Acute hartdood door te snel werkende schildklier

lijkt het waarschijnlijker dat de snel werkende schildklier hiervan de oorzaak is. Charlotte van Noord, arts-onderzoeker van het Erasmus MC, onderzocht het effect van geneesmiddelen en hormonen op het ontstaan van acute hartdood. Morgen promoveert zij op haar onderzoek.

In twee onafhankelijke studies toonde Van Noord aan dat het gebruik van schildklierremmende geneesmiddelen een driemaal verhoogd risico geeft op acute hartdood. Dit zou veroorzaakt kunnen worden door de schildklier remmende geneesmiddelen zelf. Het is echter waarschijnlijker dat de oorzaak ligt bij de te snel werkende schildklier waarvoor de geneesmiddelen worden gebruikt. Van Noord komt tot deze conclusie omdat de patiënten die waren behandeld met schildklierremmende geneesmiddelen vlak voor hun overlijden aan acute hartdood toch nog afwijkende schildklierhormoon waarden in hun bloed hadden. Bovendien overleden deze patiënten nog maar kort nadat zij waren gestart met schildklierremmende geneesmiddelen. Van Noord: “Het lijkt onwaarschijnlijk dat de geneesmiddelen in die korte tijd een effect op het hartritme hebben. De resultaten uit het onderzoek lijken er dan ook op te wijzen dat een te snel werkende schildklier zelf een risicofactor is voor het ontstaan van acute hartdood.”

In Nederland overlijden jaarlijks zo’n 16.000 mensen aan acute hartdood. Acute hartdood wordt vooral veroorzaakt door acute ritmestoornissen van het hart. Normaal gesproken zorgen elektrische prikkels in het hart ervoor dat het hart met een bepaald ritme samentrekt en bloed rondpompt in het lichaam. Bij een storing van deze elektrische prikkels ontstaat een stoornis in het hartritme, wat kan leiden tot acute hartdood. Van Noord vond in haar onderzoek dat een verhoogde waarde van schildklierhormonen in het bloed inderdaad een negatief effect heeft op de elektrische prikkels in het hart en daarmee op het ontstaan van acute hartdood.

Een te snel werkende schildklier is een vaak voorkomende ziekte bij ouderen. Het treedt op bij één tot zes op de honderd ouderen. De ziekte ontstaat als gevolg van een te grote hoeveelheid schildklierhormoon in het bloed. Schildklierhormonen regelen de intensiteit van de stofwisseling. Bij teveel aan schildklierhormonen wordt de stofwisseling aangespoord, wat zich bijvoorbeeld uit in het gauw warm hebben, een gejaagde indruk maken en een snelle hartslag.

Bron: Erasmus MC