ROTTERDAM – Kinderen die maanden moeten wachten op een harttransplantatie, zullen deze wachttijd vaker gaan overleven. Dit kan, nu in Rotterdam het zogenoemde kindersteunhart is geïntroduceerd. Dat zeggen de kindercardiologen Dr. Michiel Dalinghaus en drs. Lex Maat van het Erasmus Medisch Centrum in het blad Monitor van juli 2007. Monitor is het blad van Erasmus.
Eind vorig jaar nam Erasmus een kindersteunhart in z’n behandelprogramma op. Dit in navolging van andere hartcentra in landen als Duitsland, Canada en de VS. Het kindersteunhart zal jonge hartpatiëntjes helpen de kostbare tijd te overbruggen die verstrijkt totdat een geschikt donorhart beschikbaar is, aldus Monitor.
Bij kinderen die worden aangesloten op een kindersteunhart, blijft het pompapparaat buiten het lichaam. Alleen twee slangen gaan het lichaam in, onder de ribben. Een ervan wordt verbonden met het linker ventrikel (hartkamer), de andere met de aorta (grote lichaamsslagader). Het hulphart neemt vervolgens het pompen over. Het kind kan zo kostbare kracht winnen in afwachting van een zware transplantatie. In uitzonderlijke gevallen kan een kind negen maanden leven met zo’n hulphart.
Soms knapt een kind zodanig op dat het eigen hart het werk beter kan doen. Een riskante transplantatie is dan niet meer nodig. Maar de kindercardiologen waarschuwen dat het hulphart geen garantie is dat alle kinderen het wachten op een donorhart overleven.
Beide kindercardiologen verwachten op basis van internationale cijfers dat het aantal kinderen dat het wachten op een donorhart overleeft, dankzij de mechanische ondersteuning toeneemt tot 80 procent. In Nederland gaat het jaarlijks om hooguit een paar kinderen, maar evengoed is een hulphart voor hen van levensbelang.
Het UMC Utrecht gebruikt al veertien jaar een steunhart voor volwassenen. Acht van de tien volwassenen halen daar levend de transplantatie. Meestal wordt het hulphart bij een volwassen patiënt in de buikwand geplaatst, soms blijft het buiten het lichaam en staat het op een soort boodschappenkarretje. Met kinderen was in Nederland nog geen ervaring opgedaan, behalve met de drie kinderen die inmiddels een steunhart kregen bij Erasmus. Twee van de drie kinderen zijn helaas overleden, maar een meisje van 8 jaar oud heeft 4,5 maand een hulphart gekregen en daarna een transplantatie ondergaan. Ze is volgens Monitor inmiddels gezond weer thuis. Om een vergelijking te geven: in Berlijn kregen de afgelopen vijf jaar dertig kinderen een steunhart. Acht knapten daarvan zo op, dat hun hart op eigen kracht weer kon gaan pompen. Zes kinderen overleden ondanks het steunhart. Zestien kinderen konden dankzij het steunhart de wachttijd overbruggen en hebben een donorhart gekregen.
Erasmus MC is het enige universitair medisch centrum in Nederland dat kinderharttransplantaties uitvoert.
[i]Wanneer moet een doodziek kind een kindersteunhart krijgen? Die vraag is niet makkelijk te beantwoorden, zegt thoraxchirurg drs. Lex Maat van Erasmus MC in Monitor. ,,Het is wikken en wegen tussen de risico’s en de te behalen voordelen. Je kunt te vroeg zijn, maar ook te laat. Een steunhart kan bloedingen en infecties veroorzaken en het steunhart zelf kan kapot gaan’’.
,,Je moet het moment timen. Een goede chirurg weet wanneer hij zijn patiënt moet opereren, maar ook wanneer hij er vanaf moet blijven’’.[/i]