikers (glucose) en vetten (vetzuren). Maar teveel vet leidt tot een opstapeling ervan in het hart, wat kan leiden tot hartfalen. Dan kan het hart het bloed niet meer goed rondpompen. Dat maakt je snel moe en kortademig. Oorzaak vaak: een te vet dieet. Uit onderzoek onder leiding van Jan Glatz en Joost Luiken blijkt dat voedingssupplementen de schadelijke effecten van overmatige vetinname niet alleen kunnen verminderen, maar zelfs de pompfunctie van het hart kunnen herstellen.

Vet stapelt zich op in de hartspiercel en dan is er geen plek meer voor glucose, terwijl het hart beide voedingsstoffen nodig heeft om goed te functioneren. In hun nieuwste onderzoek wilden Glatz en Luiken de balans tussen vetzuren en glucose in de hartspiercel herstellen. Ze onderzochten de werking van de aminozuurmix op het hart bij ratten met een zieke hartspier door een te vet dieet. Deze aminozuurmix stopte de vetopstapeling in de hartspiercel, wat leidde tot herstel van de hartfunctie. Een zieke hartspier kan dus genezen door de balans tussen glucose en vetzuren te herstellen.

De aminozurenmix is alleen op dieren is getest. Dat maakt verder onderzoek nodig om patiënten met hartziekten te helpen.

Blijf sporten en het leven vieren

Hij was pas één dag oud toen hij met spoed in het ziekenhuis van Utrecht moest worden geopereerd. We schrijven 3 juni 1993, Laurentius ziekenhuis Roermond. De pasgeboren Joris loopt blauw aan. Vlak na zijn geboorte wordt hij naar Utrecht gebracht waar blijkt dat zijn longslagader en aorta verkeerd liggen, waardoor zijn organen geen zuurstof krijgen. Het werd zijn eerste openhartoperatie, op een leeftijd van nog geen twee dagen oud. Zo’n 29 jaar later moest hij opnieuw onder het mes, dit keer in Rotterdam. Zijn aortaklep hield het voor gezien, de operatie duurde ruim negen uur. Vooral ook omdat zijn aorta áchter zijn hart ligt, wat ongebruikelijk is, maar wel een complicatie betekende voor de hartchirurgen.

Joris Levels uit het Limburgse dorp Heythuysen wist dat het er ooit van zou komen, dat zijn klep haperde. Joris, medewerker van jeugdzorginstelling Hoeve de Koalder in Baexem, bouwde al die jaren een forse conditie op, sportte veel, was actief in het verenigingsleven en werkte hard. Zodat zijn hart sterk genoeg was om te blijven functioneren, ondanks een lekkende hartklep. “Maar op een gegeven moment verloor het hart teveel kracht. Van elke zes liter die het moest rondpompen, viel er zeker één liter terug door de lekkende klep”, vertelt Joris.

Zwarte vlekken

“Op 18 september 2022 viel ik opeens uit”, herinnert Joris zich. “Voor die tijd sportte ik vijftien uur per week, ik was eigenlijk nooit moe. Maar die maandag had ik slecht geslapen, kon ’s ochtends niet sporten, en tijdens de tennistraining ’s avonds voelde ik me loom en kreeg ik hoofdpijn. Halverwege de training zakte mijn kracht weg, en aan het einde zag ik de tegenstander aan de andere kant van het net nauwelijks nog. Ik zag zwarte vlekken en stopte. Ik reed met de auto nog naar huis, had thuis een onderdruk van 55.”

Paniekaanvallen

“De volgende dag fietste ik naar de huisarts, kwam daar heel moe aan. Mijn bloeddruk was enorm laag, vooral de onderdruk. Desondanks fietste ik nog naar huis, waar de paniek toesloeg. De volgende dag ben ik met mijn moeder naar het ziekenhuis in Roermond gereden, om bloed te prikken. Terug thuis daarvan kwam ik de trap amper op. Het Radboud ziekenhuis in Nijmegen belde, ik kon daar enkele dagen later een MRI-scan laten maken en mocht tot die tijd niks doen. Ik sliep 18 uur per dag, was bij elke activiteit doodmoe. Ik had last van hyperventilatie en paniekaanvallen. Uiteindelijk werd ik naar het ziekenhuis in Roermond gebracht, waar cardioloog Casper Eurlings me op de hartbewaking liet opnemen en een CT-scan liet maken. Ik had een onderdruk van 28, het bloed zakte naar mijn voeten, mijn hart kreeg dat niet doorgepompt. De cardioloog meldde me daarop aan voor een operatie in Rotterdam. Ik vroeg hem: wat mag ik? Ik ben 29 jaar, wil zo fit mogelijk de operatie in. Je mag wandelen, was het advies.”

Uitstel

Joris begon dat wandelen steeds verder uit te bouwen om zo fit mogelijk te zijn als hij geopereerd zou worden. Uiteindelijk wandelde hij 25 kilometer op een dag, en had geregeld contact met zijn cardioloog bij Radboud. In december 2022 zou hij aan de beurt zijn voor een operatie, het wachten was op een telefoontje uit Rotterdam. “Dat kon ik verwachten op donderdag tussen 12 en 14 uur. Als je niet gebeld wordt lijkt het alsof je een uitslag krijgt voor je eindexamen: je bent gezakt – zo voelde dat”, herinnert Joris zich. “Uiteindelijk zou ik op 7 december geopereerd worden, moest ik me een dag eerder melden. Om 11.00 uur was ik in het ziekenhuis, sliep die nacht goed. Maar die volgende ochtend kwam er een spoedgeval tussendoor, mijn operatie werd uitgesteld. Mijn ouders waren woedend, dit kunnen jullie niet maken, hielden ze de medische staf voor. De chirurg maakte duizendmaal excuses. We zijn met twee man al sinds juli bezig met het voorbereiden van deze operatie, we willen er uitgerust en fris aan beginnen, en niet pas in de middag, zei hij. Door corona liep het ziekenhuis bovendien maar liefst 450 hartoperaties achter. Deze uitleg stelde ons gerust.”

Gelukt

“Op 12 december kwamen ze me om 08.30 uur halen. Om 16.00 uur belde de chirurg mijn vader dat de operatie gelukt was. ‘We gaan Joris dichtmaken’, zei hij. Om 18.00 uur lag ik op de IC, om 22.00 uur gaf ik het eerste teken van leven. De volgende dag kon ik terug naar de afdeling, en diezelfde dag hees ik me al het bed uit. Ik wilde mijn conditie zo snel mogelijk weer opbouwen.”

Hij werd overgeplaatst naar Radboud, waar hij op 20 december weer uitwandelde, huilend van blijdschap. Op 5 februari begon de revalidatie, die voorspoedig verliep. In de zomer kon hij weer gaan werken, en hij doet weer veel aan sport. “Het gaat inmiddels super met me”, vertelt hij. “Ik ben fitter dan veel van mijn vrienden. Het was een zwaar jaar, maar ik heb het niet als negatief ervaren. Ik ben er trots op hoe ik nu in het leven sta.”

Tekst: Henri Haenen
Foto: Joris Levels

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.