Ik ben een heel dankbaar mens

Niet één, maar twee keer had Madeleine Kerkhof te maken met een partner die een hartstilstand kreeg. Haar eerste man was alleen en overleefde het niet. Haar tweede man reanimeerde ze. Hij overleefde het wél. Nog altijd staan de beelden op haar netvlies gebrand.

“Als ik nu aan Steve, mijn eerste man, denk, kan ik nog steeds door de knieën gaan van verdriet. Ik heb ermee leren omgaan, maar over de dood van je man kom je nooit heen. Je leert het te integreren in je leven. Het gebeurde in 2011, toen we samen op vakantie zouden gaan in Duitsland. Hij had daar eerst een zakenafspraak, ik zou later naar Duitsland komen. Begin van de avond hadden we nog contact, waarna hij in het hotel wat zou gaan eten. Later die avond belde ik hem. Hij nam niet op. Meteen kreeg ik het koud. Ik wist dat het foute boel was, want hij nam altijd de telefoon op. Ik belde naar de receptie van het hotel en zei dat er iets mis was, maar ze wilden zijn kamer niet binnengaan. Ze konden op dat moment niets voor me doen.”

Geen schijn van kans

“Meteen ben ik de auto in gesprongen en naar Duitsland gereden. Ik moest erachter komen wat er aan de hand was. Ik heb uren in de auto gezeten, enerzijds rationeel honderdtwintig kilometer per uur rijdend, anderzijds in totale paniek. Vier uur later kwam ik bij het hotel aan, waar een brandweerauto en een auto van een geestelijk verzorger voor de deur stonden. Toen wist ik het. Uiteindelijk duurde het nog uren voordat ze hem de kamer uit hadden getild en ik hem te zien kreeg. Het was verschrikkelijk. Hij bleek een hartstilstand te hebben gehad, waarna hij uren op de grond in zijn hotelkamer had gelegen. Er was niemand bij, dus hij had geen schijn van kans. Met zijn achtenvijftig jaar stond hij nog volop in het leven. Samen hadden we nog zoveel plannen. Ineens was dat allemaal weg. Ik heb hem niet meer levend teruggezien. Soms vraag ik me af waarom dat hem, ons, moest overkomen. Maar het moeilijke is: op dat soort vragen krijg je simpelweg geen antwoord.”

Een hartstilstand

“Bijna tien jaar later, in 2019, dronken mijn huidige man Kees en ik samen met een vriendin een drankje bij ons lokale eetcafé. Plotseling zagen zowel zij als ik dat zijn hoofd op zijn borst zakte en hij niet meer reageerde. Een hartstilstand. Vrijwel meteen ben ik gaan reanimeren, wat mij vanwege mijn achtergrond als verpleegkundige niet onbekend is. Het bizarre was dat zowel Kees als ik een verklaring van niet-reanimeren hebben, maar daar heb ik op dat moment totaal niet over nagedacht. Dat kwam pas in me op toen de ambulancebroeders het van me overnamen. Het was met Kees absoluut geen filmscenario, waarin iemand uiteindelijk hoestend en proestend bijkomt. Ik heb hem acht minuten gereanimeerd en daarna zijn de ambulancebroeders nog een tijdje doorgegaan. Ik heb geen idee hoe lang dat precies is geweest. Naar mijn weten kreeg hij pas in de ambulance weer een hartslag. De beelden staan me nog helder voor de geest, maar tijdsbesef had ik niet meer.”

Heftige longontsteking

“Mijn grootste angst was dat we niet wisten waar zijn hartstilstand vandaan kwam. Gelukkig bleek na een scan in het ziekenhuis dat het in ieder geval geen aneurysma was geweest. Kort daarna werd hij overgebracht naar de IC. Hier werd hij in slaap gehouden om zijn brein de kans te geven om te herstellen. Daarna lieten artsen hem wakker worden en leek het vrij goed te gaan, maar door de reanimatie had ik zijn ribben gebroken en de wijn en bitterballen in zijn longen gepompt. Veertien dagen lang heeft hij dan ook kritiek op de IC gelegen, omdat hij hierdoor een heftige longontsteking kreeg. Daar is hij heel erg ziek van geweest. Hij heeft meerdere longspoelingen gehad om alles uit zijn longen te krijgen en de artsen kregen zijn hartritme en bloeddruk niet onder controle. Achteraf bleek dat de oorzaak van alles een hartritmestoornis was. Om zijn hartritme onder controle te krijgen, heeft Kees uiteindelijk een pacemaker gekregen. Daar ben ik heel blij om, want ik had hem anders geen seconde meer met rust gelaten. Die pacemaker heeft hem echt al meerdere keren moeten ondersteunen.

De periode waarin Kees op de IC lag, was voor mij de meest indrukwekkende ervaring. Er gebeurt veel en ook nog eens heel snel. Die weken waren verschrikkelijk. Hij was me bijna ontglipt. Bijna was het misgegaan. Aan de ene kant was ik zijn vrouw met in mijn achterhoofd de man die mij eerder op dezelfde manier was ontvallen en aan de andere kant de verpleegkundige die alles nauwlettend in de gaten hield. Het was een vreemde ervaring. De stress die ik ervoer, gun ik niemand.”

Herstel

“Toen Kees uiteindelijk naar huis mocht, besloten we een maand naar zee te gaan om allebei op adem te komen. We hebben er bewust voor gekozen om hem met alleen fysiotherapie en mijn ondersteuning weer op de been te helpen. Het heeft wel een jaar geduurd voordat hij weer de oude was, maar wonder boven wonder is Kees er heel goed uit gekomen. Van zijn tijd in het ziekenhuis weet hij vrijwel niets meer. Pas na de IC ging het licht langzaam weer aan. In het ziekenhuis is mij verteld dat ik veel foto’s moest maken, om Kees later te helpen deze periode te plaatsen. Zo’n zes maanden later heb ik de foto’s samen met hem bekeken. Dat was heel emotioneel. Hij voelde mijn verdriet en pijn, maar voor hem is het geen trauma. Hij zegt altijd: ik lag te slapen, maar jij hebt afgezien. Dat klopt. Het duurde ook maanden voordat bij mij het besef kwam dat het compleet anders had kunnen aflopen. Angst ervaar ik nog iedere dag. Dat is de angel in mijn ziel. Als Kees vijf minuten later bij me is dan hij heeft gezegd, ga ik al bijna kijken of het wel goed gaat. Als hij even niet belt, ben ik toch weer bang dat er iets aan de hand is. Dat blijft, denk ik.”

Sterker geworden

“Ik heb in mijn leven twee grote liefdes mogen kennen. Dat vind ik al heel bijzonder. Dat ik Kees vervolgens mocht redden en wij nu samen verder mogen gaan, beschouw ik als een wonder. Ik heb hem maanden mogen begeleiden en dat was moeilijk en heftig, maar het is allemaal goed gekomen. Soms ziet een situatie er nog zo slecht uit, maar komt het uiteindelijk toch goed, is er hoop. Doordat er zo snel is gestart met reanimeren, heeft Kees het overleefd. Onze band is na zijn hartstilstand nog veel sterker geworden. We zijn verknocht aan elkaar. In het bewuste grand café komen Kees en ik nog vaak. Dat blijft een bijzondere plek. Samen plukken we de dag. Of eigenlijk zelfs het moment. We maken ons minder zorgen over de toekomst en genieten intenser van de mooie momenten. Ik ben een heel dankbaar mens.”

Waarom dit interview met Madeleine?

Wij bieden de ruimte om bijzondere verhalen te delen. Ieder van ons kent de angst die je misschien hebt doorgemaakt. De moeite die het soms kost om het te accepteren. Stuur je eigen verhaal in en wij publiceren het op onze website of nodigen je uit voor een interview.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Madeleine Kerkhof

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Voedingstips om gezond de zomer door te komen

Voedingsdeskundige en diëtist Leroy van de Ree is vooral bekend van social media waar hij zijn praktische Voedingsweetjes deelt. Hartpatiënten Nederland interviewde hem eerder over de Nutri-Score op verpakkingen en bewust eten met een kleine beurs. Ditmaal vroegen we hem om gezonde zomerse eet- en drinktips én naar zijn nieuwe boek.

De zomer is om te genieten, stelt Leroy ons direct gerust: “Tuurlijk kun je een terrasje pakken. Daar hoef je je absoluut niet bezwaard over te voelen. Zit je er eenmaal, dan is het wel goed om maat te houden, zoals met alles. Drink je alcohol, neem dan een glas water tussen de alcohol door. Alcohol droogt namelijk uit. Wil je borrelhapjes bij je biertje of wijntje, dan kun je beter blokjes kaas of olijven dan frituur kiezen.”

“Omdat alcohol in de basis niet gezond is, is het goed om vaker alcoholvrij te drinken. Kies je voor fris, dan is de suikervrije zerovariant te verkiezen. Over zoetstof is tegenwoordig veel te doen, maar zoetstof is niet slecht an sich, net zoals suiker dat niet is. Als je minder suiker tot je wilt nemen, kun je eerst voor een zoetstof gaan om het af te bouwen. Zie het als een soort tussenstop. Ga daarna voor water met koolzuur.”

Beu van sinaasappels

“Alleen water drinken hoeft evenwel niet. Mensen denken dat ze anderhalf tot twee liter water moeten drinken. Maar water zit ook in thee en in koffie. Koffie is niet vocht afdrijvend, zoals vaak wordt beweerd. Koffie telt dus mee bij de vochtinname. Zonder suiker of melk is het beste.”
“Hoe het met sap zit? Toevallig staat dit ook in mijn nieuwe boek Voedingsweetjes. Voor elke boodschap de gezonde keuze (red. zie kader). Sap heeft een gezond imago. In fruitsap worden evenwel de gezonde stukken van het fruit achtergehouden. Je mist daardoor vezels, vele vitaminen en mineralen. In een glas sinaasappelsap zitten maar liefst vijf sinaasappels verwerkt. Als je die sinaasappels zou moeten eten, ben je het bij twee al beu. Met drie glazen sap zit je nog niet vol. Het verzadigt niet. Da’s het grote verschil. Daarbij heb je wel flink wat suiker binnen, net als bij reguliere frisdrank. Fruitsuiker is ook suiker. Het is dus niet zo onschuldig, die sap.”

Lees hier het artikel: Waarom een appel gezonder is dan appelsap 

Whiskysaus

Geen zomer zonder barbecue. Moeten we die wél vrezen als we gezond bezig willen zijn? Leroy grinnikt: “De producten die op het rooster liggen – vlees, vis of iets vegetarisch – zijn op zich geen verkeerde producten. Het zijn vooral de randproducten zoals whiskysaus, kant-en-klare aardappelsalades met veel mayonaise en natuurlijk de smeerseltjes voor op de broodjes. Op het etiket van al die liflafjes lees je dat er veel zout, suiker en vet in zit. Dat zijn precies dé drie smaakmakers. Daarmee eet je je stukje vlees zo makkelijk weg. Omdat je meestal wel weet wat je bij een barbecue aantreft, kun je met jezelf afspreken dat je maar drie stokbroodjes gaat nemen en wat meer vlees. Of neem een volkoren in plaats van een wit broodje. Dat is al een positieve switch. Bij gezonde voeding gaat het om de nuance.”

IJsaanbod

“Kijk, dingen zijn niet per se goed of slecht. Als je één keer een ijsje neemt, is dat geen ramp. Binnen het ijsaanbod zijn ook verstandiger keuzes mogelijk. Daarbij is elk waterijsje niet per definitie beter dan roomijs. Het gaat erom hoeveel suiker nog aan het waterijs is toegevoegd. Neem een Calippo, een cola ijsje. Daarin zit per 100 ml twee keer zoveel suiker als in een blikje cola! Raket en perenijsjes zitten wel redelijk laag in de suiker. Als dessert kun je natuurlijk het beste voor een schaaltje fruit kiezen. Het is sowieso belangrijk voldoende fruit te eten. Het bestaat voor 95% uit water en is lekker fris op warme dagen. Wie houdt er niet van aardbeien?”

Supermarktboek

Voor wie graag offline en wat uitgebreider leest over gezond eten komt eerdaags Voedingsweetjes uit. Het is de ideale papieren gids voor de supermarkt waarin Leroy van de Ree je op een toegankelijke en vrolijke manier langs de schappen loodst. In no-time weet je waar je op moet letten en wat fabeltjes zijn. Want hoe ‘light’ is light? En is brood een absolute no-go, of valt dit wel mee? Welke groenteshots zitten vol suiker, en welke mayo kun je het beste eten als je let op calorieën? Kortom, het wordt stukken makkelijker om gezonde keuzes te maken tussen de welig tierende scores, groene labels en gezondheidsclaims. Het boek is vanaf 19 september beschikbaar, maar nu al te reserveren via bol.com en Bruna.

Tekst: Mariëtte van Beek
Beeld: Leroy van de Ree

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

‘Ik had geen schijn van kans gehad’

Nazrien Ozir (49) is op z’n zachtst gezegd bekend met hartklachten binnen haar familie. Dit is dan ook een van de redenen dat ze hier altijd alert op is. Toch scheelde het niet veel of ze was er zelf twee jaar terug niet meer geweest.

Haar moeder en twee broers zijn alle drie hartpatiënt. Haar vader overleed op 44-jarige leeftijd en haar opa op 63-jarige leeftijd aan een hartaanval. Ook haar oom, tante, neef en nicht kregen op jonge leeftijd een hartaanval en zijn hieraan overleden. Nazrien is van Surinaams Hindoestaanse afkomst. Onlangs bleek uit onderzoek (misschien een QR-code naar de link?) van LUMC huisarts-onderzoeker Janet Kist en Ronne Mairuhu, internist vasculair geneeskundige in het HagaZiekenhuis, dat hart- en vaatziekten bij Surinaamse Hindoestanen 1,9 keer zo vaak voorkomen. Dit komt onder meer door genetische factoren. “Ik vind het heel belangrijk om hier aandacht voor te vragen”, zegt Nazrien. “Binnen mijn cultuur probeer ik zoveel mogelijk bewustwording te creëren, zodat men extra oplettend is en bij klachten eerder aan de bel trekt.”

Flauwvallen

Ook Nazrien zelf is sinds twee jaar hartpatiënt. Officieel had ze geen aanloop. Toch voelde ze zich al jarenlang wazig en duizelig, mede doordat ze veel stress had. “Ik had een scala aan klachten, waaronder vermoeidheid en black-outs. Ik dacht dat in ieder geval mijn black-outs ergens anders vandaan kwamen, niet wetende dat het met mijn hart te maken had. Vier jaar terug heb ik nog een uitgebreid hartonderzoek gehad, maar daar kwam niets uit naar voren. Alles was goed. Toch ging het twee jaar terug mis. Thuis ben ik flauwgevallen. Mijn moeder was toevallig bij me en heeft meteen het alarmnummer gebeld. Ik mag überhaupt van geluk spreken dat mijn moeder er op dat moment was, want ik woon alleen. Zelf had ik nooit kunnen opstaan om de telefoon te pakken. Ik had geen schijn van kans gehad.”

Geleidingsstoornis

Het ambulancepersoneel constateerde een hartslag van maar negenentwintig bij Nazrien. Met spoed werd ze naar het ziekenhuis gebracht, waar ze vervolgens een week lang op de Intensive Care lag. “Het was op dat moment nog niet duidelijk wat er precies aan de hand was, dus wilde de cardioloog verschillende ziektebeelden uitsluiten. Mijn hartslag werd gemonitord en ik kreeg allerlei testen. Uiteindelijk zagen de artsen dat ik een afwijkende hartslag had. Ik bleek een traag hartritme te hebben, dat voortkwam uit een geleidingsstoornis. Om dit probleem te verhelpen, heb ik uiteindelijk een pacemaker gekregen. Later hoorde ik nog van de arts dat ik echt heel veel geluk heb gehad. Als er bij mij thuis niet zo acuut was opgetreden, had ik het niet gered.”

Angst

De pacemaker helpt Nazrien gelukkig enorm. De black-outs zijn inmiddels verdwenen. “Het was in het begin heel vreemd, want ik was het niet gewend om een hoog hartritme te hebben. Ik had mijn hele leven een traag hartritme gehad en was daardoor ook altijd erg moe, maar nooit was ik me ervan bewust dat het met mijn hart te maken had. Achteraf gezien speelde dat dus al veel langer. Mijn hart had sinds die pacemaker na al die jaren ineens een normaal ritme. Dat was een hele vreemde gewaarwording. Soms veroorzaakte dat zelfs angst bij mij. Door de jaren heen heb ik ook een paniekstoornis ontwikkeld. Voor die angst en paniek heb ik psychische hulp gehad. Dat heeft me wel geholpen om wat vertrouwen in mijn lichaam terug te krijgen. Maar toch is het, gezien mijn achtergrond en familie, soms heel moeilijk om niet met mijn hart bezig te zijn. Het schiet regelmatig door mijn hoofd dat mijn hart het alsnog zou kunnen begeven.”

Check-up

Nazrien benadrukt nogmaals dat het geen kwaad kan om een extra check-up te laten doen als je het niet vertrouwt. “Ik zou dit in ieder geval tegen alle Surinaamse Hindoestanen willen zeggen. Neem het zekere voor het onzekere, zeker als het in je familie voorkomt. Wuif het niet weg als je moe bent of andere klachten hebt, maar ga toch even naar de huisarts om je hart te laten controleren. Al is het alleen maar een gesprek met een arts. Je hart is nu eenmaal je leven en je gezondheid is allesbepalend.”

Waarom dit interview met Nazrien?

Wij bieden de ruimte om bijzondere verhalen te delen. Ieder van ons kent de angst die je misschien hebt doorgemaakt. De moeite die het soms kost om het te accepteren. Stuur je eigen verhaal in en wij publiceren het op onze website of nodigen je uit voor een interview.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Nazrien Ozir

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Een dag in mei

Het is mooi weer, de zon schijnt al vroeg. Ik begin de dag met een klein wandelingetje naar een koffietentje, om met een vriendin te genieten van een kopje koffie met een stukje taart.  Gewoon, omdat het kan! Omdat je altijd mag genieten van iets leuks of lekkers.

Op de terugweg naar huis even langs de supermarkt, een lekkere lunch en het avondeten gehaald. Ik merk een bepaalde gedragsverandering, ik ben onrustig. Maar waarom? Geen idee. Ik besluit om lekker rustig naar huis te lopen en te genieten van de zon op mijn gezicht. Ondanks het mooie weer, eet ik mijn lunch binnen op de bank.

Ik betrap mezelf erop dat ik vrij snel ga liggen en niet blijf zitten. Ik vraag me af wat er aan de hand is; ik heb toch goed geslapen vannacht? Ik voel me niet ziek. Er lijkt geen oorzaak te zijn, maar ik geef er even aan toe.

En op dat moment voel ik een hartritmestoornis. Een flinke. Rustig blijven. Blijven liggen. Mijn telefoon ontgrendeld en ik hou ‘m in mijn hand, voor de zekerheid.

Na een minuut voel en zie ik mijn borst niet meer tekeer gaan. Ik stuur een berichtje naar mijn vriend en moeder. Mijn vriend vindt het een goed idee als ik toch even het ziekenhuis mail. Dit is de derde keer in een week tijd. En ik ben het helemaal met hem eens.

Gelukkig krijg ik binnen een uur antwoord. Ik voel me gehoord.

Het weer schijnt een grote rol te spelen en het kan zomaar zijn dat ik hier echt aan moet wennen. Aan het eind van de maand zal ik een holter krijgen, extra ingepland, om te kijken wat de stand van zaken is.

De rest van de dag rommel ik wat in huis en zit ik in de tuin, in de schaduw.

Uren later gaat de zon onder. Met de wetenschap dat die morgen nog meer en feller zal schijnen. Ik laat het maar los en laat de zon zijn ding doen. En ik dus ook. Genieten van het leven, maar even een stapje terug.

Ashley Verkerk

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Van dikke enkels naar een harttransplantatie

Nadat Roelof de Jong (49) met dikke enkels terugkeerde van een vakantie, besloot hij toch even zijn huisarts te bezoeken. Er bleek iets veel groters aan de hand te zijn, namelijk hartfalen. Zijn hart was zelfs al zó slecht, dat hij kort daarna schokkend nieuws kreeg: hij kwam op de wachtlijst te staan voor een harttransplantatie.

Het verhaal van Roelof begon in 2014. De jaren daarvoor kampte hij achteraf gezien ook al met moeheid, maar hij wist op dat moment simpelweg nog niet dat hij ziek was. Toen hij naar de dokter ging voor zijn dikke enkels, was er aan zijn bloedwaarden niets bijzonders te zien. Wel zei de huisarts dat zijn hart niet goed te horen was. “Naar aanleiding daarvan werd ik voor een check naar de Eerste Harthulp in het ziekenhuis gestuurd en hier aan de monitor gelegd. Meteen was er paniek: er bleek iets goed mis te zijn met mijn hart. Ik had last van hartfalen.”

Medicatie

Zo ging het balletje rollen. Roelof werd direct opgenomen en kreeg een hoge dosis medicatie om zijn hart rustig te krijgen. “Ik hoefde me maar een klein beetje in te spannen of ik had al een hartslag van tweehonderdveertig. Het scheelde niet veel of ik had een hartinfarct gehad. Bij het minste of geringste sloeg mijn hart op hol. Ik kreeg allerlei soorten medicatie, maar dit deed niets. Het stabiliseerde niet. Daardoor kwam ik in aanmerking voor een ICD. Daaraan voorafgaand had ik een MRI-scan, waarvan ik de uitslag later van mijn huisarts zou krijgen. Maar ik zat nog niet in de auto of ik kreeg al een telefoontje: of ik de volgende dag bij de cardioloog wilde langskomen.”

(meer…)

Minder is soms/vaak beter

De ontwikkelingen in de geneeskunde gaan maar door, mede gedreven door het ‘monster’ marktwerking. Als dokter zouden wij als prioriteit moeten hebben om mensen te behandelen en te helpen, maar helaas is de praktijk anders. Marktwerking genereert perverse prikkels om vooral meer, meer en nog eens meer te produceren. In de zorg is het zelfs zo dat ziekenhuizen failliet dreigen te gaan, als ze teveel praten en te weinig opereren. Een enorme prikkel dus om steeds maar meer te doen: of dat nou nuttig is of niet… En daar knelt de schoen uiteraard.

Als dokter zouden wij alleen moeten doen wat goed is voor de patiënt en dat betekent heel vaak: niks doen, of een goed gesprek, of aandacht geven. (Aandacht, wat is dat ook alweer: dat is toch naar je beeldscherm staren terwijl een patiënt tegen je praat?) Bovendien: niemand controleert of wat wij doen nuttig is? Natuurlijk, we hebben richtlijnen, maar daarin staat soms dat iets ‘moet’ maar meestal ‘dat het overwogen zou kunnen worden’… Daar gaat het natuurlijk mis.

Was er geen marktwerking in de zorg (en geen beeldscherm voor je neus) dan zou je de patiënt aankijken en een gesprek aangaan over of het wel écht nuttig is om een zoveelste medicijn te starten of onderzoek te doen. Maar er is wél marktwerking, en je weet dat de kans groter is dat je ziekenhuis niet failliet gaat, dat er geen collega hoeft te worden ontslagen, of dat zelfs een jonge, inspirerende collega kan worden aangenomen als je méér doet. Sterker nog, als specialist word je hier continu mee geconfronteerd: als de afdelingsmanager weer komt melden dat de Raad van Bestuur weer heeft benadrukt dat er ‘meer productie gedraaid moet worden.’

En bovendien… sommige dokters vinden het ook nog eens veel leuker om een technisch gezien moeilijke, uitdagende operatie te doen, dan een patiënt (nog maar weer eens) uit te leggen dat hij/zij moet stoppen met roken en/of moet afvallen… Ja, dan kan het dus zomaar gebeuren dat je als patiënt allerlei pillen, onderzoeken of (kijk)operaties aangesmeerd krijgt en frequent (onnodig) moet terugkomen. Want als specialist op je eigen gebied kun je het verhaal natuurlijk altijd zo aan je patiënt (de leek) vertellen, dat hij/zij wel in het nut van de voorgestelde interventie (pil/onderzoek/operatie) moet geloven. Maar, hoeveel (procent) beter wordt de patiënt daar nou echt van? En tegen welke kosten en risico’s?

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Beurs voor onderzoek naar opsporen hartinfarct tijdens bypassoperatie

MAASTRICHT – Cardio-thoracaal chirurg in opleiding dr. Samuel Heuts van Maastricht UMC+ heeft een prestigieuze onderzoeksbeurs ontvangen. Het gaat om de zogenoemde Dekkerbeurs, die de Hartstichting jaarlijks toekent aan talenvolle wetenschappers voor onderzoek naar hart- en vaatziekten. Met zijn beurs van 261 duizend euro gaat Heuts onderzoek doen naar het opsporen van hartinfarcten tijdens een bypassoperatie, maakte het Maastrichtse academische ziekenhuis MUMC+ vrijdag bekend.

In Nederland krijgen ruim 7000 mensen elk jaar een bypassoperatie. Tijdens zo’n operatie maakt de hartchirurg een omleiding om een ernstig vernauwde kransslagader heen. Dit herstelt de bloedtoevoer naar het hart. Helaas kan er tijdens zo’n operatie ook een kransslagader afgesloten raken. Dan ontstaat juist wat de operatie moest voorkomen: een hartinfarct. Het is echter onbekend hoe vaak deze complicatie optreedt. Samuel Heuts onderzoekt hoe je zo’n hartinfarct dan het beste vast kunt stellen. Heuts doet dit samen met andere medische instellingen in en rond het academische ziekenhuis en met de Universiteit in Innsbruck in Oostenrijk.

Als artsen snel kunnen vaststellen of er een kransslagader afgesloten is geraakt tijdens een bypassoperatie, kunnen ze de afsluiting snel verhelpen. Dit voorkomt hartschade en mogelijk zelfs dat het hart daardoor later slechter gaat pompen (hartfalen). Het is alleen niet duidelijk hoe dat het beste kan. Daarom gaat Samuel Heuts onderzoeken met welke afbraakstoffen in het bloed je het beste een hartinfarct rondom een operatie opspoort.

Gadgets in de cardiologie

De robotisering is ook binnen de (verzekerde) zorg terrein aan het winnen. Tot zo’n honderd jaar geleden waren infectieziekten ook in West-Europa verreweg de belangrijkste doodsoorzaak. De ‘ontdekking’ van hygiëne en van antibiotica hebben hierin grote veranderingen teweeggebracht. Nog maar zelden overlijden er gezonde mensen aan infectieziekten. Chronische welvaartsziekten zijn daarvoor in de plaats gekomen. Zowel betere medicatie als preventie heeft veel van deze chronische welvaartsziekten inmiddels tot zeer langdurige ziekteprocessen weten te transformeren, waardoor in Nederland inmiddels zowel mannen als vrouwen (bijna) de helft van hun leven met één of andere chronische ziekte kampen. Nou ja, ‘kampen’, het goede nieuws is dat ze er door toedoen van de medische wetenschap gelukkig maar in geringe mate last van hebben. Elke dag een pil of elke dag een injectie nemen is immers ook beter dan elke dag pijn of angst. Al deze levensverlengende therapieën hebben ertoe geleid dat er steeds meer mensen jarenlang kunnen rondlopen met ernstige tot zeer ernstige ziektebeelden, zoals bijvoorbeeld hartfalen.

Naast medicatie (en idealiter ook supplementen en leefstijl, maar daar hoor je weinig over, bij gebrek aan lobbyisten) zijn er ook fantastische technologische ontwikkelingen die hun intrede hebben gedaan in de geneeskunde en zo ook in de cardiologie. Zo werd in 1952 door Charles Hufnagel al de eerste kunsthartklep geplaatst.

(meer…)

De zorg is ziek, dringend een heelmeester gezocht!

Je hoeft er niet voor doorgeleerd te hebben om te zien dat het niet goed gaat in de zorg. Hoelang duurt het voor we bij de dokter aan de beurt zijn, bijvoorbeeld? En dat is nog maar een simpel voorbeeld. In het ziekenhuis zijn we maar al te vaak aan de boskonijnen overgeleverd: we zien soms door de bomen het bos niet meer of we worden van loket naar loket gestuurd. Kortom… de zorg is ziek! Het wordt hoog tijd dat onze regering ingrijpt en een einde maakt aan deze malheur.

De toekomst van onze zorg staat volgens mij op het spel. Een zorg die voor iedereen bereikbaar moet zijn, niet alleen voor de elite. Rijke ondernemers pikken steeds vaker de krenten uit de pap en richten dure privéklinieken op voor de rijken. De minder bedeelden moet het doen met de uitgeklede zorg in de ziekenhuizen, waar het dringen geblazen is. Aansluiten in de almaar langer wordende rij.

Het is niet genoeg om scheuren in de muren van het zorggebouw dicht te plamuren zodat je ze niet meer ziet. Er moet veel meer gebeuren. Zorg is méér dan alleen een gebouw. Gezondheid is ook het stoppen van ongezond voedsel dat kinderen van jongs af aan voorgeschoteld krijgen. Gezondheid is ook zorgen voor een fijne woonomgeving met veel groen en ruimte. Gezondheid is ook het aanpakken van schulden bij mensen die daardoor in de stress leven. Gezondheid is voorkomen dat je ziek wordt, ook door het helpen bij een gezonde leefstijl.

Dat vraagt om een samenhangend beleid op het gebied van de gezondheidszorg. Een beleid dat gericht is op het voorkomen van peperdure chronische aandoeningen. Dan helpt het niet als je allerlei leuke bedenksels loslaat op mensen die aan de gewone mensen voorbijgaan en alleen  de beter gesitueerden leuk vinden. Denk aan bepaalde  cursussen en apps die zorgverzekeraars lanceerden. Apps over mindfulness die je een beter gevoel moeten geven of cursussen positief denken. Allemaal betaald door de verzekeraars. Maar in mijn optiek is het weggegooid geld.

De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS), maakte onlangs bekend dat de zorg zelf debet is aan de almaar oplopende kosten. Volgens de Raad is groot onderhoud nodig, waarbij de fundamenten niet ontzien worden. En daar ben ik het hartgrondig mee eens ben, want met maar onder andere allerlei apps blijven lanceren dam je de kosten niet in!

De Raad zegt zelfs dat het feit dat verschillende zorgclubs met elkaar concurreren de zorg inefficiënt maakt, met name de eerstelijnszorg zoals de wijkverpleging, de GGZ en de acute zorg. In plaats van met elkaar te concurreren moet er juist worden samengewerkt, zodat via een regionale sturing de schaarse capaciteit beter wordt ingezet. Daarnaast zou naar draagkracht moeten worden bijgedragen aan zorg en ondersteuning. De Raad wil dat de stapeling van eigen betalingen wordt tegen gegaan, zeker bij chronisch zieken. De kosten lopen bij hen zodanig op dat ze zorg gaan mijden, waarmee de problemen alleen maar erger worden.

Verder vindt de Raad dat de nominale zorgpremie omlaag moet en dat een inkomensafhankelijke bijdrage moet worden ingevoerd. Dan kan de zorgtoeslag worden afgeschaft. Die is zo ingewikkeld dat veel mensen die niet eens aanvragen, ook al hebben ze er recht op.

Volgens de Raad moet er een eind komen aan allerlei rigide regels, die de zorg erg ingewikkeld, inefficiënt en duur maken. Het is dringend nodig om dure zorg die nauwelijks een bijdrage levert aan de volksgezondheid kritischer te bekijken. Moet die wel in het basispakket? En om zorg die écht nodig is, bijvoorbeeld de tandarts, toe te laten tot het basispakket.

Het advies van de Raad is gericht aan de overheid, maar ook gemeenten, verzekeraars en zorgaanbieders, maar ook beroepsgroepen zouden zich dit moeten aantrekken. En dat begint met het initiatief nemen om hun eigen rol aan te passen om de zorg weer gezond te maken. Dat vraagt om samenwerking in plaats van concurrentie. Om leiderschap en lef, vindt de Raad. Ik ben het daar helemaal mee eens!

Jan van Overveld

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Prognose electieve wachttijden juli/augustus 2023

Ons maandelijks onderzoek naar de wachttijden voor openhartoperaties en dotterbehandelingen in de Nederlandse hartchirurgische centra stemt ons enigszins positief.

Voor dotterbehandelingen (PTCA) is de gemiddelde wachttijd momenteel een week of vier. Met uitzondering van Amphia (Breda), Isala (Zwolle) en L.U.M.C. (Leiden). Dit zijn de koplopers met maar liefst acht weken!

De wachttijden die wij op dit moment registreren voor openhartoperaties zijn ietwat korter dan de vorige maand. Ze variëren nu van één tot maar liefst 14 weken! De kortste wachttijd zien we in M.C.L. (Leeuwarden): slechts een week. De langste wachttijden komen wij tegen in A.M.C. (Amsterdam), Amphia (Breda), Erasmus M.C. (Rotterdam) en U.M.C.U. (Utrecht): ongeveer 3 maanden. Met een uitschieter in het Catharina (Eindhoven): 4 tot 6 maanden!