‘Ik mis hem nog iedere dag’

Een groot deel van zijn leven was de vader van Yvonne Bijkersma (44) hartpatiënt. Door de jaren heen ging zijn gezondheid steeds verder achteruit, waarna hij afgelopen mei op éénenzeventigjarige leeftijd aan hartfalen overleed. Yvonne deelt graag hoe zij dit alles als dochter beleefde. “Dat ik de laatste weken met mijn moeder voor hem heb mogen zorgen, vind ik nog steeds heel bijzonder.”

Yvonne: “Al op zijn achttiende kreeg mijn vader een hartinfarct. Hij was dus nog heel jong, maar gelukkig is hij daar destijds goed van hersteld. Maar een jaar of vijftien geleden raakte hij steeds sneller vermoeid en kampte hij met vage klachten. Na onderzoek werd vastgesteld dat er iets niet goed was met zijn hart en werd hij ook even opgenomen in het ziekenhuis. De klachten waren er anderhalf jaar later nog steeds. Daarom kreeg hij in 2011, vlak voor Pasen, een kijkoperatie. Ik weet dat nog goed, want ik was op dat moment hoogzwanger van mijn jongste zoon. Na die kijkoperatie kregen ze zijn hart niet goed op gang. De volgende dag werd hij dan ook met spoed naar het ziekenhuis in Zwolle gebracht om daar geopereerd te worden. De linkerkamer van zijn hart bleek namelijk nog maar voor vijf procent te werken, en zijn rechterboezem zeven of acht procent.”

Een ICD

“In Zwolle kreeg hij vervolgens op Goede Vrijdag een ICD, een operatie die volgens de artsen tweeënhalf tot drie uur zou duren. Dat bleek uiteindelijk nog veel langer te zijn. Vijfenhalf uur later vroeg ik of alles wel goed ging. Ik kreeg te horen dat het niet gemakkelijk was om bij hem een ICD te plaatsen, maar gelukkig is de operatie uiteindelijk geslaagd. Daarna is mijn vader ook echt opgeknapt. Hij had weer meer energie en het ging best wel goed. Totdat zijn ICD rond 2016 werd vervangen: deze nieuwe ICD heeft eigenlijk nooit lekker gezeten. Vorig jaar is deze dan ook opnieuw vervangen, maar mijn vader is sinds het plaatsen van die tweede ICD nooit meer helemaal de oude geworden. Hij was moe, lusteloos. Hij hoefde niet meer zo nodig naar buiten en lopen was al snel te veel. Maar een second opinion wilde hij niet, ondanks dat ik daar heel vaak op aangedrongen heb. Vervolgens heeft hij een aantal jaar terug ook nog een hartaanval gehad. Zijn ICD heeft hem toen gereanimeerd, en na even in het ziekenhuis te hebben gelegen, herstelde hij weer.”

Uitbehandeld

“Afgelopen januari kreeg ik een telefoontje van mijn vader. Opnieuw pushte ik hem om zich toch nog eens extra te laten checken, tot hij begon te huilen. Hij zei dat hij niet meer kon vechten. Zijn lichaam was op. Hij huilde vreselijk, en gaf de telefoon aan mijn moeder. Ik was ontzettend misselijk. Op dat moment wist ik: we gaan in 2023 afscheid van hem nemen. Ik had door dat het de verkeerde kant opging en heb heel veel gehuild. Elk liedje deed me wel ergens aan denken, haalde een herinnering naar boven. Mijn vader knapte opnieuw op, maar eind april kregen we nieuws vanuit het ziekenhuis: ze gaven hem op en de behandeling werd stopgezet. Hij had nog maximaal een half jaar, zei de cardioloog. Toen mijn vader dat hoorde, was hij ontzettend emotioneel. Het was één van de weinige momenten waarop ik mijn vader heb zien huilen. Het besef daalde langzaam in. Ik wist dat ik ergens een keer het telefoontje zou krijgen dat hij er niet meer was, en dat dat niet lang meer zou duren.”

Voor hem zorgen

“Nog drie weken was hij bij ons. Dat het zó kort zou zijn, had ik niet zien aankomen. Ik ben die laatste weken bij mijn ouders ingetrokken om samen met mijn moeder voor mijn vader te zorgen. Dat was heftig. We rolden van het één in het ander, elke dag gebeurde er wel iets en waren we ergens afscheid van aan het nemen. Ik vond vooral zijn emoties heel moeilijk om te zien, en ook het feit dat hij niks meer kon, steeds afhankelijker van ons werd. Zelf opstaan kon hij niet meer, naar de wc gaan ook niet. Zo’n grote, stoere man, die ineens zo hulpeloos was. Dat was zwaar, maar tegelijkertijd was het wel heel fijn om dicht bij hem te zijn. Hij kon me roepen wanneer hij me nodig had. We konden elkaar knuffelen, elkaar troosten. Ik ben nog altijd blij dat ik daar was. Dat is ook voor mijn eigen verwerkingsproces heel goed geweest.”

De laatste adem

“De laatste tien dagen bracht hij door in het hospice. De laatste fase was aangebroken en ik zag gewoon dat hij stervende was. Begin mei is mijn vader uiteindelijk dan ook overleden aan hartfalen. Het vocht in zijn lichaam kon niet meer worden weggepompt en zijn nieren waren heel slecht geworden door de medicijnen. Hij is wel heel vredig heengegaan, heeft rustig zijn laatste adem uitgeblazen. Zijn éénenzeventigste verjaardag heeft hij nog net kunnen vieren in het hospice. Daar heeft hij ook zeker van genoten. Samen met mijn moeder kreeg hij in het hospice een uitgebreide maaltijd, bezorgd door een restaurant. Ze hebben nog een hele fijne avond gehad. Dat vind ik echt heel bijzonder.”

