Hartpatiënten kunnen rust vinden in yoga

Yoga is een prima manier om rust te vinden en met jezelf in evenwicht te komen. Ook voor hartpatiënten, die vaak stress voelen als gevolg van een jachtig leven en wellicht negatieve gedachten koesteren, zoals zoveel mensen dat doen. Alle reden dus om het gesprek aan te gaan met Constance Coenegracht, yogadocent in Maastricht.

“Yoga leert ons om beter te luisteren wat zich in ons afspeelt waardoor er meer rust ontstaat en minder stress. Je laat je dan niet meer zo snel gek maken en kunt prikkels beter afweren. Je leert denken aan dingen die je blij maken in plaats van negatieve gedachten te koesteren. Die zijn niet goed voor het hart. Door positief om te gaan met gedachten en emoties ben je jezelf aan het helen, en dat is goed.”

Constance kwam als 19-jarige student naar Maastricht en is er sindsdien niet meer weggegaan. Ze studeerde o.a. gezondheidswetenschappen aan de Universiteit Maastricht. In 2005 werd ze ondernemer, en houdt zich sindsdien met name bezig met sport en yoga. Ze is eigenaar van Mac Sportsclub en Mac Yoga, een fitness centrum en yoga studio in het centrum van de Limburgse hoofdstad.

Ontspannen

Constance begon met een sportschool, maar verbouwde haar fitnesscentrum later. “Ik wilde een balans tussen sport (inspanning) en ontspanning. Daarom opende ik in 2011 een yoga-studio. De andere kant van inspanning – ontspanning – is immers net zo belangrijk.” Ze werkt er onder meer met hangmatten, anti-gravity-yoga waarbij je in een soort cocon ligt en met de ademhaling naar jezelf toe gaat. Je neemt zo bewust de tijd om te voelen.”

“Yoga helpt je om naar binnen te keren, bewust de tijd te nemen voor jezelf”, legt Constance uit. “Dat is iets wat veel mensen niet meer doen. We rennen allemaal maar door! Yoga geeft meer ruimte aan je hart zodat de energie beter kan stromen en het hart rustiger wordt. De aandacht wordt niet langer gegeven aan de talloze gedachten die door ons hoofd tollen, maar aan de ademhaling, zodat we meer zuurstof krijgen, meer energietoevoer. Door stiller te worden staan we stil bij het openen van ons lichaam. Goed en diep ademhalen is goed voor je lijf.” Het ontstresst volledig.

Hartchakra

Constance schenkt in haar begeleiding ook veel aandacht aan de energie rond het hart, de zogenoemde vierde chakra of hartchakra. Chakra’s zijn draaiende energiewielen die ons helpen met persoonlijke groei. Op fysiek niveau wordt het hartchakra geassocieerd met de hart- en longfuncties en de bloedsomloop. Op emotioneel niveau staat het voor de mogelijkheid om onvoorwaardelijke liefde te geven en te ontvangen, empathie te tonen en compassie te voelen. “Het is gezond om die chakra te openen, want dat leidt tot zelfacceptatie en heling, je krijgt letterlijk meer lucht”, legt ze uit. “Yoga helpt ons om brein, hart en buik met elkaar te verbinden middels een goede ademhaling. Doordat je op die manier beter voelt wat door je heen gaat, helpt het je om je emoties een plek te geven en jezelf te helen. Hoe? Door in stilte goed adem te halen en te luisteren naar je lichaam en accepteren wat er is”.

Meridianen

Constance schenkt daarbij veel aandacht aan de zogenoemde meridianen. Dat zijn waterrijke energiekanalen die door het lichaam lopen en in de organen. “Door die meridianen te stimuleren schep je ruimte voor energietoevoer en hef je eventuele blokkades op. Vandaar dat in yoga veel aandacht is voor het doorstromen van die meridianen.” Ze noemt als voorbeeld de longmeridiaan, die van het sleutelbeen naar de duim loopt. “We gaan de arm stretchen om de energie van de meridiaan beter te laten stromen en om er meer ruimte in te krijgen. Stretchen wil zeggen dat we een constante druk gaan creëren in een ontspannen houding die we drie minuten laten voortduren, omdat dat de tijd is die nodig is om het bindweefsel te laten reageren. Door deze oefening raken de spieren ontspannen en kom je bij de dieperliggende lagen, het bindweefsel terecht. Dat bindweefsel zit overal rond aderen en organen, het hele lichaam zit er vol mee. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat het heel belangrijk is dat dit bindweefsel ontspannen, gezond en flexibel moet zijn, zeker op oudere leeftijd. Het moet goed kunnen functioneren.”

Acceptatie

Yoga is volgens haar bij uitstek geschikt om je lijf te accepteren, zeker na een ingrijpende ziekte of operatie. Het is een soort rouwverwerking die leidt tot acceptatie. “Je leert omgaan met verandering”, zegt ze. “Ondanks wat er gebeurt of gebeurd is leer je blij te zijn met wat er nog is. Ik heb zelf twee jaar geleden reuma gekregen. Dat is verlies. Maar ik bleef positief denken, dan kun je er gemakkelijker mee omgaan.”

Ook en vooral hartpatiënten kunnen veel baat bij yoga hebben. Vooral bij yin-yoga en hatha yoga, aldus Constance. Hatha yoga is een van de oudste vormen van yoga. Het woord komt van de woorden ha (zon) en tha (maan) uit het Sanskriet. De basis voor Yin yoga wordt al eeuwenlang beoefend in China en Taiwan als onderdeel van de taoïstische yoga (zg. Dao Yin). Yin yoga als yogastijl bestaat eigenlijk pas sinds een jaar of 40, 45, en is overgewaaid uit Amerika.  Yin yoga is erop gericht de spieren te ontspannen en los te laten en dieper te werken in je lijf. Hatha yoga probeert bepaalde spieren juist wel te verstevigen, bijvoorbeeld door het spier uithoudingsvermogen te versterken. “Yin Yoga is eigenlijk de rustigste vorm van yoga, waarbij we onder meer houdingen doen die de weefsels stimuleren, heel ontspannend en een stimulans voor je gezondheid. Je leert ook bewust te worden van je gevoel. Hatha yoga leert je om houdingen aan te nemen waarin je rust vindt”, aldus Constance.

Deze vormen van yoga kunnen voor hartpatiënten heel gezond zijn. “Ze voelen zich daardoor veel rustiger, ervaren minder stress, zijn meer ontspannen, flexibeler, en je wordt er sterker van, zowel fysiek en mentaal”, legt Constance uit.

Foto: Constance Coenegracht
Tekst: Henri Haenen

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Zwangerschap is stresstest voor hart en vaten

Lang werd gedacht dat de placenta soms voor problemen kan zorgen tijdens de zwangerschap. Maar na de bevalling zouden die problemen over zijn. En wel zodra de placenta weg was. Die opvatting blijkt inmiddels op drijfzand gebaseerd. Cardioloog in opleiding Chahinda Ghossein-Doha is daarom begonnen aan een groot onderzoek naar bijna tweeduizend placenta’s. Zij denkt dat de placenta een schat aan informatie oplevert aan mogelijke risico’s die verbonden zijn aan de zwangerschap, met betrekking tot latere hart- en vaatproblemen en een herseninfarct.

Chahinda Ghossein-Doha werkt daartoe samen met de universiteit van Bristol, en met de universiteiten van Maastricht, Rotterdam, Nijmegen, Amsterdam en Groningen. Aanvankelijk kreeg Chahinda de handen niet op elkaar voor zo’n onderzoek. In 2017 kreeg ze als commentaar dat niet te zien was hoe de placenta gerelateerd zou kunnen zijn aan hart- en vaatziekten. Ze kreeg toen dan ook geen geld voor een onderzoek naar zo’n mogelijk verband.

