Is metabool flexibel onze natuurlijke staat van zijn?

Dat je als mens nooit uitgeleerd bent, bleek maar toen ik het boek van dr. Mindy Pelz, ‘Fast like a girl’ las. Er ging een wereld voor me open en er vielen een hoop puzzelstukjes op zijn plek.

Als grote fan van koolhydraatarm eten heb ik namelijk altijd ervaren dat dit voedingspatroon voor vrouwen niet persé goed werkt, in ieder geval niet structureel. Dit boek legde precies uit waarom dit zo is én wat dan wel werkt. Eén van de principes die werd toegelicht in het boek is metabool flexibel, die ik voor dit artikel zal toelichten én natuurlijk hoe je daar voor jezelf winst mee kan behalen.

Voor al deze informatie is een natuurlijk voedingspatroon belangrijk. Geen bewerkte producten en zo min mogelijk bewerkte koolhydraten en suikers.

Twee soorten verbranding

Ik heb hier al meerdere artikelen over geschreven, maar toch even een korte opfrisser voor wie dit nog niet weet. Het lichaam kent twee bronnen van energie, van brandstof. Wat wij in de Westerse wereld kennen en waar we bijna allemaal in leven is de verbranding van koolhydraten, in het lichaam is de brandstof hiervan glucose. De andere verbranding is die waar je met koolhydraatarm/ketogeen eten naar streeft heet ketose, de verbranding van vetten en de brandstof ketonen.

Eet je een koolhydraatrijk voedingspatroon dan verbrand je dus glucose; eet je een koolhydraatarm voedingspatroon dan verbrand je ketonen. En dan heb je nog ‘de gulden middenweg’ en die heet metabool flexibel.

De gulden middenweg

Op het moment dat je metabool flexibel bent ga je bewust, voor jouw gezondheidssituatie passend, van verbrandingen wisselen. Je leeft bijvoorbeeld enkele weken in suikerverbranding en vervolgens weer naar vetverbranding.

Beide verbrandingen hebben hun voor- en nadelen en door dit af te wisselen kun je optimaal gebruik maken van de voordelen van beiden. De voornaamste voordelen van suikerverbranding zijn het naar beneden brengen van het stresshormoon cortisol en het optimaal voeden van je darmen. Terwijl de voordelen van vetverbranding zijn het boosten van je energiepeil, vet verbranden en het op gang brengen van een fysieke detox.

Er wordt zelfs gedacht dat metabool flexibel onze natuurlijke staat van zijn is, omdat vanuit de oertijd gezien fases van feast (suikerverbranding) met periodes van famine (vetverbranding) zich afwisselden op basis van de beschikbaarheid van voedingsmiddelen.

Voor elke situatie een ideale aanpak

Voor vrouwen is er een ideale aanpak hiervoor die samenloopt met je cyclus. Er is een specifieke wisselwerking tussen insuline, cortisol en de vrouwelijke sekshormonen oestrogeen & progesteron. Wat maakt dat elke fase in de cyclus van een vrouw een andere aanpak vraagt. In de fases dat je oestrogeen opbouwt (dag 1 – 10 van de cyclus) is het belangrijk niet teveel insuline (glucose, koolhydraten) te hebben want dit zit de aanmaak van oestrogeen in de weg en is dus koolhydraatarme voeding ondersteunend. Terwijl in de progesteron opbouw (een week voor de menstruatie) en tijdens de ovulatie juist cortisol funest is en je beter in suikerverbranding kunt zijn. Dit geldt ook specifiek voor vrouwen die in de overgang zitten, omdat dit helpt om je hormonen zoveel mogelijk op orde te houden én eventuele overgangsklachten te verminderen.

Vrouwen na de overgang kunnen naar eigen inzicht fases van suikerverbranding en vetverbranding afwisselen. Dit kan je op wekelijkse, tweewekelijkse of maandelijkse basis doen. Het is goed om hierin af te wisselen zoals ik hieronder zal uitleggen. Na de overgang heb je ook nog oestrogeen nodig en gebruikt het lichaam de vetcellen om oestrogeen aan te maken. Dit is ook de reden dat je vaak aankomt na/tijdens de overgang, door gebruik te maken van de twee verbrandingen kun je je lichaam in je hormoonhuishouding beter ondersteunen en afvallen op een gezonde manier stimuleren.

Voor mannen is het makkelijker, die hebben slechts één hormoon om rekening mee te houden, testosteron. In fases van vetverbranding wordt er meer cortisol (stresshormoon) geproduceerd en dit zit de aanmaak van testosteron in de weg. Langdurig koolhydraatarm eten kan dus voor lager testosteron zorgen. Voor mannen is metabool flexibel dus een manier om testosteron optimaal te stimuleren.

Ondersteunen met vasten

Wil je bijvoorbeeld afvallen, je darmbalans herstellen of je immuunsysteem optimaal inzetten voor ziektes. Dan kun je de fases van vetverbranding combineren met vasten. Je kan intermittent fasting doen, waarbij je ergens tussen de 13 en 18 uur per dag niet eet. En je kunt een langere vast doen van 24, 36 of zelfs 72 uur, waarbij autofagie op gang komt, dit is een proces van celvernieuwing die je gezondheid enorm kan ondersteunen.

Het is goed voor je lichaam om zowel in de duur van het vasten, als de fases van vet- en suikerverbranding te variëren. Hiermee breng je een gezonde stress op gang, hormese, waardoor je lichaam op een goede manier wordt uitgedaagd. Dit is ook effectief als je met je gezondheidsdoelen op een plateau terecht komt om jezelf weer een zetje te geven.

De komende tijd zal ik meer delen over metabool flexibel aangezien ik hier zelf nu mee aan het experimenteren ben. Volg www.greentwist.nl om meer informatie hierover te ontvangen.

Tekst: Iris Heuer
Beeld: Floris Heuer

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Ik dacht dat ik nooit meer op reis zou kunnen

Reny Boersma (68) dacht dat ze door haar hartfalen nooit meer op reis zou kunnen. Toch genoot ze afgelopen juni intens van de vijfdaagse vakantie met HartbrugReizen langs de Vlaamse kust.

“Ik had al vaak aan mijn man Simon gevraagd of hij een groepsreisje wilde maken”, lacht Reny, “maar het antwoord luidde almaar ’nee’. In zijn werkende leven was hij als vrachtwagenchauffeur altijd veel van huis geweest. Hoe we uiteindelijk toch bij HartbrugReizen belandden? Vóór ik een nieuw hart kreeg, had ik in de wachtkamers van de cardioloog in Sneek vaak hun magazine bekeken en de prachtige reisverhalen gelezen. Ik dacht dat ik zelf nooit meer een reis zou kunnen maken. Maar toen er begin dit jaar een advertentie van HartbrugReizen op Facebook voorbijkwam, bedacht ik bij mezelf: ‘Dit wil ik. Dit kan en durf ik nu alleen.’ Ik zat boven, mijn man beneden. Ik appte over mijn besluit zodat hij erover na kon denken. Ik zei tegen hem: ‘Je mag mee, als je wilt, het moet niet.’ Vroeger gingen we samen met de caravan eropuit. Hij houdt van zijn vrijheid en gaat ook solo op de motor op stap. Ik ben wat socialer dan hij. Dat hield me voorheen tegen. Het duurde niet lang eer ik antwoord kreeg. Hij wilde toch wel mee.”

Prinses

“Uiteindelijk is de reis naar België mij, maar ook mijn man heel goed bevallen. Wat hebben we genoten! We hadden een luxe touringcar, een fijn hotel in Oostende van waaruit we uitstapjes naar Gent en Brugge maakten en zulk mooi weer. Reisleidster Marly was fantastisch en dan de muzikale, gezellige chauffeur. De verpleegkundige had in zijn rugzak alles bij de hand voor ‘post onvoorzien’. Dat gaf zo’n gerust gevoel. De prachtige groep medereisgenoten om ons heen maakte het helemaal af. Allemaal gelijkgestemden die me de waardevolle ontmoetingen, plezier en humor brachten waar ik zo van houd. Echt als een vis in de kom, zo voelde ik me thuis. Na terugkomst hebben we al een keer een reisgenote bezocht, misschien volgen er meer. Het was zo bijzonder dat ik dit weer kon en mocht beleven. Ik droom er nog wel eens van. Was het een sprookje? Dan was ik de prinses!”

Linkervoorwandinfarct

“Het verhaal over mijn hartfalen begon toen ik met 45 jaar een linkervoorwandinfarct kreeg. Het is het ernstigste hartinfarct dat je kunt krijgen. Ik werd gedotterd en kreeg vier omleidingen maar toch had ik weinig toekomstperspectief. Daarbij werd ik ook nog diabeet. De cardioloog kwam uiteindelijk met twee opties: verblijf in een hospice voor mijn laatste levensfase of plaatsing van een steunhart. Met zo’n steunhart behoud je je eigen hart maar wordt er een kunstmatige aorta naast gezet. Die werkt op grote batterijen die je in een gordelriem draagt. Ik koos voor de laatste optie. Mijn levenslust was nog sterk en ik wilde door. De screening duurde lang, omdat ik zo verzwakt was. Uiteindelijk kreeg ik een verdrietige boodschap. De chirurg durfde het niet aan om het mechaniekje bij mijn hart te plaatsen. Ik was 61 jaar en voelde me verslagen. Toen werd me gevraagd of ik een donorhart wilde. Dat moest ik overleggen met de familie. We zijn gelovig, mogen dit doen, maar het is niet niks: je hart gaat eruit en dat van een ander erin. Na mijn positieve besluit duurde het nog elf maanden eer een donorhart vrijkwam. De operatie slaagde, dat is niet iedereen gegeven. Daarna volgde intensieve revalidatie. Ik ben inmiddels zes jaar verder. Met een gedisciplineerde levensstijl, medicatie en rust gaat het me nu goed. Ik heb een opgeruimd karakter, dat scheelde, maar ik zocht bovenal de nabijheid van de Heer. Mijn geloof is een enorme steun voor me. Ik doe weer vele leuke dingen. Ik maak eindeloos kilometers op de fiets, zit op koor en doe aan handwerken.”

Genadetijd

“Wat ik het meest bijzonder vond aan de reis naar België? Dat ik in de bus mocht vertellen over het godswonder dat mij overkomen is, dat ik leef in genadetijd. Zulke presentaties geef ik vaker, op scholen, in christelijke kringen. Ik geniet extra van het leven. Of mensen donor willen worden, is aan henzelf. Uiteraard ben ik mijn donor eeuwig dankbaar. Via Eurotransplant heb ik daarom een brief aan de nabestaanden gestuurd.”
“Door al die moeilijke jaren ben ik sterker geworden. Ik denk veel meer na over wat bij mij past, wat ik zélf nodig heb. Ik was altijd een gever, ik was er altijd 150% voor man en familie, twee getrouwde dochters en zes kleinkinderen. Ik trok de kar. Ik kan de kar nu niet meer trekken. Ik geef heel duidelijk mijn grenzen aan. Ik heb zeker de wens om nog een keer met HartbrugReizen op vakantie te gaan. Echt een reis op het oog heb ik evenwel niet. Mooie dingen komen vanzelf op mijn pad. Dat is gebleken. We zien dus wel.”

Tekst: Mariëtte van Beek
Beeld: Reny Boersma

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Geef piekeren de ruimte om rust in je hoofd te krijgen

Stefan van der Stigchel, hoogleraar cognitieve psychologie in Utrecht, doet onderzoek naar aandacht. Om ons op dagelijkse denktaken te kunnen concentreren, moeten we ons brein voldoende rust geven. Dat dan soms negatieve gedachten opkomen, hoort erbij.

“Even voor alle duidelijkheid”, begint Stefan van der Stigchel (1980), “ik doe onderzoek naar hoe aandacht werkt. Alles wat we in mijn werkveld weten over dit onderwerp is erg technisch geformuleerd. Daarom heb ik drie praktische boeken voor het grote publiek geschreven, in begrijpelijke taal. Zo breng ik twee werelden bij elkaar.”
“In onze maatschappij is concentratie vrijwel altijd nodig. Werk dat op de automatische piloot kan, komt nauwelijks voor, maar ook voor het lezen van een boek of een gesprek is aandacht vereist. Om onafgebroken met focus aan een taak te kunnen zitten, moet je het brein alleen wel regelmatig rust geven. Als je even pauze neemt van een taak komt het tot mind-wandering, ga je dagdromen en komen vrije associaties op. Voor de gemiddelde mens levert dagdromen naast positieve ook negatieve gedachten op. Dat is volkomen normaal. Als het negatieve doorslaat, kom je evenwel niet genoeg tot rust. In coronatijd zag je dat bij veel piekerende mensen gebeuren. Concentreren lukte bij gevolg stukken slechter.”

Piekeren is herkenbaar voor talloze hartpatiënten. Heb je tips waarmee ze meer tot rust kunnen komen?

“Ik geef doorgaans drie tips. Nummer één: reserveer een piekeruurtje. In dat uurtje kun je bijvoorbeeld gaan wandelen terwijl je die negatieve gedachten toestaat. Ze mogen er zijn, ze moeten eruit. Bij zorgen stilstaan is ook belangrijk. Ze leiden je immers steeds weer af. Met zo’n uurtje is het makkelijker ze los te laten. Komt er buiten dat uurtje om nog iets op dan kun je dat parkeren, omdat je weet dat je het later op de dag (of morgen) weer mag laten gaan. Studies hebben uitgewezen dat het werkt.”
“Tip nummer twee: cognitieve offloading (ontlading). Schrijf al je zorgen op. Je vertrouwt het daarmee aan de wereld toe. Je kunt je daarna beter concentreren, omdat het uit je hoofd is, daar gaat het om. Het is niet weg. Je kunt het er altijd nog bij pakken.”
“Tip nummer drie: mindfulness. Het blijft mij positief verrassen hoe goed deze meditatieve ademhalingstechnieken werken. Je leert bewust ervaren hoe gedachten opkomen en er met afstand naar kijken. Onder het fietsen of onder de douche komen bepaalde thema’s steeds weer terug. Regelmatig negatief, bijvoorbeeld dat je niet goed genoeg bent of niet gezien wordt. Of er zijn zorgen over de gezondheid. Er zitten patronen in die je leert herkennen, waarin je steeds gevangen raakt. Daardoor kun je eenvoudiger zeggen: ‘hé, daar ga ik weer, dat doe ik nou altijd.’ Het is dan makkelijker afstand nemen, terug te gaan naar waarmee je bezig was – de concentratie op je ademhaling, de meditatie in het Hier en Nu.”

Het makkelijkste bij piekeren is online gaan, voor iedereen tegenwoordig.

“Ik veroordeel dat niet, maar écht nietsdoen is het allerbeste om mentaal tot rust te komen. Je gedachten kunnen dan de vrije loop nemen. Dat voelt soms minder prettig dan lekker bezig zijn of een boek lezen, maar toch is het belangrijk. Daarom is in je eentje wandelen ook vollediger dan met zijn tweetjes, breintechnisch gezien. Al is dat beter dan stilzitten met een heftige serie op je mobiele telefoon. Dat is enorm belastend. Het is goed je daarvan bewust te worden. Na rust kun je je weer beter concentreren. Welk boek van mij je daarover het beste kunnen lezen? Concentratie. Dat is de titel.”

Met het ouder worden zou een mens zich alleen minder kunnen concentreren.

“Dat klopt. Het heeft te maken met de veroudering van het brein. De frontaalkwab is de dirigent van je brein. Het geeft controle over je acties. Het wordt als laatste stukje hersenen volwassen, tussen 19-21 jaar, maar is ook het eerste stukje dat kwaliteit verliest. Zo’n 15-20 jaar is het op zijn krachtigst. Daarna wordt het moeilijker om je af te sluiten voor afleidingen en prikkels. Je kunt dat proces van kwaliteitsvermindering niet vertragen. Gelukkig is een verminderde concentratie op latere leeftijd niet per se zorgelijk. Ouderen passen hun omgeving intern en extern zo aan dat hij past bij de breinstatus. Ze doen dat bijna vanzelf. Ze gaan rustiger leven en hoeven niet meer zo nodig naar elk feestje. Ze worden eerder moe, maar voelen zich ook minder verplicht en kiezen meer waar ze zelf zin in hebben. Jongeren durven binnen hun sociale netwerken niet zo goed hun eigen plan te trekken. Dat moeten ze nog leren.”

Tekst: Mariëtte van Beek
Beeld: Stefan van der Stigchel

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Een goede nachtrust

’s Avonds in bed kruipen om de volgende dag fris en fruitig wakker te worden. Slaap is essentieel om je overdag lichamelijk en geestelijk fit te voelen. Maar hoe werkt een goede nachtrust? Wat als je de slaap niet kunt vatten? Paul Hendriks, longarts-somnoloog bij Isala Zwolle en Pauline van Hirtum, longarts-somnoloog bij Centrum voor Slaapgeneeskunde Kempenhaeghe in Heeze/Breda, leggen het uit.

We brengen een groot deel van ons leven slapend door. Volgens Van Hirtum is dat maar goed ook. Slapen zou namelijk belangrijk zijn voor lichamelijk herstel, ons geheugen en het verwerken van emoties. Maar wat gebeurt er als je in slaap valt? “Eerst kom je in een lichte slaap. In deze fase heb je meer kans wakker te worden van bijvoorbeeld geluiden dan in de volgende fase: de diepe slaap. Hierin zijn de ademhaling en hartslag rustig. De hersenen gebruiken weinig energie. Dat energiegebruik wordt hoger in de REM-slaap. De fase waarin je meer gaat dromen.” Deze cyclus duurt volgens Van Hirtum negentig tot honderdtwintig minuten en herhaalt zich vier tot vijf keer per nacht. Hoeveel slaap je nodig hebt, verschilt per persoon. “Sommigen hebben aan zes uur genoeg, anderen hebben negen tot tien uur nodig. Voor volwassenen ligt het gemiddelde tussen de zeven à acht uur.” Maar wat als je ’s avonds wakker ligt?

Slechte nachtrust

Volgens longarts-somnoloog Hendriks is een goede slaapcyclus heel belangrijk. Als je niet goed slaapt, kun je volgens hem prikkelbaarder zijn, een mindere concentratie hebben en je somber voelen. “Ook kun je hierdoor overdag vermoeid zijn. Dat is vervelend als je bijvoorbeeld hartfalen hebt. Je hart pompt dan al minder bloed rond dan normaal, waardoor je vermoeid bent. Slaap je slecht, dan wordt die vermoeidheid versterkt.” Slecht slapen kan volgens Hendriks een psychische oorzaak hebben. Je ligt bijvoorbeeld te woelen vanwege zaken op je werk of privéomstandigheden. “Die gedachten neem je ook mee tijdens het slapen, waardoor je ’s nachts meerdere keren wakker kunt schrikken. Zo wordt de kwaliteit van je slaap minder.” Een goede nachtrust begint dus bij ontspanning. Hendriks raadt aan een uur voor het slapengaan de werklaptop dicht te klappen. Ontspanningsoefeningen, zoals zorgen van je afschrijven, zijn hierbij belangrijk. “Maak je hoofd leeg. Hoe je dat doet, is voor iedereen anders. Goed is om daarbij fel licht te dimmen, want dat stimuleert het gevoel van wakker te moeten zijn. Leg je telefoon dus weg.” Bij sommige hartpatiënten schuilt er volgens Van Hirtum echter ook een fysieke aandoening die kan leiden tot vermoeidheid: obstructief of centraal slaapapneu.

Slaapapneu

Bij obstructief slaapapneu vernauwen volgens Van Hirtum de bovenste luchtwegen herhaaldelijk tijdens het slapen. Hierdoor gaat er op deze momenten minder lucht naar de longen. “Bij centraal slaapapneu gebeurt dit ook, maar dan zit de oorzaak niet in de bovenste luchtwegen. De ademhaling wordt dan minder goed aangestuurd. Bij beide typen slaapapneu kan het zuurstofgehalte tijdelijk dalen. Door slaapapneu kun je klachten krijgen als slecht slapen, niet uitgerust wakker worden en slaperigheid overdag.” Volgens Hendriks ervaart echter niet iedereen met slaapapneu deze klachten. “Vanwege de hartproblemen die je hebt, ben je vaak al extra vermoeid. Heb je hier ineens meer last van, dan denk je misschien: het ligt vast aan mijn hart. Dat is dus niet altijd zo.” Een sluimerende aandoening. Al zijn er naast vermoeidheid volgens Hendriks nog een aantal andere symptomen waaraan je slaapapneu kunt herkennen. Zo word je bijvoorbeeld vaker wakker om te plassen. Je partner kan daarnaast opmerken dat je snurkt of soms stopt met ademhalen. Vermoed je dat je slaapapneu hebt? Dan kan een plastic snurk of anti-snurkbitje volgens Hendriks helpen. “Een beademingsapparaat is ook effectief. Dat blaast lucht naar binnen, zodat je weer vrij kunt ademen.” Daarnaast hebben de longarts-somnologen ook algemene tips waarmee je de kwaliteit van slaap kunt bevorderen.

Beter slapen

’s Avonds nog een kopje koffie of glaasje cola? Dat kun je volgens Hendriks en Van Hirtum beter niet doen. Cafeïne houdt je namelijk wakker. “Daarnaast kun je beter voor het slapengaan niet te veel eten”, adviseert Hendriks. “Je maag is dan te druk met het verwerken hiervan, waardoor je moeilijker in slaap valt.” Het tijdstip dat je gaat slapen, heeft volgens Hendriks weinig invloed op de kwaliteit van slaap. “Het gaat erom dat je het aantal benodigde uren slaap haalt en deze niet overschrijdt. Want dan krijg je een lui gevoel.” De gouden regel? Rust, reinheid en regelmaat. “Slaap op vaste tijden in een donkere, geventileerde ruimte zonder prikkels”, aldus Van Hirtum. “Dat kan bijdragen aan een goede nachtrust.”

Tekst: Julia Kroonen
Beeld: HPNL

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Verbinding

Is het jullie opgevallen dat er een nieuw modewoord is, namelijk Verbinding? We moeten ons meer verbinden met de ander. Vooral in de managementcursussen is het blijkbaar een item. Met een cursus moeten we gaan leren hoe we ons moeten verbinden en leren wat de grote voordelen daarvan zijn. Je krijgt bijna het idee dat dat wel veel inspanning moet kosten.

Kennen jullie dat radiospotje waarin we worden uitgenodigd om onze overtuigingskracht te vergroten en de magie van verbinding te ontdekken? Overtuigingskracht en verbinding worden hierbij in één adem genoemd. Blijkbaar is de magie van verbinding bedoeld om meer overtuigingskracht te krijgen. Vanuit de verbinding gaan we de medemens onze wil opleggen.

Spiritualiteit wordt vaak ingezet voor het bereiken van doelen, die door het ego worden bepaald.

Zo gaf een medestudent in mijn opleidingstijd aan dat hij wilde leren mediteren, zodat hij betere artikelen kon schrijven, die dan weer door betere wetenschappelijke tijdschriften gepubliceerd zouden worden.

Begrijp me niet verkeerd, meditatie kan heel goed zijn en leiden tot betere inzichten, die dan weer kunnen leiden tot heil van de mensheid of de wereld in het algemeen. Maar in dit geval ging het om zijn eigen eer en glorie.

In elk spiritueel verlangen ligt het ego op de loer en probeert het ons verlangen te kapen, om ons zo af te houden van wat we werkelijk willen, namelijk eeuwigdurend geluk, dat alleen bereikt kan worden door te ontdekken wie we werkelijk zijn. Het ego, dat in werkelijkheid helemaal niet bestaat, is bang zijn virtuele greep op ons te verliezen en houdt ons de worst voor van roem, beter zijn dan anderen en/of rijkdom. Alle uiterlijke vormen van tijdelijk “geluk”.

Maar is verbinding dan ook zo’n trucje van het ego? Is het gevaarlijk voor jezelf of anderen?

Vanuit het dualisme, waarmee wij nu eenmaal leven, is het antwoord “nee”!

Maar verbinding is niet iets wat je moet leren. We zijn verbonden en niemand kan ons dat afnemen. Juister nog, we zijn niet verbonden, we zijn één. Bij verbinding moeten er minstens twee zijn.

We leven in de illusie dat we afgescheiden zijn en toch bestaat er een diep verlangen naar eenheid. We verlangen naar iets wat we denken niet te hebben, of op zijn minst zijn kwijtgeraakt. Verbinding is dan wat de eenheid het dichtst benadert.

Een cursus gaat ons echter niet leren hoe we de verbinding aan moeten gaan. We hoeven niets te verbeteren aan onszelf. We zijn Bewustzijn en als zodanig 100% perfect.

We hoeven ons er alleen van bewust te zijn dat we één zijn met alles en iedereen en dat geluk en vrede ons geboorterecht zijn. Want vóór de geboorte waren wij Bewustzijn met het bijbehorende Geluk en de bijbehorende Vrede en na het overlijden lijken we terug te keren naar die toestand van Zijn, maar in feite zijn we dat tijdens ons leven op aarde ook steeds gebleven. Als twee (schijnbaar) afgescheiden personen een connectie voelen, denken ze verbonden te zijn, maar eigenlijk verwijst dit naar het één Zijn. Dit is onpersoonlijk, maar wordt door de ego’s gekoppeld aan de twee personen.

Dus, verbinding is een mooie ervaring die zorgt voor onderling respect en mededogen. Als verbinding gebruikt wordt om iemand anders onze overtuiging op te dringen, dan ga je een schijnverbinding aan om iemand voor je te winnen, zodat je hem of haar kan overtuigen van je visie of mening. De eenheid is dan ver te zoeken en het respect eveneens.

Als we weten dat wij allen één zijn, dan kunnen we “iemand anders” niet schaden of onrecht aandoen, want dan doen we het ons Zelf aan. Als we ons Zelf respecteren, respecteren we automatisch die vermeende andere.

Het radiospotje is vanuit het non-dualisme dan wel onjuist, toch ben ik er blij mee, omdat het mij dan herinnert aan dat wat werkelijk is.

HARTegroet,

Jan Chin

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Lichaamsvet: warmhouder en boosdoener

Vet: veel mensen hebben er een haat-liefdeverhouding mee. Vet voedsel is zowel lekker als ongezond, en lichaamsvet is zowel noodzakelijk als de bron van kopzorgen. Het gaat om de juiste balans, maar die is nou juist vaak zo moeilijk te vinden. Wat is precies het nut van lichaamsvet? En waar liggen de grenzen van het ongezonde?

Lichaamsvet houdt sommigen wel een leven lang bezig. Eindeloos diëten, vechten tegen de lekkere trek, weegschaal op en weegschaal af, een moeilijke relatie met het eigen spiegelbeeld… Hoewel body positivity gelukkig al veel effect heeft gehad op het veranderende ideaalbeeld van schoonheid, blijft de hoeveelheid spek op de botten voor velen een belangrijke graadmeter. Dat is niet onterecht: overgewicht kan het risico vergroten op hart- en vaatziekten, diabetes veroorzaken en leiden tot gewrichtsklachten.

Verschillende functies

Hoe veel ‘aanleg’ je hebt om wat voller te worden, verschilt per persoon. Om te begrijpen hoe dat zit, is het belangrijk om te weten wat lichaamsvet eigenlijk precies is. Als we het over lichaamsvet hebben, wordt gedoeld op vetweefsel. Dit is weefsel dat door het gehele lichaam wordt opgeslagen in vetcellen. Vetweefsel heeft verschillende functies in ons lichaam: het is een belangrijke energiebron, dient als isolatielaag en het zachte weefsel beschermt het lichaam, bijvoorbeeld bij een val. Wanneer het lichaam in beweging komt, bijvoorbeeld tijdens een flinke wandeling of in de sportschool, wordt de energieopslag aangesproken en worden vetten weer verbrand. Daarnaast maakt het vetweefsel het hormoon leptine aan. Dit hormoon is van nature aanwezig en zorgt ervoor dat onze hersenen het signaleren als we vol zitten. De hersenen geven vervolgens een seintje aan ons lichaam, wat ervoor zorgt dat we op tijd stoppen met eten bij verzadiging.

Wit vet

Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten vet: wit vet en bruin vet. Wit vet is het soort vet dat obesitaspatiënten het meest in de weg zit. Dit type vet slaat de stoffen uit voeding namelijk niet op als energie, maar als vet. Dit is het geval wanneer we meer calorieën binnenkrijgen dan dat we verbranden. Deze vetcellen bevinden zich voornamelijk direct onder de huid en rondom interne organen. Uiteraard dienen ook deze vetcellen hun gezonde doel, wanneer we er niet te veel van hebben. Het vetlaagje heeft een isolerende werking voor het lichaam en vormt een beschermingslaagje rond organen. Het is als het ware ons kacheltje en een belangrijke energievoorraad voor op momenten dat we daar, bijvoorbeeld bij ziekte, te weinig van hebben.

Bruin vet

Bruin vet zet energie juist om in warmte. Dit type vet is dé regulator van de lichaamstemperatuur. Dit mechanisme wordt gestimuleerd door kou – dat is ook de reden dat we, zelfs wanneer we stilzitten, calorieën verbranden wanneer we het koud hebben. Het lichaam is dan harder aan het werk en stimuleert de vetverbranding. “Bruin vet is het goede vet dat calorieën omzet in warmte”, vertelde Liesbeth van Rossum, hoogleraar obesitas aan het Erasmus MC, eerder in een interview met de website Amazing Erasmus MC. “Het bevindt zich rond de wervelkolom, rond enkele organen en in de nek. Mensen met obesitas hebben over het algemeen veel minder van dit gunstige bruin vet. Door te bewegen is bruin vet te activeren. Een alternatieve methode is kou. En juist daaraan worden we steeds minder blootgesteld. We hebben goed verwarmde en geïsoleerde huizen, we rijden rond in verwarmde auto’s. Voor de activatie van bruin vet zou het goed zijn als we wat vaker aan kou blootgesteld zouden worden. Mensen hoeven echt niet in een koelcel te gaan zitten. Het is al voldoende om twee uur per dag bij 17 graden Celsius door te brengen om obesitas tegen te gaan.”

Gezond vetpercentage

De hoeveelheid vetweefsel in verhouding tot het lichaamsgewicht wordt het vetpercentage genoemd. Er is geen exact universeel gezond percentage te noemen, maar als richtlijn wordt voor vrouwen een gezond vetpercentage aangenomen tussen de 21% en 36% en voor mannen tussen de 7% en 25%. Wie een te hoog vetpercentage heeft, en dus idealiter iets afvalt, moet – misschien makkelijker gezegd dan gedaan – meer vet verbranden dan dat hij of zij tot zich neemt. Bewegen dus! Energie verbruiken, de bloedcirculatie stimuleren, het eerder genoemde bruine vet activeren, vet verbranden! Afvallen kan bij (licht) overgewicht zeker voor hartpatiënten een wereld van verschil maken. Maar, nu u óók de voordelen van lichaamsgewicht kent, weet u ook: te ver gaan is ook niet goed. Want dat aangename vetlaagje dient wel degelijk zijn doel.”

Tekst: Yara Hooglugt
Beeld: Djanko

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Het onderbelichte risico van slechte mondhygiëne

Kak Khee Yeung is vaatchirurg in het Amsterdam UMC en doet daarnaast onder meer onderzoek naar aorta aneurysma. In iedere editie van HPNL Magazine houdt ze ons op de hoogte van haar werk en de nieuwste ontwikkelingen binnen haar vakgebied. Dit keer vertelt ze over de risico’s van slechte mondhygiëne.

Wat is het verband tussen mondhygiëne en hart- en vaatziekten?

“Veel hartpatiënten weten wel dat ze voorzichtig moeten zijn met wondjes, vooral als ze een prothese hebben. Een wondje op je huid kan gaan infecteren en die infectie kan ook op de prothese terechtkomen. In de mond zitten echter ook heel veel bacteriën: zo’n 10 miljard zelfs! De samenstelling van bacteriën noemen we een microbioom, zoals zich ook op de huid en in de darmen bevindt, en is voor elke persoon uniek. Als je een wondje in je mond hebt, kunnen die bacteriën heel makkelijk in je bloedbaan terechtkomen en dat is potentieel gevaarlijk. Iemand die een stent heeft en een behandeling bij de tandarts ondergaat, wordt om die reden vaak gevraagd om preventief antibiotica te nemen. Wat veel mensen helaas niet weten, is dat alleen al slecht poetsen óók een risico kan vormen. Vandaar dat goede mondhygiëne voor iedereen, maar voor hartpatiënten extra belangrijk is.”

Wat houdt dat in, een goede mondhygiëne?

“Ik ben natuurlijk geen tandarts, maar in het algemeen kan ik zeggen dat het belangrijk is om goed te poetsen en met regelmatig naar de tandarts en mondhygiënist te gaan. En als je veel tandplak hebt of last van rood of bloedend tandvlees, is dat een reden om extra alert te zijn. We weten namelijk dat dit soort klachten kunnen zorgen voor low grade inflammation, oftewel een chronische ontstekingsreactie in het lichaam. Daardoor kan een prothese uiteindelijk geïnfecteerd raken. Als een patiënt een geïnfecteerde stent heeft, kijken we altijd eerst waar die infectie vandaan kan komen. Heeft die persoon bijvoorbeeld recent de griep gehad, is hij of zij gevallen, is er een wondje te zien op de huid? We kijken dan ook altijd even in de mond om te zien of er wellicht een ontstoken kies te zien is. Een paar jaar geleden had ik een patiënte met een geïnfecteerde aorta. Ze had ook een slechte tand en dat bleek uiteindelijk de oorzaak. Heel vervelend, want zo’n infectie is heel schadelijk en had misschien voorkomen kunnen worden door betere mondverzorging en controle bij de tandarts.”

Denk je dat hart- en vaatziekten voorkomen kunnen worden als de tandarts in het basispakket van de zorgverzekering zou zitten?

“Dat is mogelijk, maar dat is niet onderzocht. In het algemeen weten we dat slechte mondhygiëne 20% meer kans geeft op hart- en vaatziekten. Maar in hoeverre hart- en vaatziekten direct veroorzaakt worden door slechte mondverzorging en of die kans kleiner wordt als mensen vaker naar de tandarts gaan, weten we niet. Er is heel veel wat we nog niet weten. Ik ben natuurlijk continu bezig met ideeën voor onderzoek en momenteel doe ik research voor het opzetten van een groot onderzoek naar het microbioom in de mond en het verband tussen mondhygiëne en hart- en vaatziekten. Het is altijd lastig om een onderzoek gefinancierd te krijgen, dus ik ben begonnen om contacten te leggen met kaakchirurgen en tandartspraktijken om te kijken of er behoefte is aan meer kennis over dit onderwerp. Het lijkt erop van wel, want te weinig mensen zijn goed op de hoogte van het verband tussen goed poetsen en hart- en vaatziekten. Als ik iemand vertel dat een slechte kies de oorzaak kan zijn van een infectie op de stent, schrikken ze vaak – ik denk dat veel mensen zich dit niet realiseren. Het risico is echt nog onderbelicht!”

Wat kunnen we, naast onderzoek, doen om dit te veranderen?

“Ik probeer mijn patiënten erop te wijzen hoe belangrijk mondhygiëne is, maar eerlijk gezegd vergeet ik dit ook weleens te zeggen in de spreekkamer. Ik wil hier meer op gaan letten, zeker als mensen een stent hebben. Ik heb het wel altijd met ze over het belang van leefstijl in het algemeen: alles is immers met elkaar verbonden. Iedereen weet bijvoorbeeld wel dat roken niet gezond is voor een hartpatiënt, maar rokers hebben ook vaak een slechter gebit. En ook ongezonde voeding, zoals het eten van veel suiker, is niet goed voor je tanden. Uiteindelijk is het dus altijd van levensbelang om goed voor jezelf te zorgen: gezond eten, voldoende bewegen, niet roken én een goede mondhygiëne! Onderzoek kan er niet alleen voor zorgen dat daar meer aandacht en bewustzijn voor komt, maar ook kan het de vragen beantwoorden die we nu nog hebben. En als we meer kennis hebben, kunnen we hopelijk in de toekomst gezondheidsproblemen voorkomen.”

Tekst: Marion van Es
Beeld: Amsterdam MUMC

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Krachtenbundeling Leiden, Amsterdam en Utrecht in academische hart- en kinderzorg

Om de gewenste kwaliteit en toegankelijkheid van academische hart- en kinderzorg in Nederland te garanderen, kostbare kinder-ic capaciteit te behouden en aanpalende zorg (zoals voor kinderen met kanker) te waarborgen, slaan de umc’s van Leiden, Utrecht en Amsterdam de handen ineen.

In een eerste stap concentreren we de huidige kennis en kunde uit kinderhartchirurgie en hartkatheterisatie in één cluster. Dat sluit aan bij het advies van de NZa over de toekomst van de academische kinderhartzorg en ook bij de doelstellingen van het Integraal Zorgakkoord.

Door deze concentratie van kennis en expertise ontstaat een toekomstvaste samenwerking voor de hartzorg van kinderen in Nederland. De drie umc’s zien potentie voor een toekomstige verdere verbreding van de samenwerking op het gebied van hartzorg voor volwassenen en kindergeneeskunde.

De kinderhartchirurgische teams uit Utrecht en Leiden/Amsterdam (CAHAL, Centrum Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam Leiden) werken vanaf het eerste kwartaal in 2024 vanuit één team op twee locaties. Professionals krijgen een vaste thuisbasis en worden op basis van expertise en beschikbaarheid ingezet op de locaties. Het team zal voor diagnostiek en behandeling werken volgens uniform beleid, richtlijnen en protocollen, dat op continue basis wordt doorontwikkeld en bewaakt. Zo behouden we, binnen één zeer ervaren team, expertise, infrastructuur en geïntegreerde zorgpaden.

Voordelen van deze concentratie van kinderhartzorg

Door de concentratie van zeldzame ingrepen op één locatie, zoals de Norwood (Utrecht) en de Nikaidoh (Leiden) kunnen unieke expertises en opleidingsmogelijkheden voor de zorg behouden blijven. Langdurige relaties en levensloopprogramma’s met patiënten blijven intact en kunnen bovendien tot verdere synergie leiden. Alle bestaande zorg blijft voor patiënten behouden op voor hen vertrouwde locaties. De krachtenbundeling heeft nog andere voordelen. Er ontstaat een systeem waar senior professionals op continue basis kennis overdragen, waardoor medewerkers een kwalitatief goede opleiding krijgen. Ook is het niet meer nodig om niet-uitvoerbare compenserende maatregelen te nemen.

Margriet Schneider (raad van bestuur UMC Utrecht), Douwe Biesma, (raad van bestuur LUMC) en Hans van Goudoever (raad van bestuur Amsterdam UMC) zien grote voordelen van deze samenwerking voor met name hun patiënten: “Deze samenwerking kan als voorbeeld dienen voor de inrichting van kinderhartchirurgie en voor hoogcomplexe, laagfrequente (academische) zorg in het algemeen. Met een cluster kinderhartzorg behouden we de toegankelijkheid van de kinderhartzorg.”

Arno Roest (kindercardioloog CAHAL), Dave Koolbergen (kinderhartchirurg CAHAL) en Bram van Wijk (kinderhartchirurg UMC Utrecht): “Wij gaan met veel plezier constructief aan de slag om als één team dit in goede sfeer neer te zetten. Hiermee tillen we de kinderhartzorg in Nederland naar een nog hoger niveau om zo meer kinderen te helpen.”

Bron: LUMC

Verergering hartfalen bij darmlediging door macrogol/elektrolyten

Patiënten met hartfalen kunnen een verergering van hun ziekte krijgen door gebruik van macrogol met zouten om de darm leeg te maken. Bijwerkingencentrum Lareb ontving hier enkele meldingen van. Het is belangrijk om klachten van een verergering van hartfalen op tijd te herkennen.

Macrogol is een laxeermiddel. De macrogolproducten: Klean-Prep, Colofort, Pleinvue, Clensia en Moviprep worden gebruikt om de darm leeg te maken voor een darmonderzoek of -operatie. Het middel houdt water vast in de darmen, maakt de ontlasting zacht en stimuleert de darmbeweging. De zouten in dit laxeermiddel helpen de darmen om de zout- en vochtbalans op peil te houden.

Bij patiënten met hartfalen kan een kleine verstoring in de zout- en vochtbalans al tot een verergering van hun hartfalen leiden. Daarom is het belangrijk om patiënten met hartfalen goed in de gaten te houden bij gebruik van macrogol met zouten voor een darmlediging.

Inmiddels is deze informatie ook verwerkt in het Farmacotherapeutisch Kompas.

Lees hier het artikel voor maag- darm en leverartsen.

Bron: Lareb