Beweging

“Vaak heb ik geprobeerd mijn vader te motiveren om meer te bewegen en voor een second opinion te gaan, maar hij kon zich er niet toe zetten. Ik denk dat hij gewoon écht heel vermoeid was, de energie niet meer had. Maar ik weet dat ik er alles aan heb gedaan om hem te stimuleren en dat heeft hij zelf ook beaamd. Daarom voel ik me daar niet schuldig over. Het zat er gewoon niet in, ondanks dat ik dat wel heel jammer vind. Ik ben er namelijk van overtuigd dat er iets niet goed heeft gezeten na het plaatsen van de tweede ICD. Dat heeft hem niet de energie gegeven die de eerste hem wél gaf. Tegelijkertijd weet ik niet hoe hij zich echt heeft gevoeld, hoe vermoeid hij echt was. Toch denk ik dat wanneer er door de jaren heen meer op beweging was ingezet, hij veel fitter was geweest en misschien zelfs nog wel bij ons was. Dat weet ik eigenlijk wel zeker. Daarom hoop ik dat mijn verhaal ook anderen inspireert, en dat mensen in een soortgelijke situatie hier kracht uit putten.”

Een sterke band

“Als ik nu op alles terugkijk, was het heel overweldigend, maar tegelijkertijd ook heel speciaal om hem in die laatste, kwetsbare periode te mogen helpen. Dat heeft onze band echt versterkt. Het was op alle vlakken intens. We hebben samen gelachen, samen gehuild. Alles. Natuurlijk mis ik hem nog iedere dag. Dat gaat met ups en downs. Soms mis ik hem heel erg, soms voel ik rust. Toch hadden de artsen gedacht dat hij al tien jaar eerder zou komen te overlijden. Eigenlijk is hij dus nog heel lang bij ons geweest, en daarvoor ben ik heel dankbaar.”

Waarom dit interview met Yvonne?

We hebben allemaal onze verhalen. Over wat we hebben meegemaakt en hoe we de dingen die ons of onze naasten overkwamen, beleefden. En hoe we ons door deze situatie heen worstelden. Juist dit soort verhalen kunnen ook anderen helpen.

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Yvonne Bijkersma

‘Ik heb reservetijd gekregen’

Zeven dagen in de week, bijna driehonderdvijfenzestig dagen per jaar was John Ratelband (52) aan het werk in zijn automatiek in Roermond. Dit deed hij twintig jaar lang. Hij is de definitie van iemand die hart heeft voor zijn zaak, maar daar kwam verandering in toen afgelopen mei zijn hart zélf begon te protesteren. “Ik heb heel veel geluk gehad.”

Zijn vader begon, samen met zijn oom, in 1966 een zaak: De Automatiek in Roermond, waar allerlei zelfgemaakt snacks worden verkocht. John is er, zo zegt hij zelf, min of meer geboren, getogen en opgegroeid. Later nam hij de zaak dan ook van zijn vader over. Nog steeds maakt hij alles zelf. “Ik ben sindsdien het gezicht van de zaak en heb dat ook nooit meer losgelaten”, vertelt John. “Dat is tevens mijn valkuil geweest. Ik heb daardoor altijd voor de zaak gekozen, niet voor mezelf. Maar ik doe dit graag: anders zou ik het ook niet volhouden.”

Hartstilstand

Lange tijd ging dat goed, tot afgelopen mei. Om half drie ’s nachts voelde het alsof er elastieken tegen zijn borst schoten, zegt hij. “De pijn begon tussen mijn schouderbladen en breidde zich steeds verder uit. Mijn vriendin wilde het alarmnummer al bellen, maar ik zei dat ik me wel even zou omkleden en naar de huisartsenpost zou rijden. Het kwam allemaal wel goed, dacht ik. Maar toen ik naar beneden ging, begon ik ook nog eens enorm te zweten. Op dat moment realiseerde ik me dat ik de huisartsenpost niet meer zou gaan halen. Mijn vriendin belde de ambulance, die al snel voor de deur stond.” John kreeg plakkers op zijn borst, een spray onder de tong en moest gaan liggen. “Toen ik eenmaal ging liggen, was het klaar. Ik kreeg een hartstilstand, twaalf seconden lang. Dit heb ik zelf niet meegekregen. Ik dacht dat ik me gewoon ontspande, maar later kreeg ik te horen dat mijn ogen wegdraaiden, ik begon te shaken en snakte naar adem.”

Zijn vader

John is naar eigen zeggen een vrij nuchter persoon en geloofde niet dat er meer is tussen hemel en aarde, maar wat er toen gebeurde? Dat staat op zijn netvlies gebrand. Hij zag zijn vader, die acht jaar terug is overleden. “Mijn vader zei tegen mij: het is je tijd nog niet, ga terug. Vervolgens heeft hij met zijn volle hand op mijn borst geduwd, en kwam ik bij. Ik vroeg daarna aan de ambulancebroeder of ze mij hadden gereanimeerd. Hij zei dat ze dat van plan waren, maar dat mijn hartslag vanzelf weer teruggekomen was. Ik vertelde hem wat ik had meegemaakt. De ambulancebroeder zei: je mag heel dankbaar zijn, want je hebt een hele goede engelbewaarder. Mijn vader zien, was ontzettend bijzonder.”

Niet lekker

John werd naar het ziekenhuis in Venlo gebracht, waar hij direct kon worden geholpen. “Daar ben ik gekatheteriseerd en gedotterd, wat in eerste instantie allemaal goed is verlopen. Ik ben teruggebracht naar Roermond en heb vier dagen in het ziekenhuis gelegen.” Daarna mocht hij naar huis en begon hij met de hartrevalidatie, maar al na een aantal weken had hij het gevoel dat er iets niet lekker zat. “Ik vertelde dit mijn fysiotherapeut, die nog wat testen deed en mijn bloeddruk en hartslag mat. Ik moest opnieuw een fietstest doen, maar kreeg daarbij kramp op mijn borst en aan de zijkant. Ook mijn fysiotherapeut zei dat het niet was zoals het moest zijn, vertrouwde het niet helemaal. Een dag later werd ik al teruggebeld door een verpleegkundige vanuit het ziekenhuis: ik moest met spoed naar de Eerste Hart Hulp komen. Halverwege augustus ben ik dan ook opnieuw, en gelukkig met succes, gedotterd.”

Weer werken

John bleef vervolgens vier dagen thuis, waarna hij weer ging werken. Dat ging met vallen en opstaan. “Ik was erg moe. Het was zeker niet de ideale situatie, maar ik kan niemand anders voor mijn zaak regelen, dus ik moest wel. Het is simpel: ik ben niet verzekerd en als ik niet werk, heb ik geen inkomen. De coronatijd heeft me al een hoop geld gekost, dus de zaak nu ook nog eens dichthouden, lukt mij niet. Een verzekering afsluiten is schrikbarend duur. Dat is haast niet te doen. En als je langere tijd gesloten bent, gaan mensen op den duur ergens anders naartoe. Dan is de loop weg en is het gedaan met je zaak. Daarom was er maar één ding dat ik kon doen: niet zeuren, schouders eronder en doorgaan.”

Vermoeidheid

Ook nu, maanden later, is zijn batterij nog altijd sneller leeg. “Ik begin ’s ochtends rond half acht en ben om zeven uur ’s avonds klaar. Eerder hield ik dat goed vol, maar nu ben ik rond half vier ’s middags op. Daar zet ik me overheen, want ik moet dan tenslotte nog een aantal uur door. Het kan volgens mijn cardioloog wel een jaar duren voordat ik weer de oude ben. Als ik rustig aan doe en mezelf de tijd gun, kan het nog iets sneller gaan, zegt hij. Maar die ruimte heb ik niet.” John beseft overigens heel goed dat hij geluk heeft gehad. “Een hartinfarct als deze met vernauwingen erbij, zorgt volgens mijn cardioloog normaal gesproken voor een pompfunctieverlies van vijfentwintig procent. Ik heb maar vijf procent verloren. Ik ben er goed vanaf gekomen en daar ben ik heel dankbaar voor.”

Geen stress

De afgelopen periode was volgens John één grote rollercoaster. Het heeft hem een andere kijk op het leven gegeven. “Ik werk nog ‘maar’ zes dagen in de week en de zaak is nu op dinsdag gesloten, terwijl mijn deur eerder haast niet op slot ging. Als ik nu ’s morgens eten aan het voorbereiden ben en het is niet op tijd klaar, gaat de lamp niet aan totdat ik het klaar heb. Ik ga mezelf niet meer over de kop werken. Dat deed ik voorheen wel, maar ik denk dat stress echt een sluipmoordenaar is. Ik heb lang geleefd om te werken, in plaats van te werken om te leven. Ik ging ook nooit eens naar een terrasje of iets dergelijks, maar nu ga ik op mijn vrije dag eens gezellig weg met mijn vriendin. Het wordt tijd dat ik meer aan mezelf ga denken, meer geniet. Ik was ook twintig jaar niet op vakantie geweest. Daarom gaan we in januari twee weken naar Mexico. Eerder had ik nooit het gevoel dat dat kon, nu wel.”

Wake-up call

John is geen opgever. Met zijn gezondheid komt het goed, daar is hij van overtuigd. Als je maar niet bij de pakken neer gaat zitten, denkt hij. “Ik blijf positief en bang ben ik niet. Ze willen me daarboven nog niet hebben, anders zouden ze me niet teruggestuurd hebben. Zo zie ik dat. Het was voor mij echt een wake-up call. Ik heb reservetijd gekregen en die tijd moet ik zo goed mogelijk benutten. Ik heb altijd gezegd dat ik honderd word, dus die andere helft wil ik er ook nog bij. De afgelopen periode was heel heftig, maar als je er nuchter mee om blijft gaan, komt alles op z’n pootjes terecht. Gewoon je ding blijven doen. Als je stil blijft zitten, roest je vast. Dat zou ik anderen ook willen meegeven. Wees niet bang als zoiets je overkomt, maar zet door. Ik zeg altijd: achter de geraniums sterven de meeste mensen. Grijp die tweede kans en lééf.”

Waarom dit interview met John?

Hartproblemen komen voor bij mensen van alle leeftijden. Hartpatiënten Nederland vindt het belangrijk om al deze mensen en hun persoonlijke verhalen te belichten. Zo ook het verhaal van John. Juist deze verhalen kunnen herkenning bieden en anderen helpen.

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Le Vision Media

Ik had wel dood kunnen zijn

Zangeres Marianne Noble (77), vroeger bekend van Sandy Coast en meer recentelijk van The Voice Senior, was er bijna niet meer geweest. Begin 2023 kreeg ze een hartinfarct. Sindsdien maakt ze bewust andere keuzes in haar leven.

“Ik was net pilletjes in bakjes aan het doen.” Het is het eerste wat Marianne zegt als ik haar spreek. “Het was even wennen maar met een medicatielijst erbij gaat het wel. Natuurlijk kan de apotheek een rol leveren, maar ik regel mijn dingen liever zelf.” Hondje Suus huppelt om Marianne heen: “Ik til haar effe op. Hé, ouwe mop, schiet eens op!”

Februari 2023 kreeg je een hartinfarct. Wat gebeurde er precies?

“Ik kreeg pijn in mijn kaak en op mijn borst. Ik dacht eerst aan hyperventilatie, maar het werd steeds erger. ‘Ik rijd wel met jou mee naar het ziekenhuis’, zei ik tegen dochter Menke. Daar constateerden ze dat ik een hartinfarct had gehad. Ik werd meteen opgenomen. Dotteren en een stent plaatsen kon niet. Een stukje hart was afgestorven. Na vijf dagen kon ik met een dot medicijnen – bloedverdunners en zo – naar huis. Ik stak weer lekker een peukje op. Tja, ik had al 63 jaar gerookt. Het ging meteen weer verkeerd met me. Ik kreeg vocht achter mijn longen. Je stikt gewoon. Ik durfde niet meer alleen te gaan slapen. Om vier uur ’s nachts ging het echt niet weer. Ik kwam weer op de hartbewaking. Ik rook nu al acht maanden niet meer. Ik dacht eerst dat ik niet kon stoppen, maar ik kon het wel. Mijn lichaam had me een waarschuwing gegeven. Ik rookte voorheen wel 40-50 sigaretten per dag. Daardoor heb ik die hartinfarct gekregen. Ik stond op elke foto met een peuk.”

Hoe verliep de revalidatie?

“Ik heb op een club gezeten om te sporten, maar met een dubbele hernia – ja, die heb ik ook nog – kun je niet op de vloer liggen rollen. Lotgenoten vertelden in de kring dat als ze een stukje tuin hadden gedaan dat ze dan moesten rusten. Ik snapte plots waarom ik zo moe was. Ik was alles maar blijven doen. Met mijn hondje liep ik net als voorheen zo’n 10.000 stappen per dag, door Dordrecht en de Biesbosch. Dat is niet anders nu, al heb ik vanwege mijn rug wel een kruk nodig.“
“’s Avonds met een band op pad gaan kan ik niet meer. Dan voel je je daarna zo kapot, alsof er drie vrachtwagens over je heen zijn gegaan. Af en toe ergens twee nummers zingen met Menke is wel prima. Mijn stem is beter sinds ik niet meer rook. Ik ben ook niet meer benauwd met trappenlopen.”

Eet en drink je na het hartinfarct anders?

“Ik eet zoutarm. Voorheen at ik alleen maar pasta en bami uit de magnetron. Nu eet ik aardappelen, verse groenten, vlees of vis en een toetje. Vroeger zei ik altijd dat ik geen fruit lust, maar nu neem ik druiven, pruimen, aardbeien en frambozen in plaats van koekjes. Die vind ik lekker. Smokkelen doe ik af en toe wel hoor, maar ik ben goed bezig. Voordat ik stopte met roken woog ik 51 kilo, nu ruim vijf kilo meer, maar meer dan 60 wil ik niet wegen.”
“Drinken doe ik al twintig jaar niet meer. Ik was vooral een thuisdrinker. Ik stopte voor mijn kleinkind. Als je jong bent, denk je nergens aan. Ondertussen pleeg je feitelijk roofbouw op je lichaam.”

Sta je nu anders in het leven dan voorheen?

“Jazeker. Ik had wel dood kunnen wezen. Toen ik wat opgeknapt was, kwam ik op het idee om met ons vieren, met dochter en kleinkinderen, naar Terschelling te gaan. Ik had nog wat geld en zou het huisje en alles betalen. Afgelopen juni hebben we die vakantie gevierd en het was geweldig. We waren fijn dicht bij elkaar, deden spelletjes, lachten, gingen naar het strand en de bossen en uit eten. De dorpjes op het eiland zijn ook zo mooi. Zonder hartinfarct had ik er nooit aan gedacht om zoiets te ondernemen, je rommelt maar door. Sinds 1995 was ik niet meer op vakantie geweest. We gaan komend jaar weer naar de Wadden en daar verheug ik me nu al op.”

Heb je tips voor andere hartpatiënten?

“Niet angstig zijn! Als je je netjes aan wat regels houdt, kun je weer lekker leven, net als voorheen. Je hoeft niks te laten staan. Ik pak een cappuccino op een terrasje. Ik ga met hondje Suus naar de markt. Ik ken iedereen in Dordrecht. De buurt is gezellig. Ik ga overal heen.”

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Tekst: Mariëtte van Beek
Beeld: Marianne Noble

App voorspelt risico op hart- en vaatziekten

Kak Khee Yeung is vaatchirurg in het Amsterdam UMC en doet daarnaast onder meer onderzoek naar aorta aneurysma. In iedere editie van HPNL Magazine houdt ze ons op de hoogte van haar werk en de nieuwste ontwikkelingen binnen haar vakgebied. Dit keer spreken we haar samen met technische geneeskundige Lotte Rijken en arts-onderzoeker Sabrina Zwetsloot.

In een vorige editie vertelde Kak Khee Yeung over VASCUL-AID: een door haar geleid Europees consortium dat onderzoekt welke patiënten een verhoogd risico hebben op verergering van hart- en vaatziekten. Het onderzoek is momenteel in volle gang en betrekt hier ook de patiënten zelf bij.

Waarom is het belangrijk om patiënten bij het onderzoek te betrekken?

Kak Khee: “Zoals ik de vorige keer al uitlegde, weten we dat patiënten met een aorta aneurysma en patiënten met perifeer arterieel vaatlijden (etalagebenen) een relatief grote kans hebben om te overlijden aan hart- en vaatziekten. In de toekomst willen we kunnen voorspellen welke patiënt een hoog risico heeft hierop en dus extra in de gaten moet worden gehouden en welke patiënt een laag risico heeft en minder vaak op controle hoeft te komen. Eén van de onderdelen van ons onderzoek is het ontwikkelen van een app waarmee we dat risico kunnen monitoren. In deze fase kijken we waaraan deze app moet voldoen om het risico goed in te schatten. Daar hebben we ook de hulp van de patiënt zelf bij nodig, want zij moeten de app tenslotte gaan gebruiken.”

Wat doet deze app precies?

Lotte: “Het doel is dat patiënten met de app hun eigen ziektebeloop kunnen inzien en een melding krijgen wanneer hun risico hoog is. Dat is niet alleen voor de patiënt bedoeld, maar ook voor bijvoorbeeld de huisarts en andere zorgverleners die met deze informatie kunnen bepalen of het nodig is om actie te ondernemen, bijvoorbeeld door iemand door te verwijzen naar een cardioloog, of door extra medicatie voor te schrijven. Om een model te maken dat het risico goed kan inschatten, hebben we veel data nodig. Een groot deel van die data is er al, in de vorm van gegevens uit duizenden patiëntendossiers uit Nederland en vijf andere deelnemende landen. Maar we gaan ook nieuwe data verzamelen met een kleine groep patiënten. Zij gaan de app testen en krijgen een wearable, oftewel een sporthorloge, zodat wij hun bloeddruk, activiteit en kwaliteit van leven kunnen meten. Deze gegevens kunnen we vervolgens ook weer gebruiken als input voor het model.
Sabrina: “Dat is het deel van het onderzoek waar Lotte zich voornamelijk op gaat richten. Maar voordat we kunnen bepalen of iemand een hoog of een laag risico heeft, moeten we eerst definiëren wat een hoog of laag risico is. Wij artsen en onderzoekers kijken vooral naar het risico op overlijden of amputatie, maar voor de patiënt kunnen heel andere dingen belangrijk zijn. Bijvoorbeeld of iemand nog gemakkelijk een rondje om het huis kan maken, en of iemand pijnvrij is. De komende tijd ga ik uitgebreid spreken met patiënten: wat is voor u belangrijk in uw leven? Die informatie nemen we mee bij het ontwikkelen van de app, zodat die straks echt voor de patiënt gemaakt is.”

Hoe betrouwbaar is de informatie uit de app, als je de patiënt niet zelf ziet?

Lotte: “Als de patiënt niet altijd zijn telefoon bij zich draagt, weten we inderdaad niet of de stappenteller klopt. Maar we kunnen wel zorgen dat er een melding komt op het moment dat het tijd is om een bloeddrukmeting door te geven, of om een vragenlijst in te vullen over de kwaliteit van leven. Uiteindelijk blijft de risicomelding een voorspelling en een hulpmiddel voor de behandelend artsen.”
Sabrina: “Ook in de spreekkamer is de informatie die een patiënt geeft niet altijd betrouwbaar. Op de vraag: ‘Hoe ver kunt u nog lopen?’, kunnen veel mensen bijvoorbeeld niet goed antwoord geven, bijvoorbeeld omdat ze geen meters tellen. Een stappenteller geeft dan al een veel beter inzicht. En iemand kan tijdens het spreekuur toevallig net een slechte of goede dag hebben, terwijl de app de kwaliteit van leven en pijnbeleving van een langere periode weergeeft.”

Wat als patiënten toch liever naar het ziekenhuis komen, in plaats van een app bijhouden?

Kak Khee: “Ook dat zijn vragen die we willen onderzoeken. Als de app aangeeft dat iemand een laag risico heeft en minder vaak op controle hoeft te komen, wil de patiënt dat dan ook, of komt diegene liever op het spreekuur? Daarvoor zijn onder meer de interviews met patiënten bedoeld die we de komende tijd gaan voeren. En als iemand liever geen app gebruikt, wat kunnen we er dan aan verbeteren waardoor diegene dit wél zou willen? Met de huidige vergrijzing kan de zorg het straks helaas niet meer aan om alle patiënten regelmatig op de poli te ontvangen, dus we moeten een methode vinden waarop de patiënt iets beter voor zichzelf kan zorgen, terwijl de arts ondertussen nog wel een beetje controle heeft. Uiteindelijk heeft dat ook voor de patiënt veel voordelen. Want als het goed is, kan de technologie straks beter voorspellen of iemand een hartaanval of beroerte gaat krijgen dan de arts dat kan. En als je het risico kent, kun je er iets aan doen om het te voorkomen.”

Waarom besteedt HPNL aandacht aan dit onderzoek?

Onderzoek is van groot belang om de zorg in de toekomst te verbeteren. HPNL magazine houdt haar lezers daarom graag op de hoogte van ontwikkelingen in de medische wereld.

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Tekst: Marion van Es
Foto: Mark Horn

Prognose electieve wachttijden december 2023

Deze maand signaleren wij in het algemeen een toename van de wachttijden. Voor wat betreft de actuele situatie zien we dat patiënten voor dotteren het langst moeten wachten in het Eindhovense Catharina ziekenhuis. Hier is de wachttijd voor een dotterbehandeling opgelopen tot maar liefst negen weken!

Hartpatiënten die een bypass operatie moeten ondergaan, wachten momenteel het langst in Amsterdam (A.M.C. en V.U.), Utrecht (U.M.C.U.) en Breda (Amphia). Hier kan de wachttijd oplopen tot maar liefst een week of 18. Veel te lang!

Wilt u sneller behandeld worden, kunnen wij hierin adviseren of u vraagt de afdeling zorgbemiddeling van uw ziektekosten verzekering om te bemiddelen.

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Corona vergroot kans op hartinfarct in eerste 60 dagen iets

De eerste 60 dagen heb je een iets grotere kans op een hartinfarct, als je corona hebt opgelopen. Ook de kans op longembolie is dan wat groter, bleek uit onderzoek door UMC Utrecht. Dat betekent dat ziekenhuizen rekening moeten houden met enkele honderden hartaanvallen extra per jaar. Voor de patiënt bedraagt het risico minder dan één procent.

Vier jaar geleden werden we overvallen door corona. Sindsdien hebben we daar veel van geleerd. Huisarts-onderzoeker Geert-Jan Geersing wilde het naadje van de kous weten en onderzocht de gevolgen van corona voor hart- en vaatziekten. De Hartstichting liet een onderzoek uitvoeren door Hannah la Roi-Teeuw samen met Geersing en enkele collega’s. Die screenden ruim 860.000 mensen die in Engeland ten prooi waren gevallen aan corona.

Dat onderzoek bracht aan het licht dat met name de eerste twee maanden de kans op hart- en vaatziekten verhoogd was. Maar het moet ook niet overdreven worden, aldus de Hartstichting. “Het risico blijkt klein: in de groep mensen met het hoogste risico had ongeveer één procent een hart- of vaatziekte opgelopen”, aldus deze stichting in een recente publicatie. “Uit de literatuur blijkt dat het grosso modo gaat om een 3 tot 5 keer grotere kans op een hart- of vaatziekte en een 10 keer grotere kans op een longembolie.”

Wel betekent dit voor ziekenhuizen dat per 100.000 corona-infecties rekening moet worden gehouden met 1700 extra gevallen van een longembolie en 550 hartinfarcten en beroertes, aldus de Hartstichting. Het risico verdwijnt na 60 dagen.

Jaarlijks krijgen zo’n 15.000 mensen een longembolie, 40.000 een beroerte en 35.000 een hartaanval.

 

Webinar: hoop voor Hart en Hersenen!

Op donderdagmiddag 8 februari 2024 organiseren Cardiologie Centra Nederland (CCN) een gratis webinar met CCN-cardioloog Leonard Hofstra, en de bekende neuropsycholoog Erik Scherder. Samen schreven zij het boek ‘Hoop voor Hart en Hersenen’. Een boek dat daadwerkelijk hoop biedt. Wat kan hoop, optimisme en veerkracht doen met brein en hart? En hoe zit het met stress, pessimisme en eenzaamheid? Kunnen we zelf de kans op een gezond en gelukkig leven vergroten?

Ieder van ons wil geestelijk en lichamelijk immers zo gezond mogelijk leven. Zeker als we ziek worden, hopen we vurig dat we snel ook weer beter worden. Of als het niet anders kan, het in ieder geval nog lang vol te houden. Met zoveel mogelijk kwaliteit van leven. Hoop doet leven. Daar draait alles om, in ons leven, en in dit boek. En hoop biedt weerstand bij tegenslag.

Beide schrijvers stellen de vraag hoe we de kans op een gezond en gelukkig leven kunnen vergroten. En vraag waarop ze een bemoedigend antwoord geven. In hoop, optimisme en humor schuilt namelijk een enorm vermogen om in gezondheid gelukkig te leven. Dit boek gaat over de kracht van hoop. Hoop heeft bijvoorbeeld een sterk beschermend effect tegen hart- en vaatziekten. En hoop en optimisme zijn hersenfuncties die je kunt trainen! Er is dus hoop voor iedereen!

De belangrijkste lessen uit hun boek delen Hofstra en Scherder graag met ons. Hoe kunnen we de kans op een gezond en gelukkig leven vergroten?

Interesse om erbij te zijn? Donateurs van Hartpatiënten Nederland zijn van harte welkom bij dit webinar. Meld u gratis aan via deze link.

Het webinar kun je volgen op donderdag 8 februari van 16.00 tot 17.00 uur. Om alvast in je agenda te zetten!

Huisarts belangrijke schakel in vroeg opsporen hart- en vaatziekten

Huisartsen kunnen proactief hart- en vaatziekten eerder opsporen bij mensen met een verhoogd risico. Dat publiceerden onderzoekers vandaag in wetenschappelijk tijdschrift The Lancet Public Health. Hiervoor is het wel belangrijk dat huisartsen versterking krijgen. Hoe dat er precies uit ziet moet uit vervolgonderzoek blijken. De Hartstichting financierde het onderzoek dat werd uitgevoerd door de universitair medische centra van Utrecht, Groningen en Rotterdam en de technische universiteit Twente.

Hartfalen, boezemfibrilleren en aandoening van de kransslagaders. Dat zijn de drie chronische hartziektes waar huisartsen uit 25 praktijken door heel Nederland naar op zoek gingen. Voor al deze ziektes geldt dat het belangrijk is om er snel bij te zijn. Als patiënten niet op tijd de juiste behandeling krijgen, gaat het hart verder achteruit. Uiteindelijk kan dit ook een hartinfarct of herseninfarct veroorzaken.

Hoger risico

Mensen die aan het onderzoek meededen waren al onder controle bij de huisarts voor COPD of diabetes type 2. Zij hebben een hoger risico op hart- en vaatziekten. De helft van de patiënten kreeg de gebruikelijke zorg. Bij de andere helft zocht de huisarts actief naar tekenen van de drie genoemde hartziektes met behulp van een vragenlijst, lichamelijk onderzoek, een hartfilmpje en bloedonderzoek. Bij afwijkingen volgde verwijzing naar de cardioloog en echografie van het hart.

Twee keer zo vaak diagnose

Bij de mensen die extra onderzoek kregen stelde de huisarts meer dan twee keer zo vaak één of meer van de ziektes hartfalen, boezemfibrilleren of aandoening van de kransslagaders vast. De meest vastgestelde hartziekte was daarbij hartfalen. Dit is een ernstige aandoening die steeds vaker voorkomt. Een te late start met de behandeling vergroot de kans dat iemand in het ziekenhuis terechtkomt en dat iemand vroegtijdig overlijdt.

Uitvoerbaar

Dit is de eerste succesvolle proactieve vroege opsporing van hart- en vaatziekten door de huisarts die ook nog eens goed uitvoerbaar is. “Om mensen met beginnende hart- en vaatziekten vroeg op te sporen zijn meestal technieken nodig die alleen in het ziekenhuis toegepast kunnen worden, zoals CT-scans of een echo van het hart” vertelt huisarts en hoofdonderzoeker prof. dr. Frans Rutten. “Maar mensen met slechts weinig klachten komen helemaal niet in het ziekenhuis. Uit ons onderzoek blijkt dat huisartsen met eenvoudig en goedkoop onderzoek bij mensen met een hoger risico op hart- en vaatziekten degenen kunnen selecteren die wel vervolgonderzoek van het hart in het ziekenhuis nodig hebben.”

Doorsturen

Rutten benadrukt dat de huisarts alleen iemand doorstuurt naar het ziekenhuis als diegene klachten heeft en afwijkingen laat zien bij de bloedtest of het hartfilmpje. De cardioloog gaat vervolgens na of er inderdaad sprake is van een van de drie hartziektes. Als dat zo is volgt er onderzoek naar de oorzaken ervan en zet de cardioloog de juiste behandeling in. Wanneer dat goed is gelukt, neemt de huisarts de zorg weer over.

Toepassen

Wanneer alle huisartsen deze proactieve werkwijze zouden toepassen kunnen heel veel meer mensen met hart- en vaatziekten op tijd behandeld worden. Maar voor het zover is, moet er nog wel het een en ander gebeuren, aldus Rutten: “Er zal scholing en ondersteuning van huisartsen nodig zijn om dit goed uit te voeren. Daarvoor is ook hulp van de zorgverzekeraars nodig; dat ze dit erkennen als extra activiteit. Wat we precies moeten doen om te zorgen dat dit straks door heel Nederland gebeurt, dat hopen we uit te zoeken in een vervolgonderzoek.”

Meer informatie: lees het wetenschappelijke artikel in The Lancet Public Health.

Onregelmatige en snelle hartslag bij omega-3-vetzuren

Patiënten met hart- en vaatziekten die omega-3-vetzuren gebruiken hebben een verhoogd risico op een onregelmatige en snelle hartslag. Daarvoor waarschuwt het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Dit risico kwam naar voren in verschillende onderzoeken waaraan in totaal meer dan 80.000 patiënten deelnamen. Het risico bleek het hoogst bij een dosering van 4 gram per dag.

Omega-3-vetzuren zijn te koop als voedingssupplement bij onder andere de drogist. Omega-3-vetzuren zijn in Nederland ook goedgekeurd als geneesmiddel onder de merknamen Omacor en Vazkepa. Een onregelmatige en snelle hartslag wordt boezemfibrilleren genoemd. Bij Vazkepa stond boezemfibrilleren al in de bijsluiter als mogelijke bijwerking, maar bij Omacor nog niet.

Wat is gemeld bij Lareb?
Bijwerkingencentrum Lareb ontving in totaal vier meldingen van hartritmestoornissen en/of hartkloppingen bij gebruik van geneesmiddelen of voedingssupplementen met omega-3-vetzuren. In de meldingen is niet duidelijk of het om boezemfibrilleren gaat. Alle vier patiënten herstelden van de klachten na stoppen met het gebruik van omega-3-vetzuren. Bij drie meldingen gebruikten patiënten ook andere geneesmiddelen of voedingssupplementen die dezelfde klachten kunnen veroorzaken. Het is daarom niet zeker of omega-3-vetzuur hiervan de oorzaak was.

Overleg met een arts
Artsen schrijven omega-3-vetzuren voor aan patiënten die te veel vet in hun bloed hebben. Het CBG adviseert omega-3-vetzuren alleen voor te schrijven als er geen andere behandeling mogelijk is. Ook bij lagere doseringen van omega-3-vetzuren, zoals in voedingssupplementen, is een verhoogd risico op boezemfibrilleren gevonden bij patiënten met hart- en vaatziekte. Overleg daarom met een arts over het gebruik van supplementen met omega-3-vetzuren, zoals visolie of algenolie. Neem ook contact op met een arts bij klachten tijdens gebruik van deze voedingssupplementen.

Lees hier het volledige nieuwsbericht op de website van het CBG.

En hier de brief gericht aan artsen.

Waarom een gezonde Kerst?

In de winter staat ons immuunsysteem onder extra druk, omdat onze weerstand achteruit gaat. De feestdagen zijn traditioneel een periode waarin we ongezond eten, overeten en een paar kerst-kilootjes aankomen. Maar wat als je het anders zou kunnen doen? Wat als je een feestelijk, extravagant en decadente kerst kan hebben zonder te overdrijven. Daar is deze handleiding voor!

Er zijn een paar keuzes die je al kan maken voor een gezonder kerstfeest.

  • Let erop dat je niet overeet, tips in de volgende paragraaf.
  • Beperk je suikerconsumptie door gezonde alternatieven te kiezen, zoals ook in de dessert recepten beschreven.
  • Kies één of twee vegetarische gerechten met groenten in de hoofdrol.
  • Eet minimaal 200 gram groenten in je totale kerstdiner.
Hoe bouw je jouw kerstmenu op?

Ten eerste bepaal je hoeveel gangen je wil bereiden en welke bijgerechten je bij het hoofdgerecht neemt. Een standaard maaltijd is 500 tot 550 gram per persoon, je verdeelt deze over de gangen die je eet voor een complete maaltijd zonder te overeten. Grote eters kunnen dan meer van de bijgerechten nemen om toch een volledige maaltijd te hebben.

Een voorbeeld 3 gangen menu
  • Voorgerecht: 150 gram
  • Hoofdgerecht: 250 gram (met bijgerechten)
  • Nagerecht: 100 gram
Een voorbeeld 4 gangen menu
  • Voorgerecht: 100 gram
  • Tussengerecht: 100 gram
  • Hoofdgerecht: 250 gram (met bijgerechten)
  • Nagerecht: 100 gram
Je diner plannen

Je wil met kerst natuurlijk zoveel mogelijk tijd doorbrengen aan de tafel met je gasten en zo min mogelijk tijd in de keuken. Dit doe je door je diner goed te plannen.

Een paar tips:
  • Zorg dat je 90% van je gerechten al hebt voorbereid, in de professionele keuken heet dit misé en place. Je hoeft dan alleen nog maar de borden op te maken en af te maken.
  • Zorg voor een koud voorgerecht en dessert zodat je deze al klaar kan hebben staan van tevoren.
  • Bepaal je keuken faciliteiten en plan je menu volgens wat je hebt. Bijvoorbeeld: 2 dingen voor de oven, 2 dingen voor het fornuis, 2 koude onderdelen.
  • Kies het liefst een ovengerecht als hoofdgerecht, zodat je dit alleen de oven in hoeft te schuiven tijdens de avond.
  • Ben je beperkt en heb je bijvoorbeeld geen oven? Maak het dan zo makkelijk mogelijk voor jezelf door alles al voor te maken wat in de pan bereid gaat worden zodat je het slechts hoeft te bakken.
Presentatie is de sleutel

Met je presentatie kan je jouw gerechten naar een hoger niveau brengen, in plaats van het gewoon op het bord te leggen. Daarom wat presentatie 101:

  • Creëer zichtbare ingrediënten. Stel je gebruikt bieten, dan garneer je af met bietenchips; als je cashewmousse gebruikt, dan gebruik je een paar cashewnoten voor de garnering.
  • Zorg dat je luxe ingrediënten in de hoofdrol staan, de presentatie is ervoor bedoeld dat deze ingrediënten tot zijn recht komen.
  • Zorg voor complementaire smaken, bijvoorbeeld het gebruiken van dezelfde kruiden in de garnituur die ook in je gerecht zitten. Zo versterk je de in het gerecht aanwezige smaken.
  • Deze handige items kunnen je helpen de borden mooi op te maken: steekringen (of een kartonnen ring met aluminimfolie), spuitzakken met spuitmondjes, spuitflesjes voor olie, quenelles creëren met lepels, ijsschepjes in verschillende maten.
Wat leuke presentatie items
  • Groentechips Verse kruiden
  • Kiemen en cress
  • Eetbare bloemen
  • Kruiden- en specerijen olie
  • Noten en zaden
  • Citrus rasp
  • (Kruiden) zout
  • Bladgroenten zoals rucola en veldsla
Je eettafel opmaken

Je kan de meest prachtige gerechten hebben, maar als je niks aan de eettafel doet is het zonde van de moeite die je in je gerechten stopt. Daarom ook hiervoor
wat tips.

  • Creëer een mooi stuk in het midden van je tafel, liefs met wat takken, dennenappels en andere items uit de natuur. Leg er een paar items uit je kerstboom tussen en je bent klaar.
  • Beperk het werken met onnatuurlijke items voor enkel gebruik, dit is beter voor het milieu.
  • Kies je borden en let erop wat contrast te gebruiken (lichte gerechten op donkere borden en donkere gerechten op lichte borden).
  • Print een mooi menu uit voor je gasten zodat ze weten wat ze gaan krijgen.

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Tekst: Iris Heuer
Beeld: Floris Heuer