Grootschalig onderzoek

“Via crowdfunding heb ik toen wat geld bij elkaar gekregen om een onderzoek op bescheiden schaal te doen”, vertelt Chahinda. “Die pilot werd in 2018 en 2019 uitgevoerd. Ik kon toen een paar placenta’s aan nader onderzoek onderwerpen.” Het kleine onderzoek bleek toch wel in een bepaalde richting te wijzen. Voldoende althans voor de Hartstichting om alsnog een beurs beschikbaar te stellen voor een grootschalig onderzoek. “Daarmee ben ik dit jaar begonnen. We hebben de beschikking over 1300 placenta’s uit Bristol, en 570 uit Nederland. Het onderzoek moet in 2028 zijn afgerond.”

Vooralsnog gaat het natuurlijk om een werkhypothese. Wetenschappelijk onderzoek moet uitwijzen of deze hypothese klopt. “Ik denk dat we veel meer vrouwspecifieke risicofactoren mee moeten gaan wegen bij het onderzoek naar hart- en vaatziekten”, legt Chahinda uit. “De huidige voorspelmodellen schieten tekort. Ik koester goede hoop dat dit onderzoek het verschil kan gaan maken.”

Voorspelmodellen

Want wat is er aan de hand? “Een placenta bevat een berg aan informatie die we niet benutten. In die placenta kunnen afwijkingen ontstaan. Bijvoorbeeld die lijken op aderverkalking. Het onderzoek daarnaar kunnen we gebruiken als voorspelmethode. Aan de hand daarvan zouden we kunnen voorspellen hoe groot het risico is dat een vrouw loopt op toekomstige hart- en vaatproblemen, of een herseninfarct.”

“Dat is ook om een andere reden van belang. Nu is het zo dat tijdens de zwangerschap en een korte periode daarna de vrouw onder behandeling is bij gynaecologie. Als ze twintig jaar later hartproblemen krijgt, gaat ze naar de cardioloog. Maar in de tussentijd valt ze tussen de wal en het schip, terwijl er toch van alles aan de hand kan zijn.”

Wat is gezondheid?

“We weten wel wat ziekte is, maar de vraag is: wat vinden we gezond? De vrouwen waar ik het over heb zijn niet ziek, maar ook niet echt gezond. Ze leven in een soort twilight zone. Wat we bijvoorbeeld wel eens zien is dat het hart te dik is, of er sprake is van aderverkalking. Hoe definiëren en identificeren we deze subklinische ziektes? Waaraan relateren we die? Het gaat om allerlei afwijkingen die tussen de bestaande beelden van ziekte en gezond zijn vallen.”

Queen of Hearts

Via een eerder programma, het Queen of Hearts, heeft onder meer Chahinda aangetoond dat deze vrouwen gevolgd zouden moeten worden. “Via het Queen of Hearts programma hebben sinds 2015 zo’n 1700 vrouwen meegedaan. Het budget kon betaald worden uit onderzoekskosten. Maar nu zouden we het volgen van deze vrouwen in een klinische setting moeten doen.”

“Vrouwen lopen een verhoogd risico. Maar niet alle vrouwen ontwikkelen dit soort problemen. We hebben dus dringend voorspelmodellen nodig.”

Het vrouwenhart

Dat hart- en vaatziekten zich bij vrouwen anders kunnen gedragen dan bij mannen, wordt inmiddels algemeen geaccepteerd. Wat wel eens anders geweest is. “Er is wat dat betreft een groot verschil met vorige generaties”, aldus Chahinda. “Natuurlijk heeft elke cardioloog zijn of haar eigen specialisatie. De één bijvoorbeeld op het gebied van kleppen, in mijn geval is dat hartfalen en vasculaire zwangerschapscomplicaties. In de spreekkamer draait alles om vertrouwen. Herkenning is dan belangrijk.”

Chahinda Ghossein-Doha (1985) is cardioloog in opleiding bij het Maastrichts Universitair Medisch Centrum en Erasmus in Rotterdam. Vanaf 16 augustus gaat ze aan de slag als cardioloog bij het Erasmus Medisch Centrum.

Tekst: Henri Haenen
Foto: Chahinda Ghossein-Doha

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Ik ben het leven meer gaan waarderen

Achtendertig jaar lang ging Yvette Froger (41) door het leven zonder te weten dat ze een aangeboren hartafwijking had. Toen de artsen dat vervolgens ontdekten en het ook nog eens ernstig bleek te zijn, moest ze op stel en sprong worden geopereerd. “Zonder operatie had ik nog maximaal een jaar te leven.”

Yvette: “Toen in de coronatijd alles dichtging, besloot ik te gaan hardlopen. Ik hou daar niet van, maar wilde het toch proberen. De eerste tijd was ik na een paar kilometer compleet buiten adem. Ook kreeg ik tijdens het lopen pijn in mijn borststreek. Dan moest ik helemaal naar voren buigen om de pijn en steken op te vangen. Dat gebeurde me telkens na een kilometer of drie. Ik weet dat aan mijn slechte conditie, want ik had namelijk nooit last van mijn hart gehad.”

Slecht nieuws

“Ik bleef hardlopen, maar toen er na een paar maanden nog steeds geen vooruitgang was, vroeg ik me af hoe dat kon. Ik trok aan de bel bij mijn huisarts en werd doorverwezen naar het ziekenhuis. Op de echo zagen ze vervolgens dat er iets niet goed was, waarna ik ook een CT- en MRI-scan kreeg. Nog altijd besefte ik niet dat er iets aan de hand was, omdat ik me gewoon goed voelde. Buiten het hardlopen had ik nergens last van. Vervolgens kreeg ik een hartkatheterisatie en schrok de arts van wat hij zag. Op dat moment besefte ik voor het eerst dat het echt niet goed was, al had ik nog steeds niet door dat het ernstig was. Toch werd ik binnen een paar dagen door de cardioloog gebeld: ik kwam op de lijst te staan voor een openhartoperatie.”

Een fistel

“Nooit eerder was ik in het ziekenhuis geweest en plotseling had ik een aangeboren hartafwijking. Ik bleek een fistel te hebben. Door mijn hartafwijking ging er veertig procent minder zuurstofrijk bloed mijn lichaam in, omdat het bloed voor een groot gedeelte rechtstreeks naar de andere kant van mijn hart werd gepompt. Als die ader zou knappen, zou ik komen te overlijden. Het was al zo ernstig, dat dat waarschijnlijk binnen een jaar zou gebeuren. Ik moest het volgens de arts zien als een ballon die je heel lang kunt opblazen, totdat hij knapt. Mijn wereld stond compleet op z’n kop. Ik kreeg het advies om geen inspanningen meer te leveren en geen stress te hebben, om te voorkomen dat mijn bloed onnodig snel door mijn hart zou worden gepompt. De gedachte dat ik aan het laatste hoofdstuk van mijn leven was begonnen, maakte me panisch. In feite kan iedere dag de laatste zijn, maar in die periode stond ik ook echt elke dag met die gedachte op.”

De operatie

“De grootste vraag was voor mij of ik wel wakker zou worden, maar de artsen vertelden me dat de kans op overlijden minder dan één procent was. Ik had door dat ik in juiste handen was, maar er was ook angst. Tweeënhalf jaar terug werd ik uiteindelijk geopereerd. De operatie, die ongeveer een halve dag duurde, is gelukkig geslaagd. Daarna was ik heel beroerd van de narcose. Ook was mijn borstkas natuurlijk opengemaakt. Zodra de pijnstillers uitwerkten, had ik verschrikkelijk veel pijn. Die pijn vergeet ik echt nooit. De wond voelde naar, en zag er ook net zo naar uit. Ik was uitgeput en besefte niet goed wat er was gebeurd. In de dagen erna brak ik. Ik lag daar als een dood vogeltje in bed, mocht mijn armen door de operatie niet eens bewegen. Ook werkten mijn spieren niet. Overal had ik hulp bij nodig: naar de wc gaan, kleren aantrekken… Verschrikkelijk vond ik het.”

