Marc de Mol Moncourt (29) onderging als kind een ingrijpende hartoperatie. Niet gek dus dat hij jaren later donateur werd van HPNL. Tenminste, zo lijkt het. Toch ging daar iets heel anders aan vooraf.
Marc werd geboren met een gaatje in zijn hart, in de medische wereld ventrikelseptumdefect (VSD) genoemd. Ook heeft hij vanaf zijn geboorte een bicuspide aortaklep, wat betekent dat hij niet drie, maar twee aortaklepslippen heeft. “Het gaatje in mijn hart had invloed op mijn uithoudingsvermogen,” vertelt Marc. “Dat merkte ik weleens tijdens het voetballen. Maar ach, ik wist niet beter. Het enige wat ik vervelend vond, is dat ik elk jaar naar Maastricht moest voor onderzoeken. Dat is gewoon saai voor een kind.”
Kaartjes en knuffels
Omdat het gaatje niet uit zichzelf dichtgroeide, werd er een openhartoperatie gepland. Marc was pas tien jaar, maar vond het helemaal niet spannend. “Daar ben ik heel makkelijk in. Ik wist ook niet goed wat er ging gebeuren. Ineens lag ik daar.” Marcs ouders maakten zich meer zorgen. “Het moment dat ik de operatiekamer ingereden werd, is me goed bijgebleven. Mijn moeder liep met mijn ziekenhuisbed mee, maar toen ik het laatste stukje alleen werd weggereden, moest ze huilen. Dat maakte wel indruk op me.”
Een succesvolle operatie van zo’n vier uur volgde, waarin het gaatje werd dichtgemaakt met een soort lapje, een patch. “Ik weet nog dat ik na afloop wakker werd en wazig allemaal slangetjes boven me zag hangen. Daarna ben ik weer in slaap gevallen.” De tijd in het ziekenhuis vloog voorbij, vertelt de nu 29-jarige. “Ik had een beetje last van de naweeën van de narcose, maar verder ging het goed. Het is me vooral bijgebleven dat ik veel kaartjes en knuffels kreeg. Na een week was ik alweer thuis en kort daarna kon ik weer naar school.”
Een dronken bui
Zijn ouders zagen dat het na de operatie beter met hem ging, maar Marc kan zich dat niet herinneren. “Ik heb nooit het idee dat ik anders moet leven dan anderen. Alleen wordt eens in de zoveel tijd de bicuspide aortaklep nog gecontroleerd.” Marc sport fanatiek en zit regelmatig met zijn vriendengroep in de kroeg. Opvallend genoeg kwam hij dáár in contact met Hartpatiënten Nederland. “We gaan altijd naar café Aeve Choppe in Roermond, twee deuren naast het kantoor van HPNL. Sommige medewerkers van de stichting komen weleens in dezelfde kroeg wat drinken en zo ben ik met hen aan de praat geraakt. Normaal ben ik niet zo van de stichtingen, maar twee jaar geleden heb ik in een dronken bui beloofd dat ik HPNL ging steunen. ‘Ik word morgen donateur!’ riep ik. Nou, dan moet je dat ook doen hè.”
‘Het komt goed’
Hoewel een paar glazen bier Marc een zetje in de richting van HPNL gaven, staat hij helemaal achter het donateurschap. “HPNL doet goed werk. En áls ik dan iets moet steunen, dan iets wat dichtbij me staat. Mocht er ooit wat aan de hand zijn, dan weet ik dat ik op HPNL terug kan vallen. Dat is een fijn idee. Maar ik hoop en denk dat dat niet nodig gaat zijn hoor.”
De nuchterheid die Marc op zijn tiende had, heeft hij bijna twintig jaar later nog steeds. “Ik ben helemaal niet met mijn hart bezig. Ik maak me gewoon niet zo druk, ook niet over andere zaken in mijn leven. Het gebeurt zoals het gebeurt, ik heb er toch geen invloed op.” Heeft hij nog een tip voor mensen die hun angst wat minder goed los kunnen laten? “Phoe, dat is lastig, want ik heb daar niks specifieks voor gedaan. Het enige wat ik kan zeggen is: het komt uiteindelijk allemaal goed.”
Tekst: Verena Verhoeven
Beeld: Marc de Mol Moncourt
Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.
Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.