Luister naar je hart: Vrouwen en hartklepaandoeningen

Vanaf 16 september start de Heart Valve Disease Awareness Week. Ook Hartpatiënten Nederland steunt deze belangrijke campagne. Hartklepaandoeningen zijn vaak een onderschat probleem bij vrouwen. Symptomen zoals kortademigheid, vermoeidheid en duizeligheid worden helaas vaak over het hoofd gezien, omdat ze niet altijd direct in verband worden gebracht met het hart. Toch kunnen deze signalen duiden op een hartklep probleem.

Bij vrouwen wordt dit probleem vaak laat opgemerkt. Dit kan ernstige gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk dat vrouwen alert zijn op diverse signalen en tijdig actie ondernemen.

Vroegtijdige opsporing en behandeling kunnen de levensverwachting en -kwaliteit aanzienlijk verbeteren. Een eenvoudige stethoscoopcontrole bij de huisarts kan al het verschil maken.

Met deze campagne willen we vrouwen aanmoedigen om te luisteren naar hun hart en alert te zijn op symptomen.

Doe mee en luister naar je hart! #LuisterNaarJeHart #ListenToYourHeart #ValveWeek24

Luister naar je hart!

Vanaf 16 september start de Heart Valve Disease Awareness Week. Ook Hartpatiënten Nederland ondersteunt deze campagne. Hiermee willen we bewustwording over hartklepaandoeningen vergroten.

Hartklepaandoeningen ontstaan wanneer één of meer hartkleppen niet goed openen of sluiten. Dit kan leiden tot symptomen zoals kortademigheid, vermoeidheid en duizeligheid. Helaas worden deze symptomen vaak over het hoofd gezien, maar kan het ernstige consequenties hebben.

Met deze campagne willen we mensen informeren over het belang van vroegtijdige opsporing en behandeling van hartklepaandoeningen, dit kan de levensverwachting en -kwaliteit namelijk aanzienlijk verbeteren. Een eenvoudige stethoscoopcontrole bij de huisarts is de eerste stap om de aandoening op te sporen.

De campagne wordt wereldwijd ondersteund door verschillende patiëntenorganisaties, waaronder Hartpatiënten Nederland.

Doe mee en luister naar je hart! 

Terugveren na verlies: ‘Ieder mens heeft een kantelpunt’

Hoe onmogelijk het soms lijkt om op te staan na tegenslag, verlies of verdriet: de mens heeft het in zich. Daar hebben we onze veerkracht voor, beschrijft journalist Lisanne van Sadelhoff in haar boek ‘We zullen doorgaan’. Ze sprak met zowel (veerkracht)deskundigen als veerkrachtigen, oftewel de ‘gehavenden en gebutsten’, zoals zij ze noemt. Haar conclusie: iedereen is na een verlies in staat terug te veren.

De mooiste veerkrachtmetafoor kwam van een 14-jarig meisje dat Van Sadelhoff interviewde voor haar boek ‘We zullen doorgaan’. Ellende, zei het meisje, is als een tennisbal die je continu maar onder water probeert te drukken omdat je niet wilt lijden. Veerkracht is: die tennisbal niet meer onder water willen duwen. Hoe meer je duwt, hoe harder die tennisbal terugzwiept in je gezicht. Bij dit meisje, dat slachtoffer is geworden van de toeslagenaffaire en jarenlang in diepe armoede leefde met haar gezin, ging het beter toen ze die bal gewoon boven water hield. Of, in de woorden van psychiater en filosoof Damiaan Denys in gesprek met Van Sadelhoff: ‘Een mens moet leren lijden’. Wie de pijn er laat zijn, ontdekt vroeg of laat hoe veerkracht werkt.

Omvallen

Leren lijden is voor Van Sadelhoff ook leren functioneren met het verlies onder de arm, welke vorm dat verlies ook heeft. Verdragen dat je nooit meer een bergwandeling kunt maken na een hartinfarct, dat je nooit meer voor honderd procent zal functioneren zonder medicatie, of dat je door moet met het leven na het verlies van een naaste. Zelf verloor de journalist op 27-jarige leeftijd haar moeder aan kanker. Aan den lijve ondervond ze: pas als de grond onder je voeten wordt weggeslagen, ontstaat de noodzaak om je veerkracht aan te boren. “In de eerste periode na het overlijden van mijn moeder wist ik niet eens hoe ik mijn sokken moest aantrekken. Ik wilde niet dat ze dood was. Ze was maar 56, waarom moest zij dood? Toch ging ik toen nog door. Ik viel niet om toen ze ziek werd, ik viel niet om toen ze chemo kreeg, niet toen ze overleed en ook niet toen we haar begroeven. Pas weken later, toen ik niet meer de auto in durfde te stappen en helemaal in paniek raakte toen de radio het niet meer deed, kwam het laatste duwtje. Toen viel ik om.”