Slappe spieren

“Uiteindelijk heb ik een week in het ziekenhuis gelegen. Alles thuis vervolgens zelf doen, vond ik eng. In het ziekenhuis werd ik constant in de gaten gehouden, thuis niet. Na zes weken thuis herstellen, mocht ik revalideren. Mijn borstbeen en andere spieren moest ik weer gaan trainen, want die spieren waren helemaal weg. Ik kon niet eens meer een kopje vasthouden. Ik wilde wel, maar kon mijn arm gewoon niet bewegen. Toen ik voor de eerste keer ging zwemmen en met mijn armen een slagbeweging wilde maken, krijste ik het uit van de pijn. Dat zijn hele rare momenten, waar niemand je voor gewaarschuwd heeft.”

De mentale klap

“Fysiek ging het vanaf dat moment steeds beter, maar mentaal kwam de klap pas na het revalideren. Toen pas had ik de ruimte om te beseffen wat er was gebeurd. Lange tijd was ik enorm verdrietig. Om alles moest ik huilen, zelfs als ik de vaatwasser aan het leegruimen was. Het leven was veel te veel. Ik was ook een doemdenker geworden, werd angstiger op straat. Als ik nu maar niet word overreden, dacht ik dan. Ik had zo hard gevochten om weer terug te komen, dat ik bang was dat mijn leven me op een andere manier zou worden afgepakt. Ook had ik er geen oren naar als iemand ergens over klaagde. Dan dacht ik: jij maakt je druk over een vergadering die niet lekker loopt, terwijl ík een hartoperatie heb gehad. Je kunt die dingen natuurlijk helemaal niet met elkaar vergelijken, maar zo was het op dat moment wel.”

Een boek

“Uiteindelijk ben ik er bijna een jaar uit geweest. Wat mij enorm heeft geholpen bij de verwerking, is EMDR-therapie. Dat heeft echt wonderen verricht. Hierdoor kan ik nu anders naar alles kijken en er ook veel makkelijker over praten. Als ik het nu vertel, voelt het alsof het niet meer echt over mij gaat. Ook ben ik een boek gaan schrijven. Iedere arts geeft namelijk informatie over zijn vakgebied en wat er aan de hand is, maar niet over wat je meeneemt naar het ziekenhuis, of het er warm of koud is, wat je kunt verwachten, wat revalideren precies inhoudt en hoe je erbij zit na de operatie. Ik had de eerste tijd bijvoorbeeld helemaal geen behoefte aan visite. Het was heel zwaar om mensen om me heen te hebben. Ook kreeg ik van veel mensen een boek cadeau, omdat ze dachten dat ik me wel zou vervelen. Maar ik was nog misselijk van de narcose en alle letters dansten voor mijn ogen. Daarnaast onthield ik wekenlang niets. Naast het feit dat je bent geopereerd, verandert er heel veel. Dat had ik graag eerder willen weten. Ik hoop anderen dat daarom mee te kunnen geven via mijn boek.”

Stuk gelukkiger

“Momenteel voel ik me heel goed. In het begin had ik moeite met het enorme litteken, maar dit trekt steeds meer weg. Dat komt mede doordat ik het maandelijks laat masseren bij een huidtherapeut. Ook heb ik geleerd er trots op te zijn. Volgens de arts ben ik gezond en kan ik alles weer, zoals ieder ander. Ik voel me daarnaast een stuk gelukkiger. Ik ben het leven meer gaan waarderen. Het is alsof er een vrolijker filter over me heen ligt. Ik heb diep gezeten en hoe verschrikkelijk dat ook was, ik heb het doorstaan. Ik beschouw het jaar van mijn operatie als het meest waardevolle jaar dat ik ooit heb gehad.”

Over haar diagnose, openhartoperatie en ervaringen schreef Yvette het boek Verpleegsters zijn engelen, dat online te bestellen is.             

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Yvette Froger

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Aandacht voor het VrouwenHart is van levensbelang

Hart- en vaatziekten zijn al jarenlang doodsoorzaak nummer één bij vrouwen: maar liefst één op de vijf vrouwen overlijdt aan de gevolgen hiervan en soms was dit te voorkomen geweest als hun klachten eerder serieus waren genomen. Het goede nieuws is dat er steeds meer bewustwording komt voor dit probleem. Dr. Leonard Hofstra is een van de cardiologen die zich inzet om het vrouwenhart de aandacht te geven die het verdient.

Er komt steeds meer aandacht voor het vrouwenhart. Begint dat al zijn vruchten af te werpen?

“Zeker! In mijn kliniek zien we tegenwoordig evenveel vrouwen als mannen en dat was voorheen echt wel anders. Er werd lang gedacht dat hart- en vaatziekten een typische mannenziekte was, maar inmiddels weten we dat zelfs iets meer vrouwen dan mannen een hartinfarct krijgen in Nederland. Mijn collega Angela Maas heeft dat probleem goed op de kaart gezet. Inmiddels zijn er meer cardiologen die zich specialiseren in het vrouwenhart, zoals Janneke Wittekoek, Yolande Appelman, Jeanine Roeters van Lennep en ikzelf. In onze Cardiologie Centra Nederland hebben we nu zelfs een speciaal spreekuur voor vrouwen en hart- en vaatziekten, dat ook steeds meer bezocht wordt. Als ik zie hoeveel verwijzingen we krijgen van huisartsen specifiek voor het vrouwenhart, is dat echt immens. Dat was tien jaar geleden heel anders.”

Wat zijn nu de belangrijkste verschillen tussen het mannen- en vrouwenhart?

“Vrouwen zijn ongeveer tien jaar later in het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Maar omdat proces bij hen sneller verloopt, halen ze de mannen daarna ook weer in. Daar zijn meerdere redenen voor. Wij mensen hebben allemaal ongeveer 100.000 kilometer bloedvaten in ons lichaam en elke dag is er wel wat schade aan die vaten. Daarom hebben we ook speciale stamcellen die deze bloedvaten als het ware kunnen repareren. Vergelijk het met het repareren van gaten in de weg, om de weg weer vlak te maken. Voor de menopauze, oftewel de laatste menstruatie, heeft een vrouw veel meer van die stamcellen dan de man. In de overgang neemt dat, door de verminderde aanmaak van oestrogeen, echter dramatisch af en dan valt dus ook die bescherming weg. Dat gaat hand in hand met het ontwikkelen van aderverkalking, en daardoor het dichtslibben van de (krans)slagaderen. Een vroege menopauze is dus ook een risicofactor voor het hart- en vaatziekten.

Een andere belangrijke factor is spasme. Als het hart van rust naar flinke inspanning gaat, gaat je hart sneller kloppen en moeten de kransslagaderen tot wel vier keer zoveel bloed transporteren. De kransslagader moet zichzelf dus goed kunnen verwijden en weer vernauwen en is steeds op zoek naar de optimale balans: hoe wijd moet ik zijn om het bloed goed door te kunnen laten? In het zoeken naar die balans komt het soms voor dat een deel van de kransslagader zich samentrekt, oftewel spastisch wordt. Door dat samentrekken kan er een tijdje geen bloed naar een deel van het hart en ontstaat angina pectoris, oftewel hartkramp. Zo’n spasme ontstaat meestal in rust: je zit bijvoorbeeld op de bank en opeens voel je een heftige druk op de borst, alsof er een olifantspoot op staat, met uitstraling naar de kaak en/of de arm. Dit verschijnsel komt veel vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.

Een derde verschil zit in de aanleg van ons vaatstelsel. Als we kijken naar mogelijke aderverkalking, zijn we geneigd vooral te letten op de grote kransslagader. Maar die is eigenlijk maar verantwoordelijk voor 10 procent van de bloedvoorziening naar het hart. Vergelijk het met ons wegennet: je hebt de grote snelwegen, zoals de A2 en A12, maar het grootste aantal kilometers van ons wegennet bestaat uit kleine weggetjes. Bij het hart is dat net zo: 90 procent van alle bloedvaten zijn kleine slagadertjes en microvaten, waar de grote kransslagaders omheen lopen. Inmiddels weten we dat bij vrouwen veel vaker dan bij mannen die kleine vaten het probleem zijn. Daar hebben we lange tijd niet naar gekeken, mede omdat je er ook niet zo veel aan kunt doen. Je kunt geen stent plaatsen in die kleine vaatjes en geen omleiding zetten.”

Zijn de symptomen van hartfalen ook anders bij vrouwen?

“Ja. De symptomen die in de tekstboeken van medische opleidingen staan, zoals druk op de borst met uitstraling naar de kaak en arm, zijn nog gebaseerd op de klachten van mannen. Die kwamen vroeger namelijk het vaakst. Bij vrouwen zijn die klachten vaak veel minder expliciet. Veel vrouwen krijgen bijvoorbeeld helemaal geen pijn op de borst. Bij hen zijn kortademigheid en vermoeidheid bijvoorbeeld vaker symptomen. Maar als een vrouw vroeger aan de huisarts vertelde dat ze de laatste tijd erg moe is en het gevoel heeft naar adem te snakken, zónder daarbij pijn op de borst te voelen, dacht de huisarts voorheen niet altijd meteen aan een probleem met het hart. En áls een vrouw bij de cardioloog komt, zien we ook dat de onderzoeken die we doen om hart- en vaatziekten vast te stellen, zoals een fietstest, veel minder duidelijk uitsluitsel geven dan bij mannen. Dat heeft ervoor gezorgd dat hart- en vaatziekten bij vrouwen vaak veel later worden ontdekt. Dat is gelukkig nu aan het veranderen. Nu we ons bewust zijn van de verschillen, weten huisartsen ook beter waar ze op moeten letten. Ik heb een keer een patiënte gehad die steeds heel erg vermoeid was. Men dacht eigenlijk aan het chronisch vermoeidheidssyndroom of een burn-out, maar uiteindelijk werd ze toch doorgestuurd naar de cardioloog. Er bleek sprake te zijn van ernstige dichtslibbing van de kransslagaderen. Binnen een maand had ze verschillende omleidingen en daarna werd ze weer een hele fitte vrouw. Pijn op de borst heeft ze nooit gehad…”

Maar je kunt moeilijk elke vrouw met vermoeidheid of kortademigheid doorsturen naar de cardioloog, toch?

“Nee en daarom is het belangrijk om te kijken naar risicofactoren: is de bloeddruk of het LDL-cholesterol verhoogd, heeft ze gerookt, komen hart- en vaatziekten in de familie voor, heeft ze een vroege menopauze gehad, zijn er migraineklachten? Als een aantal van deze factoren aanwezig zijn, ben je als arts extra alert en ga je verder onderzoek doen. Een belangrijke tool die ons enorm helpt is de CT-scan. Vroeger moest je iemand een hartkatheterisatie geven om in de kransslagaderen te kijken, nu kan je dat doen met een CT-scan van het hart. Dat is een heel goed instrument om ernstige problemen in de kransslagaderen er heel snel uit te vissen.”

Zouden alle vrouwen boven de 50 niet regelmatig hun bloeddruk en cholesterol moeten laten meten?

“Ik denk dat er in de eerstelijnszorg al veel aandacht is voor cardiovasculair risicomanagement: huisartsen hebben hier tegenwoordig duidelijke protocollen voor en risicopatiënten worden regelmatig gezien. Een deel van die verantwoordelijkheid ligt ook bij de mensen zelf. Een krachtig advies van mijn collega Janneke Wittekoek is ‘ken je getallen’. Ik denk dat het goed is om rond je vijftigste tenminste één keer een bloeddruk- en cholesterolmeting te laten doen. En als je andere risicofactoren hebt, misschien nog een stuk eerder. Daarmee kun je al veel winnen voor jezelf.”

Wat kunnen vrouwen nog meer doen om hart- en vaatziekten te voorkomen?

“Een berucht onderzoek is de Interheart Study, die negen risicofactoren voor het krijgen van een hartinfarct onderscheidt. Bij 90 procent van de mannen en zelfs 94 procent bij vrouwen ligt een ongezonde leefstijl aan de basis van het infarct. We weten ook dat hele jonge mensen vaak al een beginnend stadium van aderverkalking hebben en het 30 tot 40 jaar duurt voordat dit problematisch wordt. Dit betekent dat je een enorme window of opportunity hebt om te voorkomen dat je hart- en vaatziekten krijgt. Wat je zelf kunt doen, komt eigenlijk altijd op hetzelfde neer: zorg dat je heel gezond eet, voldoende beweegt, een goed BMI hebt, niet rookt, wegblijft bij stress, voldoende slaapt en weet wat je getallen zijn. Samen met neuroloog Erik Scherder geef ik theaterlezingen, waarin we het hier ook over hebben. Wat ons samenbrengt is dat er veel leefstijlfactoren zijn die zowel de kans op dementie als de kans op een hartinfarct vergroten. Een Schotse onderzoekster maakt MRI-scans van het hart en het brein en ontdekte dat mensen met dementie vaak ook hartfalen op basis van kleine bloedvaten hebben. Het advies voor zowel je hart als je brein is dus: houd je bloedvaten, met name de kleine, gezond. Door gemiddeld 10.0000 stappen per dag te zetten, versus 4000, halveer je bijvoorbeeld de kans op dementie en het vermindert ook de kans op hart- en vaatziekten aanzienlijk. Het helpt ook om de kans op diabetes te verkleinen, want ook die aantallen nemen in schrikbarend tempo toe. Gezond eten is dus misschien nog wel het allerbelangrijkste. Het Mediterraan dieet wordt het meest in verband gebracht met een gezond hart, maar ook het DASH dieet is een goede optie.”

En hoe zit het met alcohol? Dat veelbesproken glaasje rode wijn per dag, dat goed voor het hart zou zijn?

“Ja, dat hebben wij cardiologen natuurlijk zelf lange tijd aangemoedigd, maar daar zijn we ondertussen wel een beetje op teruggekomen. We weten inmiddels dat de inname van alcohol toch een hogere kans geeft op onder meer kanker. Bij vrouwen is er bijvoorbeeld een duidelijk verband tussen borstkanker en het drinken van alcohol. Maar alcohol heeft eigenlijk invloed op alle organen. Erik Scherder laat in zijn presentaties zien dat één eenheid per dag al wordt geassocieerd met een afname van het volume van de witte stof in je hersenen, die verantwoordelijk is voor de communicatie van je zenuwcellen. Het huidige advies van de gezondheidsraad is hooguit één eenheid per dag, maar het beste is nul. We doen daar vaak lacherig over. Zo van: ‘Maakt niet uit, we nemen gewoon nog een glaasje’. Alles moet maar gevierd worden met alcohol. Ik zie tegenwoordig steeds meer mensen die minder of helemaal niet meer drinken en ik denk dat dat een goede trend is in de samenleving.”

Zijn er binnen die leefstijlfactoren ook zaken die bij vrouwen een grotere rol spelen dan bij mannen?

“Roken in combinatie met de anticonceptiepil is een levensgevaarlijke cocktail. Roken zorgt er immers voor dat de bloedvaten kunnen beschadigen en de anticonceptiepil kan het risico op trombose verhogen. En als op zo’n beschadigde plek in het bloedvat een stolsel ontstaat, kun je een hartinfarct ontwikkelen.”

Hoe weet je als vrouw eigenlijk dat je een hartinfarct hebt? Kan dat ongemerkt gebeuren, zonder pijn op de borst?

“Een infarct is eigenlijk de overtreffende trap van de angina pectoris, het gevoel dat een olifant op je borst staat. Zeker in combinatie met uitstraling naar kaak of arm en eventueel misselijk of onwel worden, is dat altijd een alarmklacht. Dat zou eigenlijk iedereen moeten weten, maar daarin kunnen we nog wel veel winnen. Belangrijker nog is dat omstanders en behandelaars bij deze klachten ook niet altijd meteen denken aan het hart. Uit een Amerikaanse studie is gebleken dat vrouwelijke patiënten die met een hartaanval op de Eerste Hulp belanden, mogelijk een hoger risico lopen op sterfte als ze een mannelijke arts zien in plaats van een vrouwelijke arts. Dat is natuurlijk heel erg. Maar ik kan niet genoeg benadrukken dat dit momenteel aan het omslaan is. Het helpt ook dat er steeds meer vrouwelijke (huis)artsen zijn die mogelijk alerter zijn op de symptomen van vrouwen. De bewustwording is er dus zeker, maar ik denk dat het nog wel wat scherper kan.”

Zijn er ook man-vrouw-verschillen in het voorschrijven van medicijnen?

“Er zijn richtlijnen voor het voorschrijven van medicijnen, die zijn gebaseerd op trials. Veel trials zijn met alleen maar mannen gedaan en die resultaten worden automatisch doorgetrokken naar de vrouw. De laatste jaren zijn we er in de medische wereld achter gekomen dat de doseringen bij vrouwen een heel andere uitwerking kunnen hebben dan bij mannen en daar wordt steeds meer onderzoek naar gedaan. Of de dosis van medicijnen die we voorschrijven aan hartpatiënten anders moet zijn bij vrouwen, staat nog in geen enkele richtlijn. Maar we kijken natuurlijk wel naar lichaamsgewicht en naar het effect wat je wilt bereiken, dus we beginnen altijd voorzichtig. Dan kom je bij vrouwen met een lagere dosis vaak al heel goed uit. Daarnaast zien we dat een bepaalde vaat-verwijderaar specifiek heel goed werkt bij vrouwen. Deze schrijven we bijvoorbeeld vaak voor bij spasme en bij problemen in de kleine vaten. Gelukkig is er in de medische wereld ook steeds meer bewustwording dat onderzoeksresultaten bij mannen en vrouwen anders kunnen uitpakken en wordt dit tegenwoordig vaak anders aangepakt.”

Wat kan er verder nog verbeteren?

“Ik denk dat de beweging die door Angela Maas is ingezet heel goed wordt opgepakt. Dat neemt niet weg dat we een achterstand hebben die nog ingehaald moet worden. Aandacht voor de man-vrouw-verschillen is dus heel belangrijk. Dat hart- en vaatziekten bij vrouwen heel anders is dan de man, moeten we overigens ook weer niet te zwart-wit zien. Bij mannen zijn vaker de grote kransslagaders het probleem en bij vrouwen de kleine vaten, maar in mijn praktijk zie ik ook heel veel vrouwelijke patiënten met dichtgeslibde kransslagaders. En ook mannen kunnen spasme krijgen, of verkalking van de kleine vaten. Het belangrijkste is dat als een behandelaar onderzoek doet bij de vrouw en de kransslagaders zijn schoon, hij of zij niet te snel moet denken dat er dan dus niets aan de hand is. In onze centra worden cardiologen speciaal opgeleid op dit gebeid. Maar iedereen in het zorgtraject, van praktijkondersteuner tot cardioloog, moet bij basale klachten als kortademigheid en vermoeidheid denken: ‘Oei, dit zou ook weleens het hart kunnen zijn’. Zeker rond de menopauze. Dat blijft lastig, want overgangsklachten en symptomen van hart- en vaatziekten kunnen op elkaar lijken. Is het je eerste opvlieger, of een voorbode van hartfalen? Dat verschil is niet altijd duidelijk en je kunt niet alles vangen in protocollen en richtlijnen. Maar dat maakt het ook leuk om dokter te zijn, vind ik: je moet ook altijd zelf blijven nadenken en de risicofactoren afgaan. Komt iemand bij de huisarts met vermoeidheidsklachten, is het cholesterol ook wat hoog en komen hart- en vaatziekten in de familie voor, dan is dat een reden om iemand door te verwijzen naar de cardioloog.”

Worden er dan straks niet te veel mensen voor niets doorverwezen? De wachtlijsten zijn al zo lang…

“Als elk hartinfarct zou beginnen met typische angina pectoris symptomen, had ik een heel makkelijk beroep. De helft van de infarcten komt echter onaangekondigd, zonder dat iemand vooraf ernstige klachten had. Hetzelfde geldt voor een beroerte. Iedereen kent wel een verhaal van iemand die ‘zomaar ineens’ iets ernstigs bleek te hebben. Als jijzelf of een behandelaar dus denkt dat er mogelijk een probleem met het hart kan zijn, heb je dus eigenlijk weinig keuze en moet je verder onderzoek doen, want het hart is een onmisbaar orgaan en als je daar risico mee neemt, kan het zomaar over zijn. Van de mensen die op de eerste harthulp belanden met pijn op de borst, blijkt 30 tot 40 procent uiteindelijk geen cardiovasculair probleem te hebben. Dat betekent niet dat een doorverwijzing voor niets is. Aan het punt waarop iemand doorgestuurd wordt is vaak al een heel traject voorafgegaan van zorgen en angst bij de patiënt. Als iemand dan bij ons komt en je kunt die persoon geruststellen dat er niets aan de hand is met het hart, heeft dat ook veel waarde.”

Tekst: Marion van Es
Foto: Leonard Hofstra

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Unieke theaterlezing!

Kom op zaterdag 14 september naar de unieke theaterlezing, van de bekende neurowetenschapper Erik Scherder en cardioloog en hoogleraar Leonard Hofstra.

Wat doet optimisme met het brein? Beschermt een huwelijk tegen een hartinfarct, of kun je beter single zijn? Deze en andere vragen worden in een meeslepende theatershow beantwoord.

Kaarten bestellen kan hier!

Wij hopen u te zien!

Met vriendelijke groet,
Prof. Erik Scherder en Dr. Leonard Hofstra

 

Zorgprogramma Beter Gezond traint tienduizenden zorgprofessionals in leefstijlgesprekken

Het zorgprogramma ‘Beter Gezond’ officieel gelanceerd in Nederland. Met steun van de AFAS Foundation en in samenwerking met de Academische Alliantie van het Radboudumc en Maastricht UMC+, en Vereniging Arts en Leefstijl wordt grootschalig ingezet om de Nederlandse zorg te transformeren. Het Beter Gezond-programma helpt 42 ziekenhuizen om de focus te verschuiven van uitsluitend diagnose en behandeling naar ook meer aandacht voor preventie en begeleiding, wat bijdraagt aan een duurzamere en toekomstbestendige gezondheidszorg. Ruim 30.000 zorgverleners worden met het programma getraind in het voeren van leefstijlgesprekken en doorverwijzen van patiënten naar passende regionale en lokale leefstijlspecialisten via het ‘Beter Verwijs’-platform. De eerste 11 ziekenhuizen zijn gestart met de voorbereidingen van de implementatie in hun ziekenhuis.

Druk op de zorg en noodzaak voor preventie

De zorgsector in Nederland staat onder grote druk door vergrijzing, leefstijlgerelateerde ziekten, hoge werkdruk en personeelstekorten. Bertine Lahuis, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Radboudumc benadrukt de urgentie: “Met jaarlijks 14 miljoen consulten en 8,5 miljoen behandelde patiënten neemt de druk op zorgverleners toe. De toename van chronische ziekten als gevolg van ongezonde leefgewoonten onderstreept de noodzaak om te investeren in programma’s die de nadruk leggen op preventie en een gezonde leefstijl.”

Innovatieve trainingen en tools

Het Beter Gezond-programma biedt zorgverleners geaccrediteerde scholingen en tools waarmee ze leren om binnen één minuut leefstijl te agenderen in hun dagelijkse praktijk. Zorgverleners kunnen patiënten daarnaast snel en eenvoudig doorverwijzen via Beter Verwijs naar passende leefstijlinterventies in hun directe omgeving, zoals diëtisten, fysiotherapeuten, slaapoefentherapeuten en ook budgetcoaches of buurtsportcoaches. Dit platform biedt laagdrempelige, vergoede leefstijlinterventies en verbindt patiënten ook met hulpverleners in het sociaal domein, zoals welzijnscoaches en schuldhulpverleners. De scholingen omvatten onder andere e-learningmodules in leefstijlgeneeskunde en VR-gesprekstechnieken met AI-gestuurde simulatiepatiënten, wat zorgt voor een effectieve en efficiënte integratie van leefstijlzorg in de spreekkamer.

Iris de Vries, voorzitter van Vereniging Arts en Leefstijl, benadrukt het belang van deze aanpak: “De training stelt zorgverleners in staat om leefstijlinterventies te integreren in hun dagelijkse praktijk. Dit kan leiden tot minder medicatiegebruik, minder complicaties en een hogere levenskwaliteit voor patiënten. Door zorgverleners de tools te geven om deze gesprekken effectief en efficiënt te voeren, dragen we bij aan een gezonder Nederland.”

Deelnemende ziekenhuizen

Vanaf januari 2025 beginnen de eerste 11 ziekenhuizen met de implementatie van het Beter Gezond-programma. De voorbereidingen zijn al in volle gang. Deze voorlopers: Bravis Ziekenhuis, Elkerliek Ziekenhuis, Flevoziekenhuis, Laurentius Ziekenhuis, LUMC, Maastricht UMC+, Ommelander Ziekenhuis, Radboudumc, Sint Maartenskliniek, VieCuri en Zuyderland Ziekenhuis, zetten belangrijke stappen richting een meer preventieve gezondheidszorg. Daarnaast hebben 15 ziekenhuizen aangegeven interesse te hebben om in de volgende groep deel te nemen. Alle andere ziekenhuizen kunnen zich ook aanmelden via deze aanmeldpagina.

Uitbreiding van leefstijlaanbieders

Om het leefstijlaanbod zo uitgebreid mogelijk te maken, wordt het aanbod afgestemd op de behoeften van de deelnemende ziekenhuizen. Daarnaast krijgen leefstijlaanbieders zoals fysiotherapeuten, diëtisten, GLI-coaches, (slaap)oefentherapeuten de kans om zich aan te melden op het Beter Verwijs-platform. Door deze samenwerking wordt gezorgd dat elke patiënt in Nederland toegang krijgt tot passend leefstijlaanbod in hun directe omgeving. Leefstijlaanbieders kunnen zich eenvoudig aanmelden via deze aanmeldpagina.

Benieuwd hoe we samen de zorg in Nederland toekomstbestendig maken en bijdragen aan een gezonder Nederland? Lees meer over het Beter Gezond-programma en ontdek hoe we samen het verschil maken: www.betergezond.nl/programmaziekenhuizen

Ook de media heeft ruime aandacht besteed aan de lancering van het Beter Gezond-programma. Bekijk hier de berichtgeving:

Beter Gezond-programma in de media:

Bron: Betergezond.nl

Nu de huisartsen nog…

Waar cardiologen en hartchirurgen de laatste tijd steeds beter samenwerken en vooral oog hebben voor het verschil tussen vrouwen en mannen bij hartziekten, blijven huisartsen achter. Nog teveel vrouwen worden door huisartsen het spreekwoordelijke bos in gestuurd. Zelfs wanneer die vrouwen achteraf hartproblemen bleken te hebben. Juist huisartsen zouden alerter kunnen zijn waar het gaat om vrouwelijke patiënten en hart- en vaatziekten.

Hartpatiënten Nederland pleit al jaren voor speciale aandacht voor vrouwen en hart- en vaatziekten. We zien de laatste tijd gelukkig een kentering, ook in het vroegere mannenbolwerk van cardiologen. Die werken steeds meer samen met hartchirurgen, en hebben daarbij ook steeds meer aandacht voor specifieke verschillen tussen mannen en vrouwen waar het gaat om hart- en vaatziekten. Er wordt beter gelet op signalen van hartproblemen, die bij vrouwen vaak anders zijn dan bij mannen – en tot voor kort vaak werd weggewuifd.

Bij vrouwen spelen hormonen een grotere rol, ook de zwangerschap kan meespelen bij het ontstaan van hart- en vaatziekten. Temeer daar een zwangerschap vaak gepaard gaat met hoge bloeddruk en diabetes.

Eindelijk erkenning

Ik ben blij dat in het mannenbolwerk eindelijk erkenning is voor de typische vrouwenproblemen. Iets waarvoor cardiologen als Angela Maas en Harriette Verwey al decennia gepleit hebben. Zij moesten het opnemen tegen mannelijke collega’s, die haar opvattingen wegwuifden en niet serieus namen. Die tijd is gelukkig voorbij. Maas, Verweij en in hun kielzog inmiddels steeds meer andere vrouwelijke cardiologen hebben hun mannelijke collega’s wakker geschud. Nu de huisartsen nog. Die blijven soms achter.

Ook doet het mij deugd dat steeds meer vrouwen de opleiding voor cardioloog of thoraxhartchirurg volgen en een vak zoeken in de wereld van het hart. Ik zie een toename van het aantal vrouwen bij deze opleidingen. Vroeger waren vrouwen slechts sporadisch te vinden binnen de cardiologie en de thoraxchirurgie. Het worden er gelukkig steeds meer.

Maar aandacht voor het vrouwenhart blijft broodnodig. Ik ben dan ook trots op deze speciale zomereditie van Hartbrug Magazine die u nu in handen heeft. Een special waarin we de vrouw centraal zetten.

AI en het hart

Het vrouwenhart krijgt gelukkig steeds meer aandacht. Wat ik ook zie is hoe er steeds meer en beter wordt samengewerkt tussen cardiologen en thoraxchirurgen. Sterker nog, er wordt bij deze samenwerking steeds vaker een technisch specialist ingezet, met kennis van de werking van de vaak ingewikkelde apparaten. Samen met de hartspecialisten dokteren deze technici alles tot in de finesses uit, hoe een techniek het beste werkt en kan worden ingezet. Dit allemaal ten bate van de patiënt, die hiervan alleen maar voordeel heeft.

Ingrepen worden immers door allerlei nieuwe vindingen steeds ingewikkelder. Het gaat om technische hoogstandjes, waar we met zijn allen veel baat bij hebben. Hoogstandjes waarbij ook Automatische Intelligentie (AI) een steeds grotere rol gaat spelen.

Ontwikkelingen waar we alleen maar blij mee kunnen zijn! Ze zijn goed voor de hartpatiënt! Ook voor de vrouwelijke hartpatiënt!

HARTelijke groet,

Jan van Overveld

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

 

Have fun along the way

Een paar jaar geleden sprak Hartbrug Magazine met Lennert Wolfs. Toen 23, nu 27, maar nog steeds diezelfde bruisende Belgische DJ die midden in zijn leven staat. In ‘Hoe gaat het nu met?’ nemen wij poolshoogte en stellen de vraag; hoe gaat het nu met… Lennert Wolfs.

Lennert wordt geboren met de Tetralogie van Fallot. Een aangeboren hart- en longafwijking waarbij er vier bouwfouten zijn: de lichaamsslagader (aorta) is te groot, de longslagader is te klein, de spierwand van de rechterkamer is verdikt en er zit een gaatje in het tussenschot van de hartkamers. Hierdoor wordt de doorbloeding gehinderd en krijgt het lichaam te weinig zuurstof. Vele (open)hartoperaties volgen en hij beland in een alsmaar doordenderende achtbaan. Maar relativeren kan hij als de beste en het leven is te kort om bij de pakken neer te zitten zoals hij zelf zegt, dus leeft hij elke dag alsof het de laatste is.

Have fun

‘Have fun along the way’ is nog steeds Lennerts lijfspreuk en hem meer dan op het lijf geschreven. Hij zit boordevol energie en is elke dag opnieuw dankbaar voor de experimentele hartklep die via een katheter is ingebracht op 10-jarige leeftijd. Deze klep is gemaakt van organisch materiaal van een koe: “Nóg een openhartoperatie bleek te risicovol. In plaats daarvan stelde mijn behandelend cardioloog een experimentele behandeling uit het buitenland voor. Het ironische? De klep draagt de naam ‘Melody’. In de tussentijd heb ik nog geen nieuwe operatie moeten ondergaan, dus dat is super! Ik ga uiteraard wel elk half jaar op controle, maar voorlopig ziet alles er goed uit en ben ik sinds Melody stabiel!”

En dat Melody een schot in de roos was, blijkt elke dag weer: “Alles gaat echt heel erg goed! In de eerste plaats voel ik mij goed en kan ik doen en laten wat ik wil – echt zalig! Vooral omdat ik een erg druk leven heb, maar tegelijkertijd haal ik daar enorm veel energie uit. Ik ben DJ en werk fulltime voor een entertainment brand waardoor ik continue in de weer ben. En ondertussen hoop ik dat ik een beetje volwassener ben geworden – ik heb inmiddels een baard. Maar voor de rest laat ik alles zijn gangetje gaan!”

Het leven op zijn beloop laten is voor de Belgische DJ en producer tot op zekere hoogte mogelijk, omdat hij ook heel hard werkt: “In 2000 was ik een opkomende DJ en producer en dat ben ik nog steeds. Ik doe het graag en heb inmiddels op de MainStage van Tomorrowland gestaan. Ook heb ik boekingen in Dubai gehad. Maar ik sta ook nog elke week in mijn residentie Carré!” De door Lennert opgerichte Hart Beats is ook een voorbeeld van hoezeer hij voor het leven gaat: “Ik heb Hart Beats opgericht om kinderen en jongeren met een hartaandoening samen te brengen en te ondersteunen op een voor mij bekende manier, door muziek. Kortelings na het vorige interview heb ik samen met de ‘Hartekinderen VZW’ een feestje op poten gezet tijdens het jaarlijkse hartenkamp (een vereniging voor kinderen, jongeren en jongvolwassenen met een aangeboren hartafwijking en hun families in België red.). De kids kregen een DJ-workshop van mijzelf en daarna volgde een fantastisch feestje als afsluiter van het kamp! Helaas bleek het opzetten van een scholenprogramma over veerkracht waar ik eveneens mee bezig was veel moeilijker dan gedacht dus dat idee is voorlopig geparkeerd.”

Slingers ophangen

Vier jaar geleden spatte de positiviteit van Lennert af en keek hij alleen maar vooruit. En dat is vandaag de dag onveranderd. Hij zit vol wilskracht en veerkracht. Lennert wil dan ook voor het leven gaan ondanks zijn ‘belemmeringen’: zijn obstakels probeert hij altijd in zijn voordeel te gebruiken. En dat wil hij meer dan graag ook anderen meegeven: “‘Het leven is één groot feest, maar je moet zelf de slingers ophangen’, klinkt misschien wat cheesy, maar daar ga ik voor. Het kan soms even tegenzitten en iedereen kan te maken krijgen met bijvoorbeeld een verlies van een dierbare, een beperking of dus een hartafwijking. Maar het belangrijkste is om leren omgaan waarmee je dealt en dat doe je door veerkracht te ontwikkelen. Je mag jezelf niet blindstaren op wat ‘niet kan’, maar ga in plaats daarvan alles ontdekken wat wel kan! ‘Elk nadeel heb ze voordeel'”, zei een wijs iemand eens.

Foto: Lennert Wolfs

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

HartbrugReizen moet je gewoon uitproberen

Ad en Ine Ophelders gaan sinds vorig jaar op vakantie met HartbrugReizen. Net terug uit Italië, vertrekken ze eerdaags weer naar Noorwegen. Ze zijn beiden geen hartpatiënten. Hoe zijn ze toch bij HartbrugReizen terechtgekomen?

Ad en Ine branden direct enthousiast los. Vorig jaar gingen ze voor het eerst op stap met HartbrugReizen, naar Cesenatico in Italië. Daar kwam later Lago Maggiore nog bij. Dit jaar verbleven ze in Toscane. Net thuis hebben ze alweer zin in hun reis naar Noorwegen, deze maand.

Beperking

“Hoe we bij HartbrugReizen terechtkwamen? Eigenlijk via via”, vertelt Ine, “onze schoondochter wees ons op HartbrugReizen. Ze is een vriendin van Marly, de reisleidster. We hebben het kantoor in Roermond benaderd en onze situatie uitgelegd. We zijn geen hartpatiënten, maar mijn man heeft wel een beperking. In 2017 heeft hij een ernstig ongeluk gehad.”

Ad knikt: “Het ging allemaal zo snel. Ik was bezig met een afdaling op mijn racefiets – we wonen in Susteren, in de Limburgse heuvels – toen een dame van 91 jaar me op het fietspad schepte met haar auto. Ik remde en vloog over het stuur opzij bij haar door de ruit. Ik ben nog wel opgestaan en naar mijn fiets gelopen. Ja, onvoorstelbaar! Daar ben ik in elkaar gezakt. Ik had veel gebroken.  Een indirect gevolg van het ongeluk is dat ik later een herseninfarct kreeg. Mijn milt was gescheurd. Ik kon geen bloedverdunners slikken en er was een bloedpropje ontstaan. Aan het infarct heb ik een verlamming overgehouden.”

Goede conditie

“Hij heeft een half jaar in een revalidatiekliniek doorgebracht”, vult Ine aan. “Gelukkig ben ik door deze zware crisis gekomen”, gaat Ad verder. “De goede conditie die ik eerder had, heeft daar zeker aan bijgedragen. Ik fietste en wandelde altijd heel veel. Mijn linkerarm is nog altijd verlamd. Ik kan wel lopen, met een stok, en ook een beetje fietsen. We gaan gewoon verder. Ik ben altijd positief ingesteld. Ik mag niet klagen. Voor hetzelfde geld was ik er niet meer geweest. Ik word komende februari toch mooi 80.” Alles gemoedelijk Ine verduidelijkt: “Voordat we de eerste reis met HartbrugReizen maakten, waren zelf al wel op vakantie geweest. Met de twee kinderen en een kleinkind. Met zijn tweetjes durfden we niet meer weg. Ad heeft glaucoom en maculadegeneratie en mag niet meer autorijden. Ik wil niet alleen rijden. Als er dan iets gebeurt, kan niemand overnemen. HartbrugReizen bleek een uitkomst.” Ad beaamt dat: “HartbrugReizen bevalt! Ze bieden een goede service. Groot voordeel is, dat er naast een reisleidster medische begeleiding mee is, een verpleegkundige. Als je iets niet kunt, helpen ze ermee. Je zit lang in de bus, maar de reis gaat toch prima. Er zijn regelmatig stops van zo’n drie kwartier. Alles verloopt gemoedelijk, op een laag tempo, niets hoeft snel snel. Da’s fijn op onze leeftijd en met een beperking. En het is tenslotte vakantie!”

“Daarbij is het fijn dat je met andere ouderen bent. Er is onderling begrip voor mekaar. Je kent al snel mensen met wie je optrekt. Sommigen kennen elkaar van eerdere reizen, maar dat maakt niet uit. Iedereen wordt opgenomen in de groep. Met HartbrugReizen heeft Ine ook een zorg minder. Zij heeft ook echt vakantie, omdat we kunnen terugvallen op anderen, indien nodig.”

Terugfietsen

“We verheugen ons nu op de reis naar Noorwegen, daar zijn we nog nooit geweest. In Italië waren we vroeger al vaker. We hebben sowieso veel gereisd, met de auto en het vliegtuig. Fietsvakanties hebben we ook regelmatig gedaan. Twee maanden voor het ongeluk waren we nog in Hongarije. Met de trein zijn we naar Budapest gegaan, de fietsen mee en dan terug naar Nederland fietsen. Geen e-bikes! Vanuit Zwitserland hebben we dat ook gedaan. Het waren mooie tijden, die komen nooit meer. Het is wat het is. Ik ben blij dat we de trips met HartbrugReizen nog kunnen meenemen.”

Kaasmakerij

Wat is de beste herinnering tot nu toe? Ine en Ad zijn het helemaal eens: Lago Maggiore. “Die reis sprong er echt uit”, aldus Ad. “Het hotel aan het meer was top, de prijs-kwaliteitsverhouding echt prima, ook het eten en drinken daar. Je had er lekker de ruimte.” “Wat verder indruk maakte, was dat toen het regende op de dag van de geplande boottocht HartbrugReizen direct een alternatief paraat had. We bezochten toen een kaasmakerij, zó goed geregeld.” Ine wil ook de chauffeurs niet vergeten: “Die zijn ook top, naast de drie M’s. Ze vertellen veel tijdens de reis.” De 3 M’s? “Ja, zo noemen we ze: reisleidster Marly en de medische begeleidsters Marja en Maria. We troffen ze een keer alle drie, dat was mazzel.” “Of we nog tips voor anderen hebben die nog nooit met HartbrugReizen zijn meegegaan? Gewoon doen en uitproberen, net als wij!”

Tekst: Mariëtte van Beek
Beeld: Ad & Ine Ophelders

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Sylvia reanimeerde haar echtgenoot Frans

Nee, ze liet haar man op die hete zomerdag in 2019 niet alleen nordic walken rond hun woonplaats Eys. “Misschien was het een voorgevoel”, zegt Sylvia Bloemsma nu. “Zij is mijn engelbewaarder”, zegt Frans sindsdien. Toen hij een hartstilstand kreeg op een holle weg, reanimeerde zij haar man tot de ambulance ter plaatse was. Zodoende kunnen ze het nu samen navertellen.

Het grootste deel van zijn werkzame leven was de 70-jarige Frans beroepsmilitair. Toen hij op zijn 53e vervroegd uit dienst kon, begon hij nog een tweede carrière, als vertegenwoordiger van een bepaalde Beierse kaassoort. Pas onlangs, in december, hing hij ook die pet aan de wilgen. Sylvia was jarenlang trainer bij een atletiekvereniging, waar ze twee keer per jaar een reanimatiecursus volgde. Het sportieve stel organiseert dansavonden, geeft dansles en staat actief middenin het leven. “We voelen ons eerder vijftig dan zeventig”, zegt Sylvia. Ook al werd bij Frans een aantal jaren geleden boezemfibrilleren geconstateerd; bij het nordic walken ging hij meestal sneller dan tien kilometer per uur. Tot die dag in augustus 2019.

De reanimatie

Sylvia: “Hij maakte een klein extra lusje en toen ik hem weer zag, in de holle weg, voelde hij zich niet goed.” Niet veel later zakte hij in elkaar. “Ik kreeg hem niet meer bij met tikken in zijn gezicht en ik zag op zijn hartslagmeter die hij altijd droeg, dat het hart stilstond.” Ze begon met reanimeren, terwijl ze om hulp riep, die na een poosje ook kwam. Iemand hielp met reanimeren, een ander belde de ambulance. Hij herinnert zich even bij te zijn gekomen onderweg naar het ziekenhuis, maar echt aanspreekbaar was hij pas weer op de Spoedeisende Hulp. “Ik zag zwart voor mijn ogen, letterlijk. Uiteindelijk duurde het een dag of zes voor ik mijn zicht weer grotendeels terug had, maar het moment dat een oogarts in die dagen tegen me zei dat ik blind zou blijven, was afschuwelijk.”

Alles opnieuw leren

Het bleek om een ‘cortale blindheid’ te gaan. Door de hartstilstand is een deel van Frans’ hersenen tijdelijk niet van bloed voorzien, wat tot een kleine beschadiging heeft geleid. Nu, 3,5 jaar later, kan hij praktisch alles weer, maar hij moest opnieuw leren lezen en schrijven, veters strikken, omgaan met apparatuur enzovoort. “Eigenlijk alles heb ik zo’n beetje opnieuw moeten leren.” Daarnaast had hij aan de reanimatie en daarop volgende elektroshock zes gebroken en twee gekneusde ribben overgehouden. Hij verbleef vijf weken in Adelante om te revalideren en mocht toen naar huis, óók van Sylvia. “Hij wilde aanvankelijk geen ICD-kastje laten plaatsen, net als vóórdat dit allemaal gebeurde. De cardioloog adviseerde het toen al, vanwege het boezemfibrilleren, maar omdat de kans zo klein was dat er echt iets zou gebeuren, wilde Frans er toen niet aan. Ik heb gezegd: ‘Je mag pas naar huis als je een ICD laat plaatsen.” En zo geschiede.

Kleine stapjes

Zo vindt Sylvia het tot nu toe ook geen goed idee dat hij weer gaat fietsen en nordic walken in de heuvelachtige omgeving van Eys. Frans: “Dat begrijp ik wel, dus ik doe het niet. Ik moet een beetje afgeremd worden, anders ga ik maar door.” Het stel is soms nog wat zoekend naar een nieuw evenwicht in het leven, maar wordt gedreven door een sterke wil om vooruit te komen. “Dat, in combinatie met een goede conditie maakt dat ik nog steeds kleine stapjes maak.”

Ze zijn heel blij met alle hulp die ze hebben gekregen en hopen dat hun verhaal anderen kan inspireren om na het overleven van een hartstilstand de schouders eronder te blijven zetten. Ook op een ander vlak heeft het geïnspireerd: Rotary Gulpen-Heuvelland, waar Frans al jaren lid van is, besloot langdurig reanimatielessen op middelbare scholen door Maastrichtse studenten te sponsoren, waarvoor ook het Hart en Vaat Onderzoeksfonds Limburg fondsen werft.

“dit interview is eerder gepubliceerd in de het magazine Hartsvrienden van Hart en vaat onderzoekfonds Limburg. Voor meer informatie: www.hartenvaatonderzoekfondslimburg.nl

Foto: Frans & Sylvia Bloemsma

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine