Dit artikel vond ik net op medicalfacts.nl
De Nederlandse Hartstichting krijgt € 150.000 per jaar van Unilever voor een samenwerkingsverband met de pro-activ lijn van Becel. Pro-activ (onder andere margarine en zuiveldrank) bevat het ingrediënt ‘plantensterolen’ dat het cholesterol verlaagt.
Hersenstichting Nederland beveelt de margarine van Blue Band Idee! aan vanwege de goede voedingsstoffen (vetzuren en B-vitamines) die onze hersenen nodig hebben. Ze krijgen daar geen geld voor maar wel naamsbekendheid voor de jonge stichting en er vindt uitwisseling van informatie plaats.
Van de Maag Lever Darm Stichting mag Danone het logo op de verpakking van Activia zetten in ruil voor € 200.000. per jaar. Dat product met probiotica kan namelijk bijdragen aan een goede stoelgang. En van de Nierstichting mag het logo door Spa Reine worden gebruikt tegen betaling van € 150.000,- per jaar. Want water zuivert het lichaam.
Wat vind u hiervan? Symboliseert het een samenwerking met een merk en productlijn waarmee ze een of meerdere doelstellingen delen? Naast het uitwisselen van informatie en het vergroten van kennis, draagt het bij aan meer naamsbekendheid. Het het extra geld wat zij van sponsoren ontvangen kunnen ze meer onderzoek doen.
Frans Kok van de WUR neemt hier aanstoot aan. Hij vindt het niet kloppen. Maar het verwerven van geld door gezondheidsstichtingen, stelt deze stichtingen in staat om nog meer leden te werven en geld op te halen en dat is van essentieel belang voor het doen van meer noodzakelijk onderzoek en het geven van preventieve voorlichting. Het gaat om een brede bewustwording door middel van het samenwerkingsverband en behelst dus veel meer dan alleen de `verkoop` van het logo.
Frans Kok (WUR) en Martijn Katan (VU) vinden het een slechte zaak dat gezondheidsstichtingen hun naam koppelen aan een bepaald commercieel merk. Frans Kok, hoogleraar Humane Voeding, stel dat dit soort charitatieve instellingen het moeten hebben van vertrouwen en ze hun voorlichting nooit zouden moeten laten beïnvloeden door geld. Hun goede naam en onafhankelijkheid staan hiermee namelijk op het spel.
Er worden ook allerlei suggesties gewekt waarmee de consument op het verkeerde been wordt gezet. De claims van Becel en van Activia zijn wel redelijk hard, maar in het geval van Blue Band is de claim ook nog eens onvoldoende wetenschappelijk bewezen. Hij vindt het dan ook te voorbarig en ongenuanceerd.
Door aan één enkel merk hun logo te verbinden lijkt het net alsof het om een uniek product gaat dat als enige die bijzondere eigenschappen zou hebben en dat klopt niet. Er zijn diverse en vooral ook goedkopere alternatieven te krijgen.
Als ze logo’s toekennen, dan zouden ze dat aan alle merken moeten doen die iets goeds maken en niet alleen aan firma’s die ervoor betalen of gratis reclame voor de stichting willen maken. Een gezondheidsorganisatie zou naar zijn mening dan ook geen privaatgeld moeten aannemen als het louter om deze behoorlijk willekeurige sponsoring gaat.