Mens en natuur

En toch, hoe hard die val ook is en hoe onmogelijk het kan lijken om nog door te gaan: veruit de meeste mensen krabbelen toch weer op. Het vallen en opstaan van de mens vertoont veel gelijkenissen met de natuur, liet Van Sadelhoff zich vertellen door een ecoloog: “Elk mens, elk oerwoud en elke oceaan heeft een kantelpunt. Omvallen gebeurt niet in één keer, dat gaat na vele kleine duwtjes. Een oerwoud is niet in één klap een steppe, een oceaan doet er jarenlang over om vervuild te raken. Maar het mooie is: na het kantelpunt zijn er altijd weer duwtjes te vinden in de goede richting. Dat is veerkracht. Een savanne kan langzaam weer een oerwoud nodig, met andere vegetatie misschien, maar het kan wel weer, en een persoon in rouw kan met heel veel geduld de weg omhoog weer vinden. Je moet er alleen achter komen wat voor jou die duwtjes zijn. Voor mij was het therapie, met vrienden praten, wandelen met mijn hond, minder werken, sport, heel veel sport, schrijven en bewegen.” Het mooie van veerkracht is tegelijkertijd ook het ellendige: je maakt er pas aanspraak op als je praktisch de bodem hebt bereikt. Het is de kern van het cliché: als je geen diepe dalen hebt gekend, heb je ook nooit omhoog hoeven klauteren.

Moed

“In gesprekken met mensen die ellende meemaakten, hoorde ik iedereen hetzelfde zeggen: de eerste weken, maanden en soms zelfs jaren zaten ze in de overlevingsmodus. Vervolgens kwam de val, en daarna het leren van die val, het opkrabbelen. Daarom denk ik: misschien is de shock, het ongeloof en de overleving wel onderdeel van de veerkracht. Je ageert tegen het feit dat je iets kwijt bent en dat mag ook. Vervolgens vind je vroeg of laat die juiste duwtjes weer terug.” Voor die stapjes in de goede richting is vaak enorm veel moed nodig, ziet Van Sadelhoff. “Ik heb gesproken met een vrouw die in het Herculesvliegtuig zat dat in 1996 neerstortte. Zij was professioneel saxofonist, maar heeft afscheid moeten nemen van haar carrière doordat ze door hersenbeschadiging niet meer kon spelen. Jaren later is ze bij een amateurgezelschap gegaan. Dat vraagt zoveel moed. Het heeft haar heel veel tranen gekost en ze heeft haar saxofoon wel vijftig keer de hoek in gegooid omdat ze met moeite Vader Jacob moest spelen met haar Conservatoriumachtergrond. Maar dankzij haar veerkracht speelt ze weer. Veerkracht is ook het vermogen om weer te kunnen redeneren: dit is klote, en nu? “Dat inzicht komt van een jongen die zijn been verloor door een ongeluk bij defensie. Hij zat in zijn rolstoel in de kroeg en moest plassen, maar voor de wc moest je op een trappetje omhoog. Hij heeft aan de bar een fles gevraagd en heeft voor de rest van de avond daarin geplast. Het was voor hem heel helpend om er een grap van te maken en niemand die er moeilijk over deed!”

Rouw na (gezondheids)verlies zal nooit makkelijk zijn, besluit Van Sadelhoff, hoe veerkrachtig je ook bent. “Veerkracht is niet alleen rechtop blijven staan, maar ook je rug kunnen krommen zonder opnieuw te vallen. De nieuwe werkelijkheid helemaal accepteren hoeft niet, net als dat ik het nooit zal accepteren dat mijn moeder zo jong is doodgegaan. Ik draag en verdraag het verlies. Het is lichter geworden. Mensen kunnen uitdeuken en terugveren, en hoewel dat bij de één langer duurt dan bij de ander, ben ik ervan overtuigd dat iedereen het kan.”

Tekst: Yara Hooglugt

Lisanne van Sadelhoff | © Fotografie Joris Casaer

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Het reisprogramma van HartbrugReizen 2025 is bekend!

Donderdag 12 september vond het digitale Hartbrug Café plaats. Tijdens dit digitale evenement werd er kennis gemaakt met HartbrugReizen, dé reisorganisatie van Hartpatiënten Nederland.

Reiscoaches Marja & Marly gaven meer informatie over het unieke reisconcept en reizigers deelden hun persoonlijke ervaringen. Ook werd het reisprogramma voor 2025 onthuld!

Heeft u dit digitale Hartbrug Café gemist? Kijk het dan nu terug!

Het volledige reisprogramma is te zien via de website. Wees er snel bij om teleurstelling te voorkomen!

Reislustige groet,

Team HartbrugReizen & Hartpatiënten Nederland

 

Deelnemen aan de estafette

Iedereen kan actief deelnemen aan en leren reanimeren op de reanimatie-estafette

Deelname aan de reanimatie-estafette is niet alleen voor professionele hulpverleners (brandweer, politie of ambulancepersoneel). Maar u als burger, individueel, in groeps- of verenigingsverband of als bedrijf kan aan deze reanimatie-estafette deelnemen.

Van 09.00 tot 15.00 uur wisselen de deelnemers zich elk half uur af.

Wilt u een uurtje reanimeren?
Aanmelden kan via info@reanimatie-estafette.nl onder vermelding van naam en tijd.

U bent altijd van harte welkom. Uw deelname of aanwezigheid wordt zeer op prijs gesteld!

PS: Heeft u nog nooit reanimeren geleerd! Kom dan een uurtje eerder en u wordt door professionele medewerkers nader geïnstrueerd.

Revalideert een vrouw anders dan een man?

Een vrouwenhart is anders dan een mannenhart en hart- en vaatziekten uiten zich bij vrouwen dan ook vaak anders dan bij mannen. Hoewel dat heel evident is, wordt er nog maar relatief kort onderzoek naar gedaan. Betekenen deze verschillen ook dat vrouwen op een andere manier met hun revalidatieproces moeten omgaan na een diagnose? Of dat ze een ander beweeg- en voedingspatroon moeten aanhouden dan mannen? We vroegen het lifestylecoach en personal trainer Radmilo Soda.

Nog niet zo lang geleden was er in de medische wereld nog maar nauwelijks aandacht voor het verschil tussen het mannen- en het vrouwenhart. Dat terwijl hartklachten bij vrouwen regelmatig andere oorzaken hebben dan bij mannen en dus ook om specifieke diagnostiek vragen. Door dit gebrek aan kennis werden vrouwen in de afgelopen decennia gemiddeld later gediagnosticeerd, er werden verkeerde diagnoses gesteld en verkeerde (doses) medicatie en behandelingen voorgeschreven. Bovendien werden vrouwen, vaker dan mannen, door een arts naar huis gestuurd met het devies ‘rust uit’. Bij vermoeidheidsklachten of signalen van pijn op de borst waren artsen sneller geneigd deze toe te schrijven aan stress of de overgang.

Patient tailored

Gelukkig is dat tegenwoordig wel anders. “Je kunt geen congres meer bezoeken in Europa of Amerika of er zijn specifieke sessies die gericht zijn op man-vrouwverschillen”, vertelde cardioloog-elektrofysioloog Natasja de Groot eerder aan Stichting Hartpatiënten Nederland. Ze doet al jaren onderzoek naar de oorzaak van boezemfibrilleren: “Hoe meer we weten, hoe meer we kunnen toewerken naar patient tailored medicine voor vrouwen en mannen.”

Kleiner hart

Betekent dat dan ook dat vrouwen gebaat zijn bij patient tailored revalidatie? Nee, stelt lifestylecoach en personal trainer Radmilo Soda gerust. Ondanks dat de klachten van vrouwen vaak pas in een later stadium in relatie gebracht worden met hartproblemen, hoeft dat geen gevolgen te hebben voor de invulling van hun herstel. Wel legt hij uit dat de fysiologische kenmerken van het hart verschillen tussen de man en een vrouw. Het vrouwenhart is namelijk wat kleiner, klopt vaak iets sneller en is wat stijver dan dat van een man. “Maar dat heeft geen effect op de revalidatie. Mannen en vrouwen moeten op dezelfde manier met hun leefstijl omgaan en op dezelfde manier trainen om een goede hartgezondheid na te streven. De preventieve kant ligt bovendien voor de hand: net zozeer als dat voor mannen geldt, zijn de risicofactoren alcohol, overgewicht, roken, vetten en suikers ook voor vrouwen belangrijk.”

Kracht en cardio

“We weten tegenwoordig dat krachttraining voor een hartpatiënt net zo belangrijk is tijdens het revalidatieproces als cardiovasculaire training. De opbouw van conditie en kracht verloopt voor zowel man als vrouw hetzelfde. De hartlongconditie bouw je op door bijvoorbeeld te roeien, lopen of fietsen. Tijdens deze vormen van cardiovasculaire training is de fysieke druk op het lichaam wat geleidelijker dan bij krachttraining, waarbij meer sprake is van explosiviteit. Tijdens krachttraining is in veel hogere mate sprake van lokale druk op een spier. Het hart moet daardoor krachtiger gaan pompen en de bloedcirculatie wordt gestimuleerd. Voor zowel man of vrouw is dit enorm efficiënt. Je wordt sterker, je hartlongconditie verbetert en het is goed voor het hart- en vaatstelsel. Door je spieren sterk te houden, bescherm je bovendien je gewrichten en versnel je de stofwisseling.”

Minder spieren

Ook het verliezen van spiermassa wanneer we ouder worden verloopt bij vrouwen volgens hetzelfde patroon als bij mannen, vervolgt Soda. “Als we stilzitten, verliezen we spiermassa. Vrouw én man. Dat gaat vanzelf. We weten dat we, als we er niets aan doen, per jaar zo’n 1 procent spiermassa kunnen kwijtraken. Behoud van onze spiermassa is enorm belangrijk voor het behoud van onze hartlongconditie.” En dus, adviseert Soda: wees je ook bewust van de onbewuste patronen die soms nog weleens in hun dagelijks leven willen glippen. “Autoraampjes gaan automatisch naar beneden, we rijden op elektrische fietsen, als we willen hoeven we in huis zelfs niet meer uit onze stoel te komen om apparaten te bedienen. Met één druk op de knop is het gedaan. De huidige welvaartsmaatschappij maakt het ons misschien wel makkelijker, maar in mijn optiek juist moeilijker om gezond te blijven. Wees je daarvan bewust en blijf bewegen. Man, vrouw, jong of oud: van stilzitten word je nooit beter.”

Tekst: Yara Hooglugt
Beeld: Djanko
Foto: Radmilo Soda

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Zeg me nou eens eerlijk…

Aan de ene kant wil ik gezien worden als Ashley. Als partner. Als bonusmoeder. Als vriendin. Als zus. Als Tante. Als juf.

En op al die momenten wil ik die rol vervullen. Met alle aandacht en alle liefde. Voor mij is er dan niet altijd ruimte om te praten over mijn gezondheid. Op dat moment draait het namelijk niet om mij. Op dat moment wil ik onbezorgd genieten en bezig zijn met wat ik doe.

Als ik dan ’s avonds alleen op de bank zit, in bed lig of terug rij uit de sportschool, baal ik wel eens. Ik baal dan omdat veel mensen om mij heen niet hebben gevraagd hoe het met me gaat. Hoe het écht met me gaat. De vraag ‘Hé, hoe is het?’ wordt zo vaak gesteld, maar zit die ander dan echt te wachten op het echte antwoord? Of zijn we allemaal geneigd het gewenste antwoord te geven en niet het achterste van je tong te laten zien?

Maar kan ik eigenlijk al die liefdevolle mensen om me heen daarvan de schuld geven? Of ik moet die verantwoordelijkheid bij mijzelf zoeken dat zij niet altijd weten hoe het echt met me gaat? Zou het soms kunnen liggen aan de rol die ik op dat moment wil uitdragen? Zou het kunnen dat ik altijd degene ben die doorga? Zou het kunnen zijn dat het ligt aan mijn glimlach op mijn gezicht? Van de week zei iemand nog ‘Jij straalt ook altijd he’. Natuurlijk een prachtig compliment.

Want ja, hoe zwaar het soms ook is, hoe erg het tegen kan zitten, hoe moe ik ook ben; er zijn zoveel mooie momenten op een dag om die glimlach om mijn gezicht te toveren. Zoveel nieuwe dagen die mij zijn gegeven die ik met beide armen wil omarmen.

De antwoorden op de vraag hoe het met me gaat, zit vaak in mijn hoofd. Ze komen niet uit mijn mond. Maar wat zou bij die liefdevolle mensen om me heen in hun hoofd zitten en komt er niet uit hun mond? Misschien moeten we toch meer woorden geven aan onze gedachten en gevoelens. Ik ga er vandaag mee beginnen. Jij ook?

Ashley Verkerk

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Borstkanker, een hartzaak

Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker onder Nederlandse vrouwen. Zo’n 1 op de 7 vrouwen krijgt ermee te maken. Hoewel er ruim 3000 vrouwen per jaar aan overlijden, leeft 80% na tien jaar nog dankzij de verbetering van de opsporingstechnieken en behandelmogelijkheden. Door die verbeterde overleving zijn echter ook nadelige effecten van borstkankerbehandeling op het hart zichtbaarder geworden:

“Chemotherapie valt de kankercellen aan, maar ook gezonde cellen kunnen beschadigd raken. Bij behandeling in het borstgebied kan er ook straling op het hart en kransslagaders komen, en sommige soorten chemotherapie kunnen schade aan het hart en bloedvaten veroorzaken. Soms wordt dit tijdens of kort na de behandeling zichtbaar, maar in andere gevallen pas na jaren”, aldus Yvonne Koop, assistent professor cardiovasculaire epidemiologie bij het UMC Utrecht. Ze deed promotieonderzoek naar hartschade bij borstkanker aan het Radboud UMC bij hoogleraar cardiologie Angela Maas.

Krijgt iedereen die borstkankerbehandeling ondergaat hartschade?

“De cardio-oncologie is een nieuw specialisme dat zich onder andere bezighoudt met hartziekten die kunnen ontstaan door oncologische behandeling. We weten dus nog niet alles, maar er zijn factoren die ons een beeld geven van het risico op hartschade: problemen met bloeddruk, hoog cholesterol en leefstijlfactoren zoals roken kunnen een indicatie zijn. Als vrouwen al hart- en vaatziekten hebben op het moment dat ze gediagnosticeerd worden met borstkanker vergroot dit de kans op hartschade. Ook wegen eerdere cardiotoxische behandelingen mee. Cardiotoxiteit ofwel hartschade treft ongeveer 10-15% van de borstkankerpatiënten, maar dit is sterk afhankelijk van de soort therapie, dosering en de combinatie van therapieën. Andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten zijn medebepalend voor wie tot die groep hoort. Behandelingen met anthracycline-houdende chemotherapie zijn het meest berucht omdat ze een verminderde pompfunctie van het hart kunnen veroorzaken, wat kan leiden tot hartfalen als dit te laat wordt ontdekt. Door hartproblemen tijdig te herkennen, kan worden voorkomen dat de cardiologische behandeling pas in een te laat stadium wordt gestart. Daarom willen we vrouwen met een hoog risico op hartschade vooraf opsporen zodat ze preventief kunnen worden behandeld met hartmedicatie. Voorkomen is beter dan genezen.”

Hoe weet je dat hartschade door de borstkankerbehandeling komt?

“Het één op één stellen dat hartschade honderd procent zeker door de borstkanker-behandeling komt is moeilijk, maar het betreft vaak jonge vrouwen en over het algemeen hebben vrouwen pas na de overgangsleeftijd meer risico op hart- en vaatziekten. Wanneer je dan veertigjarige-vrouwen hebt met hartklachten die ook bestraald zijn, dan zou je kunnen zeggen dat er een link bestaat. Daarmee is niet gezegd dat bij iedere vrouw die een hartinfarct ontwikkelt bestraling de enige oorzaak is, omdat er meerdere risicofactoren zijn. Wel weten we dat het bij deze vrouwen vaker voorkomt en dat er een versneld proces van aderverkalking is.”

Als je al in een ziektetraject zit, hoe weet je dan of klachten door de borstkankerbehandeling komen?

“Dat is lastig, zeker als je het hebt over vermoeidheid of kortademigheid wat ook kan komen door de chemotherapie zelf of het traject waar vrouwen doorheen gaan. Hoewel het twee dingen zijn die met een verminderde pompfunctie te maken kunnen hebben, betekent het niet dat iedere vrouw met borstkanker die kortademig is ook hartschade heeft. Vaak zien we dat de schade die ze tijdens de chemo ontwikkelen subklinisch is: vrouwen merken fysiek nog niets maar gaan het op termijn wel merken als er niets aan gedaan wordt. Daarom is het binnen de cardio-oncologie zo belangrijk dat tijdens de behandeling goed wordt gekeken naar de pompfunctie. Als specialisten er vroeg bij zijn, is het goed te behandelen.”

Wat heb jij in jouw promotieonderzoek onderzocht?

“We hebben onder andere gekeken naar hoeveel cardiovasculaire zorg er aan borstkankerpatiënten werd geboden. Zes jaar geleden zagen we dat er bijna geen cardiovasculaire zorg werd geleverd aan borstkankerpatiënten. Dat is in de afgelopen jaren verbeterd. Sinds twee jaar is er een richtlijn om hartschade op te sporen en te behandelen tijdens en na de oncologische behandeling. Ook hoor ik steeds meer over speciale cardio-oncologie poli’s in ziekenhuizen, al is het nog geen standaard zorg die in alle ziekenhuizen wordt geleverd. Daarom hebben we ook gekeken waar dat aan ligt en hebben we borstkankerpatiënten geïnterviewd om te kijken wat de invloed van cardiotoxiteit op de kwaliteit van hun leven is.”

Wat waren interessante conclusies?

“Wat opviel was dat een deel van de professionals niet scherp had dat hartschade zo belangrijk was bij deze patiëntengroep. Ze dachten dat het om kleine risico’s bij kleine patiëntenaantallen ging. Dat geeft aan dat er nog veel winst te behalen is wat betreft communicatie en scholing om ervoor te zorgen dat deze kennis breder bekend wordt binnen de specialismen. Verder gaven veel patiënten aan dat zij van tevoren niet waren geïnformeerd over de kans op hartschade en pas op het moment dat zij klachten hadden, hoorden: ‘dat komt omdat u borstkanker heeft gehad en u daarvoor behandeld bent’. Vaak werd bij deze vrouwen niet goed erkend dat hun klachten aan hun hart gerelateerd kunnen zijn terwijl juist die erkenning enorme invloed heeft op de kwaliteit van leven. Ze zeiden: ‘ik kan niet accepteren wat ik heb als het door de zorg niet wordt erkend’. ”

Hoe zie jij de cardio-oncologische toekomst?

“De zorg voor vrouwen met borstkanker is volop in ontwikkeling. Sinds twee jaar is er dus een richtlijn en daarnaast wordt veel onderzoek gedaan om de hartgezondheid van borstkankerpatiënten te verbeteren. Inmiddels weten we bijvoorbeeld dat we nog niet altijd alle patiënten met een hoog risico herkennen. Zo zien we dat er nog steeds vrouwen zijn waarvan we denken dat ze weinig risico lopen die toch hartschade ontwikkelen en vice versa. Dat wordt dus verder onderzocht.”

Jij bent ook weer bezig met een nieuw onderzoek om de cardio-oncologische zorg te verbeteren. Vertel!

“Samen met mijn collega’s van het Karolinska Insitutet in Zweden onderzoek ik bij borstkankerpatiënten die chemotherapie krijgen, of het interne lichaamsritme een rol speelt bij het ontstaan van hartproblemen. Als we weten of het hart vatbaarder is voor chemotherapie op bepaalde tijdstippen, kunnen we daar bij de behandeling rekening mee houden en zo uiteindelijk hartschade voorkomen.”

Tekst: Joyce Demarteau

Yvonne Koop | © fotografie Theo Hofmans

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Hartpatiënten kunnen rust vinden in yoga

Yoga is een prima manier om rust te vinden en met jezelf in evenwicht te komen. Ook voor hartpatiënten, die vaak stress voelen als gevolg van een jachtig leven en wellicht negatieve gedachten koesteren, zoals zoveel mensen dat doen. Alle reden dus om het gesprek aan te gaan met Constance Coenegracht, yogadocent in Maastricht.

“Yoga leert ons om beter te luisteren wat zich in ons afspeelt waardoor er meer rust ontstaat en minder stress. Je laat je dan niet meer zo snel gek maken en kunt prikkels beter afweren. Je leert denken aan dingen die je blij maken in plaats van negatieve gedachten te koesteren. Die zijn niet goed voor het hart. Door positief om te gaan met gedachten en emoties ben je jezelf aan het helen, en dat is goed.”

Constance kwam als 19-jarige student naar Maastricht en is er sindsdien niet meer weggegaan. Ze studeerde o.a. gezondheidswetenschappen aan de Universiteit Maastricht. In 2005 werd ze ondernemer, en houdt zich sindsdien met name bezig met sport en yoga. Ze is eigenaar van Mac Sportsclub en Mac Yoga, een fitness centrum en yoga studio in het centrum van de Limburgse hoofdstad.

Ontspannen

Constance begon met een sportschool, maar verbouwde haar fitnesscentrum later. “Ik wilde een balans tussen sport (inspanning) en ontspanning. Daarom opende ik in 2011 een yoga-studio. De andere kant van inspanning – ontspanning – is immers net zo belangrijk.” Ze werkt er onder meer met hangmatten, anti-gravity-yoga waarbij je in een soort cocon ligt en met de ademhaling naar jezelf toe gaat. Je neemt zo bewust de tijd om te voelen.”

“Yoga helpt je om naar binnen te keren, bewust de tijd te nemen voor jezelf”, legt Constance uit. “Dat is iets wat veel mensen niet meer doen. We rennen allemaal maar door! Yoga geeft meer ruimte aan je hart zodat de energie beter kan stromen en het hart rustiger wordt. De aandacht wordt niet langer gegeven aan de talloze gedachten die door ons hoofd tollen, maar aan de ademhaling, zodat we meer zuurstof krijgen, meer energietoevoer. Door stiller te worden staan we stil bij het openen van ons lichaam. Goed en diep ademhalen is goed voor je lijf.” Het ontstresst volledig.

Hartchakra

Constance schenkt in haar begeleiding ook veel aandacht aan de energie rond het hart, de zogenoemde vierde chakra of hartchakra. Chakra’s zijn draaiende energiewielen die ons helpen met persoonlijke groei. Op fysiek niveau wordt het hartchakra geassocieerd met de hart- en longfuncties en de bloedsomloop. Op emotioneel niveau staat het voor de mogelijkheid om onvoorwaardelijke liefde te geven en te ontvangen, empathie te tonen en compassie te voelen. “Het is gezond om die chakra te openen, want dat leidt tot zelfacceptatie en heling, je krijgt letterlijk meer lucht”, legt ze uit. “Yoga helpt ons om brein, hart en buik met elkaar te verbinden middels een goede ademhaling. Doordat je op die manier beter voelt wat door je heen gaat, helpt het je om je emoties een plek te geven en jezelf te helen. Hoe? Door in stilte goed adem te halen en te luisteren naar je lichaam en accepteren wat er is”.

Meridianen

Constance schenkt daarbij veel aandacht aan de zogenoemde meridianen. Dat zijn waterrijke energiekanalen die door het lichaam lopen en in de organen. “Door die meridianen te stimuleren schep je ruimte voor energietoevoer en hef je eventuele blokkades op. Vandaar dat in yoga veel aandacht is voor het doorstromen van die meridianen.” Ze noemt als voorbeeld de longmeridiaan, die van het sleutelbeen naar de duim loopt. “We gaan de arm stretchen om de energie van de meridiaan beter te laten stromen en om er meer ruimte in te krijgen. Stretchen wil zeggen dat we een constante druk gaan creëren in een ontspannen houding die we drie minuten laten voortduren, omdat dat de tijd is die nodig is om het bindweefsel te laten reageren. Door deze oefening raken de spieren ontspannen en kom je bij de dieperliggende lagen, het bindweefsel terecht. Dat bindweefsel zit overal rond aderen en organen, het hele lichaam zit er vol mee. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat het heel belangrijk is dat dit bindweefsel ontspannen, gezond en flexibel moet zijn, zeker op oudere leeftijd. Het moet goed kunnen functioneren.”

Acceptatie

Yoga is volgens haar bij uitstek geschikt om je lijf te accepteren, zeker na een ingrijpende ziekte of operatie. Het is een soort rouwverwerking die leidt tot acceptatie. “Je leert omgaan met verandering”, zegt ze. “Ondanks wat er gebeurt of gebeurd is leer je blij te zijn met wat er nog is. Ik heb zelf twee jaar geleden reuma gekregen. Dat is verlies. Maar ik bleef positief denken, dan kun je er gemakkelijker mee omgaan.”

Ook en vooral hartpatiënten kunnen veel baat bij yoga hebben. Vooral bij yin-yoga en hatha yoga, aldus Constance. Hatha yoga is een van de oudste vormen van yoga. Het woord komt van de woorden ha (zon) en tha (maan) uit het Sanskriet. De basis voor Yin yoga wordt al eeuwenlang beoefend in China en Taiwan als onderdeel van de taoïstische yoga (zg. Dao Yin). Yin yoga als yogastijl bestaat eigenlijk pas sinds een jaar of 40, 45, en is overgewaaid uit Amerika.  Yin yoga is erop gericht de spieren te ontspannen en los te laten en dieper te werken in je lijf. Hatha yoga probeert bepaalde spieren juist wel te verstevigen, bijvoorbeeld door het spier uithoudingsvermogen te versterken. “Yin Yoga is eigenlijk de rustigste vorm van yoga, waarbij we onder meer houdingen doen die de weefsels stimuleren, heel ontspannend en een stimulans voor je gezondheid. Je leert ook bewust te worden van je gevoel. Hatha yoga leert je om houdingen aan te nemen waarin je rust vindt”, aldus Constance.

Deze vormen van yoga kunnen voor hartpatiënten heel gezond zijn. “Ze voelen zich daardoor veel rustiger, ervaren minder stress, zijn meer ontspannen, flexibeler, en je wordt er sterker van, zowel fysiek en mentaal”, legt Constance uit.

Foto: Constance Coenegracht
Tekst: Henri Haenen

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Zwangerschap is stresstest voor hart en vaten

Lang werd gedacht dat de placenta soms voor problemen kan zorgen tijdens de zwangerschap. Maar na de bevalling zouden die problemen over zijn. En wel zodra de placenta weg was. Die opvatting blijkt inmiddels op drijfzand gebaseerd. Cardioloog in opleiding Chahinda Ghossein-Doha is daarom begonnen aan een groot onderzoek naar bijna tweeduizend placenta’s. Zij denkt dat de placenta een schat aan informatie oplevert aan mogelijke risico’s die verbonden zijn aan de zwangerschap, met betrekking tot latere hart- en vaatproblemen en een herseninfarct.

Chahinda Ghossein-Doha werkt daartoe samen met de universiteit van Bristol, en met de universiteiten van Maastricht, Rotterdam, Nijmegen, Amsterdam en Groningen. Aanvankelijk kreeg Chahinda de handen niet op elkaar voor zo’n onderzoek. In 2017 kreeg ze als commentaar dat niet te zien was hoe de placenta gerelateerd zou kunnen zijn aan hart- en vaatziekten. Ze kreeg toen dan ook geen geld voor een onderzoek naar zo’n mogelijk verband.

Grootschalig onderzoek

“Via crowdfunding heb ik toen wat geld bij elkaar gekregen om een onderzoek op bescheiden schaal te doen”, vertelt Chahinda. “Die pilot werd in 2018 en 2019 uitgevoerd. Ik kon toen een paar placenta’s aan nader onderzoek onderwerpen.” Het kleine onderzoek bleek toch wel in een bepaalde richting te wijzen. Voldoende althans voor de Hartstichting om alsnog een beurs beschikbaar te stellen voor een grootschalig onderzoek. “Daarmee ben ik dit jaar begonnen. We hebben de beschikking over 1300 placenta’s uit Bristol, en 570 uit Nederland. Het onderzoek moet in 2028 zijn afgerond.”

Vooralsnog gaat het natuurlijk om een werkhypothese. Wetenschappelijk onderzoek moet uitwijzen of deze hypothese klopt. “Ik denk dat we veel meer vrouwspecifieke risicofactoren mee moeten gaan wegen bij het onderzoek naar hart- en vaatziekten”, legt Chahinda uit. “De huidige voorspelmodellen schieten tekort. Ik koester goede hoop dat dit onderzoek het verschil kan gaan maken.”

Voorspelmodellen

Want wat is er aan de hand? “Een placenta bevat een berg aan informatie die we niet benutten. In die placenta kunnen afwijkingen ontstaan. Bijvoorbeeld die lijken op aderverkalking. Het onderzoek daarnaar kunnen we gebruiken als voorspelmethode. Aan de hand daarvan zouden we kunnen voorspellen hoe groot het risico is dat een vrouw loopt op toekomstige hart- en vaatproblemen, of een herseninfarct.”

“Dat is ook om een andere reden van belang. Nu is het zo dat tijdens de zwangerschap en een korte periode daarna de vrouw onder behandeling is bij gynaecologie. Als ze twintig jaar later hartproblemen krijgt, gaat ze naar de cardioloog. Maar in de tussentijd valt ze tussen de wal en het schip, terwijl er toch van alles aan de hand kan zijn.”

Wat is gezondheid?

“We weten wel wat ziekte is, maar de vraag is: wat vinden we gezond? De vrouwen waar ik het over heb zijn niet ziek, maar ook niet echt gezond. Ze leven in een soort twilight zone. Wat we bijvoorbeeld wel eens zien is dat het hart te dik is, of er sprake is van aderverkalking. Hoe definiëren en identificeren we deze subklinische ziektes? Waaraan relateren we die? Het gaat om allerlei afwijkingen die tussen de bestaande beelden van ziekte en gezond zijn vallen.”

Queen of Hearts

Via een eerder programma, het Queen of Hearts, heeft onder meer Chahinda aangetoond dat deze vrouwen gevolgd zouden moeten worden. “Via het Queen of Hearts programma hebben sinds 2015 zo’n 1700 vrouwen meegedaan. Het budget kon betaald worden uit onderzoekskosten. Maar nu zouden we het volgen van deze vrouwen in een klinische setting moeten doen.”

“Vrouwen lopen een verhoogd risico. Maar niet alle vrouwen ontwikkelen dit soort problemen. We hebben dus dringend voorspelmodellen nodig.”

Het vrouwenhart

Dat hart- en vaatziekten zich bij vrouwen anders kunnen gedragen dan bij mannen, wordt inmiddels algemeen geaccepteerd. Wat wel eens anders geweest is. “Er is wat dat betreft een groot verschil met vorige generaties”, aldus Chahinda. “Natuurlijk heeft elke cardioloog zijn of haar eigen specialisatie. De één bijvoorbeeld op het gebied van kleppen, in mijn geval is dat hartfalen en vasculaire zwangerschapscomplicaties. In de spreekkamer draait alles om vertrouwen. Herkenning is dan belangrijk.”

Chahinda Ghossein-Doha (1985) is cardioloog in opleiding bij het Maastrichts Universitair Medisch Centrum en Erasmus in Rotterdam. Vanaf 16 augustus gaat ze aan de slag als cardioloog bij het Erasmus Medisch Centrum.

Tekst: Henri Haenen
Foto: Chahinda Ghossein-Doha

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine