Hoe gezond is de sauna?

De sauna is een populaire plek om te ontspannen. Eén op de tien mensen gaat er jaarlijks een keer naartoe. Maar hoe gezond is dit bezoek? En wat heeft het voor effect op je hart?

Er zijn verschillende sauna’s. De bekendste zijn de Finse sauna, kruidensauna, infraroodsauna, sauna met zoutkristallen en de stoomcabine. Het belangrijkste verschil zit in de temperatuur. Waar de temperatuur in de Finse sauna tachtig tot honderd graden Celsius is, bedraagt deze in de kruidensauna en sauna met kristallen slechts zeventig. De infraroodsauna is nog minder warm. Hier ligt de temperatuur op maximaal zestig graden. De stoomcabine is slechts vijfenveertig graden. Hoe dan ook: zodra je de sauna instapt, komt een walm aan warmte je tegemoet. Je huid gaat zweten, je poriën gaan open en je bloedvaten verwijden zich. Naast vocht wordt vuil en talg afgevoerd. En aangezien de sauna zo warm is, ontspannen je spieren vanzelf. Van je rug tot aan je schouders. Ideaal! Maar is zo’n saunabezoek ook gezond?

Gezond

Ons lichaam is niet gewend aan een temperatuur van tot wel honderd graden Celsius. Het reageert heftig op deze warmte. Dat geldt ook voor de plotselinge kou, zodra je de sauna verlaat. Volgens onderzoek van de universiteitskliniek Charité in Berlijn maakt je lichaam daarom antistoffen aan. Dat is goed, want deze verbeteren je immuunsysteem. Zo word je bijvoorbeeld beter beschermd tegen een verkoudheid. Sterker nog: onderzoekers aan de Universiteit van Turku ontdekten dat mensen die een half jaar lang twee keer per week een sauna bezochten, na een maand 30 procent minder last hadden van verkoudheidsklachten. Een saunabezoek heeft een reinigende werking en versterkt de bovenste laag van je huid. Je loopt dus met een schone huid de deur uit. Ga je naar een infraroodsauna, dan kun je ook je bloeddoorstroming verbeteren. De infraroodstralers werken rechtstreeks in op je lichaam en zijn daarmee goed voor je spieren. En ook voor je hart: medisch onderzoek wijst uit dat een regelmatig saunabezoek de hartconditie kan verbeteren. Dit kan een verminderde kans op hartfalen als gevolg hebben. Goed nieuws, al zijn er voor hartpatiënten ook risico’s aan een saunabezoek verbonden. 

 

Veilig ontspannen 

Bij ernstig hartfalen, hartritmestoornissen en een lage bloeddruk moet je voorzichtig zijn met een saunabezoek. Dat geldt zowel voor hete sauna’s, zoals de Finse, als de mildere. Een bezoek wordt afgeraden als je last hebt van hartkrampen. Hetzelfde advies geldt als je het afgelopen half jaar een hartinfarct hebt gehad.  Als je je hartproblemen onder controle hebt, is een bezoek in principe veilig. Het blijft echter verstandig om voorafgaand te overleggen met de behandelend arts. Er zijn namelijk risico’s. Een saunabezoek is te vergelijken met lichamelijke inspanning en verlaagt je bloeddruk. Bij een te lage bloeddruk kun je flauwvallen. Let hier daarom op met medicijngebruik en bezoek de sauna niet na hevige inspanning. Ga daarnaast niet op de warmste plek in de sauna zitten en drink veel water om je vochttekort aan te vullen. Gebruik geen alcohol, daar droog je van uit. Aangeraden wordt ook om maximaal vijftien minuten in de sauna zitten. Na een kwartier kun je pijnklachten zoals hoofdpijn gaan ervaren. Het is verstandig om de laatste twee minuten rechtop te zitten. Zo bevorder je de bloedsomloop, waardoor je niet duizelig wordt bij het opstaan. Wil je de sauna verlaten? Maak dan geen gebruik van koude (dompel)baden. Je bloeddruk kan door koud water snel verhogen. Neem in plaats daarvan een lauwwarme douche en rust hier een half uurtje van uit. De beste sauna voor hartpatiënten is de infraroodcabine, daar is de temperatuur niet zo hoog. Al blijft het advies dat je de sauna direct moet verlaten als je je niet goed voelt. 

 

Regelmatig saunabezoek 

Een saunabezoek heeft dus een positief effect op je gezondheid, mits je de benodigde maatregelen neemt. Let echter wel op met kinderen. Zij die jonger zijn dan vier jaar kunnen vaak niet goed aangeven of ze het warm of koud hebben. Kies in dat geval voor een sauna met een milde temperatuur en verblijf hier slechts vijf minuten. Er is geen maximum aan het aantal saunabezoeken, al is het hierbij ook weer verschillend hoe vaak iemand de hitte kan verdragen. Dat verschilt van één dag in de maand tot zeven dagen per week. Raadpleeg de behandelend arts altijd om te overleggen over je toekomstige saunabezoeken. Een saunabezoek kost veel energie, dus zorg ervoor dat je na je bezoek voldoende eet. Zo kun je veilig het dagje sauna afsluiten en de sauna eventueel later opnieuw bezoeken.

Tekst: Julia Kroonen
Beeld: HPNL

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Richtlijn nodig voor Hartteams

Dr. Peyman Sardari Nia is cardiothoracaal chirurg in het Maastricht UMC (MUMC) en in HPNL Magazine houdt hij de lezers op de hoogte van de interessante onderwerpen binnen de hartchirurgie. Dit keer vertelt hij over wat er nog verbeterd kan worden aan het concept van het Hartteam.

In een eerdere editie van HPNLmagazine vertelde dr. Sardari Nia al over het Hartteam: een concept dat in steeds meer ziekenhuizen wordt geïmplementeerd en als doel heeft om cardiologen en hartchirurgen met eventueel andere specialisten gezamenlijk te laten beslissen over welke behandeling het meest geschikt is voor de patiënt.

“Oorspronkelijk hadden cardiologen en hartchirurgen een afgebakend werkgebied, maar zo’n vijftig jaar geleden is er een subdiscipline binnen cardologie belangrijker geworden: interventiecardiologie. Hun voornaamste activiteit is het uitvoeren van interventies zonder te snijden, zoals dotterprocedures en het plaatsen van kleppen via de lies”, legt Sardari Nia uit. “Deze ontwikkeling heeft ertoe geleid dat interventiecardiologen en hartchirurgen in dezelfde vijver vissen en dat kan voor spanning zorgen. Als het inkomen van je afdeling afhankelijk is van het aantal patiënten dat je behandelt, wil je immers het liefst de patiënt binnen je eigen discipline houden. En aangezien er nog niet voldoende onderzoek is gedaan naar de verschillen tussen openhartoperatie en minimaal invasieve behandeling, valt ook niet zwart-wit te zeggen wat in individuele gevallen beter is. De Europese Vereniging van Cardiologie (ESC) en Europese Vereniging van Hart- en Long Chirurgie (EACTS) hebben samen voor elk ziektebeeld richtlijnen opgesteld, die aanbevelingen geven over welke behandeling wordt geadviseerd. Bij een deel van de casussen is dat dus heel duidelijk, maar bij een groter deel – veelal de complexere gevallen – is er geen uitsluitsel. In dat geval beslist het Hartteam gezamenlijk, staat in de richtlijnen.”

Een mooi compromis, en daardoor is het Hartteam op papier een ideaal concept. In de praktijk valt er nog het nodige te verbeteren, vindt Sardari Nia. “Op congressen maak ik vaak als grapje de vergelijking met Sinterklaas: iedereen houdt van Sinterklaas maar iedereen weet ook dat Sinterklaas helemaal niet bestaat. Dat geldt eigenlijk ook voor het Hartteam. Hét Hartteam bestaat namelijk óók niet. Bij ons in het MUMC hebben we een goed functionerend Hartteam en daarnaast verschillende Dedicated Hartteams voor specifieke ziektebeelden. Kleinschalig onderzoek heeft aangetoond dat patiënten die door zo’n expertteam worden behandeld, betere overlevingskansen hebben. Dat is echter geen bewijs dat Hartteams in het algemeen goed functioneren, want in een ander ziekenhuis kan het concept compleet anders georganiseerd zijn.”

Hij verwijst naar een grote survey die de Hartteam Academy onlangs uitstuurde naar circa 2200 cardiologen en hartchirurgen in Europa. Van hen vulden 220 artsen uit 26 landen en 105 verschillende steden de vragenlijst in. Negentig procent bevestigde de aanwezigheid van een Hartteam in hun ziekenhuis. “Maar uit de antwoorden valt op te maken dat er een zeer grote variëteit is in hoe Hartteams georganiseerd zijn. In het ene ziekenhuis komt het team iedere dag bij elkaar, bij het ander één keer per week of nog minder vaak. Het ene ziekenhuis heeft wel Dedicated Hartteams, het andere niet. Bij het ene ziekenhuis zijn anesthesiologen onderdeel van het team, bij het andere niet. De frequentie, de samen stelling, het format en de organisatie is overal zo verschillend en dat is eigenlijk niet acceptabel voor een orgaan dat complexe beslissingen neemt.”

Dat betekent dat er werk aan de winkel is, meent Sardari Nia. “Als we willen dat dit werkt – en dat willen we, want iedereen is het erover eens dat dit het beste is voor de patiënt – moeten we dit concept verder ontwikkelen. Dat betekent dat we bijvoorbeeld met een aantal experts bij elkaar moeten komen om een richtlijn op te stellen voor hoe een Hartteam samengesteld moet zijn en hoe het handelt. Zo’n standaard is er nu niet. En als we zo’n richtlijn maken, hoe moet die er dan uit komen te zien? Moeten alle patiënten besproken worden, of alleen de casussen waarbij de behandelrichtlijnen geen uitsluitsel geven? Hoe vaak moet het team bij elkaar komen en in welke formatie? Wie coördineert het team? Hoe wordt het gedocumenteerd? Hoe monitor je de kwaliteit? Over al deze zaken moeten we eerst consensus hebben, voordat we kunnen spreken van hét Hartteam.”

meer onderzoek nodig om aan te tonen dat Hartteams een aanvulling zijn op het huidige zorgaanbod. “Zowel in de Amerikaanse als de Europese richtlijnen heeft het Hartteam de hoogste aanbeveling, ondanks dat hard bewijs hiervoor ontbreekt. Dit komt omdat het logisch is om te verwachten dat het beter is voor de patiënt als er niet individueel wordt besloten, maar gezamenlijk: het belang van de patiënt staat centraal en niet het belang van de discipline of de arts. Het is niet erg dat die verschillende belangen spelen, dat mogen we gerust erkennen. Anderzijds is de patiëntenzorg zo complex geworden, dat we ernaar moeten streven om op een zo objectief mogelijke manier beslissingen te nemen. Daarvoor is niet alleen de ervaring van experts nodig, maar ook officiële richtlijnen voor en onderzoek naar het Hartteam.”

Tekst: Marion van Es
Beeld: Léon Geraedts

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Spiegel voor de gezondheid

De darmbacteriën hebben een grote invloed op het hele lichaam. Zowel het fysieke als het mentale welzijn gedijt goed bij een gezond microbioom. Hoe kan het dat deze bacteriën in directe relatie staan tot wat er in de rest van het lichaam gebeurt? Zeven vragen.

Wat zijn darmbacteriën?

Dat zijn de miljoenen bacteriën die bij ieder mens in de darm leven. Samen vormen ze het micribioom, ook wel darmflora genoemd. Deze bacteriën zijn continu aan het werk om ons fysiek en mentaal gezond te houden en wegen bij elkaar tot wel anderhalve kilo. Hoe het microbioom is samengesteld, verschilt per persoon. We hebben goede en slechte darmbacteriën: de goede zijn essentieel om gezond te blijven, de slechte kunnen ons juist ziek maken. Verloopt alles normaal in de darmen, hoeven we ons geen zorgen te maken om de slechte: omdat de darmwand helemaal vol zit met bacteriën, krijgen de slechte bacteriën geen kans om zich te vermenigvuldigen en blijft alles keurig in evenwicht.

Kun je de darmbacteriën zelf beïnvloeden?

Jazeker. Het microbioom trekt zich veel aan van de manier waarop wij leven. Eet je veel vette, zoete en bewerkte producten, zullen de dambacteriën op den duur verstoord raken. Je voedt daarmee de ziekmakende bacteriën. Waar je je lichaam juist wél een plezier mee doet: vezels. Daar gedijen darmbacteriën goed bij. Gezonde voeding betekent een gezonde buik en een optimale darmwerking.

Waarom zijn vezels zo belangrijk?

Darmbacteriën voeden zich met vezels. Krijgt het microbioom genoeg vezels, dan ondersteunt dat de spijsvertering, blijft de stoelgang goed en zijn de darmen optimaal in staat het immuunsysteem te beschermen tegen schadelijke invloeden. Daarnaast is er ook een directe relatie tussen gezonde darmen en het risico op ontstekingen, allergieën en auto-immuunziektes. Onderzoekers van de afdelingen Maag Darm en Leverziekten en Genetica van het UMCG meldden in 2021: “Veel dierlijke producten, bewerkte voedingsmiddelen, alcohol en suiker eten of drinken zorgt ervoor dat via de samenstelling van de darmbacteriën eerder ontstekingsactiviteit in het lichaam kan ontstaan. Plantaardig voedsel en vis werden daarentegen in verband gebracht met ‘vriendelijke’ bacteriesoorten en ontstekingsremmende activiteit.”

Welk voedsel is het meest vezelrijk?

Groenten, fruit, noten, bonen, volkorenproducten en peulvruchten zitten vol vezels. Het Voedingscentrum adviseert vrouwen om minimaal 25 gram vezels per dag binnen te krijgen, mannen minimaal 30 gram per dag. Er zijn verschillende soorten vezels: fermenteerbare en niet-fermenteerbare vezels. Niet-fermenteerbare vezels worden niet afgebroken in de dikke darm. Ze komen de darm binnen, passeren en bereiken de uitgang zonder dat er iets met de vezel is gebeurd. Deze vezelsoort bevordert de stoelgang. De fermenteerbare vezels worden wél afgebroken en dienen als voedsel voor de goede darmbacteriën. Deze bacteriën krijgen hierdoor volop de kans zich te vermenigvuldigen, wat de darmflora gezond houdt. Een deel van de fermenteerbare vezels wordt prebiotica genoemd.

Wat zijn prebiotica precies?

Prebiotica zijn dus de stoffen waarmee de goede darmbacteriën zich voeden. Wanneer prebiotica in de dikke darm worden afgebroken, oftewel gefermenteerd, wordt de aanmaak van lactobacillen en bifidobacteriën gestimuleerd. Deze houden de darm gezond, verbeteren de weerstand en beschermen het lichaam tegen infecties, diabetes en allergieën. Prebiotica zijn iets anders dan het vaker gehoorde probiotica: dit zijn producten die micro-organismen bevatten die positieve gezondheidseffecten op de darm kunnen hebben. Keihard wetenschappelijk bewijs is hier echter vooralsnog niet, maar kwaad kunnen de micro-organismen ook niet.

En wat heeft dat dan weer voor effect op het mentale welzijn?

Meerdere studies hebben aangetoond dat de darmflora ‘communiceren’ met de hersenen. Zo is er zelfs een onderzoek geweest dat een verband heeft aangetoond tussen darmbacteriën en depressieve gevoelens. In de darmen worden allerlei stofjes geproduceerd, neurotransmitters, die van invloed kunnen zijn op de hersenen.

Hoe kun je merken dat er iets mis is met je microbioom?

Er zijn diverse symptomen die kunnen duiden op een probleem in het microbioom. Ten eerste zijn daar de voor de hand liggende klachten: winderigheid, buikpijn, diarree, een opgeblazen gevoel. Daarnaast zijn er ook de meer indirecte gevolgen die niet altijd à la minute aan de darmen worden gerelateerd. Zo kan stress of onrust veroorzaakt worden door een verstoord microbioom, je kunt merken dat je maagzuur hebt, en zelfs een plotselinge drang naar specifiek eten of drinken kan duiden op problemen in de darmen. Ook eczeem, acne, een slechte nachtrust of plotselinge gewichtstoe- of afname kunnen worden veroorzaakt door een verstoord evenwicht in de darmen. Aanpassingen in het voedingspatroon, meer rust en meer beweging kunnen al enorm helpen om dat evenwicht te herstellen. Helpt dat niet, dan is het raadzaam om naar de huisarts of een diëtist te gaan.

Tekst: Yara Hooglugt
Beeld: HPNL

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Hartchirurg Ehsan Natour pleit voor betere nazorg

In de serie gesprekken met de Maastrichtse hartchirurg Ehsan Natour kijken we in dit magazine naar het nieuwe ik. De nieuwe mens na de hartoperatie. We spreken daarover ook met antropologe Janine Schimmelpenninck, elders in het blad . Na een hartoperatie hebben mensen een goede begeleiding nodig. Anders sta je er alleen voor en dat is iets wat veel mensen niet goed aan kunnen, weet Natour. “Mensen vragen zich af: waarom ik?”

Ehsan begint ons gesprek met een verhaal, dat hij hoorde van coach Jean Paul Toonen uit Maastricht. “Die vertelde over een oudere man die naar de specialist ging en klaagde over een kapotte knie. Normaal krijg je dan een nieuwe knie. Maar de specialist vroeg hem: hoe voel je je in je dagelijkse leven. De man zei: goed. De arts vroeg of de man veel liep. Nee, bleek, nu en dan naar de Albert Heijn en een wandelingetje. De specialist vroeg hoe het zit met de thuissituatie, of hij alleen woont en of de man nog andere klachten had. Waarop hij zei: ja, ik heb nog drie kleinkinderen, maar ze komen niet langs bij mij om te spelen. Ik heb ook een beetje last van urine incontinentie (blijft druppelen in mijn broek). Blijkbaar kwamen de kinderen niet langs omdat de broek na urine stonk. Waarop de specialist de man doorstuurde naar de uroloog, die het probleem oploste, met als gevolg dat de kleinkinderen weer komen.  De knie hoefde niet geopereerd te worden, zoveel liep de man immers niet.”

Neus

Ehsan noemt dit voorbeeld omdat hieruit blijkt hoe belangrijk het is als de arts verder kijkt dan zijn neus lang is. Patiënten worden te vaak aan hun lot overgelaten, vindt Ehsan. “Na een hartoperatie zien wij de patiënten veel te weinig, wij zouden mogelijkheden moeten verschaffen voor een langdurig vervolg, zo’n drie tot twaalf maanden, en langer. En de revalidatie is vooral tot fysio beperkt. We zijn niet getraind om een mens te zien als meer dan zijn fysieke probleem. In het voorbeeld kwam de man voor zijn knie. Maar de dokter zag een mens voor hem zitten, niet alleen een knie, en dat was de redding. Het werkelijke probleem werd aangepakt. Dat zou veel vaker op deze manier moeten gebeuren.”

Zes pijlers

“Ook de nazorg schiet schromelijk te kort. Die zou moeten voldoen aan zes pijlers: fysieke en mentale gezondheid, spirituele gezondheid, sociaal en dagelijks functioneren en kwaliteit van leven. Al deze aspecten zou ik meenemen in het behandelingstraject.”

Want na de operatie kunnen mensen niet meer terug naar hoe het daarvoor was. Het oude ik is voorbij. Een nieuw ik ontstaat. “En daar moeten mensen bij begeleid worden. Dat nieuwe ik vereist een gedragsverandering, en een verandering van instelling. Dat kunnen veel mensen niet alleen. Bovendien moet ook hun omgeving, werk en thuis, doordrongen zijn van dat nieuwe ik van de geopereerde. Als de patiënt na de operatie thuiskomt, is hij aangewezen op zijn gezin, zijn familie. De patiënt zelf moet zich aan zijn of haar nieuwe rol aanpassen, maar het gezin moet dat ook. Je bent fragiel, breekbaar, kwetsbaar, niet meer de sterke persoon van vroeger.”

Samen

“Gezamenlijk kijken naar wat wel kan, wat goed voelt, zal iemand sneller met plezier kunnen re-integreren. Misschien past een andere functie beter. Wellicht is concentratie een uitdaging, zal de belastbaarheid fysiek eerst aangepast moeten worden. In praktijk blijkt het samen optrekken een essentieel onderdeel in een succesvol herstel. Het helpt bij het accepteren van de nieuwe persoon die men geworden is.”

“Het ligt ook vaak bij de mens zelf. Mensen willen het liefst terug naar de oude situatie. De oude comfort zone. Hun oude identiteit. Maar die bestaat niet meer, wat vaak leidt tot wanhoop. De begeleiding zou kunnen helpen bij het vinden van een nieuwe identiteit. Als je terug wilt naar je werk, kun je niet meer zo zwaar tillen als vroeger. Als je achter de computer werkt aan statistieken, dan speelt het gedeeltelijke geheugenverlies je wellicht parten. Zo maar wat voorbeelden. Mensen moeten daarvoor begrip hebben, dus ook voor je omgeving is begeleiding nodig.”

Bang

“Mensen zijn vaak bang hun nieuwe ik te ervaren. Alles moet opnieuw worden geleerd. Oude ingesleten gewoonten moeten dringend worden veranderd. Dat maakt het nieuwe ik voor veel mensen onveilig. Des te belangrijker is het tijdig nieuwe gedragsaanwijzingen duidelijk te maken, zodat je snel sterk wordt en je nieuwe ik kunt omarmen.”

Slang

“Zie het als een slang die van huid verwisselt. Je trekt je oude winterjas uit, past een nieuwe zomerjas aan. Maar het voelt nog koud, misschien. Je voelt je niet op je gemak in die nieuwe jas. Verlangt naar vroeger. Dat maakt het belangrijk dat je gesprekken kunt voeren met een coach. Alleen revalideren is niet genoeg. Veel mensen voelen zich schuldig of voelen zich slachtoffer. Ze vragen: waarom ik? Zolang ze daarin blijven hangen, vechten ze niet met nieuw elan voor hun nieuwe ik, hun nieuwe identiteit.”

Ehsan schreef hierover in zijn boek Als het leven stilstaat, verkrijgbaar bij de betere boekhandel en bol.com.

Tekst: Henri Haenen
Beeld: Ehsan Natour

Zie ook: Nieuws – Stichting Stilgezet

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Heart to Follow

Roeien voor het vrouwenhart

Roeien van Californië naar Hawaï: op 12 juni gaan Marieke le Duc en roeimaatje Renate de Backere de uitdaging aan tijdens een door Atlantic Campaigns georganiseerde wedstrijd. In totaal leggen ze 4.500 kilometer op zee af, met als doel om geld op te halen voor het vrouwenhart. “Meer onderzoek naar het vrouwenhart is wat ons betreft hard nodig.”

In 2020 waren Marieke en Renate al onderdeel van de Atlantic Dutchesses, een vierkoppig team dat in totaal 5.000 kilometer van La Gomera naar Antigua roeide. Dat smaakte naar meer, vertelt Marieke. “De overtocht is ons destijds gelukt in drieënveertig dagen, maar toen waren we met z’n vieren. Nu ben ik samen met Renate, dus dat gaat ongetwijfeld nog een tikkeltje zwaarder zijn. Ook dit is namelijk een erg pittige tocht. We mogen er vijfenzestig dagen over doen, maar stiekem hoop ik dat we die niet nodig hebben. Inmiddels weten we dat het wereldrecord als paar op 42 dagen staat. Ik ben wat dat betreft toch enigszins competitief ingesteld en hoop dat wij dat kunnen verbreken. Renate en ik gaan in ieder geval vol voor dit avontuur en het is heel gaaf om het samen te mogen doen.”

Spartaans leven

Het avontuur bestaat niet alleen uit roeien, maar ook uit survivallen. “We moeten voor vijfenzestig dagen eten meenemen, zodat we echt genoeg hebben als er iets misgaat of de weersomstandigheden slecht zijn. Het klinkt dramatisch, maar we moeten onszelf als het ware in leven zien te houden. We worden niet bevoorraad, moeten zelf water maken en ook zelf navigeren. We kunnen alleen een beroep doen op iemand die ons iets meer vertelt over weersomstandigheden of welke richting we het beste kunnen aanhouden. Toch vind ik die Spartaanse leefstijl heerlijk, en roeien is echt een prachtige sport. Uiteraard zijn we al hard aan het trainen, want we willen geen blessures en moeten ervoor zorgen dat onze spieren zo sterk mogelijk zijn. Ondertussen kan ik niet wachten. Wat is er nu mooier dan minimaal twaalf uur per dag roeien op de oceaan?”

Onderzoek

Het uiteindelijke doel is geld ophalen voor onderzoek naar het vrouwenhart. Dat heeft voor Marieke een persoonlijke reden, zegt ze. “De tante van mijn man heeft op vrij jonge leeftijd hartproblemen gekregen. Gelukkig waren ze er op tijd bij, maar ik ben echt van mening dat er nog veel meer onderzoek en bekendheid nodig is rondom het vrouwenhart. Zo kan er veel beter op dat soort klachten worden geanticipeerd. Een andere tante van me is helaas aan hartfalen overleden. Ik heb het dus van dichtbij meegemaakt.” De uiteindelijke opbrengst gaat dan ook naar onderzoeken met betrekking tot het vrouwenhart vanuit het UMC Utrecht. “Het wordt steeds duidelijker dat het mannen- en vrouwenhart heel verschillend is en wij vinden het belangrijk dat dat wordt onderzocht. Eén van de onderzoeken waaraan we bijdragen, is de werking van holters in plaats van de best wel gevaarlijke en risicovolle kijkoperaties. Een holter is een soort band die een vrouw zeven dagen draagt en waarmee kan worden gemonitord wat er aan de hand is. Voelt ze iets geks bij haar hart, kan ze op een knop drukken en wordt er vanuit het UMC Utrecht direct meegekeken. Hopelijk kunnen door onze bijdrage meer holters worden gekocht en vaker worden ingezet. Dat zou fantastisch zijn.”

Uitdaging

Verder hoopt Marieke ook anderen met hun verhaal te kunnen inspireren. “Het is zo mooi om een persoonlijke uitdaging aan te gaan. Wij willen ook echt laten zien dat ons vrouwenhart sterk genoeg is om zo’n oversteek te maken en dat we tot veel meer in staat zijn dan we denken. Ons lijf is sterk: dat heb ik de laatste keer op de oceaan ook mogen ervaren. Het leven is een feestje, maar je moet wel zelf van die bank af komen, jezelf uitdagen en een doel stellen. Niet per se door meteen een oceaan over te roeien, maar al is het maar een kleine stap in de goede richting. Hopelijk motiveert onze tocht ook anderen.”

Meer weten of doneren? Dat kan via www.hearttofollow.nl          

Waarom brengt HPNL dit onder de aandacht?

Wij willen onze lezers zo breed mogelijk van nuttig informatie voorzien en op die manier de samenleving transparanter maken. Dat behoort tot onze doelstelling. Wij helpen daarbij. Onafhankelijk en objectief. Helpt u ons? Wij helpen u.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Marieke le Duc & Renate de Backere

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Seaside of the Netherlands

Laat ik mij klachtenvrij ‘doorzagen’?

Bij mijn levensverhaal hoort van jongs af aan de opmerking van huis- of sportartsen “dat er een ruisje hoorbaar is bij het hart, maar dat komt wel vaker voor”. Regelmatig werd er ook een stagiair geroepen, zodat hij/zij ook eens goed kon horen hoe een hartruisje klinkt door de stethoscoop. Ik bleek dus goed lesmateriaal, maar verder geen zorgen.

Een hele levensfase verder, inclusief vier keer per week prestatiegericht sporten (voetballen en volleyballen) op verdienstelijk (haha) niveau, kreeg mijn vader te horen dat zijn hartklep gerepareerd of vervangen moest worden. Dit naar aanleiding van een steeds vaker voorkomend benauwd gevoel bij zijn wekelijkse duurloopje op de zaterdagochtend. Lang verhaal kort: een open hartoperatie waarbij zijn mitralisklep werd vervangen door een kunstklep.

Groot hart

Omdat vele (hart)aandoeningen een genetische insteek kunnen hebben en ook bij mijn vader altijd een ruisje hoorbaar is geweest heb ik via de huisarts een afspraak in het umc gemaakt. Ook heb ik altijd onthouden dat mijn vader een groot hart had. Dit zou voor mij een belangrijke rol gaan spelen, want in plaats van groot hart kun je in de letterlijke betekenis beter vergroot lezen. Mijn diagnose: waarschijnlijk genetisch belast met minder goed werkend bindweefsel. Overal waar bindweefsel een belangrijke rol speelt kan zich dit uiten. Bindweefsel biedt namelijk steun en bescherming in het hele lichaam (zoals in het hart, de aorta (grote lichaamsslagader), kleinere bloedvaten, ogen, spieren en gewrichten). Dat vergrote hart kende ik ook uit stoere topsportverhalen, ook al ging het hier meestal om een getrainde spiervergroting, zodat het hart nog krachtiger kon gaan pompen. De meest duurzame les die de cardioloog mij aan de hand van een zelfgemaakte schets uitlegde was het feit dat een lekkende mitralisklep tijdens het pompen van het bloed richting hoofdslagader ook steeds wat bloed liet terugstromen; terug de linker kamer in. Hierdoor gaat deze kamer op termijn oprekken tot definitief ‘de rek er uit is’ en het daarmee zijn pompkracht verliest. Mijn inmiddels licht vergrote hart kreeg met de opgedane kennis de technisch juiste nuance, maar ook spannende betekenis voor mij. Het moeten nadenken over een preventieve open hartoperatie werd plots onderdeel van mijn leven. Geen klassiek spoedeisend pijn op de borst verhaal, maar wel een waarvan het einde al vaker geschreven was: een hart dat misschien over 10, 20, 30 jaar een belangrijk deel van zijn pompkracht definitief kwijt zou zijn. Aanvankelijk vond ik het geen goed idee om rond mijn 40e, sportief, klachtenvrij en met een jong gezin, mijzelf over te geven aan ‘de grote doorzaagtruc’ van de hartchirurg.

Studeren en wandelen

De route van zowel in voorbereiding op, als na mijn mitralisklep-reparatie, die voor mij het beste bleek te werken was het gedetailleerd bestuderen van hart en bloedsomloop gecombineerd met het verrichten dagelijks terugkerende beweging. Een cursus Primair Medische Kennis, Het Hartboek van de Mayo Clinic (USA), het al wandelend fotograferen en beschrijven van een inspirerend natuurgebied zijn daar voorbeelden van. “Train je je benen dan train je je hart”, tekst uit het vorige Hartbrug Magazine, daar kan ik dan ook volledig achter staan.

Seaside of the Netherlands

Een heerlijke inspanning met altijd wel stippen aan de horizon vond ik aan de zeekant van Nederland. Ook voor mij een stukje rijden, maar voor maandelijks één of twee dagen heerlijk. Jaren later is het een boek geworden voor iedereen die zich wil laten inspireren door onze zeekant. Terwijl veel historisch besef voorbij komt, komen ook de strijd tegen en samen met het water, leefstijlen, steden en dorpen van Zuidwest-Zeeland tot Noordoost-Groningen aan bod. Bladeren door het boek geeft keer op keer het gevoel van reizen aan zee. Ik gun iedereen een inspirerende verbinding met onze zeekant en laat graag zien dat ook hier het geheel meer is dan de som der delen.

Wilt u een boek winnen?
Mail naar: info@hartpatienten.nl en maak kans op 1 van deze boeken. Onder de inzenders zullen wij deze boeken verloten.

Tekst: Paul Hoekstra
Beeld: Paul Hoekstra

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Plan je fit

In 6 maanden gezonder

10 miljoen Nederlanders zijn chronisch ziek. Beter worden zij meestal niet, maar vaak is hun gezondheid wel te verbeteren met een gezonde(re) leefstijl. In samenwerking met een team van experts ontwikkelde huisarts Stefan van Rooijen Plan je fit: een stap-voor-stap methode om in zes maanden toe te werken naar gezonde gewoontes die je wél volhoudt.

 “Het is niet jouw schuld als het je niet lukt om te stoppen met roken”, zegt Stefan van Rooijen bemoedigend. Rokers hebben gemiddeld dertien pogingen nodig voordat niet meer terugvallen en dat is volgens de huisarts voornamelijk de schuld van de tabaksindustrie, die rookwaar zo verslavend heeft gemaakt. “Bij de voedingsindustrie is dat niet anders”, legt hij uit. “De supermarkt – een leefomgeving waar de meeste mensen hun boodschappen doen – is superongezond en wordt alleen maar ongezonder. Als je bijvoorbeeld naar het schap met zuivel kijkt, is aan vrijwel elk product heel veel suiker toegevoegd. Probeer dan maar eens een gezonde keuze te maken. Veel mensen brengen daarnaast een groot deel van de dag zittend door op hun werk en gaan naar feestjes waar alcohol rijkelijk op tafel staat, zoals vroeger de sigaretten. Als iedereen om je heen zo’n leefomgeving heeft, vind je dit waarschijnlijk normaal en voel je misschien niet de urgentie om er iets aan te doen. De ervaring leert dat dat meestal pas verandert als mensen écht levensbedreigend ziek worden, bijvoorbeeld door kanker of hart- en vaatziekten. Dan grijpen ze alles aan om gezonder te worden. Het is alleen jammer dat in de twintig, dertig jaar daarvóór vaak al een gezondheidsprobleem sluimerde, dat misschien voorkomen had kunnen worden. Tien miljoen mensen – bijna twee derde van Nederland! – heeft één of meerdere chronisch ziektes en nog eens één miljoen heeft een vorm van pre-diabetes, die nog omkeerbaar is. Maar dan moet je wel zélf in actie komen.” Zijn belangrijkste boodschap is daarom ook: “Wacht niet op een gezondere leefomgeving. De enige die nu al iets kan veranderen, ben je zelf!”

Kleine stapjes en haalbare doelen

Gezonder leven: vrijwel iedereen is er wel in meer of mindere mate mee bezig, zeker rond de start van het nieuwe jaar. Helaas lukt het velen niet om hun vaak ze enthousiast begonnen leefstijlveranderingen vol te houden. Een avondje voor de televisie met een biertje of colaatje blijft voor het gros van de mensen verleidelijker dan ploeteren in de sportschool en patat en pasta worden meer gewaardeerd dan rauwkost en groene smoothies. “Bijna iedereen valt terug in oude gewoontes”, geeft Stefan toe. “Maar dat komt meestal doordat de aanpak verkeerd is. Veel leefstijlmethodes zijn bijvoorbeeld gericht op verandering binnen vier tot zes weken, want dat spreekt meer aan. Maar dat is echt te kort: het duurt minimaal drie maanden om een nieuwe gewoonte aan te leren. Ook is het niet verstandig om alles tegelijk aan te pakken, dat is veel te veel en werkt demotiverend.”

Wat dan wel werkt? Kleine stapjes en haalbare doelen, is volgens de huisarts het geheim van een blijvend gezondere leefstijl. Met een team van gezondheidsexperts en de steun van grote organisaties als het Voedingscentrum en het Kenniscentrum Sport & Bewegen ontwikkelde hij een laagdrempelige methode, gebaseerd op wetenschappelijke kennis. Geschikt voor iedereen: van jong en oud, fit of minder fit. Plan je fit pakt de zes belangrijkste gezondheidsthema’s aan: algemene gezondheid (zoals een chronische ziekte of ander medisch probleem), voeding, beweging, middelengebruik, gedragsverandering en als laatste mentale gezondheid, stress en slaap. Het boek bevat tips, oefeningen, gezonde recepten, maar ook schema’s en planners om je eigen vorderingen bij te houden.

Stefan: “Je begint met nadenken over je langetermijndoelen: wil je bijvoorbeeld ooit een marathon lopen, of wil je over twintig jaar nog met je kleinkinderen naar de speeltuin kunnen? Vervolgens knip je die op in kortetermijndoelen. Een doel wordt pas haalbaar als je zelf gelooft dat het haalbaar is. Een stapje moet dus eigenlijk zo makkelijk zijn, dat het bijna niet kan misgaan. Dus niet: iedere dag 10.000 stappen zetten, maar: twee keer per week een kwartiertje wandelen tijdens de lunch. We hebben bewust drie fitlevels bedacht in het boek, zodat voor iedereen winst te behalen valt. Dat kan op een leuke manier, bijvoorbeeld met challenges. Zo’n uitdaging kan bijvoorbeeld zijn: ‘Schenk een fles wijn uit in zeven glazen’ – om op die manier inzicht te krijgen in hoe groot (of klein) een eenheid alcohol hoort te zijn. De challenges doe je ook weer op je eigen fitlevel. Iemand die in een rolstoel zit, kan misschien nog wel met gewichtjes trainen en iemand die door ziekte helemaal geen energie heeft, kan wel drie keer per dag een mindfulnessoefening doen. We vergeten namelijk vaak hoe groot de invloed is van stress en andere mentale klachten op onze lichamelijke gezondheid.”

Zelf pasta maken

Ondanks dat Stefan zelf dagelijks bezig is mensen gezonder te laten leven, is hij zelf geen heilige op dit gebied. “Ook ik vind het lastig om, met een drukke baan en een gezin met jonge kinderen, tijd te vinden om voldoende te bewegen. En de sportschool vind ik helemaal niet leuk. In plaats daarvan heb ik gezocht naar wat ik wél makkelijk in mijn leven kan integreren: ik fiets regelmatig naar mijn werk en doe tussen het ontvangen van patiënten door rek- en strekoefeningen. Ook zijn we thuis begonnen om zelf volkorenpasta te maken: toch een stukje gezonder dan witte pasta uit de winkel. Een klein stapje dus, maar wel een stapje waarin ik mijn hele gezin meeneem. Want hoewel je niet moet wachten op anderen om je leefstijl te veranderen, is de slagingskans wel groter als je je omgeving daarin betrekt.”

Of de huisarts denkt dat mensen na de zes maanden-methode niet meer terugvallen in hun oude, ongezonde gewoontes? “Terugval is heel normaal, daarom eindigen we het boek ook met een terugblik op je successen én momenten van terugval. Aan de hand daarvan maak je een plan voor de toekomst. Ik ben tevreden als het iedereen lukt om minimaal één van de doelen die ze zich vooraf hebben gesteld, te behalen. Of dat lukt, ligt aan jezelf. Maar als je een klein stapje zes maanden volhoudt, is het wetenschappelijk gezien al veel makkelijker om te leven volgens de gezonde richtlijnen.”

Plan je fit kost €22,-. Daarnaast geeft Stefan van Rooijen, samen met de andere gezondheidsexperts uit het boek, vanaf 2 januari zes maanden lang gratis coaching via www.planjefit.nl. Deze webinars, waarin iedere maand wordt ingezoomd op één van de zes gezondheidspijlers, zijn voor iedereen toegankelijk, ook als je het boek niet hebt.

Waarom besteden we aandacht aan dit boek?

Gezond leven is voor iedereen belangrijk en voor hartpatiënten nog net iets meer. We informeren onze lezers graag over hoe zij fysiek en mentaal in balans kunnen blijven.

Tekst: Marion van Es
Foto: Monola van Leeuwe

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Op vakantie

Ruim van tevoren controleer ik mijn voorraad medicijnen. Gelukkig hou ik dit altijd scherp in de gaten en ook nu blijkt dat ik genoeg heb voor op vakantie, reserve medicatie en eventueel ook nog voor na de vakantie.

Ik maak een tasje met medicatie en dat doe ik als een van de eerste dingen in mijn koffer. Ook een tweede tasje maak ik en doe ik in de koffer van mijn vriend. Gewoon voor de zekerheid.

In beide tasjes zit er een uitdraai van mijn medicijnlijst van de apotheek in, want je weet maar nooit. Mijn vader zet ons af bij het vliegveld. Hij vraagt of we alles hebben: pinpas, id’s en medicijnen. Ons motto is altijd “alles is te koop”. Maar ja, deze drie dingen zijn toch wel echt van belang en niet zomaar ergens te koop.

De twijfel begint toe te slaan en voordat wij de parkeerplaats verlaten, gaat mijn koffer open. Op zoek naar het tasje. Uiteraard zie ik het tasje gelijk. We kunnen het vliegtuig in. Maar gerust ben ik pas als mijn koffer op de bagageband ligt.

Als mijn koffer van de band is, controleer ik hem. Ik bekijk of ik geen nieuwe beschadigingen zie en check of mijn koffer nog dicht zit. Ik ben een beetje meer gerust. Maar echt gerustgesteld ben ik pas als ik in de stacaravan de tasjes uit de koffers haal en een plekje in ons verblijf geef. In de strandtas en mijn handtas een stripje van het noodmedicijn. Alles binnen ons handbereik, maar buiten het bereik van de kinderen.

En dan nu pas kan mijn vakantie echt zonder zorgen beginnen!
Strandlakens pakken, zwemkleding aan en naar het zwembad!

Ashley Verkerk

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Voeding per patiënt aanpassen biedt betere resultaten bij bestrijden diabetes type 2

Iedereen weet dat een gezond voedingspatroon helpt bij het aanpakken van diabetes type 2. Maar de resultaten van gezonde voeding kunnen nog beter worden, als er per afzonderlijke patiënt een gepersonaliseerde voeding kan worden voorgeschreven. Voeding op maat dus. Dat bleek uit recent onderzoek van hoogleraar Humane Biologie aan de Universiteit Maastricht, Ellen Blaak.

“Voeding speelt een belangrijke rol bij diabetes type 2 en hart- en vaatziekten”, legt Ellen Blaak uit. “Er is steeds meer bewijs dat de optimale voeding niet voor iedereen hetzelfde is. Ik deed veel onderzoek naar obesitas en overgewicht, en daarin onderscheiden we verschillende stofwisselingstypes. De basis onder ons onderzoek was dat elk type anders op voeding reageert. Het onderzoek was vooral gericht op insuline-resistentie, de verminderde werking van insuline. Als je eet, gaat het insulinegehalte omhoog. Maar als die werking verstoord is, is dat van invloed op hoe je op voeding reageert. Belangrijk hierbij is een onderscheid in de werking van insuline in de lever, of in de spieren.”

Om erachter te komen hoe dit precies werkt, onderzocht Blaak samen met collega’s van de Wageningen Universiteit 242 proefpersonen met overgewicht, die 12 weken begeleid werden bij het volgen van een van twee varianten van een gezond dieet. “Je had een variant met relatief veel eiwitten en vezels en weinig vetten; en een variant met juist meer enkelvoudige onverzadigde vetten, die was lager in vezels. Die laatste variant bevatte bijvoorbeeld olijventapenade en olijfolie, zoals bij een mediterraan dieet. Bij de eerste variant moet je denken aan (rauwe) groente, volkorenrijst en pompoenpitten.”

Gezondheidswinst

In beide gevallen leverde het dieet gezondheidswinst op, aldus Blaak. Deelnemers bij wie de lever niet goed reageerde op insuline, waardoor die teveel glucose (suikers) afgeeft aan het bloed, gingen erop vooruit door een dieet met de nadruk op enkelvoudig onverzadigde vetten. De andere groep mensen bij wie spiercellen minder goed glucose opnemen uit het bloed, profiteerden juist van een dieet met meer eiwitten en vezels, en minder vetten. “Voor de spieren zijn vooral vezels en eiwitten van belang, voor de lever enkelvoudige vetzuren”, vat Ellen Blaak samen. De scheidslijn is niet altijd duidelijk te trekken. Er zijn ook mensen bij wie zowel de lever als de spieren steken laten vallen waar het gaat om glucose en insuline. Een derde van de mensen met overgewicht valt in deze categorieën van juist meer verstoringen op lever of meer verstoringen op spierniveau.

Darmbacteriën

Waarom een dieet per persoon anders werkt, wordt nog nader onderzocht. Volgens Blaak zouden darmbacteriën daarbij een belangrijke rol kunnen spelen. “We kijken nu in hoeverre dit zo is”, aldus Blaak. “Er zijn wel aanwijzingen in die richting, maar we hebben nog geen duidelijk antwoord.”. Mogelijk leidt een verbeterde samenstelling van het microbioom in de darmen tot betere fermentatie van voedingsstoffen die niet verteerd worden. Vezels bijvoorbeeld. Bij fermentatie komen korteketenvetzuren vrij die waarschijnlijk een positief effect hebben op stofwisseling en insulinehuishouding. Maar dat moet nog goed uitgezocht worden, aldus Blaak.

Ook wordt het onderzoek herhaald, om zeker te weten dat de diëten effectief zijn. Daarnaast komt er onderzoek naar andere stofwisselingsprofielen. Zo wordt gezocht naar het beste dieet voor een grotere groep mensen met overgewicht.

Wat kan ik doen?

Welk dieet voor jou als patiënt het beste is, kan eenvoudig worden achterhaald via een suikertest bij de dokter. “Je krijgt een suikerdrankje, gevolgd door een bloedtest. De eerste dertig minuten na het drinken van de suikerdrank zie je resultaten die specifiek zijn voor de werking van de lever, en in pakweg de tijd van 30 minuten tot 2 uur na het drinken van de suikerdrank kun je aflezen wat glucose op spierniveau doet. Eigenlijk gaat het om een redelijk simpele test, die we hier bij de universiteit deden tijdens het onderzoek.”

Ellen Blaak verwacht dat binnen zo’n 5 jaar iedereen gebruik kan maken van een gepersonaliseerde voeding. “Maar nu zou het ook al toegepast kunnen worden door een suikerdranktest doen mits deze op een specifieke manier berekend wordt. Dan kun je zien of het probleem in de spieren of in de lever zit. Het doet geen kwaad om de daaruit af te leiden gepersonaliseerde voeding nu al toe te passen.”

Of zo’n dieet is vol te houden? Blaak denkt van wel. “Zo’n dieet levert snel resultaat op. Je voelt je dan energieker en raakt de nodige kilo’s kwijt. Dat motiveert om je eetpatroon blijvend aan te passen. En ook een dieet kan smakelijk zijn. Het gaat immers niet om extreme diëten, maar om een dieet dat voldoet aan de voedingsrichtlijnen van de Gezondheidsraad. Daarnaast kan de diëtiste je helpen bij een gezond en smakelijk voedingspatroon.” En vooral ook bij het volhouden van dit patroon!

Tekst: Henri Haenen
Beeld: Ellen Blaak, Maastricht University

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Mijn gouden tip? Zoek niet naar gouden tips tegen stress

Het fenomeen stress staat regelmatig in een kwaad daglicht, maar volgens Christiaan Vinkers, psychiater en hoogleraar Stress en veerkracht bij het Amsterdam UMC, is stress een heel normaal proces. Sterker nog: een stressvrij leven bestaat volgens hem niet. “Een stressreactie is heel dynamisch. Wel is het nodig om na stress weer te herstellen, en meestal gaat dat goed. Pas op het moment dat je stresssystemen constant aan blijven staan, keert het zich tegen je.”

Stress is onze aangeboren en min of meer automatische reactie op alles wat onze balans dreigt te verstoren. Dat kan een auto zijn die de hoek om komt scheuren als jij de straat oversteekt, maar kan ook chronisch zijn, zoals werk of financiële problemen. Ieder mens heeft een eigen stressorkest, oftewel een scala aan mechanismen om ervoor te zorgen dat hij niet uit balans raakt, vertelt Vinkers. “Dit heeft te maken met het stresshormoon cortisol, maar ook met adrenaline, hersennetwerken en hoe je je voelt en gedraagt. Ieder mens is anders en reageert dus ook anders op stress. Stress gaat trouwens heel ver terug. Zelfs de oude Romeinen hadden stress, alleen was er vroeger minder aandacht voor en bestond het woord ook nog niet.”

Risicofactoren

Hoe een mens met stress omgaat, is deels biologisch en genetisch bepaald. Daarnaast heeft het te maken met de mensen die je om je heen hebt, of er mensen zijn die van je houden, hoe je bent opgegroeid en factoren als werkstress. “Hoe je op stress reageert heeft te maken met jouw psychologische coping, dus hoe jij met problemen omgaat en of je iemand bent die van nature optimistisch is of snel piekert. Alle bouwstenen samen, je aanleg maar ook wat je hebt meegemaakt en waar je in het leven staat, bepalen wat voor soort muziek jouw stressorkest maakt. Het kan ook zijn dat je van nature minder goed tegen stress kunt, of chronische stress hebt. Iedereen heeft een punt waarop stress teveel kan worden. Dan is de emmer eigenlijk al vol en is er maar een druppel nodig om deze te doen overlopen. Dat is een risicofactor, net als jeugdtrauma’s en armoede. Daarnaast reageren mannen anders op stress dan vrouwen. Mannen kiezen vaker voor vechten of vluchten, oftewel de klassieke stressgevoelens, terwijl vrouwen vaak naar andere manieren zoeken om in balans te blijven.”

Een overbelast stressorkest

Stress heeft volgens Vinkers een imagoprobleem, maar het is lang niet altijd slecht en onlosmakelijk verbonden aan de mens en zijn leven. “Er wordt vooral over stress gepraat als het fout gaat of je je rot voelt, maar niet over alle duizenden keren dat je stressorkest is gaan spelen toen het nodig was en je je er niet bewust van was, en je er baat bij had. Stress is onvermijdelijk. De beroemde stressonderzoeker Hans Selye zei daarover: er is maar één manier om helemaal geen stress te hebben en dat is als je dood bent. Dat is volgens mij ook zo. Je hoeft niet bang te zijn voor stress, maar het is wel goed om erop te letten. Als je langdurige of hevige stress hebt, kun je er last van krijgen en heeft dat invloed op lichaam en geest. De emmer begint vol te raken en je krijgt daarvan signalen: je slaapt minder goed, bent geprikkeld of krijgt misschien wel buikpijn, rugpijn of hartkloppingen. Dat zijn allemaal rode vlaggen om je te laten zien dat je stressorkest écht onder druk begint te staan en je in actie moet komen. Je stressorkest heeft invloed tot in je kleinste haarvaatjes, en dus ook op hoe je hart en vaten en je immuunsysteem functioneren. Langdurige of heftige stress geeft meer risico op een scala aan ziekten in lichaam en geest: een depressie, psychose, verslaving, maar ook auto-immuunziekten, hoofdpijn, overgewicht of hart- en vaatziekten. En als je al een slechte hartconditie hebt, kan stress net de trigger zijn die zorgt voor een hartaanval.”

Signalen

De meeste mensen leren hun stressorkest door de tijd heen kennen. Ze weten wat ze voelen als ze gestrest zijn, ook al is er niet altijd ruimte om er op dat moment bij stil te staan of er wat aan te doen. “Je lichaam geeft vaak voor jou herkenbare stresssignalen. Als je je normaal gesproken op een bepaalde manier voelt of gedraagt en ineens is dat anders, dan kan dat een potentiële rode vlag zijn. Probeer er dan echt even bij stil te staan en te kijken of er redenen aan te wijzen zijn die maken dat je je gestrest voelt. Wees je bewust van de signalen en leer je eigen stressorkest kennen. Kijk wat je eraan kunt doen en praat erover. Veel mensen worstelen er zelf mee, houden het voor zich, maar dat maakt het alleen maar moeilijker.”

Gouden tips

Volgens Vinkers zijn mensen van nature heel veerkrachtig en goed in staat om met stress om te gaan. Daarom mag je best vertrouwen op je eigen veerkracht, zegt hij. “Mijn gouden tip? Zoek niet naar gouden tips tegen stress. Mensen hopen altijd op tips, maar wat ga je dan zeggen? Goed eten, goed slapen en bewegen? Wanneer je stressorkest onder druk staat omdat je relatieproblemen hebt en er wordt gezegd dat je mindfulness moet gaan doen, is dat geen oplossing voor je problemen. Of wanneer je manager je enorm onder druk zet op werk, is hardlopen dan de oplossing? We moeten af van one size fits all oplossingen die niet van toepassing zijn op de persoon van wie het stressorkest onder druk staat. Wees daarom ook kritisch op algemene stresstips. Iemand die jou of jouw situatie niet kent, kan moeilijk zeggen wat jou specifiek helpt om stress te verminderen. Uiteindelijk ken jij jezelf het beste. Kijk aan welke instrumentengroep jij wat moet doen om je stressorkest in periodes van stress onder controle te krijgen.”

Waarom brengt HPNL dit onder de aandacht?

Wij willen onze lezers zo breed mogelijk van nuttig informatie voorzien en op die manier de samenleving transparanter maken. Dat behoort tot onze doelstelling. Wij helpen daarbij. Onafhankelijk en objectief. Helpt u ons? Wij helpen u.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Daan van Eijndhoven (DigiDaan)

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.