Jan Smeets baalt ervan de baas niet meer te zijn

Jan Smeets heeft het er erg moeilijk mee niet meer de baas te zijn. Dat zei hij woensdagavond 12 juli tijdens een webinar van Hartpatiënten Nederland. Jan, die zelf drie keer aan zijn hart geopereerd werd, wees erop dat hij 50 keer Pinkpop georganiseerd heeft. “Maar toen is me iets overkomen waardoor ik moest afhaken. Ik was eigenaar van het terrein. Ik heb er de fut niet meer voor. Ik vind het erg dat ik de touwtjes uit handen moest geven. Ik heb alles gedaan wat ik wilde, alles áfgedwongen wat ik wilde. Ik ben niet meer de baas.”

Van zijn hart heeft Jan naar eigen zeggen zoveel last niet. Dat is ook niet de reden waarom hij noodgedwongen moest afhaken. Hij lijdt aan long-covid, opgelopen tijdens een muziekcongres in Londen, en dat maakt verder werken onmogelijk. “Op dit moment zit ik in een slechte periode. Misschien ook door de warmte. Ik heb geen puf meer. Vroeger fietste ik naar mijn werk. Maar dat fietsen gaat ook bijna niet meer.”

Door de long-covid zitten gaten in zijn herinnering. Zijn vrouw Till helpt hem en weet alles te benoemen.

De laatste keer in het ziekenhuis werd tot zijn ontslag geheim gehouden. Pas na zijn ontslag ging er een melding naar de krant, vertelde Till.  Jan wilde niet geopereerd worden, herinnert zich ook hartchirurg Ehsan Natour, die bevriend is met Smeets.  “Je wou niet”,  frist Till Jans geheugen op. “Je was net bezig met je 48ste Pinkpop en zei tegen de hartchirurg: ik heb net 100.000 kaartjes verkocht, opereren gaat niet.”

De operatie zou heel zwaar worden, maar besloten werd tot een lichtere ingreep zodat Jan tijdig terug kon naar Megaland in Landgraaf om er Pinkpop te openen.

“Drie dagen nadat bekend werd dat hij in het ziekenhuis was geopereerd, stond hij weer op Pinkpop”, vertelt Natour. “Hij vertelde dat hij iets heftigs had meegemaakt en dat hij er dankzij zijn hartchirurg en cardioloog weer stond, om Pinkpop te openen.”

“Ik wilde alles rond Pinkpop weer oppakken”, vertelt Smeets. “Daar werd ik gezien als de autoriteit. Maar de puf is eruit. Sporten gaat ook niet meer. Zelfs niet op mijn hometrainer. De longarts adviseert me een kwartier per dag te wandelen. En verder niets.”

Jan slaat met zijn vlakke hand op zijn dikke buik en verzucht: “Dit is het ergste. Dat moet weg!”

Wanneer kan ik rijden met een hartaandoening?

Of u mag rijden, verschilt per hartaandoening en hangt af van uw situatie. Daardoor zijn er verschillen in inschatting van het risico, door wie de keuring gebeurt, en voor hoe lang een rijbewijs geldig zal zijn bijvoorbeeld. Voor autorijden voor uw werk en een groot rijbewijs gelden voor een steunhart en een ICD strengere regels.

De eisen voor groep 2 (vrachtwagen) zijn strenger dan voor groep 1 (auto). Daarover later meer.

Zijn er hartaandoeningen die zorgen voor een hoger risico als het aankomt op autorijden?

Zeker. Er is altijd risico op een SCI (sudden cardiac incapicitation). Dat risico wil je zo laag mogelijk houden.
Zie hieronder een aantal verschillende hartaandoeningen en of iemand wel of niet mag autorijden.

Hartfalen

Heeft u chronisch hartfalen en wilt u autorijden? Dan hangt het af van de ernst van het hartfalen of u rijgeschikt wordt verklaard. Het CBR kijkt bijvoorbeeld in hoeverre u klachten krijgt bij lichamelijke inspanning. Als uit het onderzoek blijkt dat u rijgeschikt bent, krijgt u een rijbewijs voor maximaal 5 jaar.

Als dit rijbewijs verloopt, vult u weer een Gezondheidsverklaring in en onderzoekt het CBR opnieuw of u veilig kunt rijden. Alle regels over rijden met hartfalen vindt u in paragraaf 6.2 van de Regeling eisen geschiktheid 2000.

Steunhart

Als u een steunhart heeft gekregen, mag u twee maanden niet rijden. Als u in die twee maanden geen problemen met uw steunhart heeft gehad en weer wilt autorijden, kunt u een Gezondheidsverklaring invullen. Het CBR onderzoekt dan of u veilig kunt rijden. Als hieruit blijkt dat u rijgeschikt bent, krijgt u een nieuw rijbewijs voor maximaal 2 jaar. Als dit rijbewijs verloopt, vult u weer een Gezondheidsverklaring in. Het CBR onderzoekt dan opnieuw of u veilig kunt rijden. Het CBR kan u alleen keuren als uw steunhart 2 maanden geen problemen heeft gegeven. U kunt dus pas naar een cardioloog voor onderzoek na deze 2 maanden. U krijgt hier bericht over van het CBR nadat u de Gezondheidsverklaring heeft ingevuld. Alle regels over rijden met een steunhart vindt u in paragraaf 6.2.1 van de Regeling eisen geschiktheid 2000.

Tip: Heeft u 2 maanden nadat u een steunhart heeft gekregen een afspraak voor controle bij uw cardioloog? Dan raden we aan de Gezondheidsverklaring eerder in te vullen. Nadat u de Gezondheidsverklaring heeft ingevuld, krijgt u bericht van het CBR dat u naar een cardioloog moet. U kunt dit combineren met uw controle. Zo hoeft u niet 2 keer naar een cardioloog.

Hartinfarct

Heeft u een hartinfarct of hartaanval gehad en heeft u daar geen klachten of hartschade aan overgehouden? Dan mag u blijven autorijden. Ga hierover in gesprek met uw arts. Hij of zij kan helpen inschatten of het verstandig is om een Gezondheidsverklaring in te vullen. Het CBR onderzoekt dan of u inderdaad geen risico loopt in het verkeer.

Heeft u een hartinfarct gehad en daar hartschade aan overgehouden? Dan mag u in ieder geval 4 weken niet rijden. Ga hierover in gesprek met uw arts. Hij of zij kan helpen inschatten of het verstandig is om aan het einde van deze 4 weken een Gezondheidsverklaring in te vullen. Het CBR onderzoekt dan of u veilig de weg op kunt.

Als uit de beoordeling blijkt dat u rijgeschikt bent, krijgt u een rijbewijs voor bepaalde of onbepaalde tijd. Hoe lang uw rijbewijs geldig is, hangt af van uw situatie. Een rijbewijs voor onbepaalde tijd is 10 jaar geldig en kunt u verlengen zonder een Gezondheidsverklaring in te vullen. Een rijbewijs voor bepaalde tijd kan ook korter dan 10 jaar geldig zijn. Als dit rijbewijs verloopt, vult u een Gezondheidsverklaring in en onderzoekt het CBR opnieuw of u veilig de weg op kunt. Alle regels over rijden na een hartinfarct vindt u in paragraaf 6.2 en 6.3 van de Regeling eisen geschiktheid 2000.

Pijn op de borst of een hartoperatie

Wilt u autorijden en heeft u last van pijn op de borst of hartkrampen, of heeft u een dotterbehandeling of bypassoperatie gehad? Dan hangt het van de ernst van uw klachten af of u rijgeschikt wordt verklaard. Als uit onderzoek van het CBR blijkt dat u rijgeschikt bent, krijgt u een rijbewijs voor onbeperkte tijd of voor maximaal 5 jaar. Is uw rijbewijs 5 jaar of minder geldig? Dan vult u weer een Gezondheidsverklaring in als dit rijbewijs verloopt. Het CBR onderzoekt dan opnieuw of u veilig kunt rijden. Alle regels over rijden met pijn op de borst vindt u in paragraaf 6.3.2 van de Regeling eisen geschiktheid 2000.

Hartklepafwijkingen

Heeft u een hartklepafwijking en wilt u autorijden? Dan hangt het af van de ernst van uw klachten of u rijgeschikt wordt verklaard. Als uit onderzoek van het CBR blijkt dat u rijgeschikt bent, krijgt u een rijbewijs voor maximaal 5 jaar. Als dit rijbewijs verloopt, vult u een Gezondheidsverklaring in en onderzoekt het CBR opnieuw of u veilig kunt rijden. Alle regels over rijden met een hartklepafwijking vindt u in paragraaf 6.5 van de Regeling eisen geschiktheid 2000.

Hartklepprothese

Heeft u een hartklepprothese en wilt u autorijden? Dan kunt u een rijbewijs voor maximaal 10 jaar krijgen als u geen klachten heeft. Als dit rijbewijs verloopt, vult u een Gezondheidsverklaring in en onderzoekt het CBR opnieuw of u veilig kunt rijden. Alle regels over rijden met een hartklepprothese vindt u in paragraaf 6.5.2 van de Regeling eisen geschiktheid 2000.

Hartritmestoornissen

Wilt u autorijden en heeft u een hartritmestoornis waardoor uw hart te snel of te langzaam klopt, zoals boezemfibrilleren? Dan hangt het af van de ernst van uw klachten of u rijgeschikt wordt verklaard. Als uit onderzoek van het CBR blijkt dat u rijgeschikt bent, krijgt u een rijbewijs voor maximaal 10 jaar. Als dit rijbewijs verloopt, vult u een Gezondheidsverklaring in en onderzoekt het CBR opnieuw of u veilig kunt rijden. Alle regels over rijden met een hartritmestoornis vindt u in paragraaf 6.7 van de Regeling eisen geschiktheid 2000.

Inwendige defibrillator (ICD)

Heeft u een inwendige defibrillator (ICD) gekregen? Dan mag u volgens de wet een periode niet rijden. Als u een ICD heeft omdat u een hartstilstand heeft gehad, mag u tot 2 maanden na de implantatie niet rijden. Als u een ICD heeft omdat u een verhoogd risico heeft op een hartritmestoornis, mag u tot 2 weken na de implantatie niet rijden.
Heeft het ICD-kastje in deze 2 weken of 2 maanden geen schok gegeven? Dan kunt u een Gezondheidsverklaring invullen, zodat het CBR kan onderzoeken of u veilig kunt rijden. Als hieruit blijkt dat u rijgeschikt bent, kunt u weer autorijden. U krijgt een nieuw rijbewijs voor maximaal 5 jaar. Als dit rijbewijs verloopt, vult u weer een Gezondheidsverklaring in en onderzoekt het CBR opnieuw of u veilig kunt rijden. Alle regels over rijden met een ICD vindt u in paragraaf 6.7.4 van de Regeling eisen geschiktheid 2000.

Tip: Heeft u 2 maanden nadat u een ICD heeft gekregen een afspraak voor controle bij uw cardioloog? Dan raden we aan de Gezondheidsverklaring eerder in te vullen. Nadat u de Gezondheidsverklaring heeft ingevuld, krijgt u bericht van het CBR dat u naar een cardioloog moet. U kunt dit combineren met uw controle. Zo hoeft u niet 2 keer naar een cardioloog.
De ICD heeft een schok gegeven
Als de ICD een stroomstoot heeft gegeven, mag u 2 maanden niet rijden. Als uw ICD twee maanden geen schok heeft gegeven mag u weer autorijden, mits de cardioloog hier toestemming voor geeft.

Pacemaker

Als u een pacemaker heeft en wilt autorijden, onderzoekt het CBR of u veilig kunt rijden. Voorheen kreeg u een rijbewijs voor maximaal 10 jaar. Op 17 april 2021 is deze regelgeving gewijzigd. Een periodieke beoordeling is nu niet meer verplicht voor de dragers van een pacemaker bij rijbewijscategorie 1.

Bestuurders categorie 1

De periodieke beoordeling is per 17 april 2021 vervallen voor categorie 1 rijbewijzen (motor, auto, tractor). Als er geen andere reden is voor een beperking op het rijbewijs, dan wordt de rijbewijshouder voor onbepaalde tijd geschikt verklaard. Let op: om de beoordeling ‘onbeperkt geschikt’ te krijgen, moet de rijbewijshouder nog wel bij het verlengen van het rijbewijs nog één keer een Gezondheidsverklaring invullen en een keurend arts bezoeken. Na de beoordeling volgt een besluit met onbeperkte geschiktheid. Daarna vult de rijbewijshouder alleen bij een gewijzigde gezondheid of na de 75ste verjaardag een Gezondheidsverklaring in.

Bestuurders categorie 2

Voor categorie 2 rijbewijzen (alle overige categorieën) blijft de maximale geschiktheid van 5 jaar gelden. Deze rijbewijshouders moeten iedere 5 jaar opnieuw een Gezondheidsverklaring invullen. Ook moeten zij een verklaring van een arts indienen.

Waar moet je, wat autorijden betreft, rekening mee houden als je een hartinfarct of hartaanval hebt gehad?

Het is belangrijk om te weten wat je eraan over heb gehouden  en dat je de medicijnen ter voorkoming trouw neemt.

Als u een hartaandoening heeft, kan dit risico’s opleveren in het verkeer. U kunt bijvoorbeeld moeite hebben met lichamelijke inspanning of last hebben van vermoeidheid. Ook kunt u duizelig of zelfs onwel worden. Als dit gebeurt als u achter het stuur zit, is dat levensgevaarlijk. Voor uzelf en voor andere mensen in het verkeer. Daarom gelden er extra regels als u een hartziekte heeft en wilt autorijden. Alle regels over rijden met hart- en vaatziekten vindt u in hoofdstuk 6 van de wettelijke Regeling eisen geschiktheid 2000.

Voor autorijden met een hartspierziekte, een aangeboren hartafwijking of een aneurysma zijn aparte webpagina’s. Voor autorijden na een hersenbloeding, herseninfarct of TIA kijkt u op de pagina over een beroerte.

Zijn er speciale testen die hartpatiënten moeten doen voordat ze – bijvoorbeeld na een operatie – weer mogen rijden?

Nee. Wel willen we de algemene hartconditie weten volgens de indeling NYHA, de New York Heart Association, classificatie voor hartfalen. NYHA IV is ongeschikt bijvoorbeeld.

Is er medicatie waarmee je als hartpatiënt niet de weg op mag? Zo ja, om welke medicijnen gaat dit?

Specifieke medicatie voor het hart is meestal geen probleem. Eventuele slaapmiddelen, tranquilizers wel. Invloed van middel en tips staan op rijveiligmetmedicijnen.nl

Kunnen medicijnen zorgen voor een verminderde concentratie?

Ja. Slaapmiddelen, tranquilizers en antidepressiva met name.

Sommige medicijnen hebben bijwerkingen die invloed hebben op het rijden. Zoals duizeligheid en slaperigheid. Als u hier last van heeft, bent u bijvoorbeeld minder alert en reageert u minder snel. En dat kan gevaarlijk zijn in het verkeer. Overleg altijd met uw arts of u mag rijden met de medicijnen die u gebruikt. Op rijveiligmetmedicijnen.nl kunt u kijken met welke medicijnen u wel en niet mag rijden.

Vult u op de Gezondheidsverklaring in dat u een hartaandoening heeft? Dan onderzoekt het CBR of u veilig kunt rijden. Hierbij kijkt het CBR ook naar de medicijnen die u gebruikt.

Ik krijg een hogere dosis. Mag ik autorijden?

Gaat u nieuwe medicijnen gebruiken of krijgt u een hogere dosis? Bespreek dan met uw arts of apotheker wat de gevolgen zijn voor het rijden.

Ik mag niet rijden met mijn medicijn. Wat nu?

Mag u niet rijden door de medicijnen die u gebruikt? Bespreek dan met uw arts of u misschien een ander medicijn kan gebruiken. Of dat de dosering aangepast kan worden.

Zijn er speciale maatregelen die je als hartpatiënt moet nemen voordat je de weg op gaat?

Het hangt van iemands hartkwaal af hoe lang je niet mag rijden en onder welke omstandigheden. Het meest streng zijn de maatregelen voor een ICD-implantatie na een hartstilstand.

Er is onlangs een campagne gestart bij het CBR: kun je daar meer over vertellen? Wat houdt dit precies in?

We willen (grote) groepen patiënten goed informeren, en dan kan bijvoorbeeld via patiëntenverenigingen, en dat doen we ook via de artsen. We zijn begonnen met hartpatiënten, dementie en alzheimer is een volgende groep op wie we ons gaan richten. Op onze website is ook veel informatie te vinden, en via de klantenservice krijgen we vragen. Daarbij merken we dat veel patiënten met dezelfde vragen zitten. Dan is het fijn om mensen goed te informeren. Dat vinden we, naast het afnemen van examens zoals de meesten ons kennen en het beoordelen van de gezondheidsverklaringen, ook een belangrijke taak. We zijn immers een dienstverlenende organisatie.

Wat willen jullie hiermee bereiken?

We willen mensen goed informeren. Duidelijkheid geven, maar ook onduidelijkheid wegnemen. Daarvoor benaderen we patiëntenverenigingen. Maar op reguliere basis, en zeker bij veranderingen, informeren we ook artsen en andere betrokkenen.

Merken jullie dat er vaak zaken onduidelijk zijn voor hartpatiënten als het aankomt op autorijden? Zo ja, wat?

Patiëntenverenigingen timmeren aan de weg. Veel mensen weten onze website te vinden. De meeste verwarring is er over wanneer iemand zich moet melden bij het CBR omtrent zijn of haar gezondheid.

Wat is voor jullie belangrijk als het aankomt op mensen met een ziekte of beperking in combinatie met autorijden? Hoe gaan jullie met deze groep om?

Zoals eerder gezegd: wat niet kan, kan niet. Maar onze eerste insteek is vooral: kijken naar wat er mogelijk is. Hoe kan iemand wel auto blijven rijden. Of weer gaan autorijden als iemand voldoende hersteld is en bijvoorbeeld de medicijnen goed zijn ingeregeld.

De verkeersveiligheid staat altijd voorop. Iedereen moet immers veilig over straat kunnen, van groot tot klein, van automobilist tot fietser, voetganger enz. Tegelijkertijd zoeken we altijd naar mogelijkheden zijn om iemand op een veilige en verantwoorde manier aan het verkeer te laten deelnemen. Zo zijn er bijvoorbeeld mogelijkheden om een auto aan te laten passen. Een goed voorbeeld van een aanpassing die zo is ingeburgerd is de bril: daar mee kunnen mensen die minder goed of soms slecht zien toch autorijden.

Waarom vinden jullie het belangrijk om (meer) aandacht te besteden aan hartpatiënten in combinatie met autorijden?

Hart- en vaatziekten zijn samen met kanker de meest voorkomende aandoeningen. Veel mensen krijgen hier mee te maken en dus besteden we er aandacht aan. We lichten de mensen voor over de mogelijkheden en onmogelijkheden. Daarbij spelen ook de artsen een belangrijke rol. Zij zijn doorgaans de eersten die een patiënt melden dat ze bijvoorbeeld een aantal weken niet mogen rijden.
Het gaat erom dat mensen veilig en verantwoord de weg op gaan als het gaat om de domeinen zien, denken, doen, kans op bewustzijnsverlies en medicijnen. Beperkingen zijn voor de auto vaak te compenseren.

En op welke manier doen jullie dit?

We hebben patiëntenverenigingen benaderd. Met informatie en ook materiaal dat ze kunnen gebruiken. Maar bijvoorbeeld onze artsen, van de divisie rijgeschiktheid, hebben regelmatig contact met artsen, en bijvoorbeeld ook cardiologen. Zo houden we elkaar over en weer goed geïnformeerd over de ontwikkelingen in ze gezondheidszorg en bijvoorbeeld wetswijzigingen.

Hoe worden jullie als CBR vaak gezien, denk je?

Iedereen kent ons van de examens, 75-plussers vooral van de gezondheidsverklaring. En dan vinden sommigen ons veel te streng, horen we dan vaak van iemand die gezakt is of niet meer mag rijden om gezondheidsredenen. Maar als we over verkeersveiligheid beginnen, snappen de meesten dat dan wel weer.

Vooral ouderen, 75-plussers moeten elke vijf jaar een gezondheidsverklaring invullen, vinden dat we rijbewijzen ‘afpakken’. Toch proberen we ook dan uit te leggen waarom iemand niet meer mag rijden, ook aan bijvoorbeeld een partner of mantelzorger. We snappen de teleurstelling, natuurlijk. Een rijbewijs staat voor vrijheid. Raak je dat kwijt dan voelt het alsof je een groot deel van je vrijheid kwijtraakt. Dat is ontzettend vervelend, ook al zijn er alternatieven als het om vervoer gaat. Dat moet je meer plannen en regelen. Maar aan de verkeersveiligheid kunnen we geen concessies doen. Dat blijven we uitleggen.

Veel mensen vergeten dat ze bij hun eerste rijbewijs een gezondheidsverklaring hebben moeten invullen. En die opnieuw moeten indienen als er rond de gezondheid iets verandert.

Hoe wíllen jullie graag gezien worden?

Zoals we zijn: streng, doch rechtvaardig. En als deskundig als het gaat om de verkeersveiligheid, in de breedste zin van het woord.

Hoe proberen jullie dat uit te dragen?

Door elke dag met veel plezier en inzet ons werk te doen. Dat zie ik overal om me heen. Bij de examinatoren, bij de collega’s van de klantenservice, maar ook achter de schermen, bij de deskundigen op het hoofdkantoor en van onze divisies rijgeschiktheid, rijvaardigheid, theorie en ccv (beroepsvervoer).

Heb je nog meer tips voor hartpatiënten als het aankomt op autorijden?

Wat voor elke bestuurder geldt:  vraag je af  “is er een kans dat ik anderen (en mijzelf) in gevaar breng?”  (Art 5 Wegenverkeerswet).

Wat bespreek ik met mijn arts?

Ga altijd in gesprek met uw zorgverlener over autorijden. Bijvoorbeeld met uw cardioloog, verpleegkundige of huisarts. U kunt samen de regels over autorijden met hart- en vaatziekten bespreken. Zij weten bijvoorbeeld wanneer patiënten tijdelijk niet mogen rijden, en wanneer het verstandig is om uw hartaandoening te melden bij het CBR. Als u uw hartaandoening meldt, beoordeelt het CBR of u gezond genoeg bent om te rijden.

Als u bij het CBR meldt dat u een hartaandoening heeft, vult u een Gezondheidsverklaring in. Het CBR onderzoekt dan of u veilig de weg op kunt.

Wanneer vul ik een Gezondheidsverklaring in?

Als u een Gezondheidsverklaring invult, geeft u hierop aan dat u een ziekte aan uw hart of bloedvaten heeft. Het CBR onderzoekt dan of u veilig kunt rijden. U vult een Gezondheidsverklaring in als:

  • U rijexamen gaat doen.
  • Uw rijbewijs voor bepaalde tijd geldig is en u uw rijbewijs wilt verlengen.
  • U uw rijbewijs wilt verlengen als uw rijbewijs verloopt op of na uw 75ste verjaardag.
  • U uw vrachtwagen- of busrijbewijs wilt verlengen.
  • U tijdelijk niet mocht rijden en deze periode voorbij is.
  • U op een ander moment wilt melden dat u een hartaandoening heeft.
Ik moet een Gezondheidsverklaring invullen om mijn rijbewijs te verlengen. Wanneer doe ik dit?

Ongeveer 4 maanden voordat uw rijbewijs verloopt krijgt u bericht van de RDW over het verlengen van uw rijbewijs. Hierin staat informatie over het invullen van een Gezondheidsverklaring. We raden u aan om 5 maanden voordat uw rijbewijs verloopt een Gezondheidsverklaring in te vullen. Het CBR onderzoekt daarna of u veilig kunt blijven rijden.

Ik heb sinds kort een hartaandoening. Moet ik dit melden bij het CBR?

Heeft u een rijbewijs en krijgt u een hartaandoening? Ga dan met uw huisarts, cardioloog of verpleegkundige in gesprek over autorijden. Hij of zij kan u vertellen of het verstandig is om uw hartaandoening te melden bij het CBR. Wilt u zeker weten dat u veilig en verantwoord de weg op kunt? Vul dan een Gezondheidsverklaring in. Dan beoordelen wij of u veilig kunt blijven rijden. Op de pagina Kan ik rijden met een hartaandoening vindt u meer informatie en adviezen per soort hartaandoening.

Ik twijfel of ik veilig kan rijden, maar mijn rijbewijs is voorlopig nog geldig. Geef ik dit aan bij het CBR?

Twijfelt u of u nog veilig de weg op kunt? En hoeft u uw rijbewijs nog niet te verlengen? Dan raden we u aan om dit te bespreken met uw arts of verpleegkundige. Hij of zij kan helpen inschatten of uw hartaandoening risico’s oplevert in het verkeer. En of het verstandig is om een Gezondheidsverklaring in te vullen. Het CBR onderzoekt dan of u veilig kunt blijven rijden.

Ben ik verplicht om mijn hartaandoening te melden bij het CBR?

Als u een Gezondheidsverklaring invult, is het verplicht deze naar waarheid in te vullen. U vult in ieder geval een Gezondheidsverklaring in als u uw rijbewijs wilt gaat halen en als u uw rijbewijs moet verlengen op of na uw 75ste verjaardag. Krijgt u een hartaandoening na het halen van uw rijbewijs en voor uw 75ste verjaardag? Dan is er geen meldplicht. Wel heeft u een morele plicht om uw hartaandoening te melden bij het CBR als deze uzelf en anderen in het verkeer in gevaar kan brengen. Twijfelt u of dit zo is? Bespreek dit dan met uw arts.

Ben ik verzekerd als ik niet doorgeef aan het CBR dat ik een hartaandoening heb?

Als u een ongeval veroorzaakt en u niet heeft gemeld dat u een hartaandoening heeft, kan het zijn dat uw verzekering de schade niet vergoedt. Neem contact op met uw verzekeraar of bekijk de polisvoorwaarden om te kijken of dit in uw geval zo is. U kunt bespreken dat u een hartaandoening heeft en of dit gevolgen heeft voor uw verzekering.

Als u op de Gezondheidsverklaring invult dat u een hartaandoening heeft, onderzoekt het CBR of u veilig kunt rijden. En of u dus uw rijbewijs kunt halen, houden of verlengen. U krijgt hier vanzelf bericht over nadat u de Gezondheidsverklaring heeft ingevuld.

Wat heeft het CBR nodig om te beoordelen of ik veilig kan rijden?

Om te beoordelen of u veilig de weg op kunt, hebben we verschillende dingen nodig: een Gezondheidsverklaring, informatie van een arts, en eventueel informatie van een cardioloog. De Gezondheidsverklaring vult u zelf in. Doe dit online via Mijn CBR: dat gaat het snelst.

Daarna ontvangt u een verwijzing naar een arts met de documenten die u nodig heeft bij de afspraak. De arts geeft informatie aan het CBR. Kies bij voorkeur een arts die met ZorgDomein werkt. Dan ontvangen wij de informatie van de arts direct. Met de informatie van de arts bepaalt het CBR of u veilig de weg op kunt. Als het CBR meer informatie nodig heeft, krijgt u ook een verwijzing naar een cardioloog. De cardioloog geeft informatie aan het CBR over uw gezondheid en adviseert over uw rijgeschiktheid. Met de informatie van de cardioloog bepalen wij vervolgens of u veilig de weg op kunt.

Bent u 75 jaar of ouder of heeft u naast een hartaandoening ook andere problemen met uw gezondheid? Dan gaat u waarschijnlijk naar meerdere artsen. Als u de Gezondheidsverklaring heeft ingevuld, krijgt u hier vanzelf bericht over.

Let op: Heeft u een steunhart of ICD en bent u jonger dan 75? Dan gaat u niet naar een arts, maar alleen naar een cardioloog. Nadat u de Gezondheidsverklaring heeft ingevuld, krijgt u een verwijzing naar een cardioloog.

Mag ik naar mijn eigen arts of cardioloog?

Voor de beoordeling gaat u naar een arts of een cardioloog, of allebei. U kunt naar uw eigen arts, maar meestal niet naar uw eigen cardioloog. Alleen als u een steunhart of ICD heeft, kunt u naar uw eigen cardioloog.

U kunt naar uw eigen arts

Als u naar een arts gaat, kunt u zelf kiezen naar welke arts. U kunt dus naar uw eigen arts, bijvoorbeeld uw huisarts. Vraag wel vooraf of u bij hem of haar terechtkunt. De meeste artsen keuren hun eigen patiënten niet, maar verwijzen u naar een onafhankelijke collega. Dit doen zij om de vertrouwensrelatie niet te verstoren.

U kunt niet naar uw eigen cardioloog

Sinds 1 mei verwijst het CBR voor de keuring door de onafhankelijk cardioloog naar de lijst met cardiologen in de specialistenzoeker op www.cbr.nl.
U kunt dan zelf een cardioloog uitzoeken. De cardioloog vindt op zorgdomein alle formulieren en benodigde informatie.

Wel naar uw eigen cardioloog bij steunhart of ICD

Als u een steunhart of ICD heeft, kunt u wel naar uw eigen cardioloog voor het onderzoek. U krijgt hier bericht over nadat u de Gezondheidsverklaring heeft ingevuld.

Wat is het resultaat van de beoordeling van het CBR?

De beoordeling van het CBR heeft een aantal mogelijke resultaten.

U bent rijgeschikt

U bent rijgeschikt als uw hartaandoening geen risico’s oplevert in het verkeer. Als u rijgeschikt bent, krijgt u een rijbewijs voor bepaalde of onbepaalde tijd. Een rijbewijs voor onbepaalde tijd is 10 jaar geldig en kunt u verlengen zonder een Gezondheidsverklaring in te vullen. U hoeft niet opnieuw beoordeeld te worden. Als uw rijbewijs verloopt wanneer u 75 jaar of ouder bent, vult u wel een Gezondheidsverklaring in.

Als u een rijbewijs krijgt voor bepaalde tijd, is uw rijbewijs 10 jaar of minder geldig. Als uw rijbewijs verloopt, vult u weer een Gezondheidsverklaring in en onderzoekt het CBR opnieuw of u veilig kunt rijden. Hoe lang uw rijbewijs geldig is, hangt af van uw medische situatie.

Bent u rijgeschikt? Dan kunt u uw rijbewijs aanvragen of verlengen bij de gemeente. Als u een steunhart of ICD heeft, krijgt u code 100 op uw rijbewijs. Dit betekent dat u niet mag rijden als beroepschauffeur. Bijvoorbeeld als taxichauffeur of buschauffeur. U leest er meer over op de pagina Ik heb een groot rijbewijs of ben beroepschauffeur.

U bent niet rijgeschikt

U bent niet rijgeschikt als uw hartaandoening te veel risico oplevert in het verkeer. Het is dan niet veilig voor u om de weg op te gaan. U kunt geen rijbewijs aanvragen of verlengen. Als u een rijbewijs heeft, wordt dat ongeldig.

Wat kan ik doen als ik niet rijgeschikt ben?

Het kan erg vervelend zijn als u niet rijgeschikt bent en niet mag rijden. Als u minder klachten heeft, kunt u overleggen met uw arts of uw hartaandoening nog steeds risico’s oplevert in het verkeer. Uw arts kan inschatten of het zinvol is om opnieuw een Gezondheidsverklaring in te vullen. Het CBR onderzoekt dan of u weer veilig de weg op kunt.

Hoelang duurt de beoordeling van het CBR?

Hoelang de beoordeling duurt, hangt af van uw situatie. Bekijk de actuele reactietermijnen. Als u de Gezondheidsverklaring heeft ingevuld via Mijn CBR, kunt u de status van uw aanvraag bekijken in Mijn CBR. U vindt hier ook een overzicht van alle brieven en formulieren die u heeft gekregen.

Tip: Verloopt uw rijbewijs binnenkort? En moet u een Gezondheidsverklaring invullen om uw rijbewijs te verlengen? Dan raden we aan dit 5 maanden voordat uw rijbewijs verloopt te doen.

Hoeveel kost de beoordeling van het CBR?

U betaalt voor de Gezondheidsverklaring en voor het onderzoek. Meer informatie over de tarieven leest u op de pagina over kosten van een Gezondheidsverklaring en keuring.

Mag ik blijven rijden tijdens de keuring?

Zolang u nog geen beoordeling heeft ontvangen van het CBR en uw rijbewijs geldig is, mag u blijven rijden. Houd hierbij wel in de gaten of het verstandig is om te rijden. Praat hierover met uw arts. Als uw rijbewijs verlopen is, mag u niet rijden. Als u een herkeuring aanvraagt of bezwaar indient, mag u niet rijden totdat u een nieuwe beoordeling heeft ontvangen van het CBR.

Zomers gezond ontbijt & toetje in één?!

Zin in zowel een gezond ontbijt, als een gezond toetje? Waarom niet beiden? Maak dan eens dit heerlijke recept van Donna!

Hartpatiënten Nederland besteedt veel aandacht aan gezonde leefstijl. Medewerkster Donna geeft leefstijladvies aan donateurs. In deze kookvideo deelt zij het recept voor een gezond toetje en ontbijt in één.

Dit recept is niet alleen makkelijk en snel te maken, maar ook nog eens heerlijk. Benieuwd naar het recept? Klik hier en wij sturen het u toe!

Ons hart klopt voor alle hartpatiënten. Nu en in de toekomst. Helpt u ons? Het delen van objectieve en onafhankelijke informatie vormt de basis van onze dienstverlening. Dat betekent gratis toegang tot alle openbare informatie op de website, inschrijven voor de digitale nieuwsbrief én deelname aan het forum voor contact met hartgenoten! Ook kunnen donateurs gratis deelnemen aan al onze Webinars. Inschrijven kan hier.

Daarnaast bieden we extra voordelen voor iedereen die de stichting ook financieel een warm hart toedraagt. Mogen we u ook verwelkomen als vriend, abonnee, supporter of steunt u ons liever met een losse gift? Meer info? Klik hier.

Zorgvuldige samenwerking nodig bij hartfilmpjes in de eerstelijns geboortezorg

Niet naar het ziekenhuis, maar een hartfilmpje dat thuis van de ongeboren baby kan worden gemaakt. Onder bepaalde voorwaarden is dat vanaf begin 2023 mogelijk. Een speciaal opgeleide verloskundige kan een dergelijk filmpje, ook wel antenataal cardiotocogram genoemd, maken en aflezen. Daarvoor moeten wel samenwerkingsafspraken zijn gemaakt met de gynaecologen in de regio. Ook moeten de uitkomsten in gezondheidswinst voor moeder en kind duidelijk zijn.

Als een zwangere minder leven voelt in de buik, de zwangerschap langer lijkt te duren dan gebruikelijk (‘over tijd’, oftewel naderende serotiniteit) of de baby in stuit ligt en moet worden gedraaid kan een hartfilmpje worden gemaakt. Op verzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) onderzocht het Zorginstituut de mogelijkheid dit te laten doen door een verloskundige in de wijk. In het voorjaar van 2021 kwam zij met haar oordeel. Bij de genoemde redenen en met goede samenwerkingsafspraken met de gynaecoloog in de regio mag een verloskundige het cardiotocogram (CTG) afnemen, mits de verloskundige een speciale opleiding heeft gevolgd.

Zorg dichter bij zwangere

Om ook financieel mogelijk te maken dat een verloskundige het CTG afneemt en leest, is de prestatie voor verloskundigen aangepast door de NZa. Projectleider geboortezorg Pim Caris was hierbij betrokken. “De innovatieve zorgprestatie is bij ons aangevraagd door aanbieders en zorgverzekeraars om te onderzoeken of deze manier van zorg werkt. Als NZa waren we enthousiast. Het is een mooi voorbeeld van passende zorg. Als zorg dichter bij de zwangere gegeven kan worden, willen we dat stimuleren.”

Optimaal benutten van expertise in de eerste lijn

De optionele verschuiving van werkzaamheden naar de eerstelijnszorg is bedoeld om gespecialiseerde artsen, zoals gynaecologen, te ontlasten. In het integraal zorgakkoord zijn plannen opgenomen over het optimaal benutten van beschikbare personele capaciteit en expertise. Dat is toepasbaar op meerdere disciplines, zoals huisartsenzorg, paramedische zorg en zorg voor ouderen of kwetsbaren. Maar ook in de geboortezorg is een regionale samenwerking tussen de eerste- en tweede lijn nodig om enerzijds zorg dichter bij de zwangere te kunnen bieden en anderzijds optimaal gebruik te maken van beschikbare zorgverleners.

Kwaliteitsvragen bij nieuwe werkwijze

Caris onderkent ook direct een pijnpunt voor de landelijke uitrol van deze werkwijze. “Er vindt een verschuiving van zorg plaats waar ook een financiële component aan zit. Daarnaast hebben gynaecologen nog vragen over de kwaliteit van deze werkwijze.” Eerstelijnsverloskundige Elise Neppelenbroek herkent vooral dat laatste beeld. Zij doet promotieonderzoek met als onderwerp het gebruik van het antenatale CTG in de eerste lijn. “Je ziet dat in bepaalde regio’s de hiervoor noodzakelijke samenwerking tussen verloskundigen en gynaecologen wel van de grond komt en in sommige regio’s nog niet. Toen wij in 2016 in Zwolle begonnen met de pilot op dit gebied, merkten we dat het vertrouwen moest groeien.”

Onderling vertrouwen vinden

Hoe heeft Elise dat vertrouwen in haar regio gevonden? “We zijn met gynaecologen het gesprek aangegaan om te laten zien dat we echt niet zomaar een CTG-apparaat gaan bestellen en bedienen. Daar hoort een duidelijk protocol en leertraject bij. Verloskundigen zijn wel opgeleid en bevoegd, maar om dat in praktijk te brengen, moeten we leren van de ervaring die gynaecologen en klinisch verloskundigen hebben.” Een van de gynaecologen die daarom aansloot bij de pilot was Bas Nij Bijvank van het Isala Ziekenhuis. “Aan het begin was ik vooral laagdrempelig beschikbaar om mee te kijken en mee te denken, maar er kwam ook scholing bij kijken. Naast de kwaliteitscriteria waar eerstelijnsverloskundigen aan moeten voldoen, komen we eens in de tien of twaalf weken bij elkaar. We bespreken dan CTG’s uit de praktijk, maar ook theorie.”

Maatschappelijke zorgkosten verminderen

Voor Nij Bijvank waren er meerdere redenen om mee te doen aan de pilot. “We zijn als regio bezig met waardegedreven zorg. Dat houdt in dat als we dezelfde zorg kunnen leveren op een goedkopere manier, we daarin geïnteresseerd zijn. Op die manier dragen we bij aan onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om zorgkosten te verminderen”, vertelt hij. “Daarnaast kijken we als team actief naar welke zorg buiten het ziekenhuis, dus dichter bij de patiënt, geleverd kan worden met gelijkblijvende kwaliteit.” Mocht het toch nodig zijn, dan verwijst de eerstelijnsverloskundige de patiënt alsnog door. Neppelenbroek: “We treden op als eerste schakel, dus wij doen de risicoselectie en sturen de zwangeren wat laagdrempeliger door naar het ziekenhuis als er twijfels zijn.”

Afwachten van gezondheidsuitkomsten uit pilots

Om de samenwerking voor CTG in de eerste lijn landelijk tot stand te brengen, is noodzakelijk dat de gezondheidsuitkomsten van ouder en kind op korte en lange termijn goed zijn en dat de resultaten van de pilots in Zwolle, Groningen en Nijmegen bekend zijn. Dat komt overeen met de plannen in het integraal zorgakkoord, waarbij de uitkomsten van zorg een belangrijke rol spelen. In vergelijking met andere Europese landen heeft Nederland een relatief hoge sterfte van kinderen tijdens de zwangerschap en bevalling. De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) vindt juist daarom de kwaliteitsuitkomsten van deze werkwijze belangrijk. Tot de pilots zijn afgerond en er publicaties zijn over de gezondheidsuitkomsten voor ouder en kind raadt de NVOG haar leden de samenwerking met eerstelijnsverloskundigen nog af.

Verbinding tussen eerste en tweede lijn

Dat de samenwerking tussen verloskundigen en gynaecologen in sommige regio’s nog niet van de grond kan komen, betreurt Neppelenbroek. “We hebben de afgelopen jaren in drie regio’s laten zien dat de kwaliteit van deze werkwijze goed is. Zwangeren zijn erg tevreden met deze zorg, er worden kwaliteitsbesprekingen gehouden waar een gynaecoloog bij aanwezig is. Het werkt daarmee juist verbindend tussen de eerste en tweede lijn. Maar het lijkt soms moeilijk te zijn dit in nieuwe regio’s te implementeren.”

Bron: NZa-magazine

Wat is de relatie tussen intensieve duursport en hart-en vaatziekten?

Is er een ‘relatie’ tussen intensieve duursport en hartfalen? Dat onderzoekt de vakgroep Inspanningsfysiologie van de Radboud UMC/Maastricht UMC. De vakgroep is met name benieuwd in hoeverre de aanwezigheid in het bloed van de signaalstof troponine (na afloop van intensieve duurinspanning) een indicator is voor onderliggend hartfalen, met name aderverkalking (artherosclerose).

Afgelopen weekend werd bij een groep fietsers zowel voor als na afloop van ‘de Ronde van Nijmegen’ bloed afgenomen om Troponine-waardes te kunnen vergelijken. Een van hen is Jens Olde Kalter. Behalve fanatiek fietser is de misdaadjournalist formeel ook hartpatiënt. Hoewel zijn hart het prima doet, laat hij anderhalf jaar terug op basis van hartproblemen in de familie een CT-scan maken.

Lees hier verder.

Aantal geneesmiddelentekorten stijgt in 2023 naar recordhoogte

Het aantal geneesmiddelentekorten stijgt in 2023 naar recordhoogte. Werd in heel 2022 een schrikbarend aantal van 1514 tekorten genoteerd door apothekersorganisatie KNMP, halverwege dit jaar staat de teller al op 1179. Voorzitter Aris Prins van apothekersorganisatie KNMP luidt de noodklok. ‘Hoewel deze stijging niet onverwacht is, hoopten we – eerlijk gezegd tegen beter weten in – dat we vorig jaar de absolute grens hadden bereikt. Maar het is nog beduidend erger. Zo kunnen we niet voort. Apothekers zijn dagelijks in de weer voor talloze patiëntengroepen die hiervan de dupe zijn’.

Geneesmiddelentekorten, die ontstaan door problemen met productie, distributie en kwaliteit, kunnen een enorme impact hebben. Omdat ze een grote groep mensen treffen, langdurig zijn of omdat omzetten naar een ander geneesmiddel lastig is voor patiënten. Grote groepen mensen die kampen met bijvoorbeeld hartaandoeningen, jicht of infecties kunnen er niet meer dagelijks op rekenen dat hun geneesmiddel beschikbaar is in de Nederlandse apotheek.

Nederland

KNMP-voorzitter Prins: ‘Geneesmiddelentekorten spelen over de hele wereld. We kennen de lijsten van Europese tekorten. Maar we zien steeds meer middelen die alleen in Nederland niet beschikbaar zijn. Het komt dagelijks voor dat geneesmiddelen geïmporteerd moeten worden. Een voorbeeld is allopurinol dat in de landen om ons heen gewoon beschikbaar is, en hier maar zeer beperkt. Dit raakt een groep van 150.000 jichtpatiënten.’ 

Allopurinol is een van de 37 geneesmiddelen waarvoor er maar één fabrikant door de vier grote zorgverzekeraars als voorkeursleverancier is aangewezen. Als die fabrikant onverhoopt niet kan leveren en een dergelijk geneesmiddel dus niet voorradig is, ontstaat er direct een groot probleem, omdat alternatieven niet of nauwelijks beschikbaar zijn. Prins: ‘Het is zaak dat in Nederland alle relevante partijen met de hoogste spoed beslissingen nemen over oplossingen. Het duurt allemaal te lang.’

Alternatieven
Met veel kunst- en vliegwerk bedenken en organiseren apothekers in Nederland aan de balie dagelijks oplossingen en alternatieven voor de mensen. Door een ander middel met dezelfde werkzame stof of een therapeutisch alternatief aan te bieden, zelf te bereiden of te importeren. Per openbare apotheek is gemiddeld bijna een volledige fte bezig met de problematiek, zo blijkt uit een recente peiling van de apothekersvereniging KNMP onder de leden. Nederland telt bijna 2.000 openbare apotheken. De geneesmiddelentekorten spelen ook de apothekers in de ziekenhuizen sterk parten. Prins: ‘Onze 24-7 uurs zorgverlening staat onder druk doordat we continu bezig zijn met logistieke kwesties.’

Voor de apothekersorganisatie brengt KNMP Farmanco de geneesmiddelentekorten dagelijks in kaart. Indien een geneesmiddel landelijk niet verkrijgbaar is, gedurende minimaal veertien dagen, noteert KNMP Farmanco een nieuw tekort voor het jaarlijkse overzicht. Meldingen door apothekers worden geverifieerd bij de fabrikanten. Farmanco houdt al twintig jaar de statistieken bij over geneesmiddelentekorten in Nederland.

Maar dokter, waarom…

Het valt mij regelmatig op, met name als ik patiënten van jonge collega’s en cardiologen in opleiding zie: het probleem waar de patiënt mee kwam is keurig beschreven en opgelost, maar de onderliggende oorzaken soms niet. Een hartinfarct of een hartritmestoornis komt namelijk in heel veel gevallen niet uit de lucht vallen. Vrijwel altijd is een probleem van het hart het gevolg van een onderliggende oorzaak. Toch eindigt, als ik ze niet verder aanmoedig, de gemiddelde brief van mijn (jonge) collega’s soms met: ‘een xx-jaar oude patiënt opgenomen met een hartinfarct op basis van een vernauwing in dit of dat bloedvat waarvoor een succesvolle dotterprocedure werd uitgevoerd met een blabla-stent.’

Op zich is hier natuurlijk precies beschreven wat er gebeurd is. Maar, denk ik dan, weten we ook waarom het gebeurd is? Deze verschillende manieren van denken, dat wil zeggen het onderscheid maken tussen de manier ‘hoe’ iets gebeurt en de manier ‘waarom’ iets gebeurt, werden precies 50 jaar geleden nog beloond met een Nobelprijs. De Nederlander Niko Tinbergen ontving in 1973, samen met de Oostenrijkers Konrad Lorenz en Karl von Frisch, de Nobelprijs voor de Geneeskunde vanwege zijn (hun) baanbrekende werk op het gebied van de ethologie of gedragsleer. Tinbergen pleitte er in zijn onderzoek naar het gedrag van de dieren die hij met zijn studenten onderzocht voor om dit gedrag op twee manieren te verklaren: proximaal en evolutionair/ultiem.

De proximale verklaring, zo zei Tinbergen, is de manier waarop of ‘hoe’ iets gebeurt. Bijvoorbeeld, een mannelijke grutto gaat met zijn snavel in de grond pikken als hij een mannelijke soortgenoot ziet. In feite kan iedereen elk probleem proximaal beschrijven. Dat vergt immers weinig meer inzicht dan netjes te beschrijven ‘wat’ je precies ziet. ‘De grutto pikt in de grond bij het zien van een soortgenoot’ of ‘er werd een stent in een bloedvat geplaats want dat zat dicht’. Een veelal veel ingewikkelder vraag is de vraag ‘waarom’ iets gebeurt of gebeurd is. Waarom pikt die grutto in de grond. Of, in het geval van de cardioloog, waarom zit het bloedvat dicht.

Zelfs als ik die vraag stel krijg ik vaak alsnog een, weliswaar volledig correct, proximaal antwoord, namelijk: omdat er een plaqueruptuur heeft plaatsgevonden, waardoor de inhoud van deze plaque ín het bloedvat (het kransslagvat of de coronair) terecht is gekomen, waardoor de stollingscascade is geactiveerd en er een stolsel is gevormd dat het kransslagvat heeft afgesloten met een hartinfarct als gevolg.

Opnieuw een antwoord op de vraag ‘hoe’ maar nog steeds niet op de vraag ‘waarom’… waarom zat die plaque daar?

Remko Kuipers

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

De olifant in de porseleinkast

Toen Niko Tinbergen precies 50 jaar geleden zijn Nobelprijs kreeg, kreeg hij die vanwege zijn baanbrekende onderscheid tussen de ‘proximale’ en de ‘onderliggende, evolutionaire of ultieme’ verklaringen voor het gedrag dat hij bij allerlei dieren observeerde. Hoewel mensen net zo goed dieren zijn, wordt in de huidige geneeskunde tot op de dag van vandaag voornamelijk ‘proximaal’ gedacht. Dat wil zeggen: binnen de opleiding leren studenten precies welke hormonen, receptoren, neurotransmitters, cellen en moleculen betrokken zijn bij een bepaalde ziekte en welke medicijnen er gegeven kunnen worden om diezelfde hormonen, receptoren, neurotransmitters, cellen of moleculen te beïnvloeden. Niet zo gek dus, dat de studie geneeskunde ook wel de studie ‘medicijnen’ wordt genoemd.

Op zich valt of staat de behandeling van een medisch probleem natuurlijk bij het herkennen van een ziekte, de daarbij betrokken stofjes en de te geven medicatie. Echter, zoals Tinbergen al zei, is voor het daadwerkelijke begrijpen en daarmee in de toekomst voorkómen in plaats van genezen ook onderzoek naar een diepere, onderliggende oorzaak van een ziekte nodig.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Als later eerder komt dan verwacht

Een groot deel van zijn leven kampte hij met angst voor hartklachten. Totdat Hans Vos (69) in 2014 daadwerkelijk een hartaanval kreeg. Sindsdien beschouwt hij zijn leven alsof het uit twee delen bestaat: vóór en na zijn hartaanval. Deze ingrijpende gebeurtenis zorgde er namelijk voor dat hij het roer drastisch omgooide.

Hans had nooit last van angst gehad, totdat op zijn éénentwintigste een dierbare op tragische wijze kwam te overlijden. Vanaf dat moment ontwikkelde Hans angstklachten. Hij was doodsbang voor de dood, en door zijn manier van leven – drukke baan, veel roken en teveel drinken – was het volgens zijn arts geen vraag óf, maar wanneer hij een hartaanval zou krijgen. Toch kwam dit zeer onverwacht, vertelt Hans. “De vrijdagavond was lange tijd mijn intensieve drinkavond. Ook die bewuste avond was ik de kroeg in geweest en had ik genoten van veel drank. Toen ik al lang en breed weer thuis was, voelde ik me een aantal uur later ineens helemaal niet goed.” Zijn vrouw Marija (58) vertelt: “Ik weet nog dat hij me ergens voor zevenen riep. We waren die nacht pas laat naar bed gegaan, dus zei ik dat hij wel een hele goede reden moest hebben om mij mijn bed uit te laten komen. Maar ik had al snel door dat er iets mis was, zeker toen ik hem kreunend en steunend op de bank zag zitten. Meteen belde ik het alarmnummer.”

Stent

De ambulance was snel aanwezig. Hans is de hele tijd bij bewustzijn gebleven, maar kon geen woord meer uitbrengen. “Ik stond vanbinnen echt in de fik, zweette alsof het vijfenveertig graden was. Ik was helemaal op. Als Marija er niet was geweest, had ik zelf absoluut niet meer kunnen ingrijpen. Dan was ik gewoon doodgegaan. Gek genoeg kan ik me herinneren dat de ambulancebroeders me zeer goed hebben geholpen. Ik weet nog dat dat vertrouwd voelde. Eenmaal onderweg naar het ziekenhuis, was de eerste gedachte die ik had: vreemd, als later eerder komt dan verwacht. Dat spookte door mijn hoofd.” Niet lang daarna arriveerde Hans in het ziekenhuis, waar een groot hartinfarct werd geconstateerd. Er werd meteen een levensreddende stent geplaatst. “Heel gek vond ik het dat ik tijdens de ingreep bij bewustzijn moest blijven en de artsen me allerlei dingen vroegen. Het deed overigens absoluut geen pijn, terwijl ik daar wél altijd erg bang voor was geweest.”

Niemandsland

Drie dagen later mocht hij naar huis. Daar begon alles eigenlijk pas. Zijn hartaanval was voor hem een kantelpunt in zijn leven, zegt hij. “Ik besef me heel goed dat ik er een leven bij heb gekregen. Een leven dat echt heel anders is, dat totaal niet te vergelijken is met hoe het hiervoor was. Bij alle foto’s die ik nu zie, denk ik: was dit ervoor of erna?” Marija beaamt dit. “Hans werd een andere man. Alle vanzelfsprekendheden waren in één klap weg. Het kunnen doen wat hij wilde, het succes van zijn werk in de reclame, de borrels… Alles. Hij was zelfstandig ondernemer en is in één keer vervroegd met pensioen gegaan. Daarmee is ook een stuk identiteit verdwenen. Hij had ineens een diëtist, mensen die op hem letten. Het zorgeloze was weg. Dat maakte hem natuurlijk ook verdrietig. Ikzelf vond het moeilijk om hem te zien lijden, om te zien dat hij zich lange tijd in niemandsland bevond. Daarnaast vond ik het een hele periode doodeng om weg te gaan. Kon ik hem wel alleen laten? Ging dat wel goed? Dan overviel me een enorme paniek, was ik bang voor herhaling. Dat kostte echt tijd.”

Roken

Eén van de grootste veranderingen in Hans’ leven, is het feit dat hij niet meer rookt. Veertig jaar lang rookte hij namelijk zo’n drie pakjes per dag. “Er was eigenlijk niemand die na mijn hartaanval zei: goh, uitgerekend jij. Nee, niemand. Ik kan me nog steeds nauwelijks voorstellen hoe ongenadig mijn leven is veranderd door alleen al te stoppen met roken. Ik vloog bijvoorbeeld niet meer, want dan moest ik te lang zonder roken en dat hield ik niet vol. En als Marija en ik uit eten gingen, was roken het enige waaraan ik kon denken. Toch heb ik sinds mijn ingreep nooit meer een trekje van een sigaret genomen.” Marija vult aan: “Hans heeft wel geprobeerd te minderen, maar dan deed hij niets anders dan zijn gerookte sigaretten tellen. Alles was voor hem gekoppeld aan roken. Op de hartbewaking mocht hij sowieso niet roken, dus die afkickdagen kreeg hij al gratis. Die lijn heeft hij doorgezet. Al heeft het wel een jaar geduurd, hoor. Het was echt niet makkelijk.”

Nieuwe invulling

Ook drinken doet Hans nauwelijks meer. Andere dingen heeft hij juist weer opgepakt. Zo is hij twintig jaar geleden gestopt met voetballen, omdat hij dat niet meer durfde. Nu staat hij weer twee keer in de week fanatiek te voetballen. Zijn leven lijkt niet meer op dat van vroeger, maar toch zou Hans niet meer willen ruilen. “Natuurlijk zit ik af en toe weleens te mopperen, maar ik heb er van alles voor teruggekregen. Ik voel me bevoorrecht dat ik weer kan voetballen. Dat ik mijn rol als opa een stuk beter aankan dan ik waarschijnlijk had gekund als ik nog leefde zoals ik leefde. Daarnaast ben ik drie jaar na mijn hartaanval muzikant geworden. Ik heb op podia gestaan en zelfs twee cd’s uitgebracht. Op één van die cd’s staat het liedje: Als Later Eerder Komt. Als je dat jaren terug tegen me had gezegd… Ik doe nu dingen die ik nooit eerder heb gedaan en waarvan ik ook nooit had verwacht ze te gaan doen. Dat is toch geweldig?”

Hans Vos is als muzikant te vinden op Spotify en YouTube.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Hans Vos

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

3 maanden na operatie nummer 4

In mijn vorige column schreef ik dat het spel wel is uitgespeeld. Toch blijkt het nu anders te zijn. De operatie is gelukt. Het probleem wat ik toen had is verholpen. Er zijn geen overslagen (PAC’s) te zien. Elke derde slag is nu goed!

Maar nu is er opeens een ander probleem. Onder de indruk van de getallen, 252 afwijkende momenten in 24 uur, luisteren we samen naar de verpleegkundig specialist. Wat heeft hij te vertellen? Wat is er te zien bij de registratie van de holter? Hoe ziet de toekomst eruit? Welke opties zijn er? Is er een oplossing? Of is die er eigenlijk niet? Op dit moment lijkt de oplossing er voor mij er niet te zijn.

Weer zijn er drie opties. 1: niets doen en deze situatie accepteren en daarop mijn leven aanpassen, 2: starten met medicatie en optie 3: een operatie. Maar we weten dat alle opties bij mij maar tijdelijk de oplossing zijn. Hoe ziet mijn leven er dan tijdelijk uit? En verder dan tijdelijk? Hoe ga ik mijn leven inrichten?

Kies ik voor optie 1 en doe ik niets, ga ik toch aan de medicatie of ga ik voor operatie nummer 5?
Een keuze die ik moet maken, die ik op dat moment echt niet kan maken. De tranen lopen over mijn wangen. Ik kijk naar mijn vriend, die net zo verbaasd zit te luisteren en zit te kijken naar het scherm waar de uitslagen op staan. Ik wil hier het liefst weg. Alleen zijn, met hem, met mijn verdriet. Niet nadenken over hoe nu verder, geen keuzes moeten maken, geen zorgen maken over nu en de toekomst. Gewoon niets.

Ik laat me adviseren door de verpleegkundig specialist. Het advies is om te starten met medicatie om dan ruimte te gaan krijgen om te gaan werken aan conditie. In de hoop dat we op een acceptabel en leefbaar punt komen. En dat ik dan kan zeggen “ja ik heb een hartritmestoornis, ik heb medicatie, maar ik heb een hele goede conditie dus ik kan mijn mooiste leven leiden!”

Ik heb geen keuze en dus ga ik voor optie 2, met verdriet, maar met kracht en moed om er alles aan te doen om het leefbare punt te vinden!

Ashley Verkerk